Uploaded by cbont

tracheotomie stoma

advertisement
STROTTENHOOFD OF
LARYNX
Orgaan in de hals dat betrokken is bij ademhaling,
bescherming van de luchtpijp
en het maken van geluid.
Het bevindt zich vóór in de hals,
ligt onder de keelholte
en vormt de ingang van de
luchtpijp
heeft een stevig skelet dat uit kraakbeen bestaat.
Bij mannen is dit goed zichtbaar in de vorm van de
adamsappel.
STROTTENHOOFD OF
Het
strottenhoofd verbindt:
LARYNX
•de bovenste luchtwegen: de neus en keel met
•de onderste luchtwegen: de luchtpijp en longen
Het strottenhoofd is opgebouwd uit:
•kraakbeen
•spierweefsel
•slijmvlies
Het strottenhoofd1 bestaat uit 3 delen:
•Het gebied boven de stemspleet: dit deel bevat verschillende weefsels, waaronder de
valse stembanden. Deze bestaan uit bindweefsel. Het strottenklepje sluit dit gebied af
wanneer u slikt.
•De stemspleet: dit gebied ligt centraal in het strottenhoofd1. Hier zitten 2 banden van
elastisch weefsel: de stembanden.
•Het deel van het strottenhoofd1 dat tussen de stembanden en de luchtpijp ligt.
Wat is een Tracheotomie?
•
Het openen van de luchtweg
•
door het insnijden van enkele kraakbeenringen van de
luchtpijp (trachea).
•
Dit gebeurt via een snede in de huid in het midden van
de hals, vlak boven het borstbeen.
Redenen voor tracheotomie deel 1
•
Een tracheotomie is noodzakelijk wanneer de natuurlijke ademweg is verstoord.
Dit is wanneer de luchtpijp vernauwd of afgesloten is. De ingreep wordt vaak
acuut gedaan en kan tijdelijk zijn. Een vernauwing in de ademhalingsweg kan
ontstaan door:
•
zwelling bij een allergische reactie; „
•
zwelling van ontstoken weefsel; „
•
zwelling na operatief ingrijpen in hoofd/halsgebied; „
•
zwelling of schade na trauma; „
Redenen voor tracheotomie deel 2
•
verlamming van één of beide stembanden; „
•
obstructie door corpus alienum (vreemd voorwerp); „
•
obstructie door littekenweefsel ten gevolge van decubitus in de luchtpijp, wanneer
bij obstructie door littekenweefsel ten gevolge van decubitus in de luchtpijp,
wanneer bij beademing de ballon rond de tube op weefsel heeft gedrukt; „
•
(voorlopig-) inoperatieve tumor ter plaatse;
•
langdurige beademing.
Bij een Tracheotomie
•
Is er vaak een binnen- en een buitencanule.
•
De buitencanule wordt op zijn plaats gehouden door
een canulebandje om de hals.
•
De binnencanule mag verwijderd worden om deze te
reinigen.
•
De buitencanule mag
•
Wordt met behulp van een cuff voorkomen dat
voedsel/speeksel in de luchtpijp komt.
niet verwijderd worden.
Een tracheocanule
Door de opening,
veroorzaakt door de
tracheotomie wordt een
buisje (tracheacanule)
geplaatst.
De tracheacanule zorgt
ervoor dat de snede
open blijft en
vergemakkelijkt de
ademhaling.
Soorten Canules
le
Er zijn meerdere soorten Canules
• kunststof canule, disposable (PVC, siliconen of andere plastics)
• zilveren of metalen canule (nooit met cuff)
• met binnencanule (tweedelige canule)
• zonder binnencanule (eendelige canule)
• met en zonder cuff
• met of zonder venster met en zonder voerder (om de canule in te
brengen/wisselen)
• met of zonder zuurstoflijn
• met of zonder uitzuig- of spraakmogelijkheid
1
blijft er een
verbinding
bestaan tussen
de luchtweg en
de voedselweg
(slokdarm).
2
3
4
5
6
is ademen via de
neus en mond
mogelijk,
behalve wanneer
de zwelling of
obstructie de
ademweg
volledig afsluit.
zijn stembanden
nog aanwezig,
maar kan deze
niet gebruiken als
voorheen. De
lucht(druk) die
nodig is om de
stembanden te
laten werken
verdwijnt via de
canule.
blokkeert de
zwelling of
obstructie boven
de stembanden
de verbinding
tussen onderste
en bovenste
luchtwegen.
kunnen
verslikproblemen
ontstaan, omdat
de cliënt
gehinderd wordt
bij het slikken
vanwege de
aanwezigheid
van de canule of
door een zwelling
van het
strottenklepje.
