Bestand downloaden

advertisement
SAMENVATTINGEN ALGEMENE ECONOMIE
Algemene economie = economie in combinatie met de maatschappij. Er wordt onderzocht hoe er
met beperkte middelen keuzes worden gemaakt uit oneindige behoeften.
1) Macro-economie = economie van een groter geheel (meestal een land) (P4)
2) Micro-economie = economie van bedrijven en gezinnen
Schaarst
e
Participanten
Beperkte middelen
(veel) behoeften
betrokken bij of directe invloed op bedrijfsvoering
Keuzes
Omgevingsfactoren: enge + Ruime zin ondernemingsklimaat of maatschappelijke context
Voordeel concurrentie
 lagere prijzen
 hogere kwaliteit
 betere service
 meer innovatie
 efficiëntere productie
 en … meer keuze
Als het aantal aanbieders toe neemt verschuift de aanbod lijn naar rechts. Wanneer de
personeelskosten stijgen verschuift de aanbod lijn naar links en als de inkoopkosten stijgen dan
verschuift de aanbod lijn naar rechts.
De elasticiteit laat zien in welke mate een procentuele verandering van
het ene zorgt voor een procentuele verandering van het andere!
Voorbeelden:
 Prijsverandering zorgt voor een afzetverandering 
prijs bier stijgt  consumptie van bier daalt
 Prijsverandering van goed x zorgt voor afzetverandering goed y 
prijs bier stijgt  consumptie van wijn neemt toe
 Inkomensverandering zorgt voor een afzetverandering 
Inkomen stijgt  consumptie van cocktails stijgt.
Prijselasticiteit van de vraag
FORMULE % verandering vraag (gevolg)
% verandering prijs (oorzaak)
Inelastisch: de vraag reageert relatief
weinig op een prijsverandering.
Elastisch: de vraag reageert relatief
sterk op een prijsverandering.
Kruiselingse prijselasticiteit:
% verandering vraag goed A
________________________________
% verandering prijs goed B
Kruiselingse prijselasticiteit:
Uitkomst negatief prijs goed omhoog, vraag omlaag complementair
Uitkomst positief prijs goed omhoog vraag omhoog substitutie goed
Inkomenselasticiteit:
% verandering vraag
__________________________
% verandering inkomen
Als uitkomst > 1  luxe goederen
Bij negatieve uitkomst  inferieure goederen !!!!!!!!!!!
Uitkomst 0….1 basis goed!
Onze overheid grijpt in omdat de markt niet altijd vlekkeloos functioneert:
 Sommige goederen hebben geen prijs: collectieve goederen;
 Minimum-maximumprijzen
 Onrechtvaardige inkomensverdeling
 Markten reageren vertraagd
 Externe effecten zoals vervuiling
 Machtsposities van bedrijven
 Werkloosheid
 Ontransparante markten
De variabele kosten kunnen gelijk op lopen met de productie. Het heet dan dat ze evenredig stijgen met de
productie omvang. Deze vormen van variabele kosten worden ook wel proportioneel variabele kosten
genoemd.
Tabel 1 Proportionele (evenredig stijgende) variabele kosten
Productie
Omvang
totale
variabele
kosten
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
gemiddeld
variabele
kosten
€ 2.000,€ 4.000,€ 6.000,€ 8.000,€ 10.000,€ 12.000.€ 14.000,€ 16.000,-
€ 2,€ 2,€ 2,€ 2,€ 2,€ 2,€ 2,€ 2,-
Stijgen de variabele kosten meer dan evenredig dan wordt dat progressief variabel genoemd.
Ook hiervan een voorbeeld in tabel .
Tabel 2 Progressief variabele kosten
Productie
Omvang
totale
variabele
kosten
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
gemiddeld
variabele
kosten
€ 500,€ 1.020,€ 1.590,€ 2.240,€ 3.000,€ 3.900.€ 4.970,€ 6.240,-
€ 0,50
€ 0,51
€ 0,53
€ 0,56
€ 0,60
€ 0,65
€ 0.71
€ 0,78
Stijgen de variabele kosten minder snel dan de productieomvang dan noemen we dat degressief variabel.
Tabel 3 degressief variabele kosten
Productie
Omvang
totale
variabele
kosten
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
€ 1.000,€ 1.980,€ 2.910,€ 3.760,€ 4.500,€ 5.100.€ 5.530,€ 5.760,-
Gemiddeld
Variabele
Kosten
€ 1,00
€ 0,99
€ 0,97
€ 0,94
€ 0,90
€ 0,85
€ 0.79
€ 0,72
1
TVK
TVK
Productieomvang
(q)
DEGRESSIEF
2
TVK
Productieomvang
(q)
PROPORTIONEEL
3
Productieomvang
(q)
PROGRESSIEF
•
Als de variabele kosten een proportioneel verloop hebben is het advies aan het bedrijf om
hun productiecapaciteit volledig te benutten!
•
Als de variabele kosten een progressief verloop hebben is het advies aan het bedrijf om de
productie niet verder uit te breiden als de extra kosten groter zijn dan de extra opbrengsten
(in voorbeeld: tussen 20.000 producten en 50.000 producten)
Download