BZL in de lessen geschiedenis

advertisement
BZL in de lessen geschiedenis
Begeleid zelfstandig leren en werken vormen uiteraard ook belangrijke uitdagingen binnen
de nieuwe visie op het geschiedenisonderwijs. Dat geldt zowel voor het secundair als het
hoger onderwijs. Ons vak fungeert(de) met de nieuwe leerplannen als pioniersvak. Achter
deze nogal ingrijpende innovatie ligt onder meer de visie ten grondslag dat de kennis en de
technologische en communicatieve mogelijkheden zo zijn toegenomen dat het leren omgaan
met informatie en het verwerken van kennis topprioriteiten zijn. Flexibiliteit, procesgericht
leren, probleemoplossend denken, teamgericht werken worden belangrijke
vaardigheden die in elk vak moeten worden aangeleerd. Deze vaardigheidsdoelen brengen
ook vernieuwing in de evaluatiepraktijk met zich mee: zowel het leerproces als het resultaat
worden geëvalueerd (proces- en productevaluatie). Omdat leren nooit af is, wordt
zelfevaluatie op alle niveaus in de vernieuwde didactiek opgenomen.
Daarom dringen zich enkele vragen op: Wat is de waarde van het BZL? Hoever kan het BZL
gaan? Is de zelfstandigheid reëel en niet teveel gericht op voorgeprogrammeerde opdrachtjes?
Wat zijn de voorwaarden om een eigen leerproces te kunnen sturen? Welke kennis is
onontbeerlijk om een probleem te behandelen? Vanuit welk denkkader ontstaan vragen rond
en perspectieven op historische gebeurtenissen en fenomenen? Welke vaardigheden zijn
nodig om begeleid zelfstandig te werken? Welke werkvormen activeren de leerlingen? Wat
zijn de problemen en valkuilen van BZL? Welke gevolgen heeft de vernieuwde aanpak voor
het klasgebeuren? Wat zijn de gevolgen voor de individuele ontplooiing van de leerling en
voor de leraar? Welk maatschappij- en mensbeeld zit er achter deze vernieuwingen? Het zijn
allemaal vragen waarop geen eenduidig antwoord mogelijk is en die de klassenpraktijk zal
moeten uitwijzen.
Deze nieuwe visie op historische vorming vraagt om aangepaste didactische methodes en
een behoorlijk uitgeruste infrastructuur (op zijn minst computerlokalen met
internetaansluitingen) en ligt ook aan de basis van de voorstellen van het invoeren van de
zogenaamde ‘vrije ruimte’ in de 3de graad. Hierbij wordt plaats gemaakt voor
vakoverschrijdende projecten, waarin geschiedenis een voorname rol kan spelen.
De leerplannen geschiedenis hebben het voorbereidende werk geleverd om tot BZL te
komen. In de 1ste graad is dit eerder beperkt, maar voor de 2de en 3de graad zijn er vele
mogelijkheden. Dit komt vooral omdat de leerplannen halfopen zijn. De historische
vaardigheden moeten geleidelijk geoefend worden bij de leerlingen. Het is dan ook de
bedoeling om een graduele evolutie, een leerlijn, te realiseren: zowel in het aantal te
beheersen vaardigheden als in de moeilijkheidsgraad. We willen hierbij nog eens
uitdrukkelijk verwijzen naar de DPB-Berichten van vorig schooljaar, waarbij voor het luik
‘Geschiedenis’ verschillende leerlijnen werden aangegeven (vaardigheden, ICT, evaluatie,
etc.) Ons vak leert de leerlingen kritisch denken. Het opzoeken en exploreren van bronnen,
het analyseren en het kritisch evalueren ervan behoren tot het geschiedenisonderzoek.
Gevallenstudies kunnen zelfstandig rond deelopdrachten uitgewerkt worden. Bij het opstellen
van een werkstuk is het selecteren en structureren van informatie en materiaal heel belangrijk.