Is de snede in de
luchtpijp is
Bij een Tracheotomie
tijdelijk.
zo min mogelijk
veranderen van
de bestaande
weefselstructuur.
Wat is een Tracheostoma?
• Een tracheostoma wordt aangelegd na een
laryngectomie.
• Vaak is hetzelfde gebied ook beschadigd door
chemo- en/of radiotherpie.
• Bij een laryngectomie worden het strottenhoofd
(larynx), waaronder ook de stembanden,
verwijderd.
• Tijdens de operatie wordt de luchtpijp ingehecht
in de hals. Dit is een blijvende stoma[3].
Bij een laryngectomie
Het aanleggen van een
tracheostoma gebeurt via een
operatie (een laryngectomie).
Bij een laryngectomie worden
het strottenhoofd en de
stembanden verwijderd,
meestal ten gevolge van een
tumor op of nabij de
stembanden.
•
Tijdens de operatie wordt de luchtpijp naar voren gebogen en ingehecht in de
halshuid boven het borstbeen. In de hals ontstaat een opening: de tracheostoma. De
stoma is blijvend.
•
.
Bij een laryngectomie
•
Luchtweg en voedselweg zijn permanent van elkaar
gescheiden. Dit kan niet meer worden teruggedraaid.
Ademen via de neus en mond is niet meer mogelijk.
•
Direct na de operatie wordt vaak een canule geplaatst om
krimpen van de stoma te voorkomen. Dit is meestal een
eendelige canule.
•
Als de wond is genezen, is een canule meestal niet meer
nodig. Sommige cliënten dragen alleen ’s nachts een canule
om krimpen van de stoma tegen te gaan.
•
Als er een canule gedragen wordt, kan deze verwijderd
worden voor reiniging. Dit geldt voor de binnen- en de
buitencanule. Ze kunnen eenvoudig worden teruggeplaatst.
1
Er is geen
verbinding
meer tussen de
luchtweg en de
voedselweg.
Het is dus een
eindstandig
stoma.
2
3
4
5
De cliënt
ademt alleen in
en uit via de
tracheostoma.
Ademen via de
neus en mond
is niet meer
mogelijk.
De cliënt heeft
geen
stembanden
meer.
Er bestaat geen
verbinding
meer tussen de
onderste en
bovenste
luchtwegen.
uitzondering:
verslikken bij
een lekkende
stemprothese/
spraakknoopje
Verslikken is
onmogelijk
Bij een Tracheostoma
6
is een definitief
is voor zijn
vorm en
werking niet
afhankelijk van
de
aanwezigheid
van een canule.
in hoofd, hals gebied
Film tracheotomie
•
https://www.youtube.com/watch?v=1T_h4y66fe8
11 min
Spreken met tracheotomie
•
Voor het spreken is nodig dat uitademingslucht de stembanden in
trilling brengt. Bij cliënten met een geopende tracheacanule zal de
uit te ademen lucht echter de weg van de minste weerstand
kiezen. De lucht gaat via de tracheacanule naar buiten. De lucht
komt niet langs de stembanden en spreken is niet mogelijk.
Afsluiten van de canule met de vinger
•
Om te zorgen dat de uitademingslucht (bij clienten met een
tracheotomie) wel langs de stembanden gaat en geluid geeft, kan
de cliënt de tracheacanule afsluiten met de vinger. De inademing
gaat via de canule en de uitademing gaat via de normale ademweg
langs de stembanden.
•
Dit kan alleen als er in de trachea, tussen de tracheacanule en
luchtpijpwand, voldoende ruimte is om langs de canule via de
mond uit te ademen en/of de cliënt een gevensterde canule heeft.
Spreken met tracheostoma
• geen stembanden meer.
• Bovendien is spreken onmogelijk omdat de verbinding
tussen de onderste en bovenste luchtwegen, waar de
uitademingslucht doorheen moet, er niet meer is
Spraakprothese
operatief een verbinding gemaakt tussen slokdarm en
luchtpijp. In deze verbinding wordt een kunststof buisje
geplaatst, de spraakprothese.
