Bijbels Handboek I (blz. 115-140; 157-185) Schriftsystemen en talen in de wereld van de bijbel door De Moor, Hoftijzer en Mussies Samenvatting van Marinus Beute A. Schriftsystemen en niet-bijbelse talen I. HET ONTSTAAN VAN HET SCHRIFT meest ingrijpende uitvinding. Schrift: systeem v symbolen, dat op grond v onderlinge afspraken gebruikt kan worden voor h ondubbelzinnig vastleggen v in natuurlijke taal gestelde informatie. eind 4e eeuw. Voor een stamboom, zie blz. 118 en blaadjes v WHR. II. MESOPOTAMIË: HET SPIJKERSCHRIFT kleitabletten, daarvoor kleiballen met aantal voorwerpjes corresponderend met bv. het aantal dieren. Op de ballen de eerste tekens. Eerst pictografie.(zie afbeeldingen tussen blz. 118/9) Grotere gedeelten op meerdere tabletten die dan genummerd werden: serie. Kromme lijnen lastig in de klei, dus hoekige symbolen. Driehoekige griffel die schuingehouden een wigvormige indruk achterliet (Spijkerschrift). Veel verschillen per plaats. Beeldschrift is alleen te gebruiken voor eenvoudige mededelingen en dan nog moeten er vooraf afspraken worden gemaakt. Dus naar lettergrepig-schrift. Toch bleven er altijd logogrammen bestaan (tekens die een heel woord aanduiden zonder fonetisch lettergrepen weer te geven). Determinatieven: aanwijzing voor de semantische of grammaticale aard van een woord. Veel verschuivingen in betekenis vd tekens en sommige tekens die hetzelfde bedoelden zorgden ervoor dat weinig mensen konden lezen en schrijven. Toch 3000 jaar gehandhaafd. Veel volkeren gebruikten het en men heeft er heel wat talen mee geschreven. Vooral te verklaren vanuit enorme invloed van Mesopotamië. Verder de houdbaarheid van gebakken tabletten en de mogelijkheid om klinkers uit te drukken. Babylonische spijkerschrift is pas in de vorige eeuw ontcijferd. Naast origineel, getekende kopieën en transcriptie(dit is in feite al een interpretatie) Internationale regels voor transcripties kloppen vaak niet, dus kijk uit en zorg er gewoon voor dat je zelf het origineel kunt raadplegen. a. Sumerisch oudst leesbare spijkerschriftteksten. Sumerisch is een agglutinerende taal, i.e. geen gebruik van vervoeging, verbuiging, maar door toevoeging van elementen met een eigen betekenis. niet in te delen bij een bepaalde taalfamilie. 3500 vChr. Sumeriërs: volk in Mesopotamië binnengedrongen, toch zijn het meerdere bevolkingsgroepen. Authentieke bevolking v Mesopotamië namen taal over. 2150 vChr. sumerische Renaissance, grote lit. activiteit (Ur-III = derde Dynastie van Ur). 1850 dood van Sumerische taal, toch nog lang voortbestaan als MiddelEeuws Latijn. Vroegste teksten alleen administratief en juridisch. Latere teksten zijn veel literairder. Belangrijke teksten over Enmerkar, Lugalbanda en Bilgamesj (later Gilgamesj). Invloed op OT toch vooral indirect, via semitische talen. b1. Oud-Akkadisch, Eblaïtisch, Amoritisch semitische volken vonden woonruimte in Mesopotamië rond 2600 vChr. Sargon I van Akkad stimuleerde het omzetten v sumerisch spijkerschrift tot semitische: Oud-Akkadisch. Ebla, hoofdstad v een west-semitisch rijk, twee-talig, nl. Oud-Akkad. en Eblaïtisch: dichterbij Hebreeuws. Dialecten op Kanaänitisch gesproken in Noord-Mesopotamië: Amoritisch. b2. Akkadisch (Babylonisch en Assyrisch) verdere ontwikkeling v Oud-Akkadisch. 2000 jaar ontwikkeling, dus veel dialecten. We vatten deze dialecten samen als Akkadisch of Babylonisch-Assyrisch. Bijzondere kenmerken tov. andere semitische talen: morfologisch, syntaxis, fonologisch(?). Indeling: Oud-Akkadisch 2500-2000 weinig documenten, alleen koningsinscripties en administratieve. Oud-Babylonisch 2000-1530 veel documenten, openbaar, religieus, particulier. taalcultivering. Oud-Assyrisch 2000-1750 vooral brieven uit handelskolonie Kanisj in Klein-Azië. Middel-Babylonisch 1530-1000 allerlei soort voor OT belangrijk, Amarna-brieven, wereldtaal. Middel-Assyrisch 1500-1000 wetsteksten, onder invloed van M-Babyl. Nieuw-Babylonisch 1000-625 levende taal tov. Aramees. archaïserend dialect: JongBabyl. Nieuw-Assyrisch 1000-600 alledaagse teksten, invloed spreektaal. chauvinistische