Projecten kunnen al dan niet vakoverschrijdend opgezet worden. ICT vormt hierbij een
onontbeerlijk werkinstrument. Met dank aan collega Agnes Claeys en haar Oost-Vlaamse
ploeg voor het ter beschikking stellen van werkmateriaal voor deze bijdrage. De voorbeelden
kunnen uiteraard niet integraal vermeld worden in deze bijdrage. Maar ze worden wel
opgenomen op de website van de DPB: http://dpb.sip.be/geschiedenis. Hieruit zal volgend
schooljaar een eigen website groeien, die ook verbonden zal zijn met de website van de
VVLG (http://vvlg.be).
Naast de voorbeelden en mogelijkheden tot BZL worden hier nog enkele andere punten
opgenomen, waarbij leerkrachten vaak vragende partij zijn: hoe een debat en discussie
organiseren, hoe vaardigheden en attitudes toetsen, welke criteria zijn er ter beoordeling van
een mondelinge presentatie, welke criteria zijn er ter beoordeling van groepswerk, welke
mogelijkheden zijn er voor geschiedenis en digitale leerplatforms.
1.
Enkele vragen bij de werkvormen:
1.
2.
3.
4.
Persoonlijk werk (thuis-individueel/duo)
- Welke onderzoeksthema’s over personen, situaties, actualiteit, komen aan bod?
- Hoe gebeurt de vraag- en probleemstelling? Wordt de opdracht schriftelijk
gegeven? Welke informatie en richtlijnen krijgen de leerlingen?
- Welke bronnen moeten geraadpleegd worden?
- Hoe moeten de leerlingen het gevonden materiaal verwerken?
- Welk materiaal wordt gebruikt: ICT, beeld, film, video?
- Hoe gebeurt de planning? Wordt er rekening gehouden met andere vakken?
Hoeveel tijd krijgen de leerlingen voor het maken van het werk?
- Hoe gebeurt de voorstelling (schriftelijk, mondeling, via powerpoint, cd-rom,
…)?
- Hoe vermijd je dat leerlingen enkel informatie opzoeken en kopiëren?
- Gebeurt er nog verder iets in de klas met het werk?
Groepswerk (thuis)
- Hoe verdeel je de opdrachten?
- Hoe worden de groepen samengesteld?
Klaswerk (tijdens de lesuren, individueel of in groepen)
- Wat is het aandeel van de voorbereiding thuis voor het klaswerk?
- Hoe pak je dit aan?
Evaluatie
- Hoe evalueer je het proces (opzoekingswerk, verwerking) en het product
(rapport, presentatie, scriptie, …): in verschillende stappen, als individuele of
groepsevaluatie, …? Volgens welke criteria?
- Wat wordt bedoeld (inhoud, taal, structuur, bronvermelding, …)?
- Hoe staat dit in verhouding tot andere evaluaties (ondervragingen, etc.)?
- Hoe ondervraag je het resultaat van zelfstandig leren? Wordt verworven kennis
geëvalueerd of worden deze kennis en vaardigheden getoetst in een nieuwe
(onderzoeks)opdracht?
2.
Voorbeelden van BZL in de 1ste graad (* = uitgewerkt voorbeeld op
http://dpb.sip.be/geschiedenis)
Zoals boven aangegeven zijn de mogelijkheden tot BZL eerder beperkt in de 1ste graad.
Hiervoor kan men dan ook best terugvallen op de onderzoeken in de handboeken of in
Blikopener, iD en andere tijdschriften, (Nederlandse) geschiedenissites e.a.
Toch enkele voorbeelden:
1.
Zelfstandig werken en ICT in de 1ste graad*
2.
Onderzoek een historische strip: waarheid of verzinsel*
3.
Andere*
Voorbeelden van BZL in de 2de en 3de graad
3.
Ook hier verwijzen we in eerste instantie naar de uitgewerkte voorbeelden in de handboeken,
tijdschriften, het Internet. Hieronder vermelden we nog andere reeksen voorbeelden.
