VAN NAAST DE TOREN Vervloekt, de dag ... Achter gesloten deuren ging alles door. Het proces van de “Bende der barbaren” in Parijs. Youssouf Fofana kreeg uiteindelijk als leider van 27 beschuldigden - na een uitlevering door Ivoorkust en na een proces van april tot juli 2009 - de maximumstraf van levenslang met een zekere opsluiting van minimum 22 jaar. De feiten waren dan ook verschrikkelijk : om aan geld te komen werd Ilan Halimi (23 jaar) gekidnapt, gedurende 24 dagen gruwelijk gefolterd, uiteindelijk gedumpt langs een spoorweg, waarna hij bij het overbrengen naar het hospitaal stierf.. Halimi was van Joodse afkomst en de bende dacht verkeerdelijk dat alle Joden rijk waren. De feiten dateerden van januari-februari 2006. VERVLOEKT DE DAG dat enkel Joden zich moeten verdedigen tegen het antisemitisme. Vervloekt de dag dat enkel Afrikanen de discriminaties omwille hun huidskleur moeten uitschreeuwen. Vervloekt de dag dat homo’s en lesbiennes zich alleen moeten teweer stellen tegen de homofobie. Vervloekt de dag dat alleen Arabieren en Berbers zich moeten verdedigen tegen de clichees waaronder men de Noord-Afrikanen bedelft. En als Patrick Lozès (voorzitter van het CRAN - Conseil Représentatif des Associations Noires de France) zei dat hij mee ging opstappen op de Place Vendôme als eerbetuiging voor Ilan Halimi, kreeg hij te horen : “Zijt gij Jood ?”, of van anderen “Daar hoort gij niet thuis”... En als dat nu niet precies de betekenis is van communautarisme (waarbij het individu niet bestaat los van zijn/haar horen bij een groep, een gemeenschap) en men zich zou kunnen onttrekken aan beledigingen omdat men niet zelf zou geviseerd zijn. Stilte omdat men niet zelf brutaliteiten ondergaat. Geen solidariteit. Het ultieme comfort dan maar. Is dat niet het kleine groepsgevoel van wij onder elkaar, waarmee men ons aan de oren zeurt ? Naar welke TV-zender kijkt U ? Voor welke sportploeg supportert U ? En waarom ? Als ik niet zwart ben, gaan mij dan de discriminaties gericht tegen mijn zwarte medeburger iets aan ? Als ik niet Jood ben, ben ik dan ongevoelig voor antisemitische uitingen ? Als ik homo ben , mag ik dan enkel reageren tegen het gewelddadige karakter van de homofobie ? Waarom een dergelijke verre afstand tegenover “andere” medeburgers ? Een afstand die dan weer reden wordt voor minderheidsgroepen om zich uit verdediging in eigen groep terug te trekken. Die dan weer bijna verplicht zijn om hun strijd aan te gaan omdat zij zich alleen voelen. En dan weer voedsel geven aan het “zie je wel, zij sluiten zich op, er valt niet mee samen te leven.” Waarom zouden Joden alleen staan in hun strijd tegen het antisemitisme, terwijl deze strijd universeel is, en de hele maatschappij aangaat. Wij zouden schuldig zijn als we het gemakkelijk excuus zouden gebruiken van zelf geen te Jood te zijn. (met dank aan P. Lozès, waaraan wij deze woorden vrij ontlenen) In dit nummer het uitvoerig verslag van de studiereis van de ACJCB naar Berlijn in juni, en van een internationale conferentie, waar de 12 punten van Berlijn, over de joods-christelijke relaties werden ondertekend. Deze verklaring zou wel eens heel belangrijk kunnen worden. Vandaar ook dat er twee verslagen opgenomen werden, van mevr. Iarchy, en van pater Barnas, de vertegenwoordiger voor België. ___________________________________________________________________________ Dit tijdschrift wordt normaal slechts toegestuurd aan de leden van de gespreksgroepen, de Vrienden van de Antwerpse Contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen ( zij die ons werk van onderling contact willen steunen met minstens 25 EUR per jaar ) en aan hen die 2,50 EUR per jaar betalen. Als U het Berichtenblad verder wenst te ontvangen, stort dan even 2,50 of 25 EUR. Indien U belangstelling hebt om de mailberichten toegezonden te krijgen , dan vragen wij U vriendelijk om uw e-mailadres door te willen mailen naar [email protected] . Vermeld U wel in de e-mail uw reële naam. Het spreekt vanzelf dat U altijd de mogelijkheid hebt om een einde te stellen aan toezending (een e-mail volstaat), liever dat dan dat alles toch maar in de spammap terecht komt. Van deze Berichten bestaat ook een electronische versie op onze site www.acjcb.be . BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP 3 - juni-juli-augustus 2009 - __blad De 12 Punten van Berlijn (juli 2009) Tijd voor een nieuw engagement Bouwen aan een nieuwe Relatie tussen Joden en Christenen In de zomer van 1947 kwamen 65 joden en christenen uit 19 landen samen in Seelisberg, in Zwitserland. Zij kwamen samen om hun diepe leedwezen uit te spreken over de sjoa, hun vastberadenheid om het antisemitisme te bestrijden en om hun wil te onderstrepen om te bouwen aan sterkere relaties