V o o r d e è c h t e b e l e g g e r Profs Q1/08 Beleggingsfondsen Structured Products ETF’s en trackers Hedge funds “Vijf jaar lang meer dan 40% rendement per jaar” Peter Håkansson, fondsbeheerder East Capital Eastern European Fund Beleggingsfondsen Trends INHOUD Profs Q1/08 3 Beleggingsfondsen 4 Trends 10 De drempel van dertig Hedge funds 12 De ambassadeur van Oost-Europa Stijgers, dalers, transfers en andere opvallende nieuwtjes uit het hart van de financiële professie. Het Threadneedle Accelerando Fund onderscheidt zich door een zeer geconcentreerde portefeuille. Fondsmanager Dan Ison stuurt het fonds vooral richting energie en grondstoffen. 16 Leveraged stamboom Leveraged Capital Holdings is de Oude Dame onder de fund-of-hedge-funds, maar heeft nog niets van haar bite verloren. Fondsmanager Rick Sopher legt uit hoe LCH de hypotheekcrisis al geruime tijd zag aankomen. 48 Real Life Hedge Kwantitatief beleggen in Voorburg. Deel één van een feuilleton over de lotgevallen van beginnend hedge fund DQS. Peter Håkansson blijft een hartstochtelijk pleitbezorger van Oost-Europa als meest kansrijke beleggingsregio. Rusland is zijn favoriet voor 2008 en nog grotendeels onontgonnen. “Heb je wel eens van Blagoveshchensk gehoord?” 50 Fonz’ Focus Waarom beleggers niet te vroeg met de witte vlag moeten zwaaien. 24 De Nederlandse markt – Q3 Structured Products 14 Marcel Tak Beleggingsfondsen kampen met uitstroom, maar de vraag naar structured products stijgt. Specialist Marcel Tak legt uit waarom de rol van de beleggingsadviseur daarom belangrijker dan ooit is. Columns De omvang van de Nederlandse markt, de opvallendste resultaten en alle gegevens over de in- en outflows in Nederlandse beleggingsfondsen. 26 Lipper Leaders Research-huis Lipper classificeert fondsen volgens hun prestaties op diverse vlakken. IEX Profs zoekt tussen de enorme berg data naar de nieuwe èn de gevallen Leaders. 33 Fondsoverzicht 9 Mag ik de oude regels terug? Jacques Potuit Hoezo zorgt Mifid voor diversiteit en marktwerking? Het effect zal juist verambtelijking en kartelvorming zijn. Wat waren de beste vierhonderd beleggingsfondsen in de eerste drie kwartalen van dít jaar? Een compleet overzicht van vijftig sectoren, inclusief de prestaties in oktober en november. 31 130/30 is een modegril Mark Baak Fondsen die 130% long en 30% short beleggen zijn een positief verschijnsel, maar het zullen geen blijvertjes zijn. ETF’s en Trackers 20 Grondstoffenoffensief Advertorials 18 Structured products van ABN Amro Markets. 22 Versneld beleggen met Limited Speeders van Citi. 46 Eurex introduceert inflatie-futures. I E X P r o f s Het belegd vermogen in de Exchange Traded Commodities, ofwel grondstoffentrackers, van ETF Securities groeit wekelijks met 50 tot 60 miljoen euro. En zelfs volgens de sceptici is de opwaartse trend in commodities nog lang niet ten einde. Q 1 / 0 8 Trends 4 Vastgoed in de uitverkoop O f u met vastgoed iets verdiende in 2007 hangt helemaal af van waar u zat. Uw eigen huis is vast meer waard geworden. En als u in Aziatisch vastgoed heeft belegd kunt u waarschijnlijk ook lachen. Maar dan. De stijgende rente en de kredietcrisis zorgden, na een goed begin van het jaar, voor zware tegenvallers in Europa en Amerika. De Ne- derlandse (directe) fondsen staan gemeten tot 1 december flink in de min: Wereldhave noteert -27%, Nieuwe Steen -19%, Corio -7% en Vastned Retail staat – ondanks een overnameverhaal – op een min van 9%. Dim Vastgoed (0,5%), Middle Europe Real Estate (9%) en Triodos Vastgoedfonds (10%) staan trouwens wel in de plus en in de Top-10 van de in Nederland Top-10 vastgoedfondsen Hoog en droog in India W aar zit je veilig als de westerse markten in paniek raken? Tot een paar maanden geleden hadden maar weinig mensen op die vraag ‘India’ geantwoord. Maar in de wereldeconomie van 2008 gelden andere regels dan voorheen. Tot halverwege de zomer waren Nederlandse aandelen – en bijna iedere westerse beurs – nog een keurige, gestaag groeiende belegging, maar na de top op 16 juli (AEX 561,9) bleek die stijging slechts de aanloop voor een woeste achtbaanrit die tot december voortduurde. Gemeten tussen de top van 16 juli en de (voorlopige) low van 1 november (AEX 483,5) verloor de AEX-index 14%. Mooie aanleiding om eens in de Lipper-fondsendatabase te kijken welke fondsen tussen die twee data juist het bést presteerden. Het hele universum in Nederland verkrijgbare beleggingsfondsen verloor gemiddeld 4,8%, maar ongeveer een derde van de fondscategorieën wist die periode gemiddeld wèl met winst af te sluiten. Indiafondsen zetten zelfs een plus van ruim 22% op het bord, gevolgd door Chinafondsen (17%), Hongkongfondsen (13%) en fondsen in de gouden edelmetalensector (13%). Het állerbeste fonds tijdens de periode was het Himalayan Fund, dat maar liefst 46% opliep. Het wordt gevolgd door maar liefst vier grondstoffen-trackers (crude oil, WTI oil, tarwe en petroleum). Overigens is het slechtste fonds tussen juli en november ook een grondstoffen-tracker. De ETFS Zinc was zo vriendelijk om met een rendement van -34% de laatste plaats weg te kapen voor de neus van het ABN Amro Small Companies Netherlands Fund, dat 33% inleverde tijdens de dip. De huis-, tuin- en keukenanalyse ligt voor de hand: kredietcrisis of niet, de tandem Emerging Markets-Grondstoffen dendert momenteel onverstoorbaar voort en is een volwaardi- ge motor van de wereldeconomie geworden. Eén die ook op eigen kracht kan draaien. Da’s prettig voor fondsbeleggers, want er zijn in die categorieën tegenwoordig ook volop fondsen te koop. Opvallend overigens: onder de tien slechtste regio’s tussen medio juli en eind november vinden we tussen minder verrassende underperformers als vastgoed en financials ook de landenfondsen van Italië, België, Zweden en Nederland (smallcaps). Q1 Top-10 sectoren 16 juli – 21 november Equity India Equity China Equity Hong Kong Equity Sector Gold&Prec Metals Equity Greater China Commodities Hedge/Long/Short Equity Bond EUR Inflation Linked Equity Brazil Bond CAD 22,2% 17,5% 13,4% 13,0% 11,2% 7,9% 6,9% 5,1% 4,8% 4,1% Flop-10 sectoren 16 juli – 21 november Equity Italy Equity Japan Equity Japan Sm&Mid Cap Equity Belgium Equity EuroZone Sm&Mid Cap Real Estate Global Equity Sector Banks&Financial Equity Netherlands Sm&Mid Cap Equity Sector Real Est Europe Equity Sweden I E X P r o f s Q 1 / 0 8 -15,9% -17,4% -17,6% -18,0% -19,2% -19,4% -19,5% -20,4% -22,3% -22,4% Credit Suisse Equity (Lux) Asian Property B Morgan Stanley Asian Property A USD Schroder ISF Asia Pacific Property Sec A Acc Triodos Vastgoedfonds NV Middle Europe Real Estate NV (MERE) ABN AMRO Property Securities Far East NV DIM Vastgoed Henderson HF Global Property Equities A2 USD MSMM Global Real Estate Securities B Eurocommercial Properties NV 27,54% 24,63% 22,52% 9,63% 8,87% 5,86% 0,48% -2,43% -2,90% -3,35% Beleggingsfondsentaal Merkenbouwers hebben nog veel zendingswerk te verrichten in beleggingsfondsenland, want de namen waar de nieuwste vehikels mee worden uitgerust kun je nu niet direct als pakkend omschrijven. Iets als ‘Latin American Equity’ is nog wel te begrijpen, maar daarna volgen meestal nog een handvol geheimzinnige toevoegingen als ‘A’, ‘B’, ‘dis’ of ‘acc’. Een klein fondsenwoordenboek. ABC – Beleggingsfondsen worden ingedeeld in verschillende klassen. Elke klasse behorende bij een bepaald fonds heeft dezelfde strategie en beleggingsperspectieven, maar de aandeelhouders, beheersfee en -kosten kunnen verschillen. Dat is waarom er verschil kan zitten in het rendement van één en het zelfde fonds met meerdere klassen. A – Staat voor fonds in de klasse (of class) ‘A’. Aanbieders van deze fondsen kunnen (extra) transactiekosten rekenen.* B – Dit houdt in dat beleggers mogelijk nog een fee moeten betalen als zij hun positie in het fonds (terug)verkopen aan het fondsmanagement. Als beleggers de aandelen lang genoeg in portefeuille houden, kunnen de kosten tot nul teruggebracht worden. Vaak worden er dan bij aanschaf geen kosten in rekening gebracht, waardoor het hele startbedrag belegd wordt. Het wordt ook wel ‘back-end-load’ genoemd. C – Aanbieders van een beleggingsfonds met een ‘C’ erachter, kunnen ook een back-end load hanteren en een zogenoemde 12b-1 fee. Dit is een jaarlijkse fee die het fonds gebruikt voor distributie of andere diensten naar aandeelhouders. Bij ‘B’-fondsen kan deze fee ook gehanteerd worden, het verschil tussen ‘B’ en ‘C’ is dat de fee lager is dan bij ‘B’ of ‘A’. ACC – Beleggingsfondsen die dit achter de naam hebben staan, betalen geen dividend, maar herinvesteren de winst weer in het fonds. (Acc staat voor ‘accumulate’). Rendement verzilveren doet u bij dit soort fondsen dus door te verkopen. Closed-end – Mag niet zomaar nieuwe aandelen uitgeven en kan I E X P r o f s Q 1 / 0 8 5 verkrijgbare vastgoedfondsen. Van de tien staan er overigens maar zeven op winst. Wat nu in 2008? De beheerders van in Azië beleggende fondsen gaan, niet verrassend, uit van een verdere groei in de sector. In Europa kunnen overnames mogelijk zorgen voor fantasie. De vorig jaar veel te dure winkelfondsen zijn behoorlijk afgestraft, terwijl het nog steeds lastig is om aantrekkelijk geprijsd winkelvastgoed te vinden. Na de overname van Rodamco eerder dit jaar, zinspeelde het IEX Beursblog al over de volgende kandidaat: Corio. Het kleinere zusje van Rodamco, maar met een mooiere portefeuille dan bijvoorbeeld Vastned en goed bezig in nieuwe markten zoals Turkije. En nu wil het fonds de kantoren definitief de deur uit doen. Grote schoonmaak voor de (uit)verkoop? Q1 dicht gaan voor nieuw geld. De prijs hangt af van vraag en aanbod en wordt niet – mede – gebaseerd op de intrinsieke waarde. DIS – Betaalt (distribueert) dividend aan de aandeelhouders, per kwartaal of per jaar. I – Beleggingsfondsen waarachter een ‘I’ staat zijn alleen beschikbaar voor institutionele beleggers. Institutionele beleggers moeten ook officieel aantonen dat zij professioneel beleggen voordat zij deze aandelen kunnen aanschaffen. Inc. – Betaalt dividend uit aan de aandeelhouders, per kwartaal of per jaar en meestal cash. Instl. – Zie I Open-end – Beleggingsfonds dat nieuwe aandelen mag uitgeven als er nieuw geld in het fonds stroomt. Een open-end fonds handelt altijd rond de intrinsieke waarde. X of XD – Een manier in de krant om aan te geven dat een aandeel of beleggingsfonds net ex-dividend is gegaan. * Per fondsaanbieder kan de uitleg van een term verschillen. Trends 6 Transfers in de financiële sector zijn bij Renaissance dan bij de bank die vanwege zijn absurde bonussen ook wel Goldmine Sachs wordt genoemd? Komen & gaan Echt merkwaardig was de heuse banencarroussel van een drietal Nederlandse Europa-managers. Rob Radelaar vertrok van Robeco naar ING Investment Management. Dimitri Willems ging van datzelfde ING Investment Management naar Kempen Capital Management. En tot slot ging Marco van Lent van Kempen Capital Mangement naar… Robeco. Zouden ze ook alle drie meer zijn gaan verdienen? In dat geval is het een geniale truc van de drie. Pieter Wind S chuivende kopstukken, zo aan het eind van het jaar. Beleggersgezicht Pieter Wind van ING Private Banking verkast naar ING Asset Management. Een kleine stap voor een man, maar een grote sprong voor een ING’er. En half december sloten we met een glaasje in de hand een tijdperk af bij het afscheid van een van Nederlands meest ervaren en uitgesproken fondsmanagers. Joop Bresser, fondsmanager van het Delta Lloyd Rente Fonds gaat met vervroegd pensioen (zeker Delta Lloyd?), maar we hopen – en rekenen er stiekem een beetje op – dat hij zijn visie op de rentemarkt wil blijven spuien op IEX.nl. Bressers soortelijk gewicht blijkt al uit het feit dat hij wordt opgevolgd door maar liefst twéé fondsmanagers. Sandor Steverink – afkomstig van SNS Asset Management – en Arnold Gast – Portfoliomanager Vastrentende Waarden bij Delta Lloyd – maken er een duobaan van bij het rentefonds. Vastgoedbankier Jeppe de Boer (ex- ABN Amro en ex-CB Richard Ellis) was bij Goldman Sachs onder andere betrokken bij de fusie tussen Rodamco Europe and Unibail in juni van dit jaar. Nu verlaat hij Goldman om hoofd Investment Banking Real Estate te worden bij Renaissance Capital. Dat is een Russische investeringsbank, die zich richt op opkomende vastgoedmarkten. Daar is nu meer geld te verdienen dan in de volwassen vastgoedmarkten in Europa en de Verenigde Staten. Zou er voor De Boer ook meer geld te verdienen Joop Bresser Over Goldman Sachs gesproken: dat is een van de weinige banken die immuun lijkt voor de kredietcrisis, die in New York aardig wat slachtoffers maakt. Nu rollen de koppen daar ook net iets eerder en sneller dan bij ons. Met name bij de hedge funds was het raak. Managers die het in de kredietcrisis niet droog wisten te houden, hadden het zwaar. Bij Dresdner Kleinwort waren de druiven dubbel zuur voor Mark Richardson, hoofd credit & equity derivatives, en zijn collega Neil Walker. Zij waren allebei namelijk nog maar net in dienst van de Duitse bank. Het vertrek van beide managers valt samen met een afschrijving van Allianz Group (moeder van Dresdner) van 575 miljoen euro. Ook nog een opvallende non-transfer deze maand: Paul Koster blijft wèl op zijn post. Op verzoek van de Raad van Toezicht en bestuursvoorzitter Hans Hoogervorst blijft hij tot 1 april 2008 aan als bestuurder van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De hele AFM-top dreigde tegelijk uit te fladderen, met als gevolg dat Hoogervorst, net nieuw bij de AFM, niemand zou hebben om hem goed in te werken. Anne Willem Kist, de derde bestuurder bij de AFM, is recent vertrokken na een akkefietje met zijn privébeleggingen. Q1 Wilt u ook een transfer vermeld zien in IEX Profs? Mail uw (pers) bericht aan [email protected] I E X P r o f s Q 1 / 0 8 Opinie 9 Oude regels terug! De eerste effecten van de nieuwe Europese Mifid-richtlijnen voor de worden langzaam zichtbaar. Erg positief vind ik deze verandering niet. Het doel wordt volledig voorbijgeschoten. door Jacques Potuijt M ifid? Zegt dit acroniem u al iets? Als ik het hoor ben ik geneigd te verstaan “mijn fiets” en krijg ogenblikkelijk associaties met voetbalhooligans die tijdens wedstrijden met het Duitse Manschaft luidkeels “mijn fiets terug”, scanderen. Maar anders dan een misplaatste herinnering aan een lang vervlogen oorlogsverleden staat de term voor de meer prozaïsche “Markets in Financial Instruments Directive”. Deze nieuwe Europese richtlijn voor de Europese effectenbranche werd 1 november van kracht en beoogt simultaan een ratjetoe van doelstellingen te realiseren. Het initiatief ertoe werd genomen onder het gesternte van de in 2003 gehouden Lissabonronde. Europese regeringsleiders kondigden toen af dat de Europese Unie (EU) in 2010 ’s wereld meest concurrerende economie moest zijn. slechts op een hilarische reactie mag rekenen, wordt hetzelfde systeem nu wel voor de financiële vrijheid van de Europese burger toegepast. Maar we zijn er nog niet. Als de geschiktheid en de passendheid zijn vastgesteld. mag de order worden uitgevoerd. Let wel, niet door simpele doorsturing naar de beurs maar door op zoek te gaan naar de beste prijs. Hoe die stand komt? Mifid beoogt simultaan een ratjetoe van doelstellingen te realiseren Onder andere werd besloten om binnen het EU-gebied uniforme rechtsbescherming voor