3.1. Voorbeelden van BZL in het derde jaar (* = uitgewerkt voorbeeld op
http://dpb.sip.be/geschiedenis)
1.
2.
3.
Onderzoek naar de historische betrouwbaarheid van stripverhalen over de
Middeleeuwen*
Stadswandeling in het middeleeuwse Gent
Drie uitgewerkte stadswandelingen in Brugge*
3.2. Voorbeelden van BZL in het vierde jaar (* = uitgewerkt voorbeeld op
http://dpb.sip.be/geschiedenis)
In het aangeboden materiaal zijn voorbeelden met verschillende doelstellingen. Sommige
stellen concrete vragen, andere mikken op breed opgezet onderzoekswerk. Zowel individueel
als groeps- en klaswerk komen aan bod. Het BZL resulteert in mondelinge presentaties,
schriftelijke verslagen, en zelfs in het opzetten van een tentoonstelling. Sommige
voorbeelden leggen de klemtoon op kennisverwerving (zoekopdrachten), op de presentatie
(o.a. de formele vereisten), andere op informatieverwerking. Bijna alle opdrachten focussen
inhoudelijk op historische figuren. Meestal krijgen de leerlingen een vademecum bij het BZL.
De meeste opdrachten zijn bedoeld voor ASO. Alle opdrachten worden voorbereid buiten
de feitelijke lessen. Tijdens de lesuren (klaswerk) wordt er dikwijls gewerkt met vraagstelling
bij een artikel uit Blikopener of bij documenten uit de cursus of het handboek. Sommige
handboeken leveren extra documenten of materiaal via een website.
Voorbeelden:
1.
Maken van een bibliografie van een historische figuur*
2.
Keizer Karel en zijn tijdgenoten. Lodewijk XIV en zijn tijdgenoten*
3.
4.
5.
6.
7.
Ontdekkingsreizen en kolonisatie in de Nieuwe Tijd. Lijst van historische romans
15de-16de eeuw*
De humanisten
Gaat de zon op, of de aarde onder?*
Antwerpen, het verhaal van een metropool*
De wereld van Leonardo da Vinci (voor TSO)*
3.3. Voorbeelden van BZL in het vijfde jaar (* = uitgewerkt voorbeeld op
http://dpb.sip.be/geschiedenis)
Bij het opstellen van de opdrachten voor het vijfde jaar worden vaak handboeken
geschiedenis en Reflector gebruikt, ook als inspiratiebronnen. De thema’s zijn zowel van
politieke, economische als culturele aard, ze zijn in overeenstemming met het leerplan en zijn
vaak aangepast aan concrete vormgeving. Ze worden soms gecombineerd met extramurosactiviteiten zoals studiereizen en kleinere uitstappen of met film. De opdrachten
dienen zich vaak aan als synchrone en diachrone gevallenstudies. Enkele zijn
vakoverstijgend. Klassieke aanrader voor uitgebreid BZL vormt de Eerste Wereldoorlog, met
inbegrip van een historische excursie naar de Westhoek (Flanders Fields in Ieper, Museum
Ijzertoren Diksmuide, Britse, Franse en Duitse oorlogskerkhoven, Talbot House Poperinge).
De doelstellingen variëren van informatieverwerving (o.a. gebruik van internet),
onderzoeksopdrachten (interview, …) tot kennisverwerking. Er zijn meer en minder
uitgebreide onderzoeksthema’s, zowel klas- als groeps- en individueel werk, taken binnen en
buiten het lesgebeuren.
Nog een goed voorbeeld van BZL is te vinden in het oktobernummer 2003 van Reflector over
Lieven Bauwens. De vraagstelling overschrijdt de grenzen van de tekst die als uitgangspunt
dient. De opdrachten maken gebruik van het gekende kader van de Industriële Omwenteling.