tussen joden en christenen. Zij stelden het antisemitisme aan de kaak als een zonde tegen God en de mensheid en een gevaar voor de moderne beschaving. Deze bezorgdheid werd verwoord in 10 punten, gericht aan de christelijke kerken om hun verstaan van het jodendom en de relatie tussen jodendom en christendom te vernieuwen. Nu, meer dan 60 jaar later geeft de International Council of Christians and Jews een nieuwe verklaring uit, deze keer gericht aan de christelijke én de joodse gemeenschappen in heel de wereld. Het wil de verjaardag vieren van de ontmoeting in Seelisberg, die tevens de start van de International Council of Christians and Jews was. Deze oproep laat de nood zien om de 10 Punten van Seelisberg te verfijnen in overeenstemming met de verworvenheden in de interreligieuze dialoog sinds dit belangrijk document van 1947. Deze nieuwe oproep bevat 12 punten - geformuleerd als doelstellingen gericht aan christenen en joden, én aan de christelijke en de joodse gemeenschappen samen. Na de opsomming van deze 12 punten en de specifieke opdrachten voor ieder van hen, geeft het document de geschiedenis van de relaties tussen christenen en joden die het contextuele kader geeft en de stimulans voor dit initiatief (zie onderaan de tekst de verwijzing). Als leden van de Internationale Raad van Christenen en Joden komen wij samen naar buiten in deze nieuwe oproep en wij doen dat als actieve leden van onze tradities in een eeuwenlange geschiedenis van vervreemding van elkaar, van vijandigheid en conflict gekenmerkt door gevallen van vervolging en geweld tegen joden in een christelijk Europa, maar ook gekenmerkt door inspirerende momenten van hoffelijkheid en wederzijdse erkenning. Aangespoord door het initiatief van Seelisberg hebben we gewerkt om de erfenis van vooroordelen, haat en wederzijds wantrouwen weg te werken. Door een serieuze inzet voor de dialoog, zelfkritische analyse van onze teksten en tradities, de gezamenlijke studie en actie voor gerechtigheid, verstaan wij de ander beter, aanvaarden wij de ander in de volle breedte van de verschillen en bevestigen wij onze gemeenschappelijke menselijkheid. We begrijpen dat joodschristelijke relaties niet een “probleem” zijn dat zal worden “opgelost”, maar een continu proces van leren en verfijnen. Misschien wel het belangrijkste, we hebben vriendschap gevonden en vertrouwen. We hebben gezocht en samen licht gevonden. De reis is niet eenvoudig noch gemakkelijk geweest. We hebben veel obstakels en tegenslagen ontmoet, met - soms ernstige - conflicten rond theologische en historische ontwikkelingen. Maar onze vastberadenheid om de dialoog verder te zetten niettegenstaande al die moeilijkheden, om eerlijk te communiceren en uit te gaan van de goede wil bij de partners, heeft ons op koers gehouden. Om deze redenen zijn wij van mening dat de geschiedenis, de uitdagingen en de verwezenlijkingen van de dialoog van belang zijn voor ieder die betrokken is bij conflicten tussen groepen en tussen godsdiensten. In deze geest publiceren wij deze oproep tot de christelijke en de joodse gemeenschappen in heel de wereld. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - _blad 4 Tijd voor een nieuw engagement : De 12 Punten van Berlijn een oproep tot de christelijke en de joodse gemeenschappen in heel de wereld Wij, als International Council of Christians and Jews (Internationale Raad van Christenen en Joden), en via onze ledenorganisaties, nemen ons voor om ons engagement van de Tien Punten van Seelisberg aan het begin van onze Raad te vernieuwen. Daarom publiceren wij deze oproep aan christenen, joden en alle mensen van goede wil. Een oproep tot christenen en christelijke gemeenschappen Wij engageren ons om de volgende doelen te bereiken en nodigen alle christenen en christelijke gemeenschappen uit om samen met ons alle overblijfselen weg te ruimen van gebrek aan respect ten overstaan van joden en de verbondenheid sterker te maken met de joodse gemeenschappen in heel de wereld. 1. Te strijden tegen religieus, raciaal en alle andere vormen van antisemitisme bijbels - door te erkennen dat Jezus ten volle een Jood van zijn dagen was en zijn boodschap te verstaan is binnen de context van het jodendom van de eerste eeuw - door te erkennen dat Paulus ten volle een Jood van zijn dagen was en zijn boodschap te verstaan is binnen de context van het jodendom van de eerste eeuw - door er de nadruk op te leggen dat recente studies over én de gemeenschappelijke kenmerken én de graduele scheiding tussen christendom en jodendom, voor ons verstaan van de joods-christelijke relaties van cruciaal belang zijn - door de twee Testamenten in de christelijke Bijbel als complementair te zien en elkaar versterkend, eerder dan antagonistisch