Geschiedenis van Perzië Iran was vroeger in het Westen bekend als

advertisement
Geschiedenis van Perzië
Iran was vroeger in het Westen bekend als Perzië, afkomstig van Persis, de
Oudgriekse naam voor wat de Iraniërs zelf Pars noemden, een belangrijke
streek in het zuiden van Iran. In 1935 verzocht sjah Reza Pahlavi de
internationale gemeenschap officieel om het land voortaan Iran te noemen:
‘Land van de Ariërs’. Iraniërs hebben hun land altijd zo genoemd.
De geschiedenis van Iran gaat zo’n drieduizend jaar terug. Het land wordt beschouwd als
een van de bakermatten van de beschaving. Eeuwenlang werd het door dynastieën
bestuurd, niet alleen inheemse, maar ook Macedonische, Arabische, Mongoolse en Turkse
dynastieën. De eerste bekende vermelding van Perzië bestaat uit een Assyrische inscriptie
uit 844 v.Chr. Hierin wordt met de naam Parsu (Parsuash, Parsumash) verwezen naar het
gebied. De Perzen en Meden die er woonden waren onderworpen aan Assyrië, Babylonië,
en aan een andere Arische stam, de Scythen, die in 719 v.Chr. Parsuash bij hun rijk
voegden. Uiteindelijk kregen de Meden de zeggenschap over een onafhankelijk rijk, en
werden de Perzen aan hen onderworpen.
De verdeelde koninkrijken van de Meden en de Perzen werden rond 559 v.Chr. door Cyrus
II verenigd. De Perzen waren tot die tijd onderworpen aan het Middenrijk, dat werd
geregeerd door de grootvader van Cyrus de Grote, Astyages. Zij behoorden tot de dynastie
van de Achaemeniden, genoemd naar hun voorouder Achaemenes, die leefde aan het begin
van de 7de eeuw v.Chr. Cyrus bracht de Perzen op de been om Astyages van de troon te
stoten. Als sjah van een verenigd Perzisch koninkrijk nam hij de rest van Medië in rond
550 v.Chr. en nog meer veroveringen volgden spoedig. Hij veroverde Lydië in Klein-Azië
en verplaatste zijn manschappen naar Centraal-Azië. Tot slot marcheerde hij triomfantelijk
door de oude stad Babylon. Na deze overwinning kreeg Cyrus naam als welwillende
veroveraar. Het imperium bereikte echter zijn grootste omvang onder Darius I. Hij leidde
zijn veroverende legers in de Indusvallei en in Europa. Zijn invasie van Griekenland werd
gestopt na de slag bij Marathon. Darius’ zoon Xerxes probeerde eveneens om Griekenland
te veroveren, maar werd in 480 v.Chr. verslagen bij de slag bij Salamis.
Het Perzische rijk van de Achaemeniden was het grootste en krachtigste imperium tot dan
toe. Het had een goed georganiseerd leger. Maar nog belangrijker was dat het rijk goed
werd geleid en efficiënt was georganiseerd. Darius, de sjah, verdeelde zijn koninkrijk in
ongeveer twintig provincies bestuurd door satrapen, van wie velen een persoonlijke band
met hem hadden. Hij stelde een belastingsysteem op om elke provincie geld en middelen te
laten afdragen aan de regering. Hij nam het geavanceerde postsysteem van de Assyriërs
over en breidde het uit. Ook overgenomen van het Assyrische rijk werd het gebruik van
geheime agenten, de ‘ogen en oren van de koning’, die hem informeerden over de stand
van zaken in zijn rijk. Darius legde de beroemde Koninklijke Wegen aan door de
verbetering van oude handelsroutes. Daardoor werd handel met landen ver van het
imperium mogelijk. Hij verplaatste het beleidscentrum van Perzië naar Susa, dicht bij
Babylon en dichter bij het centrum van het koninkrijk. De Perzen respecteerden de lokale
culturen, waardoor de veroverde volkeren geen behoefte voelden om in opstand te komen.
1/4
Tijdens de periode van de Achaemeniden werd het zoroastrisme de godsdienst van de
heersers en de meeste van hun onderdanen. De stichter Zoroaster (Zarathoestra) leefde
vermoedelijk rond 600 v.Chr. De nieuwe godsdienst was een vervanging van de verering
van traditionele Arische goden; het benadrukte een universele strijd tussen goede en kwade
goden. Zoroastrisme en zijn mystieke leiders, Magi genaamd, werden een kenmerkend
element in de Perzische cultuur.