De opdrachten maken gebruik van het gekende kader van de industriële omwenteling, het
thema wordt geactualiseerd en geconcretiseerd door een bezoek aan het Museum voor
Industriële Archeologie en Textiel in Gent. Er is ook bovendien genoeg aandacht voor de
referentiekaders van ruimte en tijd.
Sommige handboeken leveren extra documenten of materiaal via een website (methodesites
van enkele uitgeverijen).
Voorbeelden voor ASO:
1.
Rusland in de 19de eeuw*
2.
Lieven Bauwens*
3.
Daens
4.
Belgische onafhankelijkheid*
5.
Globalisering*
6.
De Eerste Wereldoorlog
7.
Jongerenparlement
8.
Duitse bezetting tijdens WO II
9.
De Tweede Wereldoorlog
10.
De Belle Epoque
Voorbeelden voor TSO:
1.
Aalst 1900
2.
Propaganda in ‘den grooten oorlog’ (1914-18)*
3.
Bronnenonderzoek*
4.
Historische films als bron voor de kennis van de geschiedenis van WO II*
3.4. Voorbeelden van BZL in het zesde jaar (* = uitgewerkt voorbeeld op
http://dpb.sip.be/geschiedenis)
Het 6de jaar zou de vruchten moeten plukken van de leerlijn die in verband met BZL
door de vakwerkgroep is uitgewerkt: bronnenopgave volgens eenzelfde systeem, het
opzoeken van informatie in naslagwerken, handboeken, literatuur, websites, het selecteren
van de informatie volgens criteria, het analyseren maar ook verwerken van cijfergegevens in
grafieken, de verbanden leggen tussen verleden en actualiteit, het maken van een presentatie
met powerpoint, verdelen van het thema in deelopdrachten en hulpvragen, e.a. Natuurlijk zijn
deze vaardigheden niet uitputtend ingeoefend en verworven, maar er werden wel aanzetten
gegeven. Herhalingen kunnen bovendien in de verschillende jaren zorgen voor vooruitgang.
Daarnaast is er een probleem van tijdsbeheersing en de verhouding tot de belangrijke
leerinhouden die moeten aangebracht worden. De praktijk leert dat een goed uitgebouwd
kenniskader de oefeningen zinvoller maken en fragmentering van kennisdeeltjes tegengaan.
Ook het werken aan de opdrachten tijdens de lessen is niet eenvoudig, vooral omdat
opdrachten veel tijd vragen. Veel hangt af van de infrastructuur en de ondersteuning van
collega’s. De vrije ruimte voorziet in de mogelijkheid om de thema’s binnen het
schoolgebeuren te laten plaatsvinden.
De handboeken ondersteunen met voorbeelden het onderzoekend leren, wat vooral in
gevallenstudies aan bod komt. Veel leerkrachten werken reeds lang met eindwerken, wat heel
veel verbeterwerk met zich meebrengt. Misschien kan een scriptie in samenwerking met een
collega Nederlands geëvalueerd worden.
Een aan te raden onderwerp is om de leerlingen via BZL de wijzigingen in de
socioculturele geschiedenis na WO II te laten onderzoeken:
-
-
-
De leerlingen kunnen zelf de inhoud bepalen, uiteraard onder begeleiding van
de leerkracht die ook finaal de concrete deelopdrachten toewijst.
Het is de bedoeling dat er complementair gewerkt wordt. Voor andere BZLopdrachten kan dan weer parallel gewerkt worden.
De opdracht gebeurt bij voorkeur in de vorm van groepswerk (2 à 3 leerlingen)
en strekt zich het best uit over een 10-tal lessen. Ze kunnen hiertoe gebruik
maken van het Internet (school en thuis), van de bestaande handboeken die hier
aandacht aan schenken (school en thuis), van kranten, tijdschriften en
leerboeken uit die tijd (bibliotheek en school), van het TV-archief (zie lopende
reeksen op TV, ook de Prehistorie), van persoonlijke archieven en
fotomateriaal (bij familieleden en vrienden), van schoolarchieven, etc. Zij
koppelen dit onderzoek ook aan interviews met personen uit verschillende
generaties. Tegelijk wordt in de actuele pers gepeild naar artikels die de
huidige situaties m.b.t. deelterreinen omschrijven.