of inferieur/superieur. Denominaties die leesroosters gebruiken worden aangemoedigd om bijbelse teksten te kiezen in die zin. - door zich uit te spreken tegen een foutieve christelijke lezing van bijbelse teksten die van joden en jodendom een karikatuur maken. liturgisch - door het verband te laten uitkomen tussen de christelijke en de joodse liturgie - door de aandacht te trekken op de spirituele rijkdom van joodse schriftinterpretatie. - door de christelijke liturgie te zuiveren van een anti-joodse kijk, meer bepaald in de prediking, de gebeden en de gezangen catechetisch - door de christelijk-joodse verwantschap in positieve termen te brengen in de opvoeding, de joodse fundamenten van het christelijk geloof te onderlijnen, en door te laten zien hoe joden zelf hun eigen traditie en praktijken bekijken. - door bewust te zijn van de eeuwenlange traditie van christelijk anti-judaïsme en modellen aan te reiken om de unieke relatie tussen joden en christenen te vernieuwen - door de grote godsdienstige rijkdom te onderlijnen die in de joodse traditie gevonden wordt, meer bepaald in de studie van belangrijke teksten. 2. De interreligieuze dialoog met joden te promoten - door dialoog te verstaan als iets dat vertrouwen vraagt en gelijkwaardigheid tussen alle deelnemers, en daarbij elke notie te verwerpen om de ander te overtuigen van het eigen geloof - door zich bewust te zijn dat dialoog de deelnemers uitdaagt kritisch naar de eigen traditie en die van de ander te kijken in een gezamenlijk engagement 3. Om een theologisch verstaan van het jodendom te ontwikkelen dat de eigen waarde van het jodendom bevestigt - door alle onderwijs te bannen als zou het christendom het jodendom vervangen hebben in het verbond van God - door de gemeenschappelijke opdracht van joden en christenen te onderstrepen om de wereld voor te bereiden voor de komst van het Koninkrijk van God, voor de komende wereld BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - _blad 5 - door evenwaardige en wederkerige relaties op te bouwen met joods-godsdienstige en burgerlijke organisaties - door te garanderen dat de theologische bewegingen vanuit Azië, Afrika en Latijns Amerika, de feministische en bevrijdingsbewegingen en andere lezingen, een correct verstaan brengen in hun theologische formuleringen van het jodendom en van de joods-christelijke relaties - door zich te verzetten tegen georganiseerde pogingen om joden te bekeren 4. Om te bidden voor de vrede van Jeruzalem - door het geloof in een onvervreemdbare verbondenheid tussen christenen en joden te versterken - door beter de diepe gehechtheid van het jodendom aan het land Israël te verstaan als fundamenteel godsdienstig en de band die veel joodse mensen hebben met de staat om fysisch en cultureel te overleven - door wegen te zoeken om het bijbels spiritueel verstaan van het land beter op te nemen in het christelijk geloof - door de politiek van de Israëlisch en de Palestijnse politieke instanties en sociale instellingen te bekritiseren wanneer dit moreel nodig is, en tegelijkertijd de diepe gehechtheid aan het land te beseffen - door aanvallen op het zionisme aan te pakken als deze uitdrukking worden van een antisemitisme - door steun te geven aan joodse, christelijke en moslim vredesbewegingen met Israëli’s en Palestijnen om vertrouwen en vrede op te bouwen in het Midden-Oosten, waar allen in onafhankelijke, leefbare staten kunnen leven, gebouwd op internationaal recht en gewaarborgde mensenrechten - door de veiligheid en de welvaart van de christelijke gemeenschappen te vergroten zowel in Israël als in Palestina - om te werken aan betere relaties tussen joden, christenen en moslims in het Midden-Oosten en de rest van de wereld Een oproep tot joden en joodse gemeenschappen We engageren ons om de volgende doelen te bereiken en nodigen alle joden en joodse gemeenschappen uit om samen met ons alle hinderpalen en onjuiste beelden ten overstaan van christenen weg te werken en om de band met de christelijke kerken te versterken. 5. Om de pogingen van veel christelijke gemeenschappen te erkennen op het einde van de 20ste eeuw, om hun houding ten overstaan van joden te herzien - door deze hervormingen te leren kennen in een intensievere dialoog met christenen - door de gevolgen van deze veranderingen in de houding van christelijke kerken ten overstaan van joden in het gesprek in te brengen - door joden van alle leeftijden te onderwijzen in deze veranderingen, zowel in het geheel van de geschiedenis van de joods-christelijke relaties als op elk niveau van het onderwijs aan groepen - door accurate basisinformatie betreffende het christendom in te sluiten in het programma van de joodse scholen, rabbijnenseminaries en programma’s van volwassenenonderwijs - door het Nieuwe Testament te bestuderen als een heilige tekst voor christenen en als literatuur, geschreven in grote mate door joden in een historisch-culturele context die gelijkaardig als die van de vroeg-rabbijnse literatuur, en die tevens een inkijk geeft in de ontwikkeling van het jodendom in de eerste eeuwen van de gewone tijdrekening 6. Om joodse teksten en liturgie te herbekijken in het licht van deze christelijke bijsturingen - door joodse teksten aan te pakken die xenofobisch of racistisch kunnen overkomen in de wetenschap dat veel religieuze tradities hoopgevende teksten hebben maar ook problematische. De nadruk bij alle religieuze tradities moet gelegd worden op teksten die de verdraagzaamheid en openheid versterken. - door problematische teksten in hun historische context terug te plaatsen, meer bepaald teksten uit een tijd dat joden machteloos, vervolgd en vernederd waren. - door een mogelijke herinterpretatie, verandering of weglating van delen uit de joodse liturgie die anderen op een problematische manier behandelen. 7. Om onderscheid aan te brengen tussen eerlijke kritiek op Israël en antisemitisme - door bijbelse voorbeelden met een juiste kritiek te verstaan en sterker naar voor te brengen als uitdrukking van loyauteit en liefde BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - _blad 6 - door christenen te doen begrijpen dat groepsidentiteit en onderlinge verbondenheid eigen zijn aan het joods zelfverstaan, naast het geloof en de godsdienstige praktijk, waardoor een engagement voor het voortbestaan en de veiligheid van de staat Israël van groot belang is voor de meeste joden. 8. Om de staat Israël te ondersteunen als deze werkt aan de verwezenlijking van de idealen van het begin, een taak die Israël deelt met veel naties in de wereld. - door gelijke rechten te verzekeren aan godsdienstige en etnische minderheden - zoals christenen - in de joodse staat - om te komen tot een rechtvaardige en vredevolle oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict Een oproep tot christelijke en joodse gemeenschappen samen en tot anderen We engageren ons om de volgende doelen te bereiken en nodigen alle joden, christenen en moslims uit, samen met alle gelovigen en mensen van goede wil, om altijd de ander te respecteren en elkaars verschillen en waardigheid te aanvaarden. 9. Om interreligieuze en interculturele opvoeding te bevorderen - door negatieve beelden van de ander te bestrijden, de fundamentele waarheid te onderwijzen dat ieder geschapen is naar het beeld van God; - door het wegnemen van vooroordelen ten overstaan van de ander voorrang te geven in het opvoedkundig proces - door de wederzijdse studie van de godsdienstige teksten te bevorderen, zodat joden, christenen en moslims, en andere gelovigen kunnen leren van en met elkaar. - door gemeenschappelijk sociale acties te ondersteunen die gemeenschappelijke waarden onderstrepen 10. Om interreligieuze vriendschap en samenwerking te bevorderen en sociale rechtvaardigheid in een globale wereld - door het unieke van elke persoon te laten uitkomen en de politieke, economische en sociale welvaart van iedereen te bevorderen - om mensen uit een andere geloofstraditie, die migreren naar een nieuw land en waar zij opgenomen worden in een religieuze minderheid, als evenwaardige medeburgers te erkennen - om gelijke rechten na te streven voor iedereen, wat ook zijn of haar godsdienst, geslacht of seksuele oriëntatie is - door gevoelens van godsdienstige superioriteit - en dus de andere te bekijken als inferieur - die in alle tradities schuilen, inbegrepen de eigen traditie, te erkennen en die proberen te overwinnen 11. Om de dialoog te vermeerderen met politieke en economische instanties - door samen te werken met de politieke en economische wereld waar mogelijk om de godsdienstige verstandhouding te vergroten - door gebruik te maken van de groeiende interesse in interlevensbeschouwelijke relaties bij politieke en economische groepen - door bij politieke en economische instanties gesprekken op te starten rond de dringende noodzaak van rechtvaardigheid in een globale wereld 12. Om netwerken op te zetten met allen die iets willen doen voor een goed rentmeesterschap rond milieu-vraagstukken - door aan te moedigen dat de zorg voor de aarde aan iedereen is toevertrouwd - door de gemeenschappelijke bijbelse plicht van joden en christenen betreffende de schepping te erkennen en de verantwoordelijkheid om dit effect te laten hebben in het openbaar gesprek en in acties Tot al deze uitdagingen en verantwoordelijkheden engageren wij onszelf als International Council of Christians and Jews en de ledenorganisaties Berlijn, juli 2009 Voorgelegd aan de internationale Conferentie en de Jaarlijkse