In 330 v.Chr. maakte Alexander de Grote, koning van Macedonië, gebruik van de interne
zwakte van het Perzische Rijk en vernietigde de hoofdstad Persepolis. Hij versloeg de
Achaemeniden en veroverde in korte tijd het hele rijk. Met zijn heerschappij brak de
periode van het hellenisme aan. De Griekse cultuur drukte een groot stempel op het hele
Midden-Oosten.
In 250 v.Chr. nam Arsaces, de leider van een volksstam die bekendstaat als de Parthen, de
macht over in Perzië. De Parthen woonden oorspronkelijk in de steppe ten oosten van de
Kaspische Zee en veroverden een rijk dat zich uitstrekte van de Eufraat tot Herat in
Afghanistan. Zij herstelden het oude Achaemenidische rijk van Cyrus de Grote. Afgezien
van de nomaden in het oosten, die een voortdurende bedreiging vormden, en het rijk van
Kushan, een boeddhistisch koninkrijk in India, kende Parthië nog een machtige tegenpartij:
het Romeinse Rijk. De Parthen hadden in de vier eeuwen van hun heerschappij nauw
contact met het belendende Romeinse Rijk. Soms was dat in de vorm van oorlog, waarbij
vooral Armenië een twistappel was, maar later ook in de vorm van handel en goede
betrekkingen. Bijna drie eeuwen lang vochten Rome en Parthië over Syrië, Mesopotamië
en Armenië, zonder tot een duurzame oplossing te komen. In 53 v.Chr., tijdens het bewind
van Orodes II, op het hoogtepunt van de macht van Parthië, werden de Romeinen bij
Carrhae vernietigend verslagen. Ondanks deze overwinning en het ondertekenen van
diverse verdragen, bleven de twee machten oorlog voeren tot in de 2de eeuw van onze
jaartelling.
Parthië viel echter niet door een buitenlandse vijand, maar door een binnenlandse opstand.
In 226 n.Chr. slaagde een autochtone (Perzische) vazal van de Parthen er eindelijk in het
Parthische juk af te werpen. Hij stichtte het Sassanidenrijk om de oude provincies weer
onder Perzisch gezag te brengen en het Oud-Perzische Rijk te herstellen. Dit NieuwPerzische Rijk was intern veel beter georganiseerd dan zijn Parthische voorganger. Het
voerde ook een veel agressievere politiek jegens zijn grote buur in het westen, het
Romeinse Rijk. Na de komst van het christendom kreeg deze confrontatie ook een
religieuze kant, omdat Perzië vasthield aan het zoroastrisme en christenen bij tijd en wijle
werden vervolgd. In het begin van de 7de eeuw slaagden de Sassaniden erin om een groot
deel van de Byzantijnse provincies in het Midden-Oosten (onder meer Egypte, Palestina,
Syrië en Anatolië) te veroveren. De nieuwe Byzantijnse keizer Heraclius wist met grote
moeite de heiligdommen van Jeruzalem, Antiochië en Alexandrië te heroveren en bracht de
Sassanidische Perzen een grote slag toe. Uiteindelijk brachten beide rijken elkaar aan de
rand van de uitputting. Op dat moment meldde zich van volkomen onverwachte kant een
nieuwe ‘veroveraar’: de islam. In 651 stierf de laatste erkende sjahhansjah van het NieuwPerzische Rijk, Yazdagird III
Het uitgeputte Sassanidenrijk, dat bovendien onderling flink verdeeld was, bood maar
weinig weerstand tegen de Arabieren in de 7de eeuw. Bovendien bleek de islam vrij goed
2/4
aan te sluiten bij het al eeuwen bekende gedachtegoed van Zarathoestra. De Perzen werden
in snel tempo moslims. Uiteindelijk vertrokken de weinige overgebleven aanhangers van
het zoroastrisme, de parsen, naar het oosten.