De leerlingen zorgen voor presentaties van hun bevindingen. Deze lopen best
over een volledige lestijd, want dan kan er ook genoeg aandacht gaan naar de
didactische zorg en discussies.
Ten slotte schrijven de leerlingen een individuele synthese waarbij het hele
BZL-proces aangewend wordt (eigen onderzoek, presentaties door de
medeleerlingen, interviews, actuele pers).
-
-
Dit onderzoek kan bovendien beschouwd worden als een gevallenstudie én een
doorloper tegelijk. De betrokkenheid van de leerling is heel groot. Gezien het
gewicht van deze BZL-oefening ligt het voor de hand dat er bij de proces- en
productevaluatie genoeg punten in de weegschaal liggen.
Kadering binnen het leerplan:
De ontwikkeling van de westerse samenleving is één van de
belangrijkste leerplaninhouden. Na 1945 is de maatschappelijke mutatie
dermate ingrijpend geweest en onderhevig aan een dergelijke
versnelling, dat terecht van een revolutie gesproken kan worden. De
levensstandaard, de levenswijze, de levenssfeer, de normen- en
waardenbeleving, het culturele klimaat zijn ten gronde veranderd. Die
verandering heeft zich doorheen de decennia na 1945 (middellange
termijn) doorgezet.
Zin voor relativering, positief kritische attitude, streven naar duiding en
evaluatie van gebeurtenissen en ontwikkelingen: het zijn wezenlijke
elementen van algemene vorming die via de historische vorming
kunnen ontwikkeld worden (transferabiliteit).
Respect voor tijd- en plaatsgebondenheid. Alles mag niet louter
bestudeerd worden vanuit de actuele situatie, maar vanuit de historische
context.
Leerinhouden worden bestudeerd in functie van het historische
procesdenken: het zoeken, begrijpen en verklaren van historische
processen, van continuïteit/discontinuïteit in de evoluerende historische
werkelijkheid.
Een schoolvoorbeeld van BZL : onderzoekend leren, zelfstandig
onderzoek, zelfwerkzaamheid, probleemgerichte benadering van
maatschappelijke processen, evaluatie van toestanden en evoluties,
ruime mogelijkheden tot proces- en productevaluatie.
Andere voorbeelden leggen de nadruk op thema’s uit de actualiteit, zijn complex en vragen
een even grote zelfstandigheid en kritische zin. Het politieke bewustzijn en de burgerzin
worden hier aangemoedigd: dit behoort tot de vakoverschrijdende eindtermen. De
onderwerpen maken de leerlingen op een gestructureerde manier wegwijs in onze
geglobaliseerde wereld.
Voorbeelden:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
De socioculturele revolutie na 1945
Lesopdracht over een thema uit de Eigen Tijd
Krantenonderzoek*
Europa: wereldmacht of wereldpartner?*
Zuiver water: handelswaar of mensenrecht?*
Samenstellen van een persmap*
Politieke partijen in Vlaanderen
Verkiezingen
Het Midden-Oosten
De bipolariteit
Uitgebreide onderzoeken in de handboeken geschiedenis TSO
4.
Debat en discussie
In tegenstelling tot in Engeland en Nederland bestaat er in ons land geen echte traditie van
open debatcultuur. Evenwel zijn van oudsher debat en dispuut verbonden met politieke en
filosofische discussies. De retorica werd niet enkel in de klassieke oudheid beoefend, maar
ook in de Middeleeuwen behoorde het dispuut tot de intellectuele vorming. De
argumentatieleer vormde een onderdeel van de logica en werd toegepast in de retorica.
In de klassieke afdelingen werd de retorica bestudeerd met het bekende canon van
redevoeringen van Demosthenes en Cicero. De redenaarskunst, gekoppeld aan de
argumentatieleer, werd formeel geanalyseerd en toegepast.