beleggers en een level playing field voor de aanbieders van financiële producten te creëren. Een loffelijk streven maar in de uitwerking werd het doel ver voorbijgeschoten. Hilarische reactie Zo moeten Nederlandse banken en brokers die al aan strenge regels van de Wet op het Financieel Toezicht waren onderworpen, nu vaak heel gevoelige informatie uit de privé-sfeer van hun cliënten, verzamelen en bijhouden. Pas als een klant qua kennisniveau, opleiding, beroep, transactiehistoriek en financiële draagkracht geschikt wordt bevonden en het financiële product in zijn bijzondere omstandigheden als passend wordt beoordeeld, mag de order worden uitgevoerd. Ooit was het idee wijdverspreid dat voor de uitoefening van actief kiesrecht een zekere opleiding en financiële gegoedheid essentieel waren. Terwijl herinvoering van censuskiesrecht in enig lidstaat van de EU hoogstwaarschijnlijk I E X P r o f s Banken mogen voortaan tegengestelde effectenorders van klanten intern matchen zodat slechts het saldo voor afwikkeling naar een beurs behoeft te worden doorgestuurd. Negen grote Europese banken, die nu al claimen tezamen de helft van de Europese aandelenhandel in handen te hebben, staan klaar om in Project Turqoise de effectenorders onderling te matchen. Diversiteit en markwerking Hoezo diversiteit en marktwerking? Juist verambtelijking en kartelvorming gaan hier hand in hand. De eerste effecten van de nieuwe regelgeving zijn dat brokers, om de extra administratieve rompslomp betaalbaar te houden, ervoor kiezen te fuseren. In de Nederlandse markt stapten Binck en Alex al in het huwelijksbootje. Het speelveld mag dan misschien nu geëffend zijn, de spelers klitten bijeen. Ik voorspel dat een generatie verder een heldere geest zal pleiten voor de afwikkeling van effectentransacties op een beurs die volledig onafhankelijk staat van financiële dienstverleners. Voorts dat slechts financiële producten zorgvuldig worden gescreend en dat die toegankelijk zijn voor een ieder die geld op de bank heeft staan en over voldoende verbaal vermogen beschikt om een effectenorder telefonisch of per internet op te geven. Niet mijn fiets, maar mijn oude beursregels wil ik terug! Q1 Q 1 / 0 8 Beleggingsfondsen 10 11 Publiekswissel Samengevat: •Bijna een kwart van het fondsvermogen is belegd in energie en grondstoffen. •Maximaal dertig aandelen in portefeuille. •Zwaarste wegingen zijn voor BG Groep, ASML en H&M. Het Threadneedle Accelerando Fund onderscheid zich door een heel beperkt aantal aandelen in portefeuille en een keurig rendement van meer dan 25% per jaar sinds oprichting in 2004. Dan Ison is in september aan het roer komen te staan en hij stuurt het fonds vooral richting energie en grondstoffen. door Michiel Pekelharing V oetbal en beleggen liggen soms heel dicht bij elkaar. Net als coaches soms de overstap maken naar een andere club, wisselen fondsmanagers ook regelmatig van positie. Zo stapte Dan Ison in september over van Clareville Capital naar Threadneede, waar hij Phil Cliff opvolgt als beheerder van het Pan-European Accelerando Fund. Ison komt over van Clareville Capital, waar hij de vrijheid had om longen shortposities in te nemen voor het Pegasus-hedgefund. Deze ervaring komt hem naar eigen zeggen goed van pas, aangezien hij geleerd heeft om zowel als koper als verkoper naar een aandeel te kijken in plaats van alleen als koper wat gebruikelijk is voor een manager van een aandelenfonds. Ison trekt de vergelijking tussen voetbal en beleggen zelfs nog een stap verder door: “een trainer bepaalt de basisopstelling van elf spelers en heeft daarnaast ook nog een aantal voetballers uit zijn selectie op de bank en op de tribune zitten”, zegt Ison: “bij een beleggingsfonds gaat dat net zo. De basisopstelling zijn de grote posities in portefeuille en de bankspelers hebben een lagere weging en het is de bedoeling dat die aandelen door kunnen groeien naar een basisplaats. De tribuneklanten zijn ten slotte aandelen die je als fondsmanager in de gaten houdt omdat ze in aanmerking komen om in de portefeuille te worden opgenomen.” Meteen aan de slag Na zijn aantreden heeft Ison al een flink aantal wijzigingen in de selectie doorgevoerd: “sommige institutionele beleggers bouwen automatisch hun positie in een fonds af zodra er een nieuwe manager komt”, al- dus Ison: “om geld vrij te maken ben treerde portefeuille: “dertig aandelen je als nieuwkomer dan gedwongen is het echt het maximum”, zeg Ison: om een aantal posities te verkopen. “een officieel minimum is er niet, Daarnaast ben ik in de eerste weken maar UCITS 3-richtlijnen betekenen vooral bezig geweest om de porte- dat een positie niet groter mag zijn feuille volgens mijn beleggingsvisie dan 10% zodat ongeveer vijftien aanin te richten.” Bijna een kwart van het delen het minimum is.” Eind oktober fondsvermogen is nu belegd in ener- bestond het fonds uit 27 aandelen gie en grondstoffen. Dat is een slordi- en Ison voelt zich heel prettig bij een ge 6% meer dan de benchmark (MSCI kleine selectie: “als ik een paar goede “Als ik een paar goede beslissingen maak, zie je dat meteen terug in het rendement” Pan European index) en nog veel meer dan de weging van 14,2% die het fonds had voor de komst van Ison: “ik probeer met de posities in mijn portefeuille verschillende trends te bespelen”, vertelt hij: “de belangrijkste is een groeiende vraag vanuit de opkomende economieën zoals China. Dit is een van de redenen waarom energie en grondstoffen een veel grotere weging in het Accelerando Fund hebben gekregen. Andere trends die ik probeer te bespelen zijn structurele groei op de langere termijn en het toenemende aantal overnames.” Concentreren Behalve energie en basismaterialen heeft Ison het belang in cyclische sectoren zoals industrie, technologie en duurzame consumentengoederen uitgebouwd. Dat is vooral ten koste gegaan van financials – waarvan de weging is teruggebracht van bijna 20% naar nog geen 12% – en van defensieve aandelen. Het Threadneedle Accelerando Fund onderscheid zich van veel andere fondsen door een heel geconcen- I E X P r o f s Q 1 / 0 8 “De basisopstelling zijn de grote posities in portefeuille en de bankspelers hebben een lagere weging” beslissingen maak, zie je dat meteen terug in het rendement. In een heel grote portefeuille hebben een aantal succesvolle stockpicks maar een beperkte invloed.” Grootste posities De tien grootste posities vormen bijna de helft van de portefeuille en eind oktober had BG Group de zwaarste weging: “het gasconcern heeft niet alleen de hoogste volumegroei binnen de branche, maar vult ook de reserves sneller aan dan branchegenoten”, vertelt Ison: “daar komt bij dat het bedrijf een aantrekkelijke overnameprooi kan worden voor een van de grote olieconcerns.” Hij heeft ook een prominente plaats in zijn selectie ingeruimd voor een Nederlandse onderneming: “ASML is na BG Group de grootste positie in mijn portefeuille. Op technologisch gebied heeft het elektronicaconcern afstand genomen van de concurrentie en die voorsprong gaat alleen maar groter worden. Dat vertaalt zich in hogere verkoopprijzen en een stijgende marge. Bovendien onderstreept het recente dividend aan dat ASML er echt werk van maakt om de kaspositie te delen met de aandeelhouders.” Het laatste aandeel wat Ison aanstipt is H&M: “als de toekomstige winsten verrekend worden met de hui- dige rentestand, kom je ongeveer op de beurskoers. Dat betekent dat er op het huidige koersniveau geen enkele rekening wordt gehouden met groei en die is er wel degelijk. In Nederland is de omzet bijvoorbeeld met 12% gestegen door de introductie van een I E X P r o f s Q 1 / 0 8 internetwinkel. In Duitsland en Oostenrijk worden dadelijk ook dit soort winkels geopend en bovendien profiteert H&M van een dalende dollar aangezien de fabrieken van het kledingbedrijf vooral in dollarlanden staan.” Q1 Beleggingsfondsen 12 13 Oost west, Oost best Nu de westerse beurzen ineens minstens zoveel risico lijken te herbergen als dat in emerging markets zet dat de rendementen van Peter Håkansson nog scherper in het spotlicht dan ze al stonden. En de Oost-Europagoeroe van East Capital verwacht nog veel meer groei. Ironisch genoeg precies in die sector waar Amerika en Europa even de buik vol van hebben: het kredietwezen. door Pieter Kort D e kredietcrisis te verwerken kregen, gebeurde er in Oost-Europa iets bijzonders. In plaats van extra hard te worden afgestraft, wat meestal het lot van emerging markets is in barre tijden, werd de voorsprong van OostEuropafondsen op de Europese index juist groter. Als grote beleggers risico’s gaan afbouwen zijn posities in emerging markets, die traditioneel als het meest riskant worden gezien vaak als eerste de klos. Maar dit keer was het anders, stelt Peter Håkansson. “Je kon in de afgelopen jaren al zien dat emerging markets minder gevoelig werden voor problemen in het westen. Ik wachtte al een tijdje op het moment dat zo’n crisis echt geen gevolgen meer heeft.” Brazilië of China. Die twee economieën zijn sterk afhankelijk van export en investeringen door bedrijven en de staat. De particuliere consumptie is er nog steeds niet erg groot. In Oost-Europa is de particuliere consumptie juist de grote trigger voor de economische groei. De handel met de Verenigde Staten is 4% van de totale handel. Ze zijn de welvaartsachterstand op het westen snel aan het inhalen. En het aantrekkelijke van de regio is dat het relatief geïsoleerd is van de rest van de wereld. De groei komt van binnenuit.” Hoe kan het dat de Oost-Europese economie de laatste jaren zo hard is gaan groeien, terwijl het de eerste tien jaar na de val van de muur ontzettend veel problemen had met de invoer van het Meer dan 40% kapitalistische model? De beheerder van het East Capital “Oost-Europa komt van ver. Het binEastern European Fund (en het Rus- nenlands product van de meeste lanland- en Balkanfonds van dezelf- den is net terug op het niveau van de aanbieder) is op doorreis om zijn 1989. Het is in de jaren negentig heel fondsen onder de aandacht te bren- zwaar geweest voor die economieën. gen. Zijn impsante trackrecord helpt aardig mee. Over de laatste vijf jaar boekte hij gemiddeld meer dan 40% rendement per jaar. Dat is 9% per jaar meer dan de ook al indrukwekkend presterende Oost-Europa index. “Ik was in november, toen de koersen in het westen weer hard daalden, op een roadshow voor negentig beleggers”, verhaalt Håkansson. “Zij wilden heel graag over Oost-Europa praten. Want het is inmiddels wel duidelijk dat deze regio nauwelijks gevoelig is voor de negatieve effecten van kredietproblemen of hoge olieprijzen. We zien een duidelijke ontkoppeling tussen emerging markets en de westerse economie. Voor Oost-Europa gaat dat nog sterker op dan voor “In Oost-Europa is de particuliere consumptie juist de grote trigger voor de economische groei” I E X P r o f s Q 1 / 0 8 Er zijn een paar oorzaken waarom ze de laatste jaren wel sneller zijn gaan groeien. Eén is de uitbreiding van de Europese Unie, wat een flinke stimulans heeft gegeven. Een andere trigger is Estland geweest. Als we bij East Capital nieuwe medewerkers krijgen, stuur ik ze eerst op trainingskamp naar Estland. Terwijl bijna alle landen grote problemen hadden met het invoeren van een markteconomie, heeft Estland de meest radicale hervormingen durven doorvoeren. Eerst hebben ze een vlakke belasting ingevoerd voor particulieren en voor ondernemingen. Voor particulieren was die 20%, voor ondernemingen 0%. Dat is een cruciale gangmaker voor de inter- ne groei geweest. Andere landen heb- het wel het hoogst wat we ooit hebben dat voorbeeld nu gevolgd. In Roe- ben gehad.” menië is nu een flat tax van 16%, in Rusland zelfs 13%. Je moet je ook be- Waar ziet u in de regio nu de mooiste •Oost-Europa is nauwelijks denken dat het bruto binnenlands perspectieven? gevoelig voor negatieve product per hoofd van de bevolking “Mijn favoriete sectoren op het moeffecten van kredietoveral nog maar een fractie is van wat ment zijn banken in Turkije en Rus problemen. het bij ons is. Die achterstand gaan ze land, detailhandel en wat ik ook erg inhalen, en snel.” interessant vind zijn bepaalde nuts•Rusland krijgt een hele bedrijven. Met name elektriciteitsbesterke beurs na de In Rusland bestaat er veel onzekerheid drijven. De privatisering daarvan is verkiezingen over de verkiezingen en de periode na nu aan de gang. Wat ik bijvoorbeeld •Favoriet zijn: banken in Poetin. De koersen lijden daaronder. nauwgezet volg is de introductie van Turkije en Rusland, detailHoe gaat dat aflopen? waterkrachtcentrales. Een paar be“Rusland wordt verkeerd begrepen. drijven zijn dat nu aan het doen. Ik handel en nutsbedrijven. Vorig jaar herfst zei ik dat Turkije niet zie daar heel veel potentieel. Maar begrepen werd. Daar gebeurde ook de banken vormen ook een hele interessante groeimarkt. Sberbank is mijn grootste posi- China. Daar hebben we ook een bank. tie. Dat is de grootste bank En ook daar is de groei enorm. Westvan Rusland. Er is een enor- Europese banken kijken trouwens ook me boom in particuliere le- heel scherp naar die ontwikkeling. Ik ningen aan de gang. Men- verwacht wel wat overnames in deze sen ontdekken hypotheken sector de komende tijd.” en krediet. Kun je nagaan wat een markt dat is. De Gaat de Russische overheid dat toelagemiddelde hypotheek per ten? huishouden is in Rusland “Ik denk niet dat je bang hoeft te zijn 50 euro. De Russische hy- voor al te protectionistische sentipothekenmarkt is met 130 menten in Rusland. Die economie is niets in de aanloop naar twee ver- miljoen mensen maar een fractie gro- echt open nu en dat zal zo bljven.” kiezingen. In 2007 is Turkije de bes- ter dan die van Estland, waar een honte markt geweest. Nu krijgt Rusland derdste van de mensen wonen. De Emerging markets hebben de naam de slechte pers. En waarom? Dit jaar economie in Rusland krijgt er op die om grillig en risicovol te zijn. Waar zit is de groei groter dan ooit. De staat manier nog een extra aanjager bij, in hem dat risico nu in? geeft veel uit, want het is een verkie- de vorm van kredietverlening. Het in- “Natuurlijk zijn er risico’s. Die schuizingsjaar. De olieprijs ging sterk om- teressante is dat je dat ziet gebeuren len vooral in externe factoren als de hoog, maar de beurs is vlak gebleven. in heel Rusland, niet aleen in Moskou. wereldeconomie. En er spelen nog alIk verwacht geen grote politieke ver- We hebben een bank in portefeuille tijd bepaalde politieke risico’s. Maar anderingen. We zullen een hele sterke in Magadan, een stad van 250.000 in- dat zijn kortetermijneffecten. In turbeurs zien in Rusland na de verkiezin- woners aan de zee van Ochotsk. Daar bulentie zien we steeds weer dat het gen. Omdat de koersen zo weinig heb- groeit het net zo hard. Ken je Blag- herstel in landen als Rusland vlot verben gedaan de laatste tijd is Rusland oveshchensk? Dat is een stad van loopt. Dus op de lange duur spelen die nu zelfs een van de goedkoopste aan- 250.000 inwoners, langs de grens met factoren nauwelijks een rol.” Q1 delenmarkten ter wereld.” Samengevat: “Mijn favoriete sectoren zijn banken in Turkije en Rusland en detailhandel” Toch heeft u met een weging van 50% minder Rusland in portefeuille dan de index… “De index is misleidend. Er zitten maar vier landen in: Rusland, Polen, Tsjechië en Hongarije. Wij hebben aandelen uit 28 landen in