De in 637 ingezette Arabische verovering werd tussen 663 en 676 voltooid met de inlijving
van Sistan, het huidige Afghanistan, en de Soghdische steden Samarkand en Boechara. De
Kaspische provincies Tabaristan (thans Mazandaran) en Gilan behielden nog lange tijd hun
zelfstandigheid. Als deel van het Arabische Rijk werd Iran bestuurd door de gouverneurs
van Irak. De Arabieren, die hun interne vetes meebrachten, vestigden zich vooral in de
noordoostelijke provincie Chorasan. De overgang naar de islam werd niet bijzonder
gestimuleerd. De Iraanse moslims kregen een vrijstelling van bepaalde belastingen, maar
moesten als mawali (Arabisch: cliënten) van de Arabieren genoegen nemen met een
ondergeschikte positie. De zoroastriërs handhaafden zich als religieuze minderheid vooral
in het zuiden van het land.
Van 819 tot 999 regeerden de Samaniden in de streek Khorasan en delen van CentraalAzië. Deze dynastie herstelde oude Perzische waarden in ere en verminderde zo de invloed
van de Arabische kalief in Bagdad. De Buwayhiden heersten vooral in het noorden en
westen, rond de Kaspische Zee. Later werden zij verslagen door de Seltsjoeken, een Turkse
stam die ook Iran grotendeels bezette. Rond 990 bekeerden zij zich tot de islam en
begonnen daarna een veroveringstocht die van de streek Transoxanië (in het huidige
Oezbekistan) via Iran naar Turkije voerde. Rond 1040 heersten zij over het grootste deel
van Iran. Ook veroverden zij Bagdad, de hoofdstad van het kalifaat, alwaar zij de functies
van de kalief waarnamen vanaf 1055. Toen Malik Sjah I in 1092 stierf, viel het rijk uiteen
in diverse kleinere staten. Iran bleef min of meer één geheel, maar rond 1150 versloegen de
Khwarezemiden de kleinere dynastieën in Iran.
Het Mongoolse Rijk onder Dzjengis Khan veroverde Perzië tussen 1219 en 1224, waarbij
hele steden werden geplunderd en vernietigd. In 1255 werd het rijk van de Mongolen
gesplitst in verschillende kanaten of vorstendommen. Eén daarvan werd het Il-kanaat, dat
onder leiding van Hülegü kwam te staan. Deze moest verantwoording afleggen aan zijn
broer Koeblai Khan, die de belangrijkste khan was. De opvolgers van Hülegü bekeerden
zich tot de islam. Rond 1335 viel het rijk uiteen in verschillende staatjes.
De Safawiden, of Safaviden, regeerden over Iran van 1501 tot 1736 en maakten het sjiisme
tot staatsgodsdienst. De dynastie had zijn oorsprong in een soefistische orde uit de plaats
Ardebil in Azerbeidzjan. De dynastie is genoemd naar sjeik Safi Al-Din (1252–1334). De
stichter van het Safawiden-rijk was sjah Ismail I, die heerste van 1501 tot 1524. Beide
heersers spraken een Turkse taal. Sjah Abbas I de Grote versterkte het rijk. Hij verklaarde
Isfahan tot hoofdstad, een stad die onder zijn leiding tot grote bloei kwam. In deze periode
had ook de VOC een handelspost in Isfahan.
De Qadjaren waren de heersende dynastie van 1796 tot 1925. De Europese machten
Rusland en het Verenigd Koninkrijk breidden hun invloedssfeer in Perzië stevig uit in deze
periode. Perzië moest diverse noordelijke delen, waaronder het huidige Azerbeidzjan,
afstaan aan de Russen tijdens de Russisch-Iraanse oorlogen. Om een verdere expansie van
de Russen tegen te gaan, sloot Perzië een strategische alliantie met het Verenigd
Koninkrijk. Zo verkreeg dat land diverse belangrijke commerciële belangen, waaronder het
recht om naar aardolie te boren. Aan het eind van de 19de en begin van de 20ste eeuw
werd het land gemoderniseerd en in 1906 kreeg het een parlement. Tijdens de Eerste
3/4
Wereldoorlog vormden de Ottomanen een bedreiging voor Perzië en ‘verdedigden’
Rusland en het Verenigd Koninkrijk Perzië én zijn strategisch belangrijke oliegebieden.
Bron: Wikipedia
Voor meer informatie:
HERMITAGE AMSTERDAM
Communicatie, Educatie & Marketing
Noepy Testa, Wieke van Veggel
Postbus 11675
1001 GR Amsterdam
T: 020-530 87 55
F: 020-530 87 50
E: [email protected]
I: www.hermitage.nl
4/4
Download