Het onderwijs heeft de taak het kritische denken aan te moedigen en de burgerzin te
ontwikkelen om deel te nemen aan de maatschappelijke debatten die in politieke
besluitvorming omgezet worden.
Zoals BZL vraagt deze opdracht een aantal vaardigheden te ontwikkelen die
vakoverschrijdend zijn en die best gradueel ingeoefend worden via een leerlijn.
Geschiedenis levert vaak het materiaal om in een discours te overtuigen. Niet zelden
wordt de geschiedenis ook misbruikt. Hier liggen veel kansen om te leren nuanceren en
inzicht te verwerven langs de weg van dialoog en discussie.
Verschillende werkvormen kunnen ontwikkeld worden: een rollenspel (cf. nascholing 1ste
graad vorig schooljaar), een carrousselgesprek, een stellingendebat, het maken van resoluties
en stellingen en uitgebreid debat erover.
Inspiratievoorbeelden:
1.
De Stichting Ryckevelde heeft een lange traditie in het organiseren van
simulatieoefeningen en debatten rond mondiale en Europese thema’s.
2.
Europees Jeugdparlement (EYP) en Europolis (cf. voorstellen vrije ruimte
geschiedenis)
3.
Leerplannen geschiedenis
In elke graad zijn er tal van mogelijkheden om een discussie of debat te
organiseren. De thema’s worden zorgvuldig voorbereid in de klas. De leerlingen
moeten bij hun zoektocht naar argumenten voor een stellingname de historische
kennis integreren en kunnen dat zowel binnen als buiten de les voorbereiden. De
leerkracht geeft richtlijnen.
Mogelijke thema’s:
1ste graad :
Demosthenes tegenover Isocrates (oorlogen met
Macedonië)
Athene tegen Sparta (democratie versus oligarchie)
Leiderschap in de Delisch-Attische Zeebond
(concurrentie)
De Gracchen (rollenspel) of patriciërs tegen plebejers
Marius tegen Sulla
Republiek tegen keizerschap
2de graad :
Kruistochten en de ‘bescherming’ van heilige plaatsen
Islam en christendom
Erasmus tegenover Luther
Hobbes versus Locke
3de graad :
Rechten van de mens en grenzen aan die rechten
-
5.
Metternich en de democratie en persvrijheid
Metternich en Europa
Napoleon: vernieuwer of machtspotentaat: pro/contra
Politieke partijen
Marx versus Bakoenin
Liberalisme versus socialisme
Globalisering versus anti (anders)globalisering
Industrie: vooruitgang of verloedering?
Daensfilm en het rollenspel op basis van de verschillende
Personages
Idem voor de film Schindler’s List
Europese en mondiale thema’s
Simulatieoefening rond de verkiezingen
Toetsen van attitudes en vaardigheden
De vaardigheden voor BZL die getoetst moeten worden kunnen als volgt worden
samengevat:
- cognitieve vaardigheden (bijvoorbeeld schematiseren)
- metacognitieve vaardigheden (bijvoorbeeld plannen en reflecteren)
- affectieve vaardigheden (bijvoorbeeld jezelf motiveren)
- sociale vaardigheden (bijvoorbeeld hulp vragen en samenwerken)
Al naargelang de klemtonen die de scholen willen leggen, zullen de vaardigheden die getoetst
moeten worden in overleg worden opgesteld. In onderstaand voorbeeld werden de vier
soorten vaardigheden verwerkt. Het model is een uitgangspunt, een basis die naargelang de
bekommernissen en de klemtonen door de school moeten worden aangepast. Belangrijk is dat
dit model gebruikt kan worden én door de leerlingen (als voorbereiding op hun tussentijdse en
eindevaluatie) én door de begeleidende leerkrachten. Tijdens de tussentijdse evaluatie leggen
leerling en leerkracht hun beoordeling naast elkaar en wordt er gediscussieerd over de graad
van verworvenheid van de vaardigheden. In overleg worden dan leerplannen vastgesteld
(vaardigheden die de leerling nog niet heeft verworven en waar de leerling dus aan moet
werken). Tijdens de eindevaluatie zullen die leerpunten extra-aandacht krijgen.