Algemene Vergadering van het ICCJ. Vertaling DR ; origineel op http://www.iccj.org/en/pdf/Berlin_Paper.pdf met nog een bijkomende nota over de veranderingen in de relaties in de loop van de geschiedenis BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 7 Verslag van de jaarlijkse conferentie van International Council for Christians and Jews (ICCJ) , Berlijn 5-9 juli 2009. ‘International Council for Christians and Jews’ is in het leven geroepen in Seelisberg (Zwitserland) in 1946. Daar hebben leden van Christelijke en Joodse organisaties elkaar ontmoet voor een “spoedvergadering om het antisemitisme te bestrijden”. Zij hebben in 1947 een programma opgesteld van tien punten om het Christelijk onderwijs bij te schaven. In 1949 is de Coördinatie Raad van Duistland in het leven geroepen. Ieder jaar houdt het ICCJ een wereld conferentie ergens in de wereld. Dit jaar is Duitsland aan de beurt geweest, omdat het 70 jaar is na het begin van de oorlog en van de sjoa en 60 jaar na het ontstaan van de Duitse Coördinatie Raad. Titel van de conferentie was: Een tijd van nieuwe overeenkomsten. Bouwen aan een nieuwe relatie tussen Christenen en Joden. De declaratie van Berlijn met 12 punten richt zich zowel naar Joden als naar Christenen, de punten van Seelisberg waren enkel gericht naar Christelijke gemeenten. Een van de twaalf punten richt zich naar Moslims en aan alle mensen van goede wil. De 12 punten van Berlijn gaan verder dan louter theologie, het roept ieder gelovige op om samen te werken. Pater Thaddée Barnas van Chèvetogne vertegenwoordigde België vermits hij lid is van het Overlegorgaan van Christenen en Joden in België. Hij had het recht om te stemmen en de verklaring van Berlijn te ondertekenen. Ik zelf was er als vertegenwoordigster van International Council of Jewish Women en mocht enkel deelnemen, zoals de Zusters van Sion, de Quakers of de leden van de Focolare beweging. Zondag 5 juli 2009 hebben de vertegenwoordigers van de landen die deel uit maken van ICCJ de verklaring van Berlijn ondertekend, terwijl zij begeleid waren met een liedje van hun land. Voor België was het een melodie van Jacques Brel “Le plat pays”. Een aantal speeches werden gehouden onder meer door Dr. Wolfgang Schäuble, Minister van Binnenlandse Zaken, Berlijn. Maandag en dinsdag waren gevuld met conferenties en werkwinkels. Er was een grote keuze tussen de werkwinkels; ik heb er gekozen, die geen grondige kennis verlangden van theologie of van liturgie. Iedere conferentie was ingeleid door ofwel een christelijke spreker en beantwoord door een joodse spreker, ofwel ingeleid door een joodse spreker en beantwoord door een christelijke spreker. Tijdens de bootwandeling op de rivier de Spree was het prachtig weer, daar hebben wij allen van genoten. In de late namiddag dinsdag waren wij verwacht in de Franse kathedraal waar de 60 jarige bestaan van de Duitse Coördinatie Raad werd gevierd in aanwezigheid van Mevr. Kanselier Angela Merkel. Zij heeft een bijzondere scherpe en duidelijke speech gehouden. Woensdagvoormiddag tijdens een panel over rechtvaardigheid is er een moslim vrouw bijgekomen. Daarna zijn wij het Memoriaal van de Holocaust gaan bezoeken en van daaruit het Joods museum. Beide gebouwen zijn indrukwekkend voor hun symboliek en de plaats waar zij opgetrokken zijn geweest in Berlijn. Tijdens de laatste avond was de Heer Hermann Gröhe , Minister van State van de Bundesrepublik aanwezig. Indien ik die hoogwaardigheidsbekleders noem, is het om te laten aanvoelen, hoeveel belang Duitsland hecht aan interreligieuze dialoog en aan het geheugen van de Tweede Wereldoorlog. De hele conferentie is verlopen in een bijzondere hartelijke sfeer, wij hadden allen badges aan met onze naam en land van herkomst, maar niet ons geloof, wat soms tot grote verwarringen leidde. In het algemeen, heb ik heel veel geleerd en veel nieuwe contacten opgebouwd. Ik geloof, dat het een nuttige leerreis was. Binnen kort komt een volledig verslag op de site van ICCJ, www.iccj.org Nadine Iarchy, lid van de werkgroep van de ACJCB BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - _blad 8 De conferentie van de ICCJ in Berlijn De jaarlijkse conferentie van de Internationale Raad van Christenen en Joden (ICCJ) heeft plaats gehad van 5 tot 8 juli 2009 in Berlijn, in de lokalen van de Konrad Audenauer Stiftung. Zij had als thema : “a Time for Recommitment”, “ Tijd voor een nieuw engagement , een nieuwe relatie uitbouwen tussen Joden en christenen”. Dit nieuw engagement is geconcretiseerd in een nieuw document : De twaalf punten van Berlijn, waarrond de hele ontmoeting werd opgebouwd. De ICCJ is een internationale vereniging die een dertigtal nationale organisaties van joodschristelijk gesprek overkoepelt in