Monitoraat 1: beschrijvende statistiek Oefening 1 Geef aan om welk

advertisement
Monitoraat 1: beschrijvende statistiek
Oefening 1
Geef aan om welk soort variabele (kwalitatief/kwantitatief EN nominaal/ordinaal/ interval of ratio) het gaat.






Het aantal uren zon tijdens juni, juli en september
Opleidingsniveau van de gedetineerden in de gevangenis van Leuven
Leeftijd van slachtoffers van seksueel geweld verdeeld in klassen (vb.< 10 j, 10-15j, 16-20j,
21-40j, > 40j)
Nationaliteit
Onveiligheidsgevoelens van ouderen (60 +) in Leuven, gaande van ‘ik voel me heel veilig in
de stad Leuven’ tot ‘ik voel me helemaal niet veilig in de stad Leuven’.
Temperatuur in september 2010
Oefening 2
De volgende lijst weerspiegelt het aantal veroordelingen voor seksuele delicten in 2000 volgens woonplaats
van de veroordeelde. De variabele die ons hier interesseert, is woonplaats van de veroordeelde. Welk type
variabele is dit? Welk(e) type(s) van grafische weergave(n) zou de meest geschikte zijn? Wat vertelt/vertellen
deze over de variabele? Kan je een gemiddelde berekenen van deze variabele?





Antwerpen: 28
West-Vlaanderen: 4
Vlaams-Brabant: 19
Oost-Vlaanderen: 26
Limburg: 14
Oefening 3
1
Bron: Veiligheidsmonitor 2006, analyse van de enquête voor de provincie Antwerpen
Welke grafische voorstelling wordt hier gebruikt? Interpreteer deze grafiek. Als je zou beschikken over de ruwe
cijfers, hoe zou je dan de procentuele daling en stijging kunnen berekenen?
Oefening 4
Van een bepaalde verdeling kennen we de volgende eigenschappen:
De modus is 88
De mediaan is 88
Het rekenkundig gemiddelde bedraagt 63
Welke conclusies kan je trekken in verband met de vorm van deze verdeling?
Oefening 5
De volgende hypothetische data geven het percentage politieofficieren weer die onderzoek verrichten naar
narcotica (en dit voor 100 Amerikaanse steden). Identificeer de modus, de mediaan en het gemiddelde. Wat is
de meest geschikte grafische voorstelling en waarom?
Percentage politieofficieren
Frequentie
[0-10(
5
[10-20(
13
[20-30(
26
[30-40(
38
[40-50(
14
[50-60(
2
[60-70(
2
[70-80(
0
[80-90(
0
[90-100(
0
2
Oefening 6
De volgende data weerspiegelen het aantal personen die geëxecuteerd werden in de Verenigde Staten vanaf
1977 tot en met 1983.
Jaar
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
Aantal executies
1
0
2
0
1
2
5
Wat is het gemiddelde en de mediaan van het aantal executies over deze periode heen? Wat gebeurt er met
het gemiddelde en de mediaan wanneer we het jaar 1984 toevoegen waarin er 21 executies plaatsvonden?
Welke centrumkenmerk zou je gebruiken om de distributie 1977-1984 te beschrijven?
Oefening 7
De volgende data weerspiegelen het aantal misdrijven tegen de lichamelijke integriteit in het gerechtelijk
arrondissement Leuven van 2000 tot 2009. Bereken voor ‘verkrachting’:
(a) de range
(b) de interkwartielafstand.
(c) de variantie en de standaarddeviatie.
Bron: http://www.polfed-fedpol.be/crim/crim_statistieken/2009_trim4/pdf/arrondissement/rapport_2009_trim4_arro_Leuven_nl.pdf
Oefening 8
Aan een groep van 205 vrouwelijke studenten werd gevraagd hoeveel uren per week zij spendeerden op
facebook. Hun antwoorden worden weergegeven in de volgende intervallen. Bepaal de standaarddeviatie en
de variantie voor deze gegevens.
Aantal uren
0-5
Frequentie
76
3
5 - 10
10 - 15
15 - 20
20 - 25
25 - 30
30 - 35
Totaal
52
38
21
10
6
2
205
Oefening 9
In hun uitgebreide studie over IQ en delinquentie vinden Hirschi en Hindelang (1977) dat een lager IQ
systematisch samenhangt met het begaan van delicten. De volgende hypothetische data zijn de IQ-scores van
een steekproef van 40 jongeren die voor een plaatselijk jongerengerechtshof verschenen. Construeer een
boxplot voor deze data. Wat is de gemiddelde IQ-score? Is de verdeling scheef?
95
80
88
67
89
93
104
100
99
84
92
103
67
60
74
87
101
78
93
69
104
78
66
52
63
95
105
92
90
87
4
68
102
92
74
81
75
62
69
75
77
Download