portefeuille. Dat is het verschil. Rusland is 70% van de index en 70% daarvan is olie-gerelateerd. Dat is meer een energiefonds dan een regio-index. Wij hebben minder weging in Rusland en in olie, al is Fonds East Capital Eastern European Fund Fondsvermogen 1,1 miljard euro Belegt in Oost-Europese aandelen Rendement EC Eastern Europe MSCI Oost-Europa 2007 15,70% 7,60% 12 maanden 25,70% 13,10% 3 jaar 39,80% 33,30% 5 jaar 40,30% 31,30% I E X P r o f s Q 1 / 0 8 Structured Products 14 15 Intensive care Beleggen in kant-en-klare beleggingsproducten lijkt de ideale oplossing voor particuliere beleggers. Toch is beleggen in deze gestructureerde producten voor deze groep beleggers niet zo eenvoudig als het lijkt. Beleggingsadviseurs zijn dan ook zeker van toegevoegde waarde. door Marcel Tak G estructureerde producten, zoals notes en certificaten, worden steeds populairder. Dat is eenvoudig waar te nemen. Maandelijks zien tientallen beleggingsproducten het levenslicht, de één met een nog mooier rendementsperspectief dan de ander. Althans, volgens de brochure. Onderzoek bevestigt de trend dat beleggers steeds vaker hun oog op gestructureerde notes en certificaten laten vallen. Volgens gegevens van adviesbureau McKinsey is de instroom van nieuw geld naar beleggingsfondsen nihil, terwijl de belangstelling voor notes en certificaten stijgt. De markt van gestructureerde producten is nu ongeveer 30 miljard euro groot. Dat is nog veel minder dan het bedrag dat met beleggingsfondsen gemoeid gaat (circa 100 miljard), maar als de trend zo doorgaat, wordt het verschil snel kleiner. Zelf nabootsen Marcel Tak is special products-specialist. In de rubriek ‘10 van Tak’ ontleedt en recenseert hij op IEX.nl alle nieuw uitgegeven notes en certificaten. Juiste keuze De toenemende populariteit van financiële producten verbaast mij niets. Voor particuliere beleggers kunnen notes en certificaten veel voordelen hebben. Eén van de belangrijkste is dat particuliere beleggers, zonder dat zij beschikking hebben over veel tijd of kennis van zaken, beleggingsposities kunnen innemen, die anders alleen voor professionals zijn weggelegd. Vooral als ingespeeld kan worden op een bepaalde visie hebben gestructureerde producten vaak een toegevoegde waarde. De belegger die bijvoorbeeld optimistisch is ten aanzien van de opkomende economieën, maar ook niet al te veel risico wil lopen, zou zonder gestructureerde producten deze visie niet in rendement kunnen omzetten. De notes en certificaten die gericht zijn op deze veelbelovende economieën, zoals die van aan zijn klant uitlegt. Met de constatering dat een note een 90% hoofdsomgarantie heeft en inspeelt op de beurs van China is niet het hele verhaal verteld. Hoe wordt het rendement precies berekend? Kent de note een vaste participatie via een optieconstructie of wordt een CPPI-structuur gebruikt? Brazilië, Rusland, India, China en andere landen, helpen de (particuliere) belegger uit de brand. Op eenvoudige wijze kunnen één of meerdere van deze notes aan de portefeuille worden toegevoegd. Toch is beleggen in notes voor de particuliere belegger niet zo eenvoudig als het lijkt. Het belangrijkste probleem is hoe uit het grote aanbod het juiste product te kiezen. De kwaliteitsverschillen tussen de verschillende financiële producten zijn groot. Bovendien is niet elke note voor iedere belegger geschikt. Daarnaast zal de I E X P r o f s Q 1 / 0 8 belegger moeten beoordelen in hoeverre het product binnen de totale portefeuille past. In deze gevallen komt de toegevoegde waarde van de beleggingsadviseur om de hoek kijken. Want met de opkomst van de kant-en-klare financiële constructies is de rol van de adviseur zeker niet uitgespeeld. Integendeel, die is belangrijker dan ooit en ik denk dat een door een professionele adviseur beheerde portefeuille uitstekend kan bestaan uit een (groot) aantal gestructureerde producten. Maar dan moet wel aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Belangrijk is dat de adviseur de werking van het financiële product goed De adviseur heeft de taak de beleggingsconsequenties van de gebruikte methode goed uit te leggen. Het is vooral belangrijk de verschillende scenario’s te schetsen in relatie tot mogelijke prestaties van de note. De adviseur dient daarvoor uiteraard de brochure, en waar nodig het prospectus, goed door te nemen. Ziet u daarbij door de bomen het bos niet dan is 10 van Tak, mijn rubriek over gestructureerde producten op IEX.nl, natuurlijk een handig hulpmiddel. Als de werking van het product voor de beleggingsadviseur en zijn cliënt duidelijk is, rijst de volgende vraag. Is de constructie niet op een eenvoudige manier zelf in elkaar te zetten? Dat is een belangrijke vraag, want de klant betaalt bij het opnemen van notes en certificaten in zijn portefeuille dubbele kosten: die van het gestructureerd product en die van zijn adviseur. Het gestructureerde product moet dus wel een duidelijke toegevoegde waarde hebben en niet eenvoudig zelf zijn te construeren. Een enkele keer zie ik 100% garantienotes op de AEX in een professioneel beheerde portefeuille. Ik heb daar mijn vraagtekens bij. Is de adviseur niet zelf in staat met opties een soortgelijke constructie in elkaar te zetten? Geen goed alternatief Als de constructie duidelijk is en niet makkelijk zelf na te bootsen, dan is de volgende stap om te beoordelen of de note in de portefeuille van de cliënt past. Twee elementen spelen een rol: het portefeuillerisico en het rendement. Veel gestructureerde producten hebben een gehele of gedeeltelijke garantie en zijn daarmee (deels) vergelijkbaar met obligaties. In brochures van gestructureerde producten wordt de rol van spreiding vaak benadrukt om risico te matigen, maar bij een portefeuille die voornamelijk bestaat uit garantieproducten is dat met betrekking tot risicomanagement van de hoofdsom niet van belang. Daarentegen is het wel belangrijk het debiteurenrisico in de gaten te houden. Als één partij interessante notes uitgeeft die allemaal in de portefeuille worden opgenomen, kan een te eenzijdig risico op deze partij ontstaan. (Gedeeltelijke) garantieproducten zijn met betrekking tot het hoofdsomrisico (bijna) net zo zeker als obligaties, maar met betrekking tot het rendement onzeker. Het niet vaststaande rendement is de prijs voor de mogelijkheid dat uiteindelijk een hoger resultaat wordt behaald dan dat op een obligatie. Te veel producten in een beleggingsportefeuille met een onzeker rendement kan onder ongunstige omstandigheden tot teleurstellingen over het totale beleggingsresultaat leiden. Garantienotes zijn dan ook zeker geen volledig alternatief voor obligaties. Mooie beloning Alvorens tot definitieve aanschaf over te gaan is het verstandig om te kijken of eerder uitgegeven notes een aantrekkelijk alternatief zijn. Een zoektocht naar deze notes op de secundaire markt kan pareltjes opleveren en dat geeft de mogelijkheid aan de adviseur echt te scoren. Dit geldt des te meer omdat de initiële kosten van financiële producten die al een paar jaar geleden zijn uitgegeven, er (voor een belangrijk deel) al zijn uitgelopen. Het probleem van dubbele kosten speelt dan veel minder. Als de note eenmaal is aangekocht is de 6 Nieuwe structured products* 5 Samengevat: •Particuliere beleggers kunnen met gestructureerde producten posities innemen die anders alleen voor professionals zijn weggelegd. •De beleggingsadviseur heeft zeker toegevoegde waarde. • Let op de dubbele kosten. rol van de adviseur niet uitgespeeld. Veel producten zijn gemaakt om tot de aflosdatum aan te houden, maar het kan verstandig zijn tussentijds te verkopen. Met name garantieproducten die goed hebben gepresteerd komen daarvoor in aanmerking, omdat de oorspronkelijke garantie (op de hoofdsom) vaak nauwelijks meer waarde heeft. Of daadwerkelijk tot verkoop moet worden overgegaan hangt af van de ontwikkeling van de onderliggende waarde in relatie tot de verkoopprijs. Gestructureerde producten zijn mede populair vanwege het gemak voor de (particuliere) belegger. Voor de beleggingsadviseur die zijn cliënt goed wil informeren, adviseren en begeleiden bij de aanschaf van deze producten geldt dat voordeel niet. Hij zal een hoop werk hebben om met deze producten voor zijn klant een mooi rendement te behalen. Maar als dat, in combinatie met een beheerst risico, lukt, is dat voor iedereen, zeker ook voor de adviseur, een mooie beloning voor de geïnvesteerde tijd. Q1 250 Aantal uitgiftes per jaar 200 4 150 3 100 2 50 1 0 2002 2003 2004 2005 2006 0 2002 2003 * In miljarden dollars - Bron (beide grafieken): Autoriteit Financiële Markten. I E X P r o f s Q 1 / 0 8 2004 2005 2006 Hedge Funds 16 17 Sopher, so good Al 38 jaar bovengemiddelde resultaten en ook nog eens de kredietcrisis zien aankomen. Wat is het geheim van Leveraged Capital Holdings? door Pieter Kort N oem eens een fonds van For- sterdam, om te kunnen vragen wat tis dat al jarenlang boven- ons nu al een tijdje bezighoudt. gemiddelde rendementen laat zien? Heel goed, For- LCH belegt alleen in Amerikaanse tis Obam, maar nu nóg zo’n fonds…? hedge funds. De 29% rendement in Ervaren fondsbeleggers kennen de de laatste twaalf maanden kan dus naam Leveraged Capital Holdings maar één ding betekeken: u heeft de (LCH) als een van de oudste, zo niet kredietcrisis zien aankomen. hèt oudste, fund-of-funds ter wereld. “Ja, dat was een belangrijke factor. EiHet neemt een prominente plek in in genlijk zagen we deze ontwikkeling de Fortis-vloot, weliswaar niet met de twee jaar geleden al aankomen. Toen bekendheid van Obam, maar dat zal zijn we onze eerste posities gaan inte maken hebben met het feit dat het nemen bij managers waarvan wij vooral wordt gezien als hedge fund dachten dat ze de situatie begrepen. en dat het een gezamenlijk initiatief Een jaar geleden hebben we die sigis van Fortis MeesPierson en de firma nificant opgehoogd. In ons jaarverLCF Edmond de Rothschild . LCH is het geesteskind van de Zwitserse bankier Georges Karlweis, die het fonds in 1969 lanceerde. Karlweis bedacht dat het interessant kon zijn om te investeren in een relatief nieuwe groep beleggingsvehikels die in Amerika opgang deed, onder andere door het werk van ene George Soros. Nog altijd is LCH exclusief belegd in Amerikaanse hedge funds, al heeft het fonds sinds enige jaren ook een Europees (European Capital Holdings) en een Aziatisch (Asian Capital Holdings) zusje gekregen. Georges Karlweiss is in 2001 afgetreden, maar onder zijn opvolger Rick Sopher blijft de prestatiecurve van het fonds indrukwekkend. Teruggerekend tot 1969 heeft het fonds voor iedere procent daling van de markt een daling van 0,2% laten zien en voor iedere procent stijging van de markt een toename van 1,5%. slag over 2006 hebben we al aangegeven dat er op de krediet- en hypotheekmarkt een gevaarlijke situatie aan het ontstaan was. Er is erg agressief geleend. De problemen waren tot dan gemaskeerd door sterke groei en oplopende huizenprijzen. Maar de bomen groeien niet tot in de hemel. Als je dat vaststelt, weet je dat er veel geld kan worden verloren, maar óók gewonnen. Wij hebben gekozen om te investeren in fondsen met shortposities op de subprime-markt. Dat heeft dit jaar eenderde van ons rendement opgeleverd. Het was qua risicorendementsverhouding simpelweg “We zijn nu op zoek naar managers die kunnen vaststellen wanneer de bodem is bereikt” Je kunt met slechtere cijfers thuiskomen. Ook in 2007, voor veel hedge funds – en andere beleggers – een pittig jaar, staat LCH met speels gemak bovenin alle performance-overzichten. Reden om Rick Sopher even te onderscheppen bij een kort bezoek aan Am- I E X P r o f s Q 1 / 0 8 een van de beste mogelijkheden die de markt te bieden had. Je gaat short in een lening met een zeer zwakke zekerheid. Die zekerheden gingen het op zeker moment begeven, met alle gevolgen vandien.” beste beleggers en we wilen dat de fondsmanagers waar we in beleggen zelf hun geld er in hebben zitten. Hun beloning moet gelijk lopen aan die van ons. Daarnaast beleggen we vooral in managers waarvan we verwachten dat ze survivors zijn. Als er onverwachte schokken zijn, moeten ze niet worden weggevaagd. Maar omdat fund managers meer gespecialiseerd zijn geworden heeft het beleggingscomité van Leveraged Capital Holdings zich een meer actieve rol in het positioneren van het fonds moeten aanmeten. Die aanpak leidt ons in verschillende marktfases naar verschillende managers. De laatste twee jaar zijn we vooral op zoek naar managers die voordeel kunnen halen uit een kredietcrisis. Nu is het juist belangrijk om flexibele managers te vinden die kunnen inschatten wanneer de bodem is bereikt. Samengevat: •LCH is exclusief belegd in hedge funds. •Investeren in de beste beleggers die zelf hun geld in het fonds hebben zitten. •Long in bedrijven die wereldwijde groei laten zien en short in bedrijven die niet concurrererend zijn. Hoe kijkt u nu naar de markt, nu de eerste dreunen inmiddels zijn uitgedeeld? “We zitten in een periode waarin de kredietproblemen nog door het systeem moeten. De aanpak van de centrale banken heeft ervoor gezorgd dat de ergste klappen vooralsnog wat zijn verzacht. Maar ik voorzie nog meer turbulentie. Het systeem heeft de industriële bedrijven zonder groeihet evenwicht nog niet hervonden. strategie. Dat is het grote thema in As je gelooft dat het wereldwijde syveel van onze portfolios. steem nog wel wat financiële schokken zal beleven, dan zijn wij goed geIs het in een drukke en zwaar beconpositioneerd daarvoor. Wij kunnen curreerde funds-of-funds markt niet op diverse manieren geld verdienen. lastig om de weinige echte goede maWe hebben bijvoorbeeld fondsen die nagers te vinden? short zitten in banken en andere fi- Welke strategieën hebben uw voor“Er zijn zeer veel hedge funds en fundnanciële instellingen met verborgen keur? of-funds bijgekomen. Maar ik vind problemen, waar de klap harder zal “We hebben een fonds dat zich alleen dat de kwaliteit van de managers aankomen dan de markt verwacht. maar met macro-strategieën bezig- op het moment erg goed is. Wij leuDat doen we door managers van het houdt, dat heet Trading Capital Hol- nen op ons bewezen screening- prohoogste kaliber te selecteren. We pro- dings. Het is goed gepositioneerd ces. In het beleggingscomité van de beren een situatie te creëren waar- voor volatiele markten en staat dit Capital Holdings zitten eigenaren en in de upside in potentie oneindig is, jaar op +30%. Bij de andere capital topmannen van financiële institumaar waarin we aan de downside holdings-fondsen is long/short de ten. We vormen een extreem ervaren wel de nodige protectie hebben.” basis. De kern van de strategie is het en dynamische groep. Ieder nieuw vinden van liquide, ondergewaar- fonds wordt ook door ons bezocht. De hedge fund-industrie is fors gedeerde aandelen en het shorten van Met dat groepje beoordelen we de cagroeid en veranderd de afgelopen 38 niet- of slecht concurrerende bedrij- paciteiten van de manager en de rejaar. Betekent dat dat ook de aanpak ven. Op het moment kiezen we voor- sultaten, maar we bekijken ook of de van LCH is veranderd? al voor longposities in bedrijven die portfolio nog is ingericht op de huiJa en nee. De pricipes die we hante- wereldwijde groei laten zien, dus niet dige toestand van de markt. Die inren voor onze beleggingen zijn door alleen lokaal bezig zijn. En shortposi- schatting maken en daar de goede de jaren eigenlijk niet veranderd. We ties in bedrijven die simpelweg niet managers bij vinden is het meest uitzoeken op elk gebied naar de aller- concurrererend zijn. Vaak verouder- dagende aan dit werk.” Q1 Fonds Leveraged Capital Holdings Belegt in Amerikaanse long/shorten macrofondsen Rendement Fonds European Capital Holdings Fonds Asian capital Holdings Belegt in Europese long/short- en macrofondsen Belegt in Aziatische long/short- en macrofondsen Rendement Rendement 2007 25,1% 2007 1,9% 2007 24,7% 1 jaar 30,9% 1 jaar 15,6% 1 jaar 31,0% 3 jaar* 17,8% 3 jaar* 13,6% 3 jaar* 18,4% 5 jaar* 13,5% 5 jaar* 11,4% 5 jaar* 16,5% Bron: Lipper; * = gemiddeld per jaar I E X P r o f s Q 1 / 0 8 ETF’s en trackers 20 21 Brits grondstoffenoffensief I Vlucht in grondstoffen De groei in volume laat zich makkelijk vertalen in geld. Het beheerd vermogen groeit volgens Hector McNeill – managing partner bij ETF Securities – wekelijks met 50 tot 60 miljoen euro. Simpelweg omdat de ETC’s de meest directe vorm van beleggen in grondstofprijzen is. Eind 2006 had ETF Securities 250 miljoen dollar onder beheer, elf maanden later is de grens van 2 miljard dollar gepasseerd. “Vooral in de zomermaanden ging het enorm hard.” Beleggers vluchtten in die volatiele maanden uit gewone aande- len en in grondstoffen. Goud, zilver, platina en palladium. Vooral de geringe correlatie met de aandelen- en obligatiemarkt maakt grondstoffen tot een groot succesnummer, stelt McNeill. “Beleggers vrezen inflatiedruk, dollardalingen en de kredietcrisis en wijken uit naar goud en andere edelmetalen.” Grappig genoeg zijn ook de agri-trackers in trek.