heel de wereld. Het doel is om een wederzijdse verstandhouding op te bouwen, gebaseerd op een het respecteren van de identiteit van de ander. Zij onderzoekt vraagstukken rond de rechten en de waardigheid van de menselijke persoon, en verwerpt elk vooroordeel en rassistische, godsdienstige en ethnische onverdraagzaamheid. Zij spant zich in om een forum te zijn, en het debat rond de grote theologische en ethische vraagstukken van vandaag vooruit te helpen. Zij richt zich voornamelijk op research en op opvoeding om een beter verstaan tussen christenen en joden op alle terreinen. De geschiedenis van de ICCJ gaat terug op de eerste grote conferentie van chistenenen en joden na de oorlog in Seelisberg (Zwitserland) in 1947. Deze ontmoeting kwam juist na de sjoa en was het begin voor de christelijke kerken om in hun onderwijs alles te verwijderen wat tot een negatieve houding tegenover joden en jodendom zou kunnen leiden. De samenkomst heeft toen een appèl aan de kerken gepubliceerd, dat bekend werd als “De Tien Punten van Seelisberg” , een kort document, maar dat een referentie werd voor de joods-christelijke relaties. Daarna zijn er een groot aantal andere teksten gekomen van protestantse en van katholieke zijde – zoals Nostra Aetate van Vaticanum II – die getuigen van een opmerkelijke evolutie in de christelijke theologie naar een openheid naar de joden. Niet lang voor de 60ste verjaardag van die Tien Punten is de ICCJ begonnen met de redactie van een nieuw document dat – net als de verklaring van Seelisberg – als appèl en uitdaging zou zijn voor joden en christenen om vooruitgang te boeken in hun dialoog en wederzijdse kennis. Dit nieuw document, de Twaalf Punten van Berlijn, is een paar maanden voor de conferentie van 2009 verspreid naar de verschillende organisaties die lid zijn van het ICCJ , en plechtig ondertekend door de vertegenwoordigers van 22 landen in de openingssamenkomst van de Conferentie van Berlijn, op 5 juli 2009. Anders dan de Tien Punten van Seelisberg, richt het document van Berlijn zich niet alleen naar christenen maar ook naar joden, om van beide zijde ernstiger de dialoog op te nemen. De vier eerste punten roepen christenen op om elke vorm van antisemitisme te bestrijden, de interreligieuze dialoog met joden te bevorderen, om een theologisch verstaan van het jodendom te ontwikkelen dat de eigenheid van de ander respecteert, en om te bidden voor de vrede van Jeruzalem. De vier volgende punten richten zich tot joden om hen te vragen de pogingen in de 20ste eeuw te erkennen van de verschillende christelijke gemeenschappen om hun houding te veranderen tegenover de joden, om de joodse liturgische teksten te herbekijken in het licht van deze veranderingen, om een onderscheid te maken tussen loyale kritiek ten overstaan van Israël en antisemitisme anderszijds , om de staat Israël aan te moedigen om idealen van gelijkwaardigheid voor bevolkingsgroepen van alle godsdiensten te realiseren en om te komen tot een juiste en vredevolle oplossing voor het conflict tussen Israëli’s en Palestijnen. De vier laatste gaan over engagementen van de twee geloofsgemeenschappen om de interreligieuze en interculturele opvoeding te verbeteren, de interreligieuze vriendschap te bevorderen , de dialoog met de politieke en economische wereld te bevorderen, en om tot een beter beheer van het milieu te komen. Enkele stemmen werden gehoord die kritiek leverden omwille van de methode van werken in het vrijgeven van deze Twaalf Punten van Berlijn. Waarom inderdaad een officiële ondertekening van dit document voordat het door de ledenorganisaties van de ICCJ bekeken is. De bestuurders van de Raad hebben daarop geantwoord dat de Twaalf Punten niet een akkoord willen zijn dat reeds bereikt is, maar een uitdaging wil zijn voor de christelijke en de joodse gemeenschappen, om het nadenken hierover te bevorderen en een nieuw debat uit te lokken. . Zij voorzien dat de resultaten daarvan kunnen leiden tot een herziening van de tekst binnen twee of drie jaar. De drie volgende dagen van de Conferentie zijn besteed aan elk van de drie delen van het document. Op maandag 6 juli was het thema de noodzaak om christelijke theologie te ontwikkelen die de integriteit van het jodendom bevestigt. Mgr. Heinrich Mussinghoff, de rooms-katholieke bisschop van Aken en voorzitter van de Ondercommissie van het Duits Episcopaat voor de relaties met het jodendom, BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 9 heeft dit thema uitgewerkt, en professor Edward Kessler (Cambridge) heeft daarop geantwoord vanuit joodse zijde. De workshops behandelden een brede waaier van onderwerpen, gaande van zending-missie van christenen naar joden toe tot een gedurfd project om de katholieke christologie