Onvoldoende
In groep functioneren
- stoort de anderen
- toont geen respect
- trekt zich weinig aan
van de anderen
- stelt eigen
functioneren niet in
vraag
Nipt voldoende
Goed
Prima
- werkt samen na
aandringen
- toont soms respect
- gaat conflicten uit
weg
- werkt samen na
aandringen
- kent eigen sterke
en zwakke punten
- werkt spontaan
- toont meestal
respect
- speelt een actieve
rol bij het oplossen
van conflicten
- toont de wil om
samen te werken
- werkt aan zwakke
punten
- voelt zich altijd
betrokken, moedigt
aan
- toont altijd respect
- lost conflicten op
- stelt kennis en
ervaring ten dienste
van de anderen
- doet spontaan aan
zelfevaluatie
Interesse en inzet opbrengen
- toont geen interesse
- toont soms interesse - toont interesse
- houdt zich niet aan
- wacht af
- volgt de richtlijnen
de richtlijnen
- omzeilt moeilijke op
- elke futiliteit is
opdrachten
- probeert voor elke
voldoende om de les
- brengt de
opdracht een
te storen
noodzakelijke
oplossing te vinden
- kan geen aandacht
aandacht op (niet
- laat zich niet
opbrengen
meer, niet minder) afleiden
- werkt eerder impulsief
- werkt planmatig
- werkt planmatig
mits ondersteuning
Opdrachten uitvoeren
- geeft snel op
- werkt onnauwkeurig
en/of slordig
- werkt niet zelfstandig
- stelt eigen functioneren
niet in vraag
6.
- werkt door, mits
ondersteuning
- is soms te vlug
tevreden
- moet regelmatig
geleid worden
- kent eigen zwakke
en sterke punten
- werkt een taak af
binnen de tijd
- werk oplettend en
nauwkeurig
- werkt zelfstandig
onder toezicht
- werkt aan zwakke
punten
- toont altijd
belangstelling
-volgt alle
richtlijnen op
- vindt creatieve
oplossingen
- heeft persoonlijke
inbreng
- kan organiseren
- een extra taak of
inspanning is geen
probleem
- levert perfect werk
af
- werkt zelfstandig
- doet spontaan aan
zelfevaluatie
Criteria ter beoordeling van een mondelinge presentatie
Organisatie
Inhoud
Overdracht
Media
Excellent
De vooruitgang
is excellent. De
luisteraar is
is steeds mee.
Vlotte overgangen.
Uitvoerige,
volledige
behandeling van
onderwerp. Getuigt
van onderzoek.
Goed oogcontact,
goede intonatie
en lichaamstaal.
Meeslepend en
en genietbaar.
Excellent
gebruik van
overhead,
video’s,
grafieken.
Duidelijk en
levendig.
Goed
Goede vooruitgang. Goede dekking van
De luisteraar blijft
het onderwerp met
bij de inhoud.
evidentie van
onderzoek.
Oogcontact,
intonatie,
lichaamstaal en
gedrag zijn goed
maar niet
consistent.
Visualisering
is duidelijk
en geschikt.
De media
ondersteunen
presentaties.
Voldoende
De organisatie is
stroef. De luisteraar
is soms verward.
inhoud gaat van de
hak op de tak.
Onvoldoende Zeer moeilijk te
volgen. De
luisteraar heeft
het moeilijk
de aandacht erbij
te houden.
Onduidelijke
overgangen.
7.
Het onderzoek
blijkt wel, maar het
is niet uitgebreid of
er ontbreekt
diepgang.
enigszins
gedocumenteerd.