“In Italië had je deze zomer pasta-stakingen, in het Verenigd Koninkrijk protesten tegen de hoge broodprijzen en dan was er de voedselprijsinflatie in China. Beleggers zochten daarom een hedge in agri-beleggingen.” Particuliere beleggers zijn goed voor 30% van het belegde vermogen in ETF’s. De andere 70% komt voor rekening van de professie. Speculeren die ook op prijsstijgingen van sojabonen? Sure. Maar de ETF’s worden ook gebruikt om de stijgende voedselprijzen in China af te dekken. Zo behoort volgens McNeill een Londens hedge fund tot het clientèle, die de tracker op lean hogs (varkens, ofwel magere speklapjes), gebruiken als hedgewapen tegen de voedselinflatie. Dat zorgt in elk geval voor een aanvulling van het wapenarsenaal om inflatie te lijf te gaan. Maar natuurlijk wijst McNeill erop dat er ook ETF’s voorhanden zijn voor de meer traditionele hedgestrategieën, zoals olie en goud. Ten overvloede misschien: met ETF’s volgt u de koersontwikkeling van de onderliggende waarde. U belegt dus niet rechtstreeks (zoals bij sommige futures) in de goederen. U hoeft dus niet bang te zijn een vrachtwagenchauffeur met een lading speklapjes (of levend vee) voor uw voordeur aan te treffen. Natuurlijke schaarste Geen concurrentie De wind waait stevig in de rug van deze serie producten, beseft McNeill. De fundamentals voor grondstoffen en soft commodities zijn bijna allemaal even rooskleurig. “De lage correlatie met de aandelenmarkt en obligaties maakt het een mooi instrument om risico te spreiden. Daarnaast liggen de rendementen historisch gezien in Groei vermogen onder beheer van 01-08-05 tot en met 06-11-07 2.250 2.000 1.750 1.500 1.250 •ETC’s is de meest directe lijn met aandelen en gelden grondstoffen als een goede hedge tegen inflatie. Bovendien is de vraag groot en blijvend door de enorme behoefte uit China en India. De natuurlijke schaarste van harde grondstoffen en de moeilijke en soms gevaarlijke exploratie zorgen er daarnaast voor dat de prijzen hoog blijven.” Grondstoffen zorgen – en daar gaat het uiteindelijk om – ook nog eens voor een hoger rendement op de beleggingsportefeuille. “Wie 8% belegt in de Dow Jones AIG Commodity Index behaalt 0,5% meer rendement bij een gelijk risico.” Dat is natuurlijk een klassiek gevalletje met rendementen uit het verleden je eigen kant oprekenen en biedt 9% geen enkele garantie voor de toekomst. De meest directe vorm van beleggen in grondstofprijzen is via ETC’s. Hector McNeill – managing partner bij ETF Securities verklaart het succes. door Peter van Kleef ets meer dan een jaar geleden introduceerde het Britse ETF Securities zich op Euronext Amsterdam met twee olieprijstrackers. Eentje op de Brent en eentje op de West Texas Intermediate (WTI). Het was een bescheiden openingszet van wat uitmondde in een ware vloedgolf aan ETC’s – Exchange Traded Commodities. Of, in gewoon Nederlands, grondstoffentrackers. Inmiddels hebben meer dan vijftig ETC’s hun weg gevonden naar diverse Europese beurzen waarbij Amsterdam na Londen duidelijk favoriet is bij ETF Securities. Hun eigen groei vinden de Britten fenomenaal en daar is ook wel iets voor te zeggen. Niet alleen het aantal producten, maar ook het handelsvolume laat een steile groeicurve zien. De timing van de grondstoffentrackers is dan ook heel behoorlijk geweest. Een slim staaltje verkoop- en marketingtechniek, want wie commodities wil verhandelen, moet dat nu doen. ETF Securities is in dat gat in de markt gesprongen en zal daar nog geen spijt van hebben. ETF is inmiddels de Europese marktleider in het aanbod ETC’s. Samengevat: De voordelen van de ETC’s zijn redelijk voor de hand liggend. Relatief lage kosten en hoge verhandelbaarheid. Toch lijkt het succes van ETF Securities niet eens zo zeer in die aspecten te liggen als wel in het feit dat ze in de juiste markt op het juiste moment zijn gestapt. Bovendien is er geen instrument dat één-op-één kan concurreren met de ETC’s – hooguit de turbo’s van ABN Amro. Die hebben echter dankzij de hefboom en stoploss een heel ander risicoprofiel. Een en ander betekent niet dat de Britten nu op hun lauweren rusten. Ook aan de commodity boom komt een einde. Maar wees gerust, tegen die tijd hebben ze bij ETF Securities allang inverse ETF’s. Dan kunt u die hele rit naar beneden ook nog eens rijk worden. Rendement portefeuille met en zonder grondstoffen olie I E X 8,0% 8% 7,4% Portefeuille met aandelen, obligaties en 0% grondstoffen 6% 5% 0,02 P r o f s Q 1 / 0 8 4 1 Sectorbreed mandje* 2 Energie 3 Landbouw 4 Veehouderij 5 Edelmetalen 3% 26% 34% 2% 32% 3% Commodities enDow Jones AIG Ex-Energy 6,0% 08-’05 11-’05 02-’06 05-’06 08-’06 11-’06 02-’07 05-’07 08-’07 11-’07 3 Portefeuille met grondstofaandelen 500 0 5 * Mandje met aandelen uit: Dow Jones AIG All 1.000 250 6 2 Portefeuille met grondstoffen 7% 750 1 6 Grondstoffen 10% 8,8% grondstoffen Sectorverdeling per 12-09-2007 Volgende bubbel Ondertussen blijft wel de kanttekening staan dat als u met ETC’s de portie grondstoffen voor uw portefeuille samenstelt, u zelf de strategische wegingen bepaalt. Bovendien hebt u geen toegevoegde waarde in de vorm van een fondsmanager. Is dat nodig? In de huidige grondstofrally misschien niet, maar in moeilijke markten moet u zich afvragen of u zelf deze keuzes wilt blijven maken, of het uitbesteedt aan fondsmanagers met een jarenlang goed trackrecord, 9% metalen vorm van beleggen in grondstofprijzen. •ETC’s hebben relatief lage kosten en hoge verhandelbaarheid. •De geringe correlatie met de aandelen- en obligatiemarkt maakt grondstoffen succesvol. 0,04 0,06 0,08 0,10 0,12 0,14 Y-as: jaarlijks rendement, X-as: risico (jaarlijkse standaarddeviatie) I E X P r o f s Q 1 / 0 8 zoals bijvoorbeeld het World Mining Fund van Blackrock Merrill Lynch. Daar betaalt u dan wat extra’s voor aan kosten, maar u haalt er ook expertise mee in huis. Misschien is dat al helemaal geen gek idee, als we ons realiseren dat grondstoffen door veel experts gezien worden als de volgende bubbel op de financiële markten. Q1 Beleggingsfondsen Obligaties Aandelen Mixfondsen Geldmarkt Overige Totaal Jan 16.078,2 34.395,7 12.450,7 415,2 2.299,3 65.639,0 Feb 16.096,7 34.082,7 12.334,3 413,4 2.228,0 65.155,1 Maart 15.893,6 34.507,4 12.553,0 408,1 2.198,5 65.560,5 April 15.589,5 35.646,4 12.676,7 474,1 2.244,5 66.631,2 Mei 13.616,2 36.611,8 12.775,6 481,7 2.264,4 65.749,6 Juni 13.239,5 36.516,4 13.406,9 460,8 2.254,7 65.878,2 Bron: Lipper FERI Juli 13.195,6 35.546,8 13.193,1 457,7 2.187,1 64.580,3 Aug 13.030,9 34.618,6 13.168,9 457,0 2.126,8 63.402,2 Sept 12.926,6 34.661,4 13.178,8 408,3 2.100,1 63.275,2 Fondscategorie Aandelen wereldwijd Mixfonds gebalanceerd Obligaties euro Aandelen Nederland Fund of Funds Dynamisch Aandelen vastgoed Aandelen Europa Aandelen Euroland Mixfondsen conservatief Obligaties wereldvaluta Gegarandeerde fondsen Fund of Funds gebalanceerd Mixfondsen dynamisch Aandelen Verre Oosten inc Japan Fund of Funds Landenfondsen Aandelen Europa mid- en smallcaps Aandelen duurzaam Aandelen Financiële sector Fund of Funds wereldwijde aandelen Bedrijfsobligaties europ Aandelen Milieu/ecoischlog High yieldobligaties euro Aandelen basismaterialen/energie Aandelen IT Aandelen Centraal/Oost Europa Fund of Hedge Funds Fund of Funds Obligaties Fund of Funds Aandelen Europa Geldmarktfondsen euro Aandelen consumentengoederen Q1 12.865,3 10.041,3 11.917,8 7.062,5 3.813,8 3.382,1 2.488,8 1.634,1 1.501,5 1.287,3 1.230,0 1.017,8 828,8 656,8 709,8 731,7 664,4 817,0 786,8 739,5 539,9 764,9 398,8 570,2 456,9 428,3 445,3 433,2 408,1 474,1 Q2 13.886,4 10.724,7 10.222,1 7.638,9 3.767,2 2.767,9 2.448,9 1.714,0 1.468,9 1.288,4 1.166,8 1.023,7 851,5 644,4 735,2 783,8 707,4 743,8 732,8 642,4 585,8 627,9 544,8 537,3 506,3 441,1 481,1 437,6 457,7 376,1 Q3 13.835,4 10.724,7 10.061,2 7.340,2 3.771,7 2.572,0 2.263,9 1.650,8 1.454,0 1.264,5 1.138,7 1.016,0 869,7 750,6 729,5 712,6 700,6 699,4 664,5 621,7 581,4 558,7 557,7 534,9 504,8 476,1 467,7 411,2 408,3 358,1 Bron: Lipper FERI I E X P r o f s Q 1 / 0 8 Go with the flow Netto in- en uitstroom per fondscategorie (in miljoen euro) Aandelen wereldwijd Obligaties euro Aandelen Nederland Sectorfondsen vastgoed Aandelen Europa Geldmarkt euro Mixfondsen conservatief Aandelen Europa Small- & Midcaps Sectorfondsen Financieel Garantiefondsen Sectorfondsen IT Mixfondsen gebalanceerd Sectorfondsen consumptiegoederen Aandelen Japan Sectorfondsen Industrie Sectorfondsen Gezondheid Sectorfondsen Telecom/Media Beschermde fondsen Sectorfondsen Nutsbedrijven Sectorfondsen Basismaterialen/energie Sectorfondsen Biotech Obligaties dollar Aandelen Verre Oosten ex. Japan Aandelen technologie Aandelen Centraal/Oost-Europa Aandelen Noord Amerika Mixfondsen dynamisch Themafondsen Aandelen wereldwijd mid- & smallcaps Aandelen Emerging Markets Aandelen Duurzaam Obligaties Wereldvaluta Converteerbare Obligaties en Opties Fund of Hedge Funds Aandelen Verre Oosten inc. Japan I E X P r o f s Q 1 / 0 8 0 Beheerd vermogen in Nederlandse fondsen per asset-categorie (miljoen euro) Top 20 fondscategorieën (in miljoen euro beheerd vermogen) 50 Meer dan de helft in aandelen Waarin belegt Nederland? -50 In het derde kwartaal boekte de AEXeen verlies van 1,3%. Een jaar eerder leverde dat kwartaal nog 9,9% winst op. De situatie is dan ook flink veranderd. Toch heeft de Nederlandse index in het derde kwartaal beter de wereldwijde dip doorstaan dan de Amerikaanse Dow Jones, die 2,4% inleverde. Hoe deden beleggingsfondsen het? Op de keper beschouwd ook niet onaardig. Gemiddeld genomen boekten alle fondsen die in Nederland te koop zijn een verlies in het derde kwartaal van 1,2%. Dat was een jaar geleden nog -150 Performance Regio’s en sectoren -100 Hoewel de kredietcrisis invloed had binnen vrijwel alle regio’s, valt het op dat beleggers hun blik verschoven naar Azië, waar de resultaten ondanks alles sterk bleven. De fondscategorie waar de grootste netto instroom werd gemeten in het derde kwartaal was dan ook niet verrassend in Aziatische aandelen. Daar stroomde per saldo 64 miljoen euro naartoe. Nederlandse beleggers ontwikkelden sinds juni ook een grotere interesse in alternatieve beleggingen; fund-of-hedgefunds zagen het beheerd vermogen met 32 miljoen euro groeien. Wat betreft uitstroom werden de categorieën Aandelen wereldwijd en Obligaties Europa het zwaarst geraakt met een netto vermogensverlies van respectievelijk 390 en 371 miljoen euro. De oorzaak zat hem, het wordt eentonig, in de kredietcrisis. Beleggers zijn gevoeliger voor de risi- De MSCI World viel in het derde kwartaal zelfs met 3,2%. -200 Zware teruggang Obligatiefondsen hadden het ook zwaar. Deze fondsen leverden 400 miljoen euro vermogen in gedurende het derde kwartaal. Dat is in lijn met de al eerder ingezette trend; eerder in dit jaar had het obligatiesegment ook al te maken met een continue uitstroom van geld. De geldmarktfondsen – en dan in het bijzonder fondsen Grootste verliezers Mei -400 I co’s in de wereldaandelenmarkt en de toegenomen krediet- en liquiditeitsrisico’s hakte danig in op de obligatiemarkt. De twee-na-grootste verliezer was de categorie Aandelen Nederland, waar per saldo 214 miljoen euro uitstroomde in het derde kwartaal. Ook vastgoed is niet meer in trek. Met de onroerendgoedmarkt onder druk op veel plaatsen, trokken beleggers bij elkaar 198 miljoen euro terug uit deze markt. Over heel 2007 bedraagt de uitstroom uit obligatiefondsen in Nederland ongeveer 1 miljard euro, terwijl de aandelenfondsen 600 miljoen euro zagen wegstromen. Welke sector profiteerde daarvan? De grootste winnaar is de categorie Mixfondsen. Die bleek met name in juni heel populair; tot het eind van het derde kwartaal noteerden de mixfondsen in 2007 een instroom van 675 miljoen euro. Maart meest bekaaid af. Deze fondsen hadden het meest te stellen met de liquiditeitskrapte op de markt, waardoor de waarderingen fors afnamen. De categorie Small- en midcaps Nederland leverde 7,9% in in het derde kwartaal. Opvallend genoeg een zwaardere daling dan de Amerikaanse tegenvoeters doormaakten (-5,8%). Op sectorniveau profiteerden goud- en edelmetalenfondsen van het vlucht-naar-kwaliteit-effect, met een winst van bijna 13%. Grootste verliezers zijn –wederom – Vastgoed en Financiële dienstverleners (-7,5%). Voorheen hielden ook emerging markets het niet droog als de westerse wereld onderuit glibberde, maar die tijden zijn veranderd. In het derde kwartaal verloren Europese aandelenfondsen 4,2%, Nederlandse aandelenfondsen 1,6%, Amerikaanse aandelen 3,3% en wereldwijde aandelenfondsen 2,7%. De categorie Emerging Markets wereldwijd stoomde in het derde kwartaal juist vrolijk door met een rendement van +8,0% , terwijl Emerging Markets Europa +3,1% winst bijschreef. Q1 -250 67000 66500 66000 65500 65000 64500 64000 63500 63000 Januari In het derde kwartaal stroomde er – kredietcrisis, bedankt – 2,6 miljard euro uit Nederlandse beleggingsfondsen. De winnaars van het kwartaal waren Aziëfondsen en fund-of-hedge-funds. door Pieter Kort die in de geplaagde CDO-markt (Collateralized Debt Obligations) investeerden – hadden veel te stellen met de problemen rond de subprime-hypotheken. Deze sector noteerde dan ook een teruggang in het beheerd vermogen met 50 miljoen euro. een winst van 4,2%. Alle assetclasses kwamen in de rode cijfers terecht, waarbij va s t g o e d f o n d sen de zwaarste klappen kregen (-5,4%, tegenover +6,9% in Q3 2006). De obliJuli September gatie- en aandelenfondsen dipten respectievelijk met 0,7% en 1,5%. De positieve uitschieters zaten in regio’s en sectoren. Fondsen met exposure in Azië presteerden het best. De categorie Aandelen China pluste zelfs 31% in één kwartaal tijd. Aandelen