te herformuleren in het licht van de resultaten van de joods-christelijke dialoog , over de gevolgen van het pontificaat van Benedictus XVI voor de joods-christelijke relaties. Dinsdag 7 juli stond in het teken van het onderzoek van de teksten en van de joodse liturgie in het licht van de joods-christelijke dialoog, met een merkwaardige presentatie van Mevr. Ruth Langer en een antwoord van Dr. Barbara U. Meyer van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Mevr. Langer is joodse , zij geeft les in een katholieke universiteit, het Boston College, terwijl Mevr. Meyer een protestantse dame is, die les geeft aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Woensdag 8 juli had als thema: het gemeenschappelijk engagement voor een rechtvaardige mondialisatie, met een pannel bestaande uit Christian Meissner, een christelijke wetenschapper uit Berlijn, Mevr. Rabbijn Debbie Young uit Londen, en mevr. Rabeya Müller, lerares Islam in Keulen. De workshops behandelden een massa onderwerpen zoals de economische crisis en de godsdiensten, de ecologie, de plaats van de vrouw in de godsdiensten. Op 7 juli ’s avonds hebben de deelnemers een academische zitting kunnen meemaken in de Hugenotenkerk ( de französcher Dom) ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van de Duitse Coordinatie Raad van Joods-Christelijke Samenwerking (de Deutsche Koordinierungsrat). De hoofdspreker toen was mevr. Angela Merkel, kanselier van de Duitse Federale Republiek. E.P. Th. Barnas, afgevaardigde van het Overlegorgaan Christenen en Joden in België. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - _blad 10 MATERIAAL Tenachon Van de reeks: ‘de Psalmen - worstelen met God, met hart en ziel’ verscheen reeds deel 1 ‘Psalm 7, 9, 10, tussen hoop en vrees’, deel 2 ‘Psalm 13, 14, 21, 22, een zee van emoties’, deel 3 ‘Psalm 25, 27, de dynamiek van een spiritueel leven’, deel 4 ‘Psalm 33, 34, weest dankbaar en blij’, deel 5 ‘Psalm 23, 37, 38', deel 6 ‘Psalm 44,52,53, over ballingschap en verlossing in een gefragmenteerde wereld’, deel 7 ‘Psalm 54,55, 57 de pijn van het verraad’, deel 8 ‘Psalm 58,59,60 en 62, Geloof en waar(achtig)heid', deel 9 ‘Psalm 73,74 en 78, De grote en kleine verhalen van de geschiedenis', deel 10 ‘Psalm 83 en 84, In dialoog met de Allerhoogste', deel 11 ‘Psalm 91, 98 en 102, Over de binnen- en buitenwereld van de gelovige’, deel 12 ‘Psalm 63, 108 en 109, Verlangen, dankbaarheid en dromen van een zoete wraak', deel 13 ‘Psalm 127 en 130, Een dagelijks leven in de nabijheid van God, tussen schuld en vergeving’. Een abonnement kan genomen worden aan 49,50 EUR bij de abonnementenadministratie Tenachon, Antwoordnummer 17, NL7940 VB Meppel. Nadere info: Folkertsma Stichting, Burg.Lambooylaan 18, NL-1217 LD Hilversum; tel.00-31-35-6219406; e-mail: [email protected] ; www.folkertsmastichting.nl MEDEDELINGEN Joods Cultuurfestival in Vlaanderen , een initiatief van de Provincie Antwerpen : Wij herhalen graag om regelmatig te gaan kijken op http://www.joodscultuurfestival.be/ . Hier wordt het verdere programma tot eind december 2009 aangekondigd en zijn kleine fragmenten mee te maken van wat reeds voorbij is. Er kan ingetekend worden op de nieuwsbrief. Aandacht bvb. in augustus voor de tentoonstelling in de bibliotheek van Zwijndrecht : Diaspora, Homelands in Exile, Thuis in Ballingschap van Frederic Brenner. Bezoek ook de columns met een aantal korte en interessante bijdragen over Joodse cultuur, verhalen, enz. Op 6 september 2009 doet ons land mee in de Europese Dag van het Joods Cultureel Erfgoed. Onder de titel Joodse Feesten en Tradities, is er nu al voor de tiende keer een programma van bezoeken met gidsenbeurten in de provincie Antwerpen en daarbuiten. Worden o.a. genoemd : de “Hollandse Synagoge” in de Bouwmeestersstraat, het Diamantmuseum aan het Centraal Station, de Begraafplaats van de FrechieStichting in Putte, Nederland juist over de grens, de Red Star Line in de Montevideostraat hoek Rijnkaai, de scheepvaartmaatschappij die tussen 1873 en 1934 meer dan 2 miljoen migranten vanuit Antwerpen naar Amerika bracht. Nadere informatie en een mooie brochure op te vragen op [email protected] en telefoonnummer 0478 449 264. De toegang is overal vrij. Het verdere Europees aanbod staat op www.jewisheritage.org. Dag van de Joodse Martelaar in Mechelen, de 53ste Nationale Bedevaart naar de voormalige Dossinkazerne op zondag 6 september 2009 om 11 uur. Afspraak om 10.30 aan de Goswin de Stassartstraat 153, 2800 Mechelen. Hierbij is ieder welkom. Ook de Antwerpse Contactgroep legt bloemen neer. Het International Council of Christians and Jews richt van 3 tot 11 november 2009 een seminarie in in Jeruzalem en in Galilea rond het thema : From two narratives to a culture