Weinig aansprekende Er worden
overdracht. De
visualisaties
presentatie wordt
gebruikt
afgelezen of lijkt
maar deze
mechanisch.
zijn niet
echt waardevol. Ze
helpen de
presentatie
niet echt
vooruit.
Het onderzoek lijkt
beperkt. Weinig
documentatie.
Belangrijke
bronnen
ontbreken.
De gegevensoverdracht is van
een slechte
kwaliteit. Het
levert niet meer op
dan een lezing.
Visualisaties
zijn van een
dergelijk
slechte
kwaliteit dat
ze de
presentatie
in het geheel
niet ondersteunen.
Criteria ter beoordeling van groepswerk
1
De leerling komt goed voorbereid naar het groepswerk.
De leerling brengt individuele opdrachten tijdig tot een goed
einde.
De leerling participeert op een constructieve wijze aan het
groepswerk.
De leerling stimuleert anderen om constructief mee te werken.
De leerling luistert goed naar de inbreng van anderen.
De leerling beargumenteert het eigen standpunt op duidelijke
en doordachte manier.
De leerling laat op een aangename manier merken dat hij/zij
met iets oneens is.
De leerling kan compromissen bereiken.
De leerling helpt de groep om richtlijnen te volgen en het
tijdschema te respecteren.
De leerling bewaakt de positieve relaties binnen de groep.
De leerlingen herkennen problemen en kunnen er gepast op
reageren.
De leerling neemt bij beslissingen alle relevante informatie
in acht.
2
3
4
De leerling wisselt duidelijk en accuraat informatie uit met de
andere groepsleden.
Betekenis schaal :
8.
1 = werk aan de winkel
2= aanvaardbaar
3= goed
4= een voorbeeldprestatie
Digitaal leerplatform
BZL kan ook niet losgekoppeld worden van digitale leerplatformen. Mogelijkheid hiertoe
verschaft o.a. Blackboard (http://bb.vvkso.be). Vanuit het besef dat ICT niet zomaar een
middel is om ‘oude doelen na te streven’, dat het schoolse leren aan verandering toe is,
ontstonden experimenten om BZL te bevorderen. Zowel bij de eerste e-mailprojecten, als later
bij de introductie van portfolio’s was het de bedoeling om de verantwoordelijkheid voor het
leerproces in grotere mate bij de leerling te leggen.
Met de ontdekking van Blackboard kwam het zelfgestuurde leren in een stroomversnelling.
Plots kwam binnen bereik wat leerkrachten al langer zochten: een gezamenlijk platform dat
alle leeractiviteiten en de communicatie er rond kon bundelen. Blackboard biedt alle gewenste
functionaliteit geïntegreerd aan achter één url: communicatie tussen leerlingen onderling en
met hun leraar via verschillende kanalen (homepage met eigen links, e-mail, discussieforum,
drop box en babbelbox), beveiligd aanbod van cursusdocumenten via eenzelfde login, een
onbeperkt aantal links binnen het platform leiden leerlingen naar interactieve websites, de
oefeningengenerator biedt niet alleen helpende feedback voor de leerlingen maar registreert
zonodig ook de behaalde scores in een puntenboek. Het leerplatform dient in de 1ste plaats om
leerlingen te stimuleren en ook buiten de les met hun vak bezig te laten zijn. Waarschijnlijk
wordt in de 1ste en 2de graad meer klasactiviteit met het leerplatform georganiseerd dan in een
3de graad. De echte uitdaging is de cursus zo interessant te maken , er zoveel uitdagende en
prettige activiteiten in te voorzien, de leerlingen zozeer te overtuigen van het belang ervan…
dat ze er op eigen initiatief naartoe blijven gaan.
Op de nascholingen van het schooljaar 2004-2005 zal dit digitaal leerplatform (en in
casu de mogelijkheden voor de leerkrachten geschiedenis) aan de leerkrachten
voorgesteld worden.
Ik wens jullie uiteraard een boeiend en verrijkend nieuw schooljaar toe!
Johan Vankeersbilck
Download