tendens. Laat-Babylonisch 625-50 nChr. Aramees: spreektaal. L-Bab. voor wetenschap en literatuur. In al deze verschillende periodes ook verschillen in tekens. Invloed van hoog ontwikkelde beschaving v Mesopotamië(Akkad.) op provinciale Kanaän(OT). Moeilijk om goede conclusies te verbinden aan overeenkomsten en verschillen v het OT en Akkad. Enige categorieën teksten die voor de studie vh OT v belang zijn: 1) Mythen en epen: breed uitgesponnen verhalen met motieven. Speciale epische stijl: archaïsmen, herhalingen, parallelismus membrorum en soort metrum. Onstaan vanuit mondelinge overlevering, want verschillende versies. Korte samv. v vaak geciteerde mythen en epen: a) Epos v Atra-chasis: jonge goden werken voor Anu, Enlil en Enki op aarde, maar opstand dus mens gemaakt uit leem(aards) en godenbloed(godd.) Mens vermenigvuldigt snel, dus veel lawaai, Enlil wil mensen doden, maar Enki geeft steeds adviezen aan Atra-chasis (menselijke koning) totdat zondvloed. Atra-chasis bouwt grote boot en overleeft met gezin. b) Scheppingsepos of Enuma Elisj: 'Toen darboven...' Functie in cultus: op Nieuwjaarsdag voorgelezen voor Marduk, belangrijkste god en held vh verhaal. Apsu(zoetwater) en Tiamat(zoutwater) vormen de goden, dus veel lawaai, poging tot vernietiging, maar god Ea sluit Apsu op in diepte(grondwater). Ea verwekt Marduk, als cadeau 4winden, Tiamat probeert Ea en Marduk te doden vanwege herrie, maar Marduk doodt Tiamat. Marduk schept van lijk v Tiamat de aarde en vervolgens de mens om Babylon te bouwen en een heiligdom voor Marduk. c) Gilgamesj-epos: of Bilgamesj, koning over Uruk rond 2700. Na dood vergoddelijkt en veel verhalen over hem. Voorloper vd Griekse tragedie. Veel versies. vrouwen in Uruk niet veilig voor Gilgamesj, dus goden zorgen voor tegenpool: Enkidu, als dier in h woud. Verleid door een hoer gaat Enkidu naar Uruk om Gilgamesj uit te dagen. onbesliste kamp en ze worden vrienden. ze gaan samen op avontuur en gaan de reus Humbaba verslaan. Thema vh epos: sterfelijkheid vd mens. op terugweg doet de godin vd liefde en de krijgskunst Isjtar aan Gilg. een aanzoek, maar hij weigert in grove bewoordingen. Ze stuurt de hemelstier op Gilg. en Enkidu af, maar ze verslaan hem. Isjtar vervloekt Gilg., maar Enkidu gooit een schenkel vd stier naar Isjtar. Hierna doodt Isjtar Enkidu door een ziekte. Gilg. is ontroostbaar en wil niet sterven. Hij gaat naar de enige onsterfelijke mens Utnapisjtim. Deze vertelt dat hij onsterfelijkheid kreeg vd god omdat die hem de zondvloed had aangedaan. Gilg. kan het misschien krijgen door 7 etmalen te waken. Gilg. valt echter in slaap. Gilg. mag v Utnap. zich baden in de levensbron en hij mag vd bodem wat planten mee nemen om zelf in Uruk levendmakend water te maken. Maar op de terugweg eet een slang de planten op. Zinloos was de hele tocht. d) Erra-epos: 1050, over goden. de pestgod Erra probeert de aarde te vernietigen vanwege lawaai en de verwaarlozing vh beeld v Marduk. Erra vraagt Marduk zijn aardse verblijfplaats Babylon tijdelijk te verlaten en daardoor wordt heel het kosmisch evenwicht verstoord. Erra vernietigt dan Babylon. Daarna weet Isjum, Erra's adjudant, hem te sussen en kunnen de mensen Babylon weer opbouwen. 2) Hymnen en gebeden: overeenkomst tussen bijbelse en babylonische psalmen. Psalmen hadden een plaats binnen gebedsritueel. Formele stijl, maar ook persoonlijke vroomheid. (zie fragm. blz. 135) 3) Wijsheidslit.: spreuken en fabels, maar ook werken v groter formaat. Babylonische Theodicee omt overeen met boek Job. Deze wijsheidsteksten waren bekend in Kanaän in het 2e mill. vChr. 4) Juridische teksten: groot gedeelte vd kleitabletten. contracten: huwelijken, adopties, testamenten. weinig wetboeken, oa. de Codex Hammurapi op 2m hoge zuil. Veel afschriften hiervan bekend. Andere wetboeken: Wetten v Esjnunna en Middel-Assyrische Wetten, beide casuïstisch (vergel. OT) 5) Historische teksten: annalen vd koningen v Babyl. en Assyr. maken melding v koningen v Israël en Juda. Men beschreef de glorie vd koning ipv. objectieve feiten. Hoewel Israëlische en Judese geschiedsschrijving eerlijker was, werd ook daar geïnterpreteerde geschiedenis geschreven. Zie voor h verhaal in 2Kon. 18 en 19 vd andere kant blz. 138 en 139. 