Tracheotomie

advertisement
In deze folder vindt u informatie over een tracheotomie en de verzorging ervan. Waarschijnlijk
is u al het een en ander verteld over hoe dat gaat. In deze folder staat alle informatie nog een
keer op een rij. Mocht u nog vragen hebben, stelt u deze dan gerust aan uw arts of aan de verpleegkundige.
Wat is een tracheotomie
Een tracheotomie is een operatie waarbij een opening in de voorzijde van de luchtpijp
(trachea) wordt gemaakt. Dit gebeurt via een snede in de huid in het midden van de hals,
vlak boven het borstbeen. Door deze opening wordt een buisje (canule) in de luchtpijp
geplaatst. Dit buisje heeft rond het uiteinde een manchet dat opblaasbaar is als een ballonnetje. Het ballonnetje is bedoeld om te voorkomen dat slijm of bloed vanuit de mond-keel in
de luchtpijp terecht komt.
Wanneer wordt een tracheotomie gedaan?
-
Als door een operatie in de mond of mond/keelholte kans bestaat op zwelling van de
weefsels, waardoor de ademhaling kan worden belemmerd. In dat geval wordt deze
ingreep uit voorzorg uitgevoerd.
-
Als de ademhaling belemmerd wordt ten gevolge van:
-
zwelling of bloed (bijvoorbeeld ten gevolge van een ongeluk);
-
vocht in de weefsels ten gevolge van bestraling of een allergische reactie;
-
tumorgroei in en om het strottenhoofd of de mond-keelholte;
-
dubbelzijdige stembandverlamming.
Tracheotomie
De ingreep
De ingreep vindt over het algemeen plaats onder algehele narcose. Dit betekent voor u dat u
van tevoren nuchter moet zijn. Dat wil zeggen dat u vanaf 24.00 uur, de avond voor de
ingreep, niet mag eten en drinken.
Canule buitenzijde
Canule in de luchtpijp
Mogelijke complicaties
-
Bloeden: direct na de operatie kan nog enige tijd bloederig wondvocht rond de canule
lekken. Dit is normaal. Het wordt opgevangen in een gaasje dat rond de tracheotomie
opening wordt aangebracht en regelmatig wordt verschoond.
-
Dichtklappen van de tracheotomie: als een canule er per ongeluk uit gaat zal een
tracheotomie die kort daarvoor is aangelegd de neiging hebben dicht te klappen.
Hierdoor kan ernstige benauwdheid ontstaan die kan worden verholpen door de canule
snel weer in te brengen. Tijdens de operatie worden er meestal zogeheten trekhechtingen geplaatst. Mocht de canule eruit vallen dan kan de snede hiermee open
gehouden worden.
-
Infectie van het wondgebied: dit wordt in de meeste gevallen behandeld met antibiotica.
Verstoppen van de binnencanule, door het indikken van slijm. De canule wordt
regelmatig gedruppeld met zoutoplossing, hierdoor krijgt u een hoestprikkel om het
slijm op te hoesten.
2
Gevolgen
-
Niet kunnen praten: de eerste dagen na de ingreep kunt u meestal niet spreken. Om te
kunnen spreken moet er lucht langs de stembanden gaan. Door de aanwezigheid van het
het ballonnetje rond de canule kunt u niet praten. Zodra het ballonnetje leeg is, of als u
een andere canule heeft zonder ballonnetje, kunt u praten door met een vinger de
canule aan de buitenzijde af te sluiten tijdens de uitademing of met behulp van een
zogenaamd spraakklepje.
-
Verlies van de neusfunctie: de neus verwarmt, bevochtigt en filtert de ingeademde lucht.
Met een canule vallen al deze functies weg. Het slijm dikt daardoor gemakkelijk in
waardoor er korstvorming ontstaat. U kunt zich hierdoor benauwd gaan voelen.
Het is daarom belangrijk om zo snel mogelijk een filter te gaan gebruiken om de
neusfuncties weer te hervatten. De verpleegkundige zal aangeven wanneer dit het goede
moment is en kan u adviseren over de verschillende filters.
