37 - introductie op het Bijbelboek Haggai

advertisement
Introductie op de profeet Haggai.
Hag.1:1 In het tweede jaar van koning Darius, in de zesde maand, op de eerste dag
van de maand, kwam het woord van de HEERE, door de dienst van de profeet
Haggaï, tot Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, landvoogd van Juda, en tot Jozua, de
zoon van Jozadak, de hogepriester.
Chronologisch tijdschema in het boek Ezra.
538 v.Chr: het edict van koning Cyrus over de terugkeer van de Joden (1:1-4).
538 v.Chr: eerste terugkeer van 49.897 personen o.l.v. Zerubbabel en Jesua (2:1-2).
538 v.Chr: het herstel van het altaar op zijn oude fundamenten (3:2-3).
538 v.Chr: de viering van het Loofhuttenfeest in de zevende maand (3:4).
537 v.Chr: het herstel van het fundament van de tempel (3:8-13).
537 v.Chr: het werk aan de tempel stilgelegd door tegenstanders (4:1-5, 24).
520 v.Chr: hervatting van het werk door aansporing van Haggai en Zacharia (5:1-5).
516 v.Chr: de voltooiing van de herbouw van de tempel in Jeruzalem (6:15).
479 v.Chr: de Jodin Hadassa (Esther) door Xerxes als koningin uitgekozen.
458 v.Chr: de tweede terugkeer van 1772 Joodse mannen (+ gezin) olv Ezra (7:1-6).
458 v.Chr: aankomst van de tweede groep ballingen in Jeruzalem (7:8, 8:32).
Perzische koningen in de tijd na de ballingschap.
1 - Cyrus = Cyrus II, de Grote: 559-530 v.Chr, in 2Kron.36:22-23, Ezra 1:1-4, 1:7-8,
5:13-17, 6:3, Jes.44-45, Dan.1:21, 5:30, 6:28, 10:1, 11:1.
2 - Cambyses II: 530-521 v.Chr, in Dan.11:2a.
3 - Darius = Darius I, de Grote: 521-486 v.Chr, in Ezra 4:5+24, 5:6-7, 6:1, Neh.12:22,
Dan.11:2, Hag.1:1, Zach.1:1.
4 - Xerxes (Ahasveros): 486-465 v.Chr, in Ezra 4:6, boek Esther, Dan.11:2b.
5 - Artaxerxes I (Longimanus): 465-424 v.Chr, Ezra 4:7-23, 7:1-28, Neh.2:1-8, 5:14,
13:8
6 - Darius II (Nothus): 424-404 v.Chr, geen teksten in de Bijbel.
De profeet Haggai.
De naam Haggai is afgeleid van het Hebreeuwse woord ‘chag’, wat ‘feest’ betekent
en de naam Haggai betekent dus “feestelijk”. Hij trad op als profeet onder de Joodse
ballingen, die in 538 v.Chr. uit de Babylonische ballingschap waren teruggekeerd
naar het land Juda. Zijn profetische optreden begon gelijktijdig met het optreden van
de priester-profeet Zacharia; zij begonnen te profeteren in het jaar 520 v.Chr. Haggai
profeteerde in dat jaar in een periode van vier maanden, van augustus tot december;
hij wordt alleen genoemd in Ezra 5:1, 6:14. De herbouw van de tempel was in 537
v.Chr. begonnen (Ezra 3:8), maar werd al snel gedwarsboomd door de Samaritanen
(Ezra 4), waarna het werk stil kwam te liggen tot 520 v.Chr. (Ezra 4:24). Maar door
het optreden van de profeten Haggai en Zacharia pakten de Joden de draad weer op
en hervatten de herbouw. In 516 v.Chr. werd de tempel voltooid en ingewijd (Ezra
6:15), precies 70 jaar na de verwoesting van de tempel in 586 v.Chr. Maar liefst 26
keer komt een variant van de uitdrukking “zo spreekt de Heer” in dit boek voor.
Overzicht van het boek Haggai.
1: Een gedeprimeerd volk (1:1-11).
 Jullie huizen zijn herbouwd.
 Mijn huis ligt nog verwoest.
2: Een vastbesloten volk (1:12-15).
 Ze luisterden naar de Heer.
 Ze hadden ontzag voor de Heer.
 Ze voltooiden de herbouw van de tempel.
3: Een ontmoedigd volk (2:1-9).
 Kritiek van de oudere generatie.
 Belofte van grote glorie voor de toekomst.
4: Een niet-gereinigd volk (2:10-19).
 Heiligheid is niet overdraagbaar.
 Onreinheid is wel besmettelijk.
5: Een persoonlijke profetie (2:20-25).
 De tronen van de volken zullen omvergestoten worden.
 De troon van David zal blijven bestaan.
Overzicht van de profetieën van Haggai.
De eerste profetie op de 1e dag van de 6e maand (1:1-13).
Correctie (2-6), aansporing en belofte (7-8), verklaring (9-11), reactie (12-14).
De tweede profetie op de 21e dag van de 7e maand (2:1-9).
Correctie, aansporing en belofte.
De derde profetie op de 24e dag van de 9e maand (2:10-19).
Correctie, aansporing en belofte.
De vierde profetie op de 24e dag van de 9e maand (2:20-23).
Persoonlijke belofte.
Volgorde van de profetieën van Haggai en Zacharia.
Hag 1:1-13 de 1e dag van de 6e maand (= sept. 520 v.Chr).
Hag 2:1-10 de 21e dag van de 7e maand (= okt. 520 v.Chr).
Zach.1:1-6 een dag van de 8e maand (= nov. 520 v.Chr).
Hag.2:11-19 de 24e dag van de 9e maand (= dec. 520 v.Chr).
Hag.2:20-23 de 24e dag van de 9e maand (= dec. 520 v.Chr).
Zach.1:7-6:15 de 24e dag van de 11e maand (= febr. 519 v.Chr).
Zach.7:1-8:23 de 4e dag van de 9e maand (= dec. 518 v.Chr).
Zach.9-11 en 12-14 zijn profetieën van onbekende latere datums.
Download