6) Overige teksten: brieven uit El-Amarna, Mari en Ugarit. omen-lit. = waarzeggerij. Voorwetenschappelijke erfenis uit Mesopotamië. V. KANAÄN: HET ALFABET Kanaänitische taal maakte gebruik vh spijkerschrift. 1535 vChr. Egyptenaren stellen Kanaänitische krijgsgevangenen te werk in de mijnen bij de Sinaï. In deze tijd en op deze plaats wordt alfabet ontwikkeld, want spijkerschrift voldeed slecht voor de Kanaänitische taal (Proto-Sinaïtische alfabet). eenlettertekens, geïnspireerd door Egyptenaren? De uitvinder bracht tekens terug tot 27. Hij gaf de tekens een naam, die steeds als eerste letter het betreffende teken hadden, bv. 'alpu, bet. Deze schrijfwijze bereikte snel het 'vaderland' Kanaän en men noemde die de Proto-Kanaänitische. Geen klinkers vanwege Egyptisch, en simpelheid vh doel vh schrift. Latere problemen door klinkerloosheid konden niet opgelost worden door matres lectionis. Pas in de ME heeft men klinkers erbij bedacht. Veel fouten. Men ging sneller schrijven dus vereenvoudiging vd tekens, ander schrijfmateriaal (papyrus ipv kleitabletten). Hierdoor geen teksten over van voor 2e eeuw vChr. alfabet werd nauwelijks geschreven op kleitabletten. 1100 vChr. standaardisatie: 22 tekens, lineaire vorm en stand vd tekens gefixeerd. Drie groepen lettertypen met verdere onderscheiding: Fenicisch, Aramees en Oud-Hebreeuws. a. Ugaritisch Ugarit: huidige Ras Sjamra. sinds 1929 honderden kleitabletten met alfabetisch spijkerschrift. afgeleid vh Proto-Kan. met 30 tekens. Het babylonische spijkerschrift vereiste een goed geschoolde schrijver en dat was niet altijd handig voor administratieve werkzaamheden. Daarom was het alfabetische handiger. De uitvinder vh Ugaritisch gebruikte het alfabet op klei, dus moest het een spijkerschrift worden, want het teken-alfabet was veel te lastig in klei. Tevens voegde hij 3 syllabische tekens, nl. de a, i en u. Veel Hurrieten woonden in Ugarit, sommige leenwoorden bevatten een soort s, die uit die taal komt. Weinig verbreiding buiten Ugarit. (zie Ugarit in zijn taalfamilie: blaadje v WHR) Verwantschap met Hebreeuws(OT) Overeenkomsten ugaritische en hebreeuwse poëzie: oa. ritmische structuur. Veel betekenis v deze teksten door godsdiensthistorische informatie. Israël stond helemaal niet zo ontzettend in een isolement als voor 1930 gedacht werd. Bepaalde elementen overgenomen en radicaal veranderd. Veel problemen met tekstuitgave en vertaling: Ugaritologie is jonge wetenschap. Belangrijke teksten: a) Mythe der Jaargetijden of Baälcyclus: oergeschiedenis vd klimatologische, agrarische en cultische gebeurtenissen. Hoofdpersoon: jonge god Baäl vd Regen en Vruchtbaarheid, bijgestaan door godin vd liefde en oorlog en jacht Anat, tegenover Jam vd Zee, Mot vd Dood. Zijn triomfen en nederlagen weerspiegelen de gang der seizoenen. b) Legende v Keret: tragische ges. v koning Keret. Na vele ongelukkige huwelijken op advies vd god El een mooi bruidje dat hem veel kinderen schenkt. Na een gebroken gelofte aan Asjera erge ziekte, waarvan hij herstelt. Daarna opstand v zijn zoon. Rest is kwijt, maar ws. gaan al zijn kinderen dood, behalve jongste dochter die zo eerstgeboorne wordt. c) Legende v Aqhat: Koning Daniël heeft geen opvolger. El zegent hem toch met een stamhouder. Daniël krijgt een wonderboog, die hij aan Aqhat geeft. Anat, godin vd jacht, is jaloers en vraagt de boog. Maar Aqhat wil die niet geven, dus wordt hij gedood. Daniël is ontroostbaar. Problemen als zonde en sterfelijkheid vd mens en willekeur en onmacht vd goden. Fatalistische kijk op het leven in deze 3 verhalen. Ook wel frivole teksten waarin erotiek en drankmisbruik. Omstreeks de tijd dat Israël het beloofde land introk waren er onder de Kanaänieten twijfelaars, die vragen durfden te stellen waar de godsdienst geen antwoord op had. b. Fenicisch en Punisch ) c. Hebreeuws ) d. Moabitisch, Ammonitisch ) alleen leesstof, dus geen samv. e. Aramees ) VI. ARABIË EN ETHIOPIË: HET ALFABET )