Hong Kong deed het ook prima met +16,4% en Aandelen India boekte +11,6% winst. Aan de minkant kwamen small- en midcapfondsen er het Beheerd vermogen Nederlandse fondsenmarkt (in miljoen euro) -300 De winnaars en verliezers van Q3 n het derde kwartaal kreeg de fondsindustrie de wereldwijde kredietturbulente voor de kiezen. Ook de Nederlandse fondsen, zoveel wordt uit de cijfers duidelijk. In het derde kwartaal leverden de Nederlandse fondsen 2,6 miljard euro aan belegd vermogen in. Dat kwam door papieren verliezen op de beleggingen, maar ook door een netto uitstroom uit de fondsen. Researchhuis Lipper registreerde een netto uitstroom van maar liefst 1,7 miljard euro in het derde kwartaal. Het zwaarst getroffen werden de aandelenfondsen. Beleggers trokken meer dan een miljard euro uit die fondsen terug. Gecombineerd met een gelijktijdige daling van de beurskoersen leverde dat in aandelenfondsen een daling van het belegde vermogen van 1,8 miljard euro op. 25 63 miljard onder beheer -350 24 Beleggingsfondsen 26 27 Lessen in leiderschap De snelst groeiende is niet altijd de beste. Research-huis Lipper helpt de juiste beleggingsfondsen vinden door middel van het ‘Lipper Leader’-systeem. door Pieter Kort E r zijn veel methodes om ranglijsten van beleggingsfondsen te maken. Gewoon op volgorde van rendement zetten, op beheerd vermogen, of een officiële ranking van een gerespecteerde instelling hanteren. Die zijn er – à la Michelin – met sterren, of kronen. Wat ze bijna allemaal gemeen hebben is dat ze de zaak per definitie simplificeren. Groepeer je fondsen op één jaar rendement? Of drie? Of vijf? Komt op die manier ook een heel risicomijdend, steady groeifonds bovendrijven, als je dat zoekt? En hoe zit het eigenlijk met de kosten? Vijf keer vijf Om ook die vragen zo goed mogelijk te kunnen beantwoorden heeft fondsenresearch-huis Lipper de ‘Lipper Leader’-ranking uitgevonden. Lipper deelt het hele fondsenuniversum op in vijf delen. De slechtste 20% krijgt score 1, de 20% daarna score 2, enzovoort. De beste 20% van alle fondsen mag zichzelf Lipper Leader noemen. Dat lijkt op het eerste gezicht een nog grovere methode dan de sterrenrankings, maar Lipper hakt de fondsenindustrie niet zomaar in vijven, dat doet het ook nog eens in vijf verschillende disciplines: totaal rendement, consistentie van het rendement, de fondskosten, vermogensbehoud en (in Amerika) fiscale efficiency. Op die manier is het een- voudig om te selecteren wat, bijvoorbeeld, de beste fondsen zijn in termen van absoluut rendement èn kostenniveau. Of op gebied van vermogensbehoud èn consistentie. Om er nog een extra dimensie aan toe te voegen, deelt Lipper zijn Leader- en andere scores uit over periodes van drie, vijf en tien jaar. In iedere discipline worden de fondsen dus over drie verschillende periodes geclassificeerd. En die drie periodes worden ook nog eens gecombineerd tot een overall rating. Natuurlijk, een paar sterren achter een fondsnaam is eenvoudiger te begrijpen, maar wie iets dieper onder de motorkap van een beleggingsfonds durft te kijken en iets beter weet wat hij wil als belegger, kan uit het Lipper-arsenaal precies die ratings zoeken waar hij iets aan heeft. Hoe consistent was het fonds over de laatste vijf Fortis Obam Totaal rendement Consistentie Vermogensbehoud 3 jaar Leader Leader 4 5 jaar Leader Leader 3 10 jaar Leader Leader 3 overall Leader Leader 3 Delta Lloyd Deelnemingen Fonds 3 jaar 5 jaar 10 jaar overall Totaal rendement Consistentie Vermogensbehoud Leader 4 4 Leader Leader Leader Leader 2 Leader Leader 4 Leader houd – oftewel niet al teveel negatieve uitschieters in het resultaat – vindt op de lange termijn bij het Postbank Aandelenfonds – met een score van 4 over alle periodes – meer nachtrust dan bij Fortis Obam, dat alleen in de laatste drie jaar tot die score kwam. Bij Delta Lloyd was op lang termijn de kans op tussentijdse zeperds het kleinst van de drie fondsen. Q1 Vermogensbehoud Postbank Aandelenfonds Lipper Leaders op het gebied van vermogens-behoud zijn meer dan andere fondsen in dezelfde assetclass in staat geweest om het fondskapitaal in stand te houden in diverse marktomstandigheden. Dit is een maatstaf die belangrijk is voor beleggers die de kansen op verlies zo laag mogelijk willen houden en die minder geïnteresseerd zijn in de absolute hoogte van het rendement. De Lipper-score wordt berekend door de mate waarin een fonds verliezen weet te vermijden af te zetten tegen andere fondsen in dezelfde asset-class. De beste 20% over 3, 5 en 10 jaar krijgen de titel Lipper Leader over die periode. Op basis van een gewogen gemiddelde van de score in de drie periodes berekent Lipper ook een overall score voor vermogensbehoud. I E X Totaal rendement Consistentie Vermogensbehoud 3 jaar 5 jaar 10 jaar overall 3 3 4 3 3 4 3 2 4 3 3 4 Mixfondsen wereldwijd – conservatief Sivek Global Low Aandelen Verenigd Koninkrijk (UK) SEI SGMF UK Equity GBP Sectorfondsen Niet-cyclische Comsumptiegoederen StreetTRACKS MSCI Europe Consumer Staples ETF ING (L) Invest European Food & Beverages Aandelen wereldwijd Rorento Jyske Invest Income Strategy Q 1 / 0 8 De turbulentie op de beurzen heeft de Lipper Leader-rankings flink door elkaar geschud eder kwartaal presenteren wij u de belangrijkste verschuivingen in de Leader-categorieën. Daar moeten we noodgedwongen selectief in zijn, want de turbulentie van deze herfst en nazomer heeft de fondsenmarkt flink door elkaar gehusseld. Alleen al op het criterium ‘totaalrendement’ mogen meer dan tweehonderd nieuwe fondsen zich sinds het derde kwartaal ‘Leader’ noemen. En moesten dus ook meer dan tweehonderd fondsen die titel afstaan. Ook op het gebied van consistentie was het Lipper Leader-huis een complete duiventil met meer dan tweehonderd promoties en degradaties. Dexia Index EMU SEI SGMF European ex UK Equity MLGSP European Large Cap Core Fidelity Inst Select European Equity Fidelity Inst Pan-European Wat is de score? Fondsenrevolutie I Nagel Institutional Invest Equity Selection Aandelen België P r o f s Lipper Leaders op het gebied van totaal rendement hebben superieure rendementen geboekt vergeleken met een groep van soortgelijke fondsen. Het is een maatstaf die het best geschikt is voor beleggers die het risico niet schuwen en op zoek zijn naar fondsen met de beste rendementen in het verleden. Waar deze maatstaf niet echt naar kijkt, is het risico op koersverlies. Om deze score te berekenen wordt het totale rendement in verschillende perioden (3, 5 en 10 jaar) van een fonds afgezet tegen dat van soortgelijke fondsen. De beste 20% krijgt de status Lipper Leader. Op basis van een gewogen gemiddelde van de score in de drie periodes berekent Lipper ook een overall score voor Total Return. Twintig beleggingsfondsen vormen gezamenlijk de absolute top. Ze zijn, gemeten over drie jaar, Lipper Leader in vier verschillende categorieën: totaalrendement, consistentie van het rendement, kosten en vermogensbehoud. jaar? Is het kostenniveau ten opzichte van de concurrentie verbeterd door de jaren heen? Wie is er op korte termijn vooral goed in totaal rendement èn vermogensbehoud? Voorbeeld? Laten we eens kijken naar een paar van de populairste Nederlandse aandelenfondsen en zien hoe die scoren. Gemeten naar puur rendement behoren Fortis Obam en het Delta Deelnemingen Fonds tot de top in hun categorie. Het Postbank Aandelenfonds bevindt zich op dat gebied in de middenmoot. Fortis Obam boekt die rendementen ook nog eens met een voorbeeldige consistentie, iets waar het fonds van Delta Lloyd, dat in Nederlandse small- en midcaps belegt, net wat meer moeite mee heeft. Een belegger die meer geïnteresseerd is in vermogensbe- Totaal rendement De eredivisie Aandelen Europa Lipper Leaders Lipper Leaders Petercam Equities Belgium Obligaties wereldwijd Obligaties Europa Petercam Bonds EUR Ikano European Bond MLGSP Euro Short Term Aberdeen GlobalSpectrum Euro Corporate Bond Petercam L Bonds EUR Quality Aberdeen GlobalSpectrum Euro Bond Dexia Allocation Belgian Bonds I E X Op zich is het wel interessant om te kijken wie zich de laatste maanden het meest heeft onderscheiden op het thema ‘vermogensbehoud’. Nu zelfs obligatiefondsen moeite hebben om geen water te maken, zijn beleggers verwoed op zoek naar andere veilige havens. Zo’n 150 fondsen die zich trots Lipper Leader op het gebied van vermogensbehoud mochten noemen vielen in het derde kwartaal door de mand en moesten het een (of meer) divisies lager zoeken. Omdat de bovenste 20% van het universum zich Leader mag noemen, kwamen er dus ook weer 150 fondsen bij in die topcategorie. Q1 P r o f s Q 1 / 0 8 Beleggingsfondsen 28 Totaalrendement Nieuwe Leaders Lipper Leaders Kosten Aandelen emerging markets Natixis Emerging Europe Fortis L Equity Best Selection Asia Fortis L Equity World Emerging Instl Gartmore SICAV Emerging Markets Jyske Invest Emerging Market Equities Pioneer Funds Emerging Markets Equity Schroder ISF Emerging Markets ING (L) Invest Latin America Lipper Leaders op het gebied van kosten zijn fondsen die met succes hun kostenniveau binnen het fonds en bij aan- en verkoop hebben weten te minimaliseren vergeleken met een groep van soortgelijke fondsen. Samen met bijvoorbeeld de Totaalrendement-score kunnen met deze maatstaf fondsen worden gevonden die bovengemiddelde resultaten combineren met lager dan gemiddelde kosten. De Lipper-score wordt berekend door het complete kostenniveau (total expenses) van een fonds af te zetten tegen het gemiddelde van de peer group. De beste 20% over 3, 5 en 10 jaar krijgen de titel Lipper Leader over die periode. Op basis van een gewogen gemiddelde van de score in de drie periodes berekent Lipper ook een overall score voor kosten. Aandelen wereldwijd Allianz Holland Wereld Fonds Allianz RCM Global Sustainability Fidelity Inst Select Global Equities Fortis L Strategy High Growth World Franklin Global Growth Franklin Templeton Global Growth&Value KBC Equity Generation Aandelen Europa AXA WF European Opportunities Fidelity Funds - European Growth Fidelity Inst Select European Equity Goldman Sachs Europe Portfolio Jyske Invest European Equities Mellon Pan European Equity MLIIF European Fund MLIIF European Growth Fund Parvest Europe Growth WinFund European Equity Portfolio AXA Rosenberg Europe Ex UK Equity Alpha Gartmore SICAV Continental European MLIIF Continental European Flexible Fund Achmea Euro Aandelenfonds Centraal Beheer Achmea Euro fonds MLIIF Euro-Markets Fund Vermogensbehoud Nieuwe Leaders Aandelen wereldwijd Lipper Leaders Consistent rendement Lipper Leaders op het gebied van consistentie laten superieure rendementen zien wanneer er wordt gecorrigeerd voor risico. Voor beleggers die consequente prestaties van een fonds belangrijker vonden dan de absolute hoogte van het rendement is dit een nuttige maatstaf. Om de scores te berekenen corrigeert Lipper de rendementen van de fondsen met de volatiliteit, gerelateerd aan soortgelijke fondsen. Er worden scores berekend over een periode van 3, 5 en 10 jaar. Op basis van een gewogen gemiddelde van de score in de drie periodes berekent Lipper ook een overall score voor consistentie. I E X ABN AMRO Model Fund 6 ABN AMRO Sustainable Global Equity Allianz RCM Global Equity Aviva Morley Global Equity Focus CIF Global Equity Dexia Equities L World Dexia Equities L World Welfare Dexia Sustainable World Fidelity Funds - Inst Global Focus Fidelity Inst Select Global Equities Fortis L Equity World Instl Franklin Global Growth Ikano Global Equity ING (L) Invest Sustainable Growth ING Dynamic Mix V KBC Equity Generation KBC Equity Global Legg Mason Global Equity MFS Meridian Funds Global Equity Morgan Stanley Global Brands Pioneer Funds Global Equity Pioneer Funds Global Ethical Equity Robeco Global Equities Sarasin Sustainable Equity - Global UBS (Lux) Equity Fund - Eco Performance Vanguard Global Stock Index WinFund International Diversified PF P r o f s Q 1 / 0 8 Opinie 31 130/30 is een modegril U wordt vast ook bedolven onder aankondigingen van de start van nieuwe 130/30-fondsen. Eerlijk gezegd denk ik niet dat deze fondsen het op lange termijn gaan redden. Dat neemt niet weg dat de opkomst van deze fondsen toch een positief verschijnsel is. door Mark Baak E en 130/30-fonds is ergens een soort hedge fund, maar dan wel eentje met een strikt mandaat. Positief aan de opkomst van deze fondsen is dat ze een steeds groter beleggend publiek bekend maken met hedge-technieken. Voor wie nog niet weet hoe dit soort fondsen werken: voor iedere 100 euro die een belegger inlegt, wordt er voor 130 euro long belegd (dus aandelen gekocht) en voor 30 euro short belegd (aandelen verkocht). De netto positie van het fonds wordt hierdoor op 100% long gehouden. Eigenlijk zijn 130/30fondsen dus een soort long only plus-beleggingen. Het idee hierachter is dat de manager van het fonds meer mogelijkheden heeft om actief te beleggen. managers die wèl toegevoegde waarde leveren. Het invoeren van een performancegerelateerde vergoeding lijkt me bij zo’n fonds dan ook op zijn plaats. Hé, het is een hedge fund Wat houden we dan over? Een fonds met een flexibel mandaat waarbij de manager beloond Meer vrijheidsgraden moeten in theorie betere beleggingen opleveren Waarom niet 150/50? Wie kiest voor 130/30-fondsen doet dat omdat hij van mening is dat de manager van het fonds zijn extra vrijheidsgraden om zal zetten in een betere belegging. Maar als u inderdaad vindt dat die extra vrijheidsgraden zorgen voor een betere belegging, waarom beperkt u zich dan tot de strikte verhouding 130 long en 30 short? De bruto (160) en netto (100) exposure liggen hiermee immers altijd vast. Dat ontneemt de fondsmanager de mogelijkheid om waarde toe te voegen door de bruto of netto exposure aan te passen aan de marktomstandigheden. wordt op basis van behaalde (out)performance. De belegger zal verder graag zien dat de manager zijn beleid zo inricht dat hij streeft naar absolute returns. Zijn we dan niet heel dicht bij de kenmerken van een klassiek hedge fund aangekomen, als verbeterde versie van een 130/30fonds? Ik denk dat het die kant op gaat en dat 130/30-fondsen slechts een tussenstap en een modegril zijn. De vrijheidsgraden van 130/30-fondsen zijn simpelweg nog te beperkt om dit fondstype een overlevingskans te bieden. Vrees dus niet: er komt zo goed als zeker een eind aan die stroom 130/30-aankondigingen in uw inbox. Q1 Maar goed, het is een eerste stap in de goede richting. Meer vrijheidsgraden moeten in theorie betere beleggingen opleveren. Niet iedere manager zal om kunnen gaan met die extra vrijheid en u betaalt natuurlijk alleen voor I E X P r o f s Q 1 / 0 8 Beleggingsfondsen 33 Top 400 Beleggingsfondsen In het derde kwartaal van 2007 kwam er een eind aan de relatieve rust op de westerse beurzen. Dat had nogal wat gevolgen voor de prestaties van beleggingsfondsen. In samenwerking met dataleverancier Lipper stelde IEX Profs een overzicht samen van de 400 beste fondsen in maar liefst 50 sectoren. De fondsen zijn gerangschikt op hun rendementen in 2007 tot en met het derde kwartaal. Daarnaast staan de – vaak extreem uiteenlopende – resultaten in de twee maanden daarna weergegeven, plus de cijfers over één, drie en vijf jaar. Aandelen Nederland 2007 t/m Q3 NN Nederland Fonds RVS Aandelen Fonds ING Bank Dutch Polis Teslin Midlin ING (L) Invest Dutch Equity TU