38 - introductie op het Bijbelboek Zacharia

advertisement
Introductie op de profeet Zacharia.
Zach.1:1 In de achtste maand, in het tweede jaar van Darius, kwam het woord van
de HEERE tot Zacharia, de zoon van Berechja, de zoon van Iddo, de profeet.
Chronologisch tijdschema in het boek Ezra.
538 v.Chr: het edict van koning Cyrus over de terugkeer van de Joden (1:1-4).
538 v.Chr: eerste terugkeer van 49.897 personen o.l.v. Zerubbabel en Jesua (2:1-2).
538 v.Chr: het herstel van het altaar op zijn oude fundamenten (3:2-3).
538 v.Chr: de viering van het Loofhuttenfeest in de zevende maand (3:4).
537 v.Chr: het herstel van het fundament van de tempel (3:8-13).
537 v.Chr: het werk aan de tempel stilgelegd door tegenstanders (4:1-5, 24).
520 v.Chr: hervatting van het werk door aansporing van Haggai en Zacharia (5:1-5).
516 v.Chr: de voltooiing van de herbouw van de tempel in Jeruzalem (6:15).
479 v.Chr: de Jodin Hadassa (Esther) door Xerxes als koningin uitgekozen.
458 v.Chr: de tweede terugkeer van 1772 Joodse mannen (+ gezin) olv Ezra (7:1-6).
458 v.Chr: aankomst van de tweede groep ballingen in Jeruzalem (7:8, 8:32).
Perzische koningen in de tijd na de ballingschap.
1 - Cyrus = Cyrus II, de Grote: 559-530 v.Chr, in 2Kron.36:22-23, Ezra 1:1-4, 1:7-8,
5:13-17, 6:3, Jes.44-45, Dan.1:21, 5:30, 6:28, 10:1, 11:1.
2 - Cambyses II: 530-521 v.Chr, in Dan.11:2a.
3 - Darius = Darius I, de Grote: 521-486 v.Chr, in Ezra 4:5+24, 5:6-7, 6:1, Neh.12:22,
Dan.11:2, Hag.1:1, Zach.1:1.
4 - Xerxes (Ahasveros): 486-465 v.Chr, in Ezra 4:6, boek Esther, Dan.11:2b.
5 - Artaxerxes I (Longimanus): 465-424 v.Chr, Ezra 4:7-23, 7:1-28, Neh.2:1-8, 5:14,
13:8
6 - Darius II (Nothus): 424-404 v.Chr, geen teksten in de Bijbel.
Volgorde van de profetieën van Haggai en Zacharia.
Hag 1:1-13 de 1e dag van de 6e maand (= sept. 520 v.Chr).
Hag 2:1-10 de 21e dag van de 7e maand (= okt. 520 v.Chr).
Zach.1:1-6 een dag van de 8e maand (= nov. 520 v.Chr).
Hag.2:11-19 de 24e dag van de 9e maand (= dec. 520 v.Chr).
Hag.2:20-23 de 24e dag van de 9e maand (= dec. 520 v.Chr).
Zach.1:7-6:15 de 24e dag van de 11e maand (= febr. 519 v.Chr).
Zach.7:1-8:23 de 4e dag van de 9e maand (= dec. 518 v.Chr).
Zach.9-11 en 12-14 zijn profetieën van onbekende latere datums.
De profeet Zacharia.
Zacharia was een zoon van Berechja en een kleinzoon van de profeet Iddo, die in
Neh.12:4 priester genoemd wordt en in 12:16 wordt Zacharia zijn zoon genoemd,
een gebruikelijke manier om iemand als kleinzoon aan te duiden. Zacharia was dus
niet alleen profeet, maar ook een priester. Hij trad op als profeet onder de Joodse
ballingen, die in 538 v.Chr. uit de Babylonische ballingschap waren teruggekeerd
naar het land Juda. Zijn profetische optreden begon gelijktijdig met het optreden van
de profeet Haggai; zij begonnen samen te profeteren in het jaar 520 v.Chr. Haggai
profeteerde in dat jaar in een periode van vier maanden, van augustus tot december;
hij wordt alleen genoemd in Ezra 5:1, 6:14. Zacharia profeteerde voor het eerst in
november 520 v.Chr, zijn tweede profetie was in februari van 519 v.Chr, zijn derde
profetie was in december 518 v.Chr. Zijn laatste twee grote profetieën van hoofdstuk
9-11 en 12-14 zijn van latere onbekende datum.
De herbouw van de tempel was in 537 v.Chr. begonnen (Ezra 3:8), maar werd al snel
gedwarsboomd door de Samaritanen (Ezra 4), waarna het werk stil kwam te liggen
tot 520 v.Chr. (Ezra 4:24). Maar door het optreden van de profeten Haggai en
Zacharia pakten de Joden de draad weer op en hervatten de herbouw. In 516 v.Chr.
werd de tempel voltooid en ingewijd (Ezra 6:15), precies 70 jaar na de verwoesting
van de tempel in 586 v.Chr.
Lucas spreekt in Luc.11:51 over de moord op Zacharia, die omgebracht werd tussen
het altaar en het tempelhuis; dit kan de priester-profeet Zacharia uit 2Kron.20:25 zijn
geweest. Zo sprak onze Heer over het bloed van Abel, de eerste martelaar uit het
eerste Bijbelboek, tot aan het bloed van Zacharia, de laatste martelaar uit het laatste
Bijbelboek in de Joodse Bijbel, dat is Kronieken. Maar in Matt.23:35 wordt deze
Zacharia de zoon van Berechja genoemd, en dat zou dan de profeet van het boek
Zacharia zijn geweest, de laatste martelaar uit de tijd van het Oude Testament. De
naam Zacharia betekent “Jah zal Zich herinneren”, een zeer toepasselijke naam
gezien zijn martelaarschap.