Spreken met tracheostoma
Er kan lucht naar de slokdarm/keelholte door:
• het afdrukken van de tracheostoma,
• van de kunstneus (bevestigd op een
stomapleister), met de duim of vinger;
• door het plaatsen van een spreekklep
(handsfree spreekklep) in de stomapleister.
• Een handsfree spreekklep maakt het mogelijk
om door een korte luchtstoot de tracheostoma
af te sluiten en te spreken zonder de stoma
met de hand af te drukken.
Spreken met tracheostoma vroeger
Slokdarmspraak
Voordat de spraakprothese er was leerden alle cliënten spreken met de
injectiemethode. Lucht vanuit de slokdarm wordt op een bepaalde
manier naar achter in de slokdarm geperst (‘geïnjecteerd’). Daarna
komt de lucht door een soort ‘opboeren’ weer terug waardoor het
bovenste deel van de slokdarm in trilling wordt gebracht. Hierdoor
ontstaat geluid.
Elektronische spreekapparatuur
Een derde manier spreken is met elektronische spreekapparatuur
(bijvoorbeeld de Servox). De cliënt zet het tegen de hals. De trillingen
van de spieren worden omgezet in geluid. Nadeel is dat het
spreekapparaat onder handbereik moet zijn. Bovendien klinkt de stem
metaalachtig.
Hoe verzorg je een
tracheacanule en trachestoma?
Aandachtspunten
verzorging huid
•
Splitgazen
•
De huid rond de tracheotomie wordt beschermd door
een spitgaas. Dit gaas bestaat uit twee laagjes: een
laag Engels pluksel (witte kant) en een laagje
aluminium (grijze kant).
•
Het aluminium laagje komt tegen de huid aan.
•
Er zijn splitgazen zonder aluminium laagje, voor
tijdens radiotherapie of met een laagje foam voor als
er veel lekkage is langs de canule.
Aandachtspunten
verzorging filter
•
Filters nemen de functie van de neus gedeeltelijk over:
de ingeademde lucht wordt verwarmd en bevochtigd
en de ademhalingsweerstand in de longen wordt
verbeterd.
•
Een kunstneus bestaat uit een plastic omhulsel met
daarin materiaal dat vocht vasthoudt. De
uitgeademde lucht die waterdamp bevat, passeert de
kunstneus. De kunstneus houdt de waterdamp vast.
Bij een nieuwe inademing passeert droge lucht de
vochtige kunstneus, waardoor de ingeblazen lucht
wordt bevochtigd.
Aandachtspunten
verzorging filter
•
Filters
Bij een tracheotomie wordt de filter op de
canule geplaatst. Bij cliënten met een
(eindstandige) tracheostoma wordt de filter
op een stomapleister of eendelige
tracheacanule geplaatst.
Aandachtspunten
verzorging canule
Canuleband
•
De canule zit met een canulebandje om de hals van de
cliënt. Er is canuleband dat geknoopt moet worden en
canuleband met klittenband.
•
Reinigen canule
•
De tracheabinnencanule wordt gereinigd met gaasjes
en een kunststof- of kniepincet, Daarnaast
worden canuleborsteltjes in verschillende maten
gebruikt.
Aandachtspunten
verzorging douchen
•
Douchebeschermer
•
Om met een tracheotomie of tracheostoma te
douchen kan een douchebeschermer gebruikt worden.
.
Aandachtspunten verzorging
Reiniging spraakprothese
Gebruik voor het reinigen van de
spraakprothese een bij de
spraakprothese passend borsteltje.
Voor kleine deeltjes die niet met het
borsteltje verwijderd kunnen
worden, kan een blaasbalgje
wordne gebruikt
complicaties
•
drukplekken
Bij een te hard opgeblazen cuff kan er een drukplek in de trachea ontstaan. Het ballontje buiten
de canule moet nog iets ingedrukt kunnen worden na het opblazen.
Bij een te zacht opgeblazen cuff zal er een hoestprikkel optreden, omdat er speeksel in de
trachea zal lopen.
•
Ontsteking
Bij irritatie van het slijmvlies (door canule of lekkage) kan een ontstekingsproces op gang
komen. Waardoor iemand meer hoest en meer slijm produceert. Wees alert en reageer !
•
Reanimatie
Beadem een cliënt met een eindstandig tracheostoma nooit via de mond of neus!
Beadem een client met een tracheacanule altijd via de canule.
hulpmiddelen
Reinigen binnencanule
Klaarmaken uitzuigapparatuur
Download