Holland Fonds Postbank Nederlandfonds Delta Lloyd Nederland AEGON Index Plus Fund Levob AEX+ fonds StreetTRACKS AEX Index ETF Allianz Holland Fund AEGON Equity Holland Fund Allianz Aandelen Fonds iShares AEX FBTO Nederland Aandelenfonds Centraal Beheer Achmea Nederland fonds AXA Aandelen Nederland Avero Achmea Nederland Aandelenfonds Dexia Equities L Netherlands 12 maanden Q4 t/m 30 november 13,2 13,2 13,1 13,0 12,7 12,6 12,4 12,1 12,1 12,0 12,0 11,8 11,7 11,7 11,6 11,4 11,4 11,0 10,8 10,8 -5,2 -5,2 -5,2 -3,7 -5,9 -5,3 -5,3 -6,3 -5,7 -7,4 -7,7 -11,0 -6,9 -6,9 -5,9 -7,3 -7,3 -6,4 -7,5 -7,7 3 jaar 11,2 11,2 11,1 11,2 10,3 10,4 10,2 9,5 9,6 6,8 7,1 3,6 8,5 8,3 8,9 6,3 6,3 7,6 5,6 6,1 5 jaar 68,3 68,3 67,4 67,7 60,2 64,6 64,2 67,5 66,0 60,1 60,6 56,7 72,1 65,3 55,1 63,3 61,0 81,4 65,2 55,1 60,0 57,8 76,7 56,9 57,7 57,7 59,6 54,5 55,9 52,7 52,8 59,1 47,4 51,2 Aandelen Nederland small- & midcap 2007 t/m Q3 Delta Deelnemingen Fonds Orange Teslin Darlin Teslin Todlin Orange Oranje Participaties ABN AMRO Small Companies Netherlands Triodos Cultuurfonds 13,0 10,5 10,3 8,7 4,4 3,6 -1,8 I E X P r o f s 12 maanden Q4 t/m 30 november -4,4 -10,2 -13,5 -6,4 -11,1 -12,0 1,7 Q 1 / 0 8 14,2 4,5 -1,1 9,3 -2,6 -3,4 -0,6 3 jaar 5 jaar 110,4 106,8 76,0 82,0 82,0 91,8 318,7 201,1 185,7 167,5 230,3 227,2 Beleggingsfondsen Beleggingsfondsen 34 35 Aandelen wereldwijd Aandelen Europa 2007 t/m Q3 Allianz-dit Global EcoTrends Fortis OBAM DWS Invest New Resources Fortis L Equity Environmental Sustainability World Artemis Intl Global Equity DWS Invest Sustainability Carmignac Investissement ING Global Growth DWS Invest Global Equities Sarasin OekoSar Equity - Global SKAGEN Global OHRA Aandelen Fonds CAAM Funds Global Resources & Industry Janus Global Research A USD Franklin Global Growth Jyske Invest Aggressive Strategy Petercam Equities World Fidelity Inst Global Focus KBC Equity Generation Credit Suisse Equity (Lux) Global Security 12 maanden Q4 t/m 30 november 35,5 32,2 22,2 20,3 18,0 17,6 17,2 16,2 16,0 15,8 15,1 14,9 14,7 14,4 13,5 12,5 10,7 10,2 10,2 10,0 7,4 -1,7 1,6 1,1 -4,1 -3,3 0,5 -0,7 -1,4 -2,8 -2,9 -1,1 -3,5 -2,5 -4,8 -4,2 -3,0 -1,7 -2,4 -2,3 3 jaar 52,0 34,4 29,1 26,7 5 jaar 118,1 16,9 19,4 17,9 18,6 17,7 16,5 16,1 12,2 12,5 13,0 12,3 10,5 10,1 10,5 8,1 134,4 34,9 96,3 68,8 58,9 43,0 141,1 72,5 68,2 95,7 52,6 227,4 42,5 53,6 87,9 58,0 50,1 46,4 46,1 94,1 58,9 46,5 Aandelen wereldwijd exclusief VS 2007 t/m Q3 JPM Global ex-US Select Small Cap A Acc EUR MFS Meridian Funds Research InternationalUSD Putnam International (Non US Core) Equity Fund Calvert International Equity Fund Dexia Quant Equities World ex-USA 12 maanden Q4 t/m 30 november -4,1 -2,9 -6,1 -7,7 -6,1 3 jaar 17,2 4,8 0,3 -3,0 -3,1 P r o f s 12 maanden Q4 t/m 30 november 27,2 9,6 8,6 8,1 7,1 4,1 4,1 3,8 3,5 1,1 I E X 19,3 13,7 13,6 13,0 12,2 11,8 11,8 11,5 11,1 11,0 11,0 11,0 11,0 10,9 10,7 10,4 10,1 10,1 10,0 10,0 6,3 -8,0 -2,9 -3,4 -0,4 -5,4 -6,6 -3,4 -6,9 -13,2 Q 1 / 0 8 33,2 4,4 8,1 8,1 11,3 1,9 1,1 5,7 -0,1 -7,4 2007 t/m Q3 5 jaar 93,5 133,8 42,1 39,4 38,6 47,4 Aandelen wereldwijd small- & midcap OHRA Milieutechnologie Fonds IdB Multi Manager Emerging Companies MLIIF Global Opportunities Fund A2 USD MLIIF Global SmallCap Fund USD OekoWorld OekoVision Classic Schroder ISF Global Smaller Companies INVESCO Global Small Cap Equity USD KBC Equity New Shares Franklin Global Small-Mid Cap Growth Templeton Global Smaller Companies USD Petercam L Equities Europe Triton Fidelity Funds - European Aggressive Dexia Equities B EMU Growth MLGSP European Large Cap Core MLIIF Euro-Markets Fund Robeco European Opportunities Nordea 1 European Equity Fund iShares DJ Euro STOXX Growth Pioneer Funds Euroland Equity DWS Invest European Equities Allianz Europees Fonds MLIIF European Focus Fund DWS Invest Top Europe Allianz Holland Europe Fund iShares DJ Euro STOXX Value WP Stewart Europe HSBC GIF Euroland Equity AC EUR iShares FTSEurofirst 80 Achmea Euro Aandelenfonds GAM Star Continental European Equity GBP Acc 12 maanden Q4 t/m 30 november -7,0 0,1 -0,2 -0,5 -0,7 -7,2 -1,9 2,6 -1,1 -0,4 -2,1 -1,8 -1,3 -2,1 -0,4 -3,4 -1,0 0,6 -2,5 -0,7 3 jaar 18,1 15,9 17,1 17,5 15,3 7,8 12,5 18,2 14,3 16,4 13,3 13,5 14,6 13,2 14,8 11,2 14,2 14,5 10,5 14,5 5 jaar 88,6 147,0 80,8 70,5 93,5 56,5 58,7 63,8 94,6 62,6 82,8 106,1 73,0 67,0 65,3 85,0 80,3 39,7 68,9 67,7 65,3 77,8 36,4 91,2 105,3 110,9 Aandelen Noord-Amerika 15,9 4,4 3,5 1,6 -0,8 2007 t/m Q3 2007 t/m Q3 3 jaar 5 jaar 116,7 44,5 44,0 44,3 65,9 111,5 87,4 83,2 69,6 97,1 42,8 74,3 43,9 27,6 71,6 112,6 64,0 61,6 Janus US All Cap Growth USD Franklin US Opportunities USD Janus US Twenty USD ABN AMRO Columbia Securities Legg Mason Growth USD Henderson HF American Equity USD Pictet F (LUX)-US Eq Selection Gartmore SICAV US Opportunities EUR Morgan Stanley US Equity Growth USD Dexia Equities L Nasdaq ABN AMRO US Opportunities USD KBC Equity Nasdaq Threadneedle American Select UBS (Lux) Equity Sicav - USA Growth ABN AMRO US Equity Growth USD MLGSP North American Large Cap Growth USD RIC II US Growth Loomis Sayles US Large Cap Growth (USD) Lehman Brothers US Large Cap Growth USD INVESCO US Growth Equity I E X 13,7 13,2 12,9 12,5 11,1 11,0 10,9 10,5 10,5 9,2 9,1 9,0 9,0 8,2 8,1 6,5 6,3 6,0 5,9 5,8 P r o f s 12 maanden Q4 t/m 30 november -1,8 -5,5 1,4 0,7 -5,7 -1,7 -0,6 -4,4 -2,7 -3,2 0,1 -3,5 -5,1 -3,2 0,2 -0,7 -4,1 -1,2 -0,6 -4,7 Q 1 / 0 8 12,9 6,7 14,7 12,4 5,5 10,7 10,3 5,6 6,8 4,1 8,8 3,7 3,0 4,6 9,4 6,2 2,6 4,9 6,3 1,8 3 jaar 5 jaar 36,6 31,4 47,7 51,1 14,4 36,5 26,7 42,2 38,7 58,7 26,5 16,3 31,0 15,6 16,7 15,8 15,3 32,0 28,5 25,9 8,6 17,7 13,5 18,0 24,1 17,3 -0,5 4,3 11,9 15,0 Beleggingsfondsen Beleggingsfondsen 36 37 Aandelen Europa small & midcaps 2007 t/m Q3 Petercam Equities European Small & Midcaps Dexia Equities B EMU Small Caps DWS Invest European Small/Mid Cap JPM Europe Micro Cap Threadneedle Pan European Smaller Companies HSBC GIF Euroland Equity Smaller Cos DWS Provesta Fidelity Funds - European Smaller Cos AXA WF Europe MicroCap JPM Europe Dynamic Small Cap Aandelen Verre Oosten exclusief Japan 12 maanden Q4 t/m 30 november 14,8 12,7 11,9 11,2 11,0 9,7 9,6 9,5 8,8 8,8 -7,0 -9,2 -2,6 -11,3 -4,0 -8,6 -8,4 -4,8 -5,7 -6,1 3 jaar 13,3 9,1 15,7 6,0 13,5 7,2 5,9 11,6 10,3 9,2 5 jaar 105,0 84,3 77,2 84,2 2007 t/m Q3 235,8 134,5 163,3 Aandelen Noord-Amerika small- & midcaps 2007 t/m Q3 SGAM Fund Equities US Mid Cap Growth Lehman Brothers US Small Cap Growth USD Goldman Sachs US Growth Opps Pf Base Curr USD Threadneedle American Smaller Companies MLGSP North American Mid Cap GrowthUSD WIP US Aggressive Growth Fd USD Franklin US Small-Mid Cap Growth Janus US Venture USD MLGSP North American Small Cap Growth USD JPM US Small Cap Growth USD 12 maanden -4,2 -2,5 -7,7 -7,6 -9,0 -6,0 -9,4 -2,8 -7,8 -8,4 3 jaar 11,6 10,8 3,1 3,8 1,4 1,2 -2,7 5,4 -2,3 -1,6 5 jaar 2007 t/m Q3 31,0 46,1 20,6 30,3 25,0 35,4 19,2 49,7 14,1 21,7 21,6 37,7 45,3 25,5 75,3 32,8 Aandelen Verre Oosten 12 maanden Q4 t/m 30 november 28,3 26,6 22,9 19,6 19,1 18,7 18,6 17,5 15,4 13,8 -5,8 -4,4 -2,1 -2,3 -2,6 -2,3 -3,6 -5,0 -1,2 -4,2 3 jaar 2007 t/m Q3 I E X 59,9 50,5 52,1 50,3 43,7 44,8 37,9 40,0 41,7 43,8 Credit Suisse Systematic Alpha (Lux) Eq Japan SGAM AI Equisys Fund Japan Franklin Templeton Japan JPY Investec Japan Net GBP Morgan Stanley Japanese Value Equity JPY Schroder ISF Japanese Equity Alpha JF Japan Alpha Plus USD HSBC GIF Japanese Equity JPY Parvest Japan Principal GI Japanese Equity Investor AIG Japan New Horizon 12 maanden Q4 t/m 30 november -6,7 -6,0 -11,9 -8,7 -4,5 -8,2 -7,2 -7,1 -5,5 -7,5 -7,2 0,7 -0,2 -0,9 -1,1 -2,8 -3,4 -3,8 -4,2 -4,6 -4,6 5 jaar 2007 t/m Q3 22,8 29,7 25,7 21,3 21,2 21,7 18,4 14,7 19,3 14,8 89,9 102,4 130,4 85,5 83,1 50,7 84,6 69,6 107,4 39,8 39,1 36,4 29,6 26,2 12,9 P r o f s 12 maanden Q4 t/m 30 november -8,8 -7,1 -7,1 -6,4 -7,9 -5,1 Q 1 / 0 8 32,5 37,6 29,6 25,0 19,8 10,2 AXA Rosenberg Japan Small Cap Alpha JPY LODH Invest - Japanese Small & Mid Caps Martin Currie GF Japan Mid-Cap JPY Schroder ISF Japanese Smaller Companies Pictet F (LUX)-Japanese Mid-Small Cap 107,5 142,3 164,6 142,4 228,2 202,7 165,4 111,0 124,8 130,9 139,4 3 jaar -5,1 -9,4 -5,7 -2,3 -10,5 -8,6 -7,7 -7,0 -8,4 -7,8 3 jaar 5 jaar 106,1 118,4 117,6 269,1 12 maanden Q4 t/m 30 november -7,1 -8,5 -10,2 -12,5 -12,6 5 jaar 1,1 24,1 28,9 10,6 17,7 23,5 22,1 27,4 33,6 32,6 36,4 43,6 42,4 52,3 -9,5 -5,5 -5,6 -7,3 -5,4 3 jaar -14,9 -13,8 -14,4 -18,0 -15,4 5 jaar 5,9 7,8 15,2 -6,4 12,7 62,3 33,5 22,9 Aandelen China 2007 t/m Q3 Aandelen Verre Oosten small- & midcaps HSBC GIF Asia ex Japan Equity Smaller Cos USD INVESCO Asia Opportunities Equity AXA Rosenberg Pacific Ex Japan Sm Cap AlphaUSD DWS Invest Asian Small/Mid Cap Schroder ISF Asian Smaller Companies Aberdeen Global-Asian Smaller Companies -3,2 -1,2 -2,2 0,2 -1,1 -1,2 -6,5 -2,9 -1,7 0,1 5 jaar Aandelen Japan small & midcaps 2007 t/m Q3 Magna Asia EUR CAAM Funds Asia Pacific Renaissance (USD) DWS Invest Top 50 Asia ABN AMRO Asia Pacific High Income Equity Allianz Holland Pacific Fund SGAM Fund Equities Asia Pacific Rim Fidelity Funds - Asia Pacific Growth & Inc Finles Lotus Fonds Fidelity Funds - Pacific iShares DJ Asia/Pacific Select Dividend 52,6 46,6 46,3 42,2 40,4 39,5 38,5 37,9 37,6 37,5 3 jaar Aandelen Japan Q4 t/m 30 november 16,8 13,5 12,1 11,1 10,9 8,2 7,9 7,1 5,9 5,4 MLGSP Asia Ex Japan Equity USD Templeton Asian Growth USD Fidelity Funds - South East Asia CAAM Funds Asian Growth (USD) JF Asia Alpha Plus USD Investec Asia ex Japan Net INVESCO Newly Industrialised Countries USD Allianz RCM Asia Pacific EUR Fortis L Equity Asia Cap Threadneedle Asia 12 maanden Q4 t/m 30 november Robeco Chinese Equities EUR Schroder ISF China Opportunities INVESCO PRC Equity USD Jyske Invest Chinese Equities UBS (Lux) Equity Fund - Greater China Dexia Equities B Red Chips SGAM Fund Equities China JF China USD Martin Currie GF Greater China ABN AMRO China Equity USD 70,7 70,3 64,6 63,9 62,0 59,1 58,8 58,1 57,7 55,5 I E X P r o f s 12 maanden Q4 t/m 30 november -4,0 -0,7 -3,9 -3,6 -2,8 -4,6 -4,3 -1,2 -4,7 -4,2 Q 1 / 0 8 82,9 95,2 77,8 83,0 76,9 75,1 73,2 82,9 65,7 75,3 3 jaar 5 jaar 212,1 311,7 218,4 231,3 193,7 383,8 206,8 223,8 133,8 217,6 240,6 325,8 357,5 340,8 Beleggingsfondsen 38 Aandelen India 2007 t/m Q3 Himalayan Fund CAAM Funds India AIG Global Funds - AIG India Equity INVESCO India Equity DWS India 12 maanden Q4 t/m 30 november 36,5 36,5 31,1 29,6 29,5 17,7 13,7 13,7 13,3 7,9 3 jaar 5 jaar 57,5 57,1 53,6 235,5 409,7 42,9 196,9 379,9 Aandelen emerging markets wereldwijd 2007 t/m Q3 Robeco Emerging Stars Equities EUR Goldman Sachs BRICs Portfolio Base USD Jyske Invest Emerging Market Equities Schroder ISF BRIC JPM Emerging Markets Value USD Allianz RCM BRIC Equity EUR KBC Equity Bric DWS Invest BRIC Plus Gartmore SICAV Emerging Markets EUR Pioneer Funds Emerging Markets Equity E 12 maanden Q4 t/m 30 november 41,6 37,9 35,4 34,3 33,7 32,3 31,1 31,0 30,3 28,9 -1,0 2,5 2,9 2,5 -1,5 5,3 3,7 4,0 -0,9 0,8 3 jaar 47,1 53,0 46,6 50,4 36,2 50,6 47,0 47,0 36,9 36,9 5 jaar 154,7 237,9 121,1 190,2 144,8 151,8 240,4 233,6 Aandelen emerging markets Europa 2007 t/m Q3 Fortis L Equity Turkey Jyske Invest Turkish Equities KBC Equity Turkey East Capital Turkish Magna Turkey EUR East Capital Balkan Petercam Equities European Convergence JPM Eastern Europe Equity EUR UBS (Lux) Equity Fund - Central Europe Morgan Stanley Emer Eur, Mid East&Nth Af Eq 12 maanden Q4 t/m 30 november 50,9 46,3 45,8 43,2 41,0 39,2 21,3 20,6 17,3 16,1 -2,4 -5,2 -3,6 -3,2 -3,5 -7,6 0,5 5,0 0,3 6,4 3 jaar 55,4 49,7 48,4 43,8 42,4 37,0 31,4 35,1 22,4 34,2 5 jaar 178,2 178,8 124,8 171,9 322,1 256,0 318,2 Aandelen emerging markets Latijns Amerika 2007 t/m Q3 CAAM Funds Latin America Equities (USD) Gartmore SICAV Latin American EUR JPM Latin America Equity USD Credit Suisse Equity (Lux) Latin America Jyske Invest Latin American Equities 35,1 31,0 30,7 30,5 29,8 I E X P r o f s 12 maanden Q4 t/m 30 november 0,8 -1,6 0,9 -0,1 -2,0 Q 1 / 0 8 47,4 39,6 42,2 39,2 39,4 3 jaar 5 jaar 236,8 214,5 226,6 206,3 202,2 486,8 437,2 379,1 378,3 Beleggingsfondsen 40 Aandelen emerging markets Verre Oosten 2007 t/m Q3 Fortis L Equity Best Selection Asia Absolute Asia AM Emerging Asia Fd (USD) Sarasin EmergingSar-Asia Schroder ISF Emerging Asia Fidelity Funds - ASEAN INVESCO ASEAN Equity USD 12 maanden Q4 t/m 30 november 38,0 27,0 22,5 21,1 20,4 18,8 -0,2 -2,9 -3,9 -1,6 2,5 -3,0 3 jaar 45,9 28,9 23,1 23,0 27,9 21,5 5 jaar 133,6 102,3 96,2 110,8 94,9 77,5 164,0 136,3 167,4 140,8 118,5 Sectorfondsen Banken & Financials 2007 t/m Q3 EasyETF Euro Insurance KBC Equity Asset Management Davis Financial ING (L) Invest European Banking & Insurance Fidelity Funds - Financial Services 12 maanden Q4 t/m 30 november 2,0 -0,7 -2,6 -3,6 -3,6 -10,1 -0,8 -7,8 -5,5 -7,1 3 jaar -3,7 4,4 -6,1 -5,2 -7,4 5 jaar 54,2 59,1 16,9 39,4 46,7 59,9 68,1 20,9 52,1 54,3 Sectorfondsen Biotechnologie 2007 t/m Q3 Pictet F (LUX)-Biotech OHRA Medical Technology Fonds UBS (Lux) Equity Fund - Biotech JPM Global Life Sciences USD Fortis L Equity Biotechnology World 12 maanden Q4 t/m 30 november 9,4 6,2 1,9 0,9 0,6 0,1 -5,8 -3,0 -4,0 -5,0 3 jaar 10,7 2,2 -3,5 -6,1 -5,1 5 jaar 49,3 13,2 10,5 2,5 18,6 61,9 30,3 -3,8 -4,5 33,1 Sectorfondsen Gezondheid & Farmacie 2007 t/m Q3 MLIIF World Healthscience FundUSD Janus Global Life Sciences USD LODH Invest - Healthcare Expertise KBC Equity Pharma Growth Threadneedle Global Healthcare 12 maanden Q4 t/m 30 november 8,3 6,9 6,4 2,1 2,0 0,1 1,5 2,5 -0,7 -3,1 3 jaar 10,1 6,1 9,7 3,7 -0,5 5 jaar 29,4 23,4 31,5 18,6 25,1 18,7 19,2 9,0 19,0 18,9 Sectorfondsen Grondstoffen 2007 t/m Q3 MLIIF World Mining Fund USD JPM Global Natural Resources Carmignac Portfolio Commodities ING Basic Materials Baring Global Resources USD 48,7 31,6 31,5 31,3 28,2 I E X P r o f s 12 maanden Q4 t/m 30 november 0,8 -2,4 -2,8 -1,2 -0,4 Q 1 / 0 8 54,3 31,4 28,9 35,1 34,0 3 jaar 5 jaar 207,0 369,8 140,9 92,1 135,5 197,1 Beleggingsfondsen Beleggingsfondsen 42 43 Commodityfondsen 2007 t/m Q3 Sectorfondsen Industrie Algemeen 2007 t/m Q3 Fidelity Funds - Industrials Dexia Equities B European Industrials Dexia Equities L Europe Indust & Transp Sect StreetTRACKS MSCI Europe Industrials ETF Fortis L Equity Industrials Europe 12 maanden Q4 t/m 30 november 16,4 14,3 13,8 11,5 10,5 -1,8 -2,7 -2,6 -0,7 -2,9 3 jaar 18,0 18,1 17,8 17,7 13,7 5 jaar 94,4 102,5 101,2 95,4 81,5 131,4 142,6 142,1 153,3 133,6 Sectorfondsen IT & Telecom 12 maanden Q4 t/m 30 november 23,5 20,6 19,4 17,0 15,9 15,2 14,7 14,2 14,0 14,0 -5,3 -2,4 1,9 -1,4 -2,9 -0,1 -3,5 -12,4 5,9 -0,9 3 jaar 20,6 17,4 28,2 17,6 16,3 21,6 11,4 3,9 26,7 21,5 5 jaar 45,3 43,4 70,2 71,9 33,3 79,3 35,5 24,6 46,8 77,4 34,5 33,3 80,1 61,7 50,1 83,7 37,5 21,3 72,2 121,8 Sectorfondsen Nutsbedrijven & Energie 2007 t/m Q3 OHRA New Energy Fonds KBC Eco Alternative Energy MLIIF New Energy Fund USD AXA WF Junior Energy EUR Credit Suisse Equity (Lux) Future Energy EUR 12 maanden Q4 t/m 30 november 34,3 26,6 24,2 20,5 17,2 10,8 10,9 8,4 -0,3 4,0 3 jaar 50,7 43,4 38,8 23,3 24,0 5 jaar 114,1 145,8 124,0 118,0 175,6 167,1 2007 t/m Q3 4,2 0,4 0,0 -1,5 -2,0 -2,2 -3,5 -3,7 -3,9 -4,0 I E X P r o f s 12 maanden Q4 t/m 30 november -11,0 -8,3 -6,7 -7,5 -8,7 -9,0 -9,0 -10,4 -7,8 -9,3 Q 1 / 0 8 -4,3 -5,3 -2,8 -6,1 -7,6 -7,4 -8,7 -11,0 -8,3 -9,9 2007 t/m