-
Drukplek onder het schild van de canule: door de druk van de canule op de huid in de
hals kan er een wondje ontstaan. Er wordt een gaas om de canule geplaatst om de druk
te verminderen en het omringende vocht op te nemen.
-
Psychosociaal: een tracheotomie is een ingrijpende ingreep. U kunt niet meer praten
waardoor u zich moeilijk kunt uiten. Communicatie via schrift of digitale hulpmiddelen
kan een goede uitkomst zijn. Indien nodig kan er ook een lotgenoot langskomen of
aangevraagd worden zodat u ervaringen kunt uitwisselen.
Vervangen van de tracheacanule
De eerste dagen na de operatie zit er een plastic canule met een ballonnetje in de opening
naar de luchtpijp. Afhankelijk van uw situatie, wordt er toegewerkt naar een wissel van de
canule met een ballonnetje naar een canule zonder ballonnetje. Met deze canule zijn er
betere spraakmogelijkheden.
Verzorgen van de tracheacanule
Vlak na de ingreep heeft u veel slijmvorming en wordt de canule regelmatig ‘gedruppeld’.
Er wordt 2 ml steriel zout water in de canule gespoten waardoor u een hoestprikkel krijgt.
Op deze manier kunt u het slijm goed ophoesten. Ook worden op deze manier de luchtwegen
vochtig en dus soepel gehouden. Het druppelen wordt minimaal 3x tot 4x per dag gedaan,
als het nodig is vaker. Bijvoorbeeld als u veel slijm heeft of benauwd bent.
Op indicatie zal de verpleegkundige de canule uitzuigen. Douchen is met een canule
mogelijk, hiervoor zijn hulpmiddelen beschikbaar.
3
‘Wat te doen bij…’
-
Benauwdheid: wanneer u benauwd bent kunt u het beste de canule een keer druppelen
-
Droge luchtpijp: het gebruik van filters wordt sterk aanbevolen, dan zal een droge luchtpijp zelden voorkomen. Ook kunt u de verpleegkundige vragen of de canule een extra
keer bevochtigd kan worden door middel van druppelen.
-
Veel slijm: als de ingreep pas is uitgevoerd zult u wat meer slijm ophoesten. Dat komt
door de prikkeling van de slijmvliezen. Wanneer u de filters gaat gebruiken zult u
merken dat u minder slijm ophoest. Heeft u toch last van veel slijm, dan kunt u de
verpleegkundige vragen de canule een extra keer te laten druppelen en het gebruik van
de filter hervatten.
-
Uitvallen van de binnencanule: dit is niet erg. U kunt de verpleegkundige waarschuwen
zodat de binnencanule teruggeplaatst kan worden.
-
Uitvallen van de gehele canule: dit komt weinig voor maar kan bijvoorbeeld gebeuren
tijdens het verwisselen van het canulebandje. De tracheotomiewond zal de neiging
Aan de inhoud van deze folder kunnen geen rechten worden ontleend
en schoonmaken. Er bestaat een grote kans dat u last van vastzittend slijm heeft.
hebben om dicht te vallen. Mocht dit gebeuren dan moet u zo snel mogelijk de
verpleegkundige waarschuwen.
In veel gevallen is een tracheotomie tijdelijk. Zodra de oorzaak van een is verholpen kan de
tracheotomie opgeheven worden. Soms is dit niet mogelijk en zult u met een tracheacanule
naar huis gaan. Hiervoor krijgt een aan aparte instructiefolder. Ook zal de verpleegkundige u
begeleiden bij het aanleren van de canulezorg en omgaan met uw nieuwe situatie.
Tot slot
Heeft u nog vragen, dan kunt u altijd terecht bij uw behandelend arts of verpleegkundige
van de afdeling Keel- Neus- en Oorheelkunde, telefoon (010) 704 01 20 (keuze 2),
5985771
bereikbaar op maandag t/m vrijdag van 08.30-12.30 uur en van 13.30-16.15 uur.
© Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 06/16
Naar huis met een tracheacanule
www.erasmusmc.nl
Download