Woordenlijst H6

advertisement
Woordenlijst hoofdstuk 6: Naar een systematiek van effecttheorieën
Third person effect
Moral panic
Bedoeld effect
Niet-bedoeld effect
Korte termijneffect
Lange termijneffect
Effect
Selectieve perceptie
Global village
Directe ervaring
Indirecte ervaring
Media-ervaring
Belangrijke/relevantie
boodschappen
Onbelangrijke/minder
relevante informatie
Pro-sociale effecten v/d
media
1.destructief
2.constructief
Kenniskloofhypothese
POTTER
1.Cognitieve effecten
Incidenteel leerproces
2.Attitude-effecten
Zelf meent men niet beïnvloed te zijn (of zelfs te kunnen
worden), maar men veronderstelt dat anderen wel
beïnvloedbaar zijn.
THOMPSON: ontstaan als gevolg van tijdelijke massale
media-aandacht voor iets wat door de media zelf of door
opinion leaders als een ‘maatschappelijk probleem’ of
‘gevaar’ wordt gedefinieerd.  maatschappelijke onrust
De communicatie heeft een doel voor ogen
Niet noodzakelijk effecten die de producent v/e
mediaboodschap wou vermijden. Het gaat om effecten
die niet tot de doelstellingen van de communicator
horen = niet-gewild
Vb: wanneer iemand na het zien van een gewelddadige
film zelf gewelddadig wordt en een moord begaat
Vb: als jarenlang televisiekijken mensen minder gevoelig
zou hebben gemaakt voor allerlei gewelddadige beelden.
Een waarneembare verandering
Stelt dat mensen met bepaalde vooroordelen alleen
informatie opmerken die hun vooroordelen bevestigt,
merken niet-bevestigende informatie niet op of negeren
ze gewoon.
McLUHAN: de media geven ons toegang tot de rest van
de wereld zodat wij ons nu een idee kunnen vormen van
delen v/d wereld waar wij vroeger nooit aan zouden
hebben gedacht
Indrukken en beelden over iets gebaseerd op eigen
ervaring en niet geleerd uit ervaringen uit de media
Naast media-ervaring ook dingen leren van andere
mensen
Wnr er geen directe ervaring is met iets en bovendien
ook niemand kennen die er ervaring mee heeft, kan er
alleen ervaring opgedaan worden via de media
Zaken die de ontvanger voor zijn/haar leven belangrijk
vindt
Zaken die ver van het individu af staan
Sommige media hebben in sommige gevallen positieve
effecten
Negatieve gevolgen voor individu/samenleving
Positieve gevolgen voor individu/samenleving
Constructieve gevolgen voor een deel v/d bevolking,
maar destructieve gevolgen voor een ander deel
leereffecten, het verwerven van kennis
tijdens het kijken naar een film kan men ook dingen
menen te leren
Media kunnen invloed uitoefenen op opinies,
3.Emotie-effecten
4.Fysiologische-effecten
5.Gedragseffecten
McLEOD et al.
1.Specifieke effecten
overtuigingen, waarden en normen  onmiddellijk of
geleidelijk
Emoties kunnen veroorzaakt worden door media
Lichamelijke gevolgen door media
Het gedrag wordt beïnvloed door media, vb: stemgedrag
kan beïnvloed worden door politieke campagnes
Hangen af van een specifieke media-inhoud of specifieke
vorm van mediagebruik, vb: effect van televisiegeweld
op agressie
2.Diffuse effecten
Effecten die veel algemener zijn, vb: McLuhans idee dat
een nieuw medium een nieuwe manier van denken doet
ontstaan
Documentaire en non-fictie
Alle genres die de indruk wekken de realiteit
genres
rechtstreeks weer te geven of ‘feitelijke’ mededelingen te
doen
Fictie en amusement
Alle genres die narratieve vormen gebruiken of niet
(rechtstreeks) naar de realiteit verwijzen
Geldigheidsproblemen
De mate waarin men zeker kan zijn dat wat men beweert
of heeft gevonden inderdaad geldt voor de bestudeerde
populatie
Gecontroleerde omgeving
Alle factoren moeten in elke groep constant zijn, met
uitzondering van de factoren die worden bestudeerd
a-typisch
Extreem, uitzonderlijk
Interne geldigheid
Een bepaald effect kan worden opgeroepen in de
kunstmatige omgeving v/e laboratorium
Externe geldigheid
Aantonen dat het effect niet alleen in het labo kan
worden opgeroepen, maar ook in het dagelijkse
mediagebruik v/d bestudeerde populatie
Causaliteitsprobleem
Geen oorzakelijke relatie kunnen aantonen, enkel
verbanden
Waarschijnlijkheidsprobleem Onderzoeksresultaten produceren die een hoge mate
van waarschijnlijkheid hebben
Uses & gratifications effect
Vb: mensen die angstig zijn, kijken meer tv om zichzelf
gerust te stellen
Schijnverband
Er is geen rechtstreeks verband tussen de twee factoren
die onderzocht worden. Er is een derde (nietbestudeerde) factor aanwezig
Kleine media-effecten
Toevallig, gevolg van fluctuaties
Grote media-effecten, maar
In realiteit grote effecten v/d media, maar blijkt niet uit
verborgen
onderzoek omdat de methoden niet nauwkeurig genoeg
zijn
Kleine media-effecten, maar
Effecten moeten niet groot zijn om relevant te zijn
reëel
Download