Overzicht van het boek Zacharia.
Hoofdstuk 1-8: Een openbaring van Gods hart m.b.t. intimiteit.
 Goddelijke visioenen over gebeurtenissen in het heden.
 God is Jehovah van de hemelse legers.
Hoofdstuk 9-14: Een openbaring van Gods plan m.b.t. de eindtijd.
 Goddelijke lasten over gebeurtenissen in de toekomst.
o 9:1 Een profetische last m.b.t. de volken.
o 12:1 Een profetische last m.b.t. het volk Israël.
 God is Jehovah.
o Hoofdstuk 9-11: Nationaal herstel in de nabije toekomst met een
profetische betekenis voor de eindtijd.
o Hoofdstuk 12-14: Internationale onrust in de verre toekomst.
Hoofdthema.
Zach.1:1 Daarom, zeg tegen hen: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Keer
terug naar Mij, spreekt de HEERE van de legermachten, dan zal Ik naar u terugkeren, zegt de HEERE van de legermachten.
1:1-6 is een oproep om terug te keren naar de Heer, zodat Hij kan terugkeren naar
Zijn tempel en Zijn volk.
1:7-6:15 beschrijft een proces van bekering en terugkeer om de herbouw van de
tempel te voltooien.
7:1-8:23 is de scharnier tussen de terugkeer van het volk in 1-6 en de terugkeer van
de Heer in 9-14, zie 8:3.
9:1-14:21 beschrijft de definitieve terugkeer van de Heer in de eindtijd aan het einde
van het N.T., maar 1:16 en 8:3 beschrijven de terugkeer van de Heer in de tijd na de
ballingschap aan het einde van het O.T.
Indeling van het boek Zacharia.
Deel 1: Introductie (1:1-6).
Een krachtige oproep tot bekering.
Deel 2: Een nacht van acht visioenen (1:7-6:15).
In de eerste twee jaren van zijn regering voerde Darius I, de Grote (521-486 v.Chr.)
een schrikbewind om elke opstand de kop in te drukken. Daarom reden er militaire
patrouilles door het land om vrede en stabiliteit te handhaven; dit was echter een
geforceerde rust (1:11). In het achtste visioen stuurt de Heer vier hemelse patrouilles
uit met Zijn oordelen, en daardoor komt Gods Geest tot rust (6:8).
Deel 2a: De komende zegen (1:7-2:13).
 Het eerste visioen: God herinnert Zich (1:7-17).
 Het tweede visioen: vijanden uitgeschakeld (1:18-21).
 Het derde visioen: Jeruzalem herbouwd (2:1-13).
Deel 2b: De juiste reactie op zegen en oordeel (3:1-4:14).
 Het vierde visioen: de boodschap van verlossing (3:1-10).
 Het vijfde visioen: het herstel van bediening (4:1-14).
Deel 2c: Het komende oordeel (5:1-6:15).
 Het zesde visioen: het oordeel over zondaars (5:1-4).
 Het zevende visioen: verwijdering van zonde (5:5-11).
 Het achtste visioen: de kroning van de koning (6:1-15).
Het eerste en tweede visioen gaan over de tempel van Jeruzalem.
Het derde en vierde visioen gaan over de stad Jeruzalem.
Het vijfde en zesde visioen gaan over de leiders van Juda.
Het zevende en achtste visioen gaan over het volk van Juda.
In de serie van acht visioenen wordt Zacharia aangesproken door:
 De engel die met hem spreekt in alle acht visioenen.
 De Heer die tot hem spreekt in 4:8 en 6:9-10.
 De engel die namens de Heer spreekt in 1:14-17, 3:6-10, 4:6-7, 5:4.
Deel 3: Een profetische boodschap over vasten (7:1-8:23).
 Vasten en feesten in zelfzucht (7:1-14).
 Vasten en feesten tot eer van God (8:1-23).
Deel 4: Een profetie over de eindtijd (9:1-11:17).
Overwinning over Israël’s vijanden, vooral over de antichrist.
Deel 5: Een profetie over de eindtijd (12:1-14:21).
De aanval op Israël en Jeruzalem in de eindtijd en de tweede komst van Jezus.
Profetieën over de eerste en tweede komst van Jezus.
Zacharia profeteert de samenvatting van alle profeten over de eerste en de tweede
komst van Jezus.
1: De verwerping van Jezus in 11:12-13, zie Matt.26:15, 27:9-10.
2: Het lijden en sterven van Jezus in 12:10, 13:7, zie Joh.19:37, Matt.26:31+56.
3: De nederigheid van Jezus in 9:9, zie Matt.21:5.
4: De priesterlijke heerschappij van Jezus in 6:12-13, zie Hebr.8:1-2.
5: Het karakter van Jezus’ heerschappij in 9:10, 14:9+16, zie Rom.14:7.
6: Jezus’ tweede komst en het millennium in 14:9-11, zie Openb.21:24-26, 22:1-5.
7: Jozua en zijn priesters als tekenen van de Spruit die komen zal in 3:8.
Download