Q3 -10,7 4,0 -15,8 10,8 -2,0 8,3 5,1 3,3 11,4 0,4 3 jaar 5 jaar 3 jaar 5 jaar 36,9 29,9 -8,2 32,0 16,4 14,2 16,0 15,9 23,1 9,7 Jyske Invest Growth Strategy Ikano All Seasons Comgest Monde Petercam L Balanced High Risk ABN AMRO MMF Dynamic Profile 3 jaar 5 jaar 23,2 65,2 158,6 13,5 7,9 6,8 6,5 5,9 114,3 83,1 59,4 121,4 -2,0 0,4 -8,4 -5,4 -2,2 15,7 10,1 0,8 3,6 5,7 87,6 94,9 34,5 38,5 31,6 39,1 35,0 Mixfondsen wereldwijd – gebalanceerd 2007 t/m Q3 Jyske Invest Dynamic Strategy Jyske Invest Balanced Strategy Allianz Combinatie Fonds OHRA Totaal Fonds Petercam L Balanced Low Risk 12 maanden Q4 t/m 30 november 10,2 7,2 6,3 5,8 5,0 -1,4 -0,4 -3,3 -0,2 0,3 3 jaar 11,9 8,9 4,5 6,2 7,2 5 jaar 48,0 32,9 25,3 29,5 54,4 37,8 29,6 Mixfondsen wereldwijd – conservatief Franklin Templeton Strategic Income Jyske Invest Stable Strategy JPM Global Capital Preservation Sivek Global Low Fortis L Absolute Return Stability 12 maanden Q4 t/m 30 november 4,6 4,1 3,7 3,6 2,8 -0,5 0,3 1,2 -0,8 -0,4 3 jaar 4,8 5,4 6,7 3,1 3,2 5 jaar 28,1 32,2 16,6 8,7 29,9 Mixfondsen Europa – agressief 2007 t/m Q3 56,1 47,2 12 maanden Q4 t/m 30 november 2007 t/m Q3 Vastgoedfonden wereldwijd Robeco Hoog Dividend Onroerend Goed JPM Global Real Estate Securities EUR NN Vastgoed Fonds Sarasin Real Estate Equity - Global AXA WF Aedificandi Global Postbank Vastgoedfonds ING Onroerend Goed Aandelen JPM Global Real Estate Securities USD Franklin Global Real Estate Euro OHRA Onroerend Goed Fonds 58,4 24,7 20,3 19,9 19,5 19,1 17,1 16,8 16,8 16,3 Mixfondsen wereldwijd – agressief 2007 t/m Q3 EasyETF Euro Technology LODH Invest - Infology Jyske Invest Telecom Equities JF Pacific Technology USD OHRA Internet Fonds Fidelity Funds - Telecommunications Henderson HF Global Technology USD StreetTRACKS MSCI Europe Information TechnologyETF StreetTRACKS MSCI Europe Telecom Services ETF UBS (Lux) Equity Fund - European Smaller Techno ETFS Wheat ETFS Soybeans ETFS Copper ETFS Soybean Oil ETFS Grains ETFS Heating Oil ETFS Gasoline UBS (Lux) - Rogers Int Commodity Index ETFS Brent Oil Robeco Commodities 12 maanden Q4 t/m 30 november Allianz Holland Selectie Fonds Allianz Holland Euro Selectie Fonds PIMCO GIS EuroStocksPLUS Total Return Triodos Fair Share Fund AEGON Europees Mix Fund 8,5 6,9 6,9 5,2 4,5 I E X 12 maanden Q4 t/m 30 november P r o f s -1,2 -0,9 1,2 0,3 -1,2 Q 1 / 0 8 9,6 8,2 10,7 5,3 5,8 3 jaar 5 jaar 40,9 38,4 49,9 53,2 15,3 43,0 63,7 Beleggingsfondsen Beleggingsfondsen 44 45 Obligaties emerging markets 2007 t/m Q3 Mixfondsen Europa – gebalanceerd 2007 t/m Q3 Fidelity Funds - Euro Balanced Centraal Beheer Achmea Euro Mixfonds Achmea Euro Mixfonds 50/50 FBTO Euro Mixfonds Avero Achmea Euro Mixfonds 12 maanden Q4 t/m 30 november 5,4 4,8 4,7 4,6 4,2 -0,5 -0,9 -0,9 -1,0 -1,1 3 jaar 7,0 4,8 4,8 4,7 4,0 5 jaar 40,1 32,9 32,8 29,6 30,4 61,1 48,7 49,1 45,4 43,9 Mixfondsen Europa – conservatief 2007 t/m Q3 NN Protected Mix Fonds 70 F&C HVB Stiftungsfonds Dexia Sustainable European Balanced Low KB Lux Diversified Securities - 25/75 AXA Portfolio 8,1 6,2 5,8 5,8 5,7 5,3 5,3 5,2 4,5 3,7 -0,6 2,5 -0,6 -0,9 1,7 0,2 0,6 -0,9 0,8 2,1 3 jaar 9,9 10,3 9,2 8,3 8,3 7,3 7,7 6,0 9,7 5 jaar 30,9 38,8 22,4 18,0 16,2 24,9 34,6 29,1 Obligaties Verre Oosten 12 maanden Q4 t/m 30 november 7,1 3,4 1,9 1,7 1,6 Investec Emerging Markets Debt Inc Gross KBC Bonds Central Europe Jyske Invest Emerging Local Market Bonds INVESCO Emerging Local Currencies Debt Evli Ruble Debt Fortis L Bond World Emerging Local Credit Suisse Bond (Lux) Emerging Europe KBC Renta Forintrenta KBC Bonds Euro Candidates Pioneer SF Slovak Short Term SKK 12 maanden Q4 t/m 30 november 0,0 0,7 -0,5 -0,6 0,3 3 jaar 9,9 4,4 1,5 0,5 2,2 5 jaar 40,9 18,3 18,1 11,8 21,5 2007 t/m Q3 53,0 37,2 29,8 17,9 34,3 Obligaties wereldwijd Templeton Asian Bond USD Pictet F (LUX)-Asian Local Curr Debt Schroder ISF Asian Bond Credit Suisse Bond (Lux) Asia ABN AMRO Asia Bond USD 12 maanden Q4 t/m 30 november -1,2 -1,6 -2,0 -2,9 -4,4 -4,0 -2,3 -2,5 -0,3 -2,2 3 jaar -2,8 -2,7 -4,6 -2,8 -5,1 5 jaar 4,3 0,0 8,6 -3,0 Obligaties dollar 2007 t/m Q3 DWS Invest Total Return Bonds SKAGEN Tellus ASN Novib Fonds AXA WF Development Debt Templeton Global Total Return USD Threadneedle Absolute Return Bond Ret Gross Acc DWS Invest Global Bonds LC Jyske Invest Income Strategy MLGSP Total Return Euro II S1 EUR Templeton Global Bond Euro A Acc EUR 12 maanden Q4 t/m 30 november 5,1 3,8 3,1 2,1 2,0 1,4 1,2 0,9 0,7 0,7 0,4 -2,5 0,5 0,7 -3,3 -0,6 0,5 0,8 -2,7 -1,0 3 jaar 6,1 2,0 3,7 3,0 0,3 0,7 1,1 1,6 -2,3 0,0 5 jaar 2007 t/m Q3 9,4 9,5 7,3 15,7 11,5 17,5 -0,2 10,6 0,3 5,5 -0,2 13,1 Obligaties Europa Vanguard US Government Bd Index DWS Invest USD Bonds Nordea 1 Dollar Bond Fund Credit Suisse Bond (Lux) Parvest US Dollar Bond PIMCO GIS Total Return Bond Dexia Bonds USD Government C Cap LODH Invest - Dollar Bloc Bond P A UBS (Lux) Bond Sicav - USD Select B Credit Suisse Portfolio (Lux) Fixed Inc (US$) B 12 maanden Q4 t/m 30 november -3,1 -3,1 -3,2 -3,2 -3,2 -3,2 -3,2 -3,4 -3,5 -3,6 0,2 -2,7 0,0 0,0 0,6 0,3 1,1 0,2 -0,4 -0,7 3 jaar -3,1 -6,2 -3,4 -3,5 -3,1 -3,2 -2,6 -3,6 -3,9 -4,6 5 jaar 4,4 -0,9 2,7 2,5 2,9 4,4 4,2 3,0 1,1 -0,6 -16,3 -18,4 -16,9 -18,0 -18,8 -14,0 -17,3 -17,7 -16,2 Hedgefondsen 2007 t/m Q3 KBC Renta Nokrenta Threadneedle Target Return Gross GBP CAAM Funds European Bond Pioneer Funds Euro Maturity Bond Pioneer SF Vintage Euro Low Pioneer Funds Euro Strategic Bond MFS Meridian Funds Euro Reserve Pioneer Funds Total Return Defensive PIMCO GIS EuriborPLUS E Credit Suisse Bond (Lux) Target Return (Euro) B I E X 12 maanden Q4 t/m 30 november 7,4 3,6 3,2 2,6 2,1 2,0 1,8 1,7 1,7 1,5 P r o f s -4,1 1,7 0,1 0,7 0,7 -0,6 0,4 0,6 0,7 -1,6 Q 1 / 0 8 1,6 4,8 3,4 3,2 2,9 1,8 2,3 1,9 2,5 0,4 3 jaar 2007 t/m Q3 5 jaar 3,6 13,4 6,5 23,0 11,1 4,0 6,4 13,8 KB Lux Special Opps Long/Short Equity USD Vermeer Mid Volatility Attica Long/Short Selector Prisma Plus Fonds Theta Multistar Medium Volatility Parworld Quam 10 ING Multi-Strategies Topaz Attica Market Neutral Selector ING Multi-Strategies Onyx Permal Natural Resources USD 10,3 10,1 9,4 9,3 8,6 7,3 5,7 5,2 4,3 4,1 I E X P r o f s 12 maanden Q4 t/m 30 november Q 1 / 0 8 3,0 3,7 3,7 16,8 16,7 16,4 3,0 0,5 1,8 1,3 1,2 1,6 14,5 9,4 9,1 7,0 6,3 6,3 3 jaar 5 jaar 41,1 57,4 87,2 39,8 21,7 10,3 15,9 36,8 49,1 24,2 30,0 Hedge funds 48 Real Life Hedge, afl. 1 Vanuit een omgebouwde garage van een Voorburgse vila bespelen John Hoek en Kees Collee de kapitaalmarkt. IEX Profs verhaalt in feuilletonvorm over de real life-lotgevallen van een beginnend hedge fund. Deel 1: de moeizame start. door Pieter Kort Kees Collee en John Hoek E en beheerd vermogen van 50 tot 100 miljoen euro, dat is het streven van hedge fund-managers Kees Collee en John Hoek, die eind 2006 begonnen met hun DQS Fund. De naam staat voor Dutch Quantitative Strategies, een redelijk arbitrair gekozen naam, al komen, zo zegt Collee met een knipoog, in die naam wel de initialen van mede-oprichter Dick Siekman voor. Voorlopig staat de teller nog op ruim 2 miljoen euro, waarvan een groot deel eigen geld, maar de fundmanagers verwachten dat de resultaten van het fonds uiteindelijk wervend genoeg zullen zijn om een gestage stroom nieuwe klanten binnen te halen. Eigen geld “We krijgen er iedere maand wel een paar bij,” zegt John Hoek, die zijn loopbaan tot dusver vooral in de derivatenhandel doorbracht. Ook Collee is een voormalig optiehandelaar, maar hij verliet de vloer al vele jaren geleden om zich te wijden aan het ontwerpen van handelsmodellen. Die modellen vormen nu de kern van DQS Fund. Circa twintig door Collee ontworpen modellen geven dagelijks koop- en verkooporders op di- verse markten af en die worden door het fonds stringent uitgevoerd. Door de verscheidenheid aan modellen is de onderlinge correlatie minimaal en dat zou op termijn moeten leiden tot goede resultaten die weinig of geen relatie met de markt vertonen. Collee handelt al jaren met eigen geld en liet de rendementen door een accountant controleren. Met die trackrecord in de hand (gemiddeld 38,5% per jaar van 2002 tot en met 2005) besloten Hoek, Collee en Siekman in 2005 er een hedge fund van te maken. Tegenvaller Dat was lastiger dan het leek, stellen ze achteraf vast. “Alleen het maken van het prospectus duurde al 8 à 12 maanden,” zegt Collee. “Ieder keer wordt er wat veranderd, of is er weer iets nieuws waar je naar moet kijken.” Het fonds heeft een minimale inleg van 100.000 euro en valt dus buiten het directe toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), maar, zegt Hoek, “we hebben ons toch geconformeerd aan de regels van de AFM.” In eerste instantie probeerden Hoek en Collee een vliegende start te maken door seed capital binnen te halen van een grote investeerder, maar dat viel tegen. “Volgens een onderzoek is een investeringsbeslissing in hedge funds voor 35% afhankelijk van de breed van de fondsmanagers en maar voor 30% afhankelijk van de trackrecord”, zegt Hoek. “In ons CV ontbreken namen als Goldman Sachs en Merrill Lynch. Sommige partijen die in eerste instantie heel enthousiast waren haakten om onduidelijke redenen toch af.” Hoog risicoprofiel In 2006 besloten Hoek, Collee en Siekman om er dan maar een fonds voor gemene rekening van te maken en te mikken op een startkapitaal van 3 miljoen euro. Ook dat bedrag werd niet gehaald, ondanks de mooie performance-cijfers die ze konden overleggen. “Dat was een tegenvaller”, zegt Collee. “Ik dacht dat geld ophalen niet zo moelijk zou zijn. We zijn uiteindelijk in augustus 2006 begonnen met 1,2 miljoen euro vermogen in het fonds.” Inmiddels is dat vermogen bijna verdubbeld, door nieuwe instroom, maar ook door rendement. DQS stelt zich ten doel jaarlijks 30% rendement te maken. Dat is veel, geeft Collee toe, “maar ik weet dat het met ons trackrecord haalbaar is. Dat betekent wel dat we een risicoprofiel hebben waarbij soms ook een flinke drawdown mogelijk is. Ik kan daar wel tegen, maar een belegger in dit fonds moet zich daar wel van bewust zijn.” Een van de belangrijke tests voor het fonds was de kredietcrisis van augustus en september. Juist wanneer long only-fondsen het zwaar hebben, zou een hedge fund zich moeten onderscheiden. Dat deed DQS, vertelt Hoek. “In september boekten we 10% winst en de afgelopen maand, toen de Dow Jones 5% verloor, stonden wij in de plus.” De verdere lotgevallen van John Hoek en Cees Collee leest u in de volgende uitgave van IEX Profs. Q1 DQS Fund Managers Start Belegd vermogen Strategie Rendement 2007 I E X P r o f s John Hoek & Kees Collee Augustus 2006 2,1 miljoen euro Kwantitatief, op basis van circa 20 modellen 15,3% (tot medio november) Q 1 / 0 8 18 A D V E R T O R I A L 19 A D V E R T O R I A L Wereldwijd beleggen Het structured products-team van ABN Amro Markets struint de hele wereld af op zoek naar de allerbeste beleggingskansen. Van Brazilië tot China, van olie tot soja en in opgaande, maar zeker ook in een neergaande markten. Beleggen in opkomende economieën van Georgië en Kazachstan of inspelen op de trend van schone energie zoals zonneenergie? Het is niet eenvoudig om dit soort exotische markten thuis achter de pc in de gaten te houden en het is nog lastiger om er (zelfstandig) in te beleggen. Toch zijn deze markten en trends zo interessant dat het jammer zou zijn als beleggers – particulier of professional Wij kijken naar de markt als naar een kustlijn. Het gaat omhoog en omlaag, maar omlaag betekent niet dat er geen rendement te maken is. – daar niet op in kunnen spelen. Dat vinden ze bij ABN Amro Markets ook. Dit onderdeel van ABN Amro, dat structured products aan de man brengt en bekend is van Turbo’s en gespecialiseerde certifi- caten, is constant op zoek naar nieuwe beleggingskansen. Daarbij gaan ze niet alleen af op hun eigen research en ideeën. Jean-Paul van Oudheusen, hoofd van ABN AMRO Markets: “Het gebeurt re- gelmatig dat wij gebeld worden door particuliere beleggers of beleggingsadviseurs met een goed idee. Bijvoorbeeld het certificaat op Kazachstan. Daar was duidelijk vraag naar in de markt en binnen enkele weken konden wij aan de vraag tegemoet komen met dit certificaat.” ABN AMRO Markets onderscheidt zich verder van andere aanbieders door het ‘one-stop-shop-principe voor structured products. “Onze concurrenten hebben vaak een aanbod op deelgebieden. Het gemak van ABN AMRO Markets is dat beleggers structured products op allerlei verschillende markten en sectoren eenvoudig op onze website kunnen vinden én kunnen aanschaffen,” gaat Van Oudheusen verder. Deze website, www.abnamromarkets.nl wordt zeer veel bezocht. Daarnaast hanteert ABN AMRO Markets ook een speciaal telefoonnummer voor beleggers (0900MARKETS) en organiseren de structured product specialisten regelmatig (gratis) seminars voor geïnteresseerde beleggers in het hele land. In de prijzen Dat ABN Amro Markets succesvol is met hun structured products, want dat zijn Turbo’s certificaten en garantienotes, blijkt ook uit de prijzen die zijn hebben gekregen. “Deze zomer hebben we bijvoorbeeld een Effie, een marketingprijs gewonnen voor de Turbo’s. En daarnaast mochten we in 2007 ook nog een Gouden Tak (IEX), een Gouden Stier (Belegger.nl) en de Structured Products Europe Award 2007 mee naar huis nemen,” vertelt Van Oudheusden trots. Keurig trackrecord De totale waarde van alle structured products is in 2007 sterk gegroeid. “De Dutch Delight, een zesjarige garantienote op drie Nederlandse beleggingsfondsen met de hoogste Morningstar rating, heeft daar zeker aan bijgedragen,” gaat van Oudheusden verder. “Het product speelt in op de vraag van beleggers naar fondsen met een keurig trackrecord en een goede beheerder, in een markt die als een achtbaan op en neer ging in het afgelopen half jaar. Rolf Stout (Fortis Obam), Alex Otto (Delta Lloyd Deelnemingen fonds) en Wouter Weijand (ABN-Amro High Income Equity Fund) zijn dan ook niet de minste namen.” Ook de certificaten, die ABN Amro Markets afgelopen zomer introduceerde, doen het goed. Van Oudheusen: “Ik hoor een hoop positieve geluiden uit de markt hierover. Het is ook een eenvoudige en, vergeleken met beleggingsfondsen, een goedkopere manier om in te spelen op trends. Opvallend is dat beleggingsadviseurs certificaten ook in hun privé-portefeuille hebben. Dat is voor mij een teken dat we een goed gestructureerd product ontwikkeld hebben.” Nieuwe kansen “Wij zijn constant op zoek naar nieuwe beleggingskansen. Denk aan de euro/dollar koers, de goudprijs en de olieprijs. Dat zijn actuele thema’s, waar geld te verdienen valt.” Van Oudheusen verwacht ook dat de populariteit van de opkomende markten zich in 2008 voort zal zetten. En ook de vraag naar duurzame producten zal aanhouden, al zullen beleggers volgens ABN Amro Markets dan vooral op zoek gaan naar specialistische producten. “De hele financiële wereld is op duurzaam gedoken. Toch zijn daar ook nog voldoende kansen voor beleggers. Denk aan het zonne-energie certificaat. Dat certificaat is dit jaar met ruim 50% gestegen, maar met de plannen van verschillende overheden en instanties om bijvoorbeeld zonnecellen in de Sahara te zetten, lijkt er nog genoeg opwaarts potentieel. En dit is maar één voorbeeld,” aldus van Oudheusden. Altijd geld verdienen Maar ook als de beurs geen opgaande lijn vertoont, valt er geld te verdienen. “Wij kijken naar de markt als naar een kustlijn. Het gaat omhoog en omlaag, maar omlaag betekent niet dat er geen rendement te maken is. Met Turbo’s kunnen beleggers ook short gaan. Bijvoorbeeld met de Turbo short op de Home Building Index. Wij hebben deze turbo al 2 jaar en de index is van 1000 punten naar 250 gedaald. Beleggers die de huizencrisis aan zagen aankomen of op tijd de omvang van het probleem zagen en hier op inspeelden met deze Turbo, hebben een mooi rendement te pakken. En dat hoeft helemaal niet met een hoge hefboom.” “Wat ik wel jammer vind,” gaat Van Oudheusden verder, “is dat adviseurs soms nog een beetje terughoudend zijn om hun klanten te adviseren short te gaan. Dat is volgens mij helemaal niet nodig. Hoe meer de beurzen op en neer gaan, des te meer beleggers interesse tonen in structured products.” Uitstaande producten sinds 2004 Turbo’s Certificaten Garantie Producten 2004 2005 2006 2007 38 225 654 1667 6 34 53 93 19 46 65 95 (Turbo’s zijn op 28 juni 2004 geïntroduceerd en producten van 2007 zijn ‘tot nu toe’.) Groeicijfers ten opzichte van vorig jaar 2005 2006 2007 492,11% 229,41% 236,13% 266,67% 118,75% 215,79% 180,00% 155,56% 22 A D V E R T O R I A L Nederland is weer een hefboomproduct rijker De Limited Speeders van Citi Lousin Mehrabi, Equity Derivatives Benelux, is verheugd dat Citi als eerste emittent dit product nu ook in Nederland aanbiedt. Wat zijn Limited Speeders? “Met Limited Speeders wordt de belegging versneld. Net als opties, Turbo’s en futures hebben Limited Speeders een hefboom die de koersschommelingen van de onderliggende waarde versterkt. Omdat zowel ingespeeld kan worden op een stijging als een daling, kunnen deze producten ook gebruikt worden als dekkingsmiddel.” Limited Speeders versnellen de beleggingen, maar kunnen ook gebruikt worden als dekkingsmiddel Wat zijn dan de verschillen tussen Limited Speeders en opties? “Net als bij opties heeft een Limited Speeder een uitoefenprijs en een vervaldatum. Echter, bij een Limited Speeder is er geen sprake van tijdswaarde en is de volatiliteitswaarde te verwaarlozen. Een Limited Speeder is altijd in-the-money en heeft een Delta rond 100%. Dit komt omdat Limited Speeders een zogenaamde Knock Out niveau (KO) hebben. Dit niveau is gelijk aan de uitoefenprijs. Zodra de uitoefenprijs=KO wordt geraakt, wordt het product beëindigd.” Is de Knock Out te vergelijken met een Stop Loss op Speeders/Turbo’s? “Ja, het verschil is echter dat bij Limited Speeders het Knock Out niveau gelijk is aan de uitoefenprijs. Hierdoor wordt de belegging niet eerder gestopt Over Citi •Opgericht in 1812 •Ruim 200 miljoen klanten wereldwijd •Ruim 300.000 werknemers •Aanwezig in meer dan 100 landen Dit is mogelijk omdat de waarde van een Limited Speeder gebaseerd is op de forward prijs (prijs op vervaldatum) van de onderliggende waarde. Het feit dat de uitoefenprijs gelijk is aan de KO en niet dagelijks of maandelijks verandert vinden beleggers fijn. Ook de banken en brokers verwelkomen dit omdat zij het niet dagelijks hoeven aan te passen in hun systemen. Het biedt vele voordelen: •Het is makkelijker te onthouden. •Er kan een sterkere hefboom ontstaan omdat je producten dichterbij het KO-niveau kunt verhandelen. •Het product wordt pas beëindigd wanneer de intrinsieke waarde 0 is en niet vooraf.” “L imited Speeders zijn enorm populair bij zowel particuliere als institutionele beleggers in Europa. In Duitsland, waar dit product geboren is, wordt al voor ruim 170 miljoen euro per dag in verhandeld! Ruim 15 verschillende financiële instellingen brengen dit product uit en Citi is met trots de nummer 1 uitgever *. Niet alleen in Duitsland, maar ook in Portugal en Frankrijk. Citi is nog niet erg bekend op de Nederlandse derivatenmarkt maar daar verwacht ik binnenkort verandering in. Citi beschikt als grootste financiële instelling ter wereld over een enorme knowhow en jarenlange ervaring.” 23 A D V E R T O R I A L dan wanneer de intrinsieke waarde daadwerkelijk 0 is en kan de belegger een hogere hefboom behalen dan op een klassieke Speeder. Ook is het makkelijker te onthouden omdat het altijd hetzelfde niveau is. De uitoefenprijs verandert niet dagelijks zoals het financieringsniveau.” Hoe kan het dat de uitoefenprijs niet verandert? “De uitoefenprijs=KO blijft altijd op hetzelfde niveau. Is dit niet riskant voor Citi? “Limited Speeders zijn voor de uitgever riskanter dan Speeders/Turbo’s. De Land Duitsland Portugal Frankrijk bank heeft immers geen ‘marge’ om de dekking te doen wanneer het product door het Knock Out-niveau gaat. Bij sterke koersbewegingen waardoor de onderliggende waarde scherp door het Knock Out-niveau breekt, vooral bij een ‘overnight gap’, kan dit veel geld kosten. Om deze reden neemt niet iedere bank het risico om deze producten uit te brengen. Om het Knock Out risico voor de bank enigszins te beperken heeft de Limited Speeder een ‘Gap Risk Waarde’. Dit zit in de prijs verwerkt en wordt betaald bij aankoop en terugontvangen bij verkoop, zolang het product niet KO is natuurlijk. Zijn daarnaast nog andere verschillen tussen Limited Speeders en Speeders? “Ja, de prijs van Limited Speeders wordt niet berekend met de spotprijs, maar de futureprijs waardoor alle interesten en dividenden al in de prijs verwerkt zitten. En dus is het mogelijk om de uitoefenprijs=KO onveranderd te laten tot de vervaldatum. Hierdoor kunnen beleggers zelf kiezen wanneer zij hun belegging beëindigen omdat er geen sprake is van een « vooraf vastgestelde » Stop Loss. Het gap risico is overgeheveld naar Citi.” Marktaandeel Limited Speeders* 30% 50% 50% En wat gebeurt er op de vervaldatum? “Dan wordt de intrinsieke waarde van het product berekend en automatisch uitgekeerd, de klant hoeft hier niets voor te doen. De intrinsieke waarde op de vervaldatum is simpelweg het verschil tussen de koers van de onderliggende waarde en de uitoefenprijs, gedeeld door de ratio.” Waarom brengt Citi naast de Limited Speeders ook de (Unlimited) Speeders uit? “De Limited Speeder is een nieuwe variant die erg succesvol is in Europa. In Nederland bestaat de Speeder al enige tijd en groeit de belangstelling nog met de dag. Beide producten hebben hun eigen voordelen en risico’s. Op beide producten is Citi competitief. We hanteren momenteel bijvoorbeeld op de AEX een spread (verschil tussen bied- en laatkoers) van slechts €0.03 en op de EUR/USD slechts €0.05. Bij Citi kunnen beleggers kiezen.” En waar kiezen beleggers voor? “Op dit moment wordt ruim 60% verhandeld op de Limited Speeders, maar het is nog te vroeg om te zeggen of dat zo zal blijven. Er zijn ook klanten die in allebei beleg- Marketing naam Turbo Turbo Warrant Turbo Positie Citi Nummer 1 Nummer 1 Nummer 1 Potentiële beleggers moeten zich bewust zijn van de risico’s verbonden aan financiële producten, welke een geheel verlies op de investering kunnen inhouden en moeten alleen een investeringsbeslissing nemen met betrekking tot deze producten na voldoende beraad van het basisprospectus die verkregen kan worden bij de emittent, in overleg met hun eigen deskundige adviseurs, waarbij ze in overweging moeten nemen of deze producten passen binnen hun beleggingsbeleid. Gaarne de disclaimer te lezen op www.citiwarrants.com, voornamelijk wat betreft de risico’s verbonden aan deze producten. (* Gemiddeld over 2007.) Deze risico-indicator geldt uitdrukkelijk voor beide beleggingsfondsen. gen. De Limited Speeder is nieuw en veel beleggers kennen het nog niet. Maar het is leuk om te zien dat een nieuw product dat nog relatief onbekend is in Nederland, nu al zo in de smaak valt.” Voor wie zijn Speeders en Limited Speeders bestemd? “Voor zowel particuliere als institutionele beleggers. Door de hefboomwerking worden winsten versneld, maar dit geldt ook voor verliezen. Deze producten zijn vooral geschikt voor de actieve belegger die bereid is een hoger risico te nemen voor versneld rendement. Daarnaast zijn Speeders en Limited Speeders ook prima geschikt voor het afdekken van (een deel van) een portefeuille tegen een daling of om een deel van de portefeuille te liquideren.” Hoe kunnen Speeders en Limited Speeders van Citi worden verhandeld? “Alle producten zijn genoteerd op Euronext Amsterdam. Via de eigen bank of broker kan een belegger een order plaatsen. De derivatenbeurs is geopend vanaf 9:05 tot 17:30 uur.” Meer informatie is te vinden op www.citiwarrants.com. 46 A D V E R T O R I A L Inflatie de baas met Eurex Op 21 januari 2008 introduceert Eurex, de Europese derivatenbeurs futurescontracten op de ‘unrevised Harmonized Index of Consumer Prices (HICP), excluding tobacco’. Dit is een index die de inflatie in de Eurozone meet. Met dit product voegt Eurex een nieuwe assetklasse toe aan haar reeds bestaande productenassortiment. Deze op de beurs verhandelbare inflatie futures vullen bestaande inflatie-gerelateerde cash en OTC-derivaten aan, producten die de laatste jaren een sterke groei hebben vertoond. Het gebruik van inflatie-gelinkte producten is de laatste jaren in Europa sterk gestegen. Volgens cijfers van Barclays Capital is de waarde van openstaande inflatiegerelateerde staatsobligaties gegroeid van 150 miljard dollar in 1997 naar 1000 miljard in 2006. Buiten de Verenigde Staten heeft Europa de snelst groeiende inflatieobligatiemarkt. De regio heeft bovendien ook de grootste en meest liquide OTC (over the counter) inflatie derivatenmarkt. Een product om de risico’s van partijen die deze producten verhandelen af te dekken voor de korte termijn bestond echter nog niet. “En dat terwijl er vanuit de markt steeds meer vraag hiernaar kwam,” vertelt Michael Peters, lid van de raad van bestuur van Eurex en tevens Global Head of Sales & Marketing. De internationale derivatenbeurs Eurex introduceert daarom als eerste Europese beurs op 21 januari aanstaande ‘Euro Inflation Futures’. Met behulp van deze futures kunnen financiële par- Door het veilingmodel te hanteren wordt de liquiditeit geconcentreerd in twee dagelijkse periodes van 15 minuten tijen de inflatierisico’s die zij lopen met derivaten, obligaties of bijvoorbeeld swaps op de korte termijn (maximaal 20 maanden) afdekken. “Grote beleggers worden zich steeds beter bewust van de in- vloed van inflatie op hun portefeuille of posities. Neem bijvoorbeeld zerocoupon inflation swaps. De populariteit van deze producten nam in 20032004 een grote vlucht en omdat de meeste swaps 47 A D V E R T O R I A L een looptijd van vijf jaar hebben, expireren ze vanaf volgend jaar. Het risico bij deze producten zit echter in de staart. Dit houdt in dat financiële partijen die met deze instrumenten werken, vanaf volgend jaar een bovengemiddeld inflatierisico lopen. Dat kunnen ze nu hedgen met de nieuwe Eurex inflatie future,” zegt Michael Peters. Maar de futures zijn niet alleen geschikt voor financiële partijen met posities in swaps. “De inflatie future is geschikt voor elke fondsbeheerder, pensioenfonds of handelaar met inflatie-exposure in zijn portefeuille,” voegt hij er aan toe. Twee keer per dag verhandeld Als referentie-index voor de inflatie futures is gekozen voor de Eurozone Harmonised Index of Consumer Prices, exclusief tabak (HICP). Deze index wordt maandelijks door Eurostat berekend en wordt ook gebruikt als benchmark voor swaps en overheidsobligaties in Europa. Omdat het inflatiepercentage en de verwachtingen omtrent inflatie niet hoogvolatiel zijn, heeft Eurex ervoor gekozen om een veilingmodel te hanteren. Zo wordt de liquiditeit geconcentreerd in twee dagelijkse periodes van 15 minuten. Tijdens de veiling wordt gesteld door market makers en in de tussengelegen periodes kunnen quotes worden opgevraagd. Michael Peters legt uit waarom Eurex voor Feiten en cijfers Inflatie futures Lanceerdatum: 21-1-2008 Referentie-index: HICP, oftewel de Unrevised Harmonized, Index of Consumer Prices, exclusief tabaksprijzen. Deze index wordt maandelijks door Eurostat berekend en gepubliceerd Contractgrootte: Eur 1.000.000. Contractmaanden: 20 opeenvolgende maanden Tick Size (minimum bedrag dat de prijs van de markt kan veranderen): 0,01 indexpunt Tick value (cash waarde van 1 tick):100 euro Settlement: cash, een dag nadat Eurostat nieuwe inflatiecijfers bekendmaakt. Eurostat doet dit maandelijks. Settlementsprijs: wordt vastgesteld door Eurex op de Settlementsdag. Van belang is de unrevised harmonised consumer price index of the Eurozone excluding tobacco gepubliceerd op die dag. De onderliggende formule om het expirerende contract te berekenen is: FSPt = 100 – [100 * (HICPt-1/HICPIt-13 – 1)] Handelstijden: veilinghandel tussen 9.45 -10.00 uur en 16.45 – 17.00 uur. Doorlopende handel tussen 10.00 – 16.45 uur, quotes op verzoek. het veilingmodel heeft gekozen: “Handelen kan de hele dag, maar het voordeel van een veiling is dat er daardoor een bundeling van liquiditeit ontstaat op twee vooraf gedefinieerde tijdstippen van 15 minu ten. Bovendien, niet iedereen heeft de tijd of mankracht om de hele dag posities in deze markt in de gaten te houden.” Ontworpen op de behoefte van de klant De manier waarop dit contract geprijsd wordt is gelijk aan het EURIBOR contract, waar 100 minus de verwachte rente gelijk is aan de contractprijs. Als voorbeeld, de markt voor de september 2008 future (deze relateert aan de inflatie in Augustus) staat gequote 97,80 / 98,00. In dit geval is de marktverwachting dat de Augustus inflatie tussen de 2,0 en 2,2 procent ligt. Als de inflatieverwachting hoger wordt, gaan de prijzen naar beneden en vice versa. Als een handelaar dus Inflatie Long wil zitten moet hij een Euro Inflation Future verkopen. Andersom, als een handelaar verwacht dat de inflatie afneemt, moet hij een Euro Inflation Future verkopen. Naast de voordelen van het veilingmodel, biedt Eurex een aantal andere voordelen voor (institutionele) beleggers. Eurex maakt gebruik van een volledig elektronisch handelssysteem waar bijna 400 financiële partijen uit 20 landen gebruik van maken. Bovendien betekent handelen op een beurs een gecentraliseerd en transparant orderboek en een centrale tegenpartij in de vorm van Eurex Clearing. Peters: “Voor het verhandelen en clearen van de future hanteren wij dezelfde concurrerende prijzen, waar wij goed om bekend staan, als voor onze overige producten. En met de Wholesale faciliteiten (zoals Block Trade, Exchange for Physicals en Exchange for swaps) kunnen beleggers ook Euro Inflation Futures aanmelden in het Eurex clearing systeem die buiten het orderboek bilateraal zijn overeengekomen,” zegt Michael Peters. De reacties vanuit de markt op de nieuwe inflatie-gelinkte futures zijn zeer positief. Michael Peters: “Eurex heeft dit contract ontwikkelt in een goede samenwerking met de markt. Institutionele beleggers hebben aangegeven dat zij tevreden zijn met deze nieuwe assetklasse om zo, op een efficiënte wijze de inflatie gerelateerde risico’s van hun portfolio’s te managen. Wij kijken dan ook om onze portfolio met inflatie-gelinkte producten uit te breiden om aan deze vraag van beleggers te voldoen,” legt Michael Peters uit. Inflatiegerelateerde obligaties wereldwijd (nominale waarde uitstaand in Euro’s en marktaandeel) Others 77 miljard euro (11%) Eurozone 274 miljard euro (41%) 220 miljard euro (32%) United States 109 miljard euro (6%) United Kingdom Neem voor meer informatie contact op met: Peter Noha, Eurex Marketing & Sales [email protected] +31 49 69 2111 14717