of peace (vroeger reeds aangekondigd, maar nu met een nieuwe datum). Dit seminar past in een project van de ICCJ om de impact van het Midden-Oostenconflict te bestuderen op de interlevenschouwelijke dialoog. Kostprijs : 720 EUR (zonder de reis). Aanmelding voor 1 september. Een deel van het programma bestaat in een verblijf bij Arabische families en bij Joodse families. Bedoeling is om een weg te zoeken naar één cultuur van vrede vanuit de twee bestaande verhalen. Meer informatie op http://www.iccj.org en bij Dick Pruiksma , Martin Buber House, Heppenheim, Duitsland; tel. 00 49 6252 93120. (zie ook het verslag van het vorige seminar van 22 tot 25 juni 2008 met 180 deelnemers met als thema : ‘THE CONTRIBUTION OF JEWISH-CHRISTIAN-MUSLIM DIALOGUE TO PEACE BUILDING IN THE MIDDLE EAST’ op dezelfde site). De Nederlandse Dag van het Jodendom op 17 januari 2010 wordt reeds voorbereid in een impulsdag ‘Tijd is heilig’ op 15/10/09 in de Keizersgrachtkerk Amsterdam; nadere info bij Katholieke Raad voor Israël [email protected] of 00.31.30.232695 (www.dagvanhetjodendom.nl) BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP 11 - juni-juli-augustus 2009 - __blad BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 Verslag van de ACJCB-Studiereis naar Berlijn - __blad 12 8 – 12 juni 2009 “INTEGRATIE” maandag 8 juni Bij het planetarium van Bochum stappen enkele minuten voor negen – na een reis van drieëneenhalf uur - een vijftigtal mensen uit een reisbus van “De Polder”, neen, niet voor het koepelvormige planetarium, maar voor het vierkante gebouw ernaast: de nieuwe synagoge van Bochum, de eerste verrassing van deze reis. Dominee Dr. W. Hering, die jarenlang de Dominee was van de Duitstalige gemeente in Antwerpen (DEGPA, Deutschsprachige Evangelische Gemeinde in der Provinz Antwerpen), wacht ons op en stelt ons voor aan de gids, de heer Gerd Liedtke, voorzitter van de “Freundeskreis Bochumer Synagoge e.V.” (e.V. Staat voor “eingetragener Verein”, officieel geregistreerde vereniging). Dhr. Liedtke leidt ons van op een ruim terras, omringd door groen, binnen langs een wijde glazen ingang. Dieper in het huis scheidt een rechthoekige hoge ruimte de links gelegen synagoge van de rechts gelegen praktische zalen: refter, vergaderzaal, toiletten, enzovoort. Het geheel is nog niet af, alles ziet er piekfijn en nieuw uit. Een zekere professor Schmidt was het die met dit ontwerp de architectuurwedstrijd won, uit 38 inzendingen. Het gebouw werd gefinancierd met privé giften en de hulp van de overheid Een zee van licht verwelkomt ons in de synagoge, waar nu ook mevrouw Isaak, maatschappelijk werkster, ons mee te woord staat. Vanwaar komt het licht? Hoog boven ons hangt een gele koepel tegen een blauwe hemel. Daar knoopt onze gids bij aan. Eerst wilden de bouwers een koepel boven op de synagoge, omdat de in de Kristalnacht van 1938 verwoeste synagogen, o.m. van Bochum en Wanne-Eickel, een koepel hadden. Maar een tweede koepel naast het planetarium leek – zo blijkt ook uit een computersimulatie – architectonisch minder geslaagd. Daarom de inwendige koepel, die ook als het donker wordt met kunstlicht een lichtsfeer creëert. “Een beschermende hand boven de gemeente” zegt onze gids. In de gelijkvloerse ramen, links en rechts van de Aron Hakodesj, de Heilige Ark staan de Hebreeuwse namen van de twaalf stammen van Israël. In de muren ontelbare driehoeken, openingen, die voor het oog de vorm aannemen van davidsterren – en ‘s avonds voor de buitenwereld als sterren oplichten, zoals blijkt uit de websites van de synagoge (zoekterm op google “synagoge Bochum”). We herkennen voorts de synagogale inrichting en aankleding. In het gebouw is er ook een ritueel bad voor wie dat wenst. “Voor wie dat wenst”, deze uitdrukking vertelt dat de hier aankomende Joden uit verschillende tradities en richtingen komen, met een verschillende bagage. Hier biedt de joodse gemeente aan elke nieuwkomer alle faciliteiten om dieper kennis te maken met zijn of haar joodse godsdienst. De synagoge bekent zich niet streng tot deze of gene richting uit de brede waaier van joodse tradities, afgezien van de koosjere keuken. Men bewandelt een soort middenweg. “Voor wie dat wenst” is er rondom een balkon voor de vrouwen, maar zij kunnen even goed plaatsnemen in de synagoge, meestal rechts, de mannen links. Als er discussie is over een of ander, beslist de meerderheid, al ligt het eindcompromis zelden in het midden, het helt meestal over naar de orthodoxe kant. Kleine groepjes kunnen wel op zichzelf hun eigen ding doen. De gemeente had één jaar een rabbijn en een cantor uit Israël, nu komt een “Wanderrabbiner” langs die binnen de deelstaat van her naar der trekt. De meerderheid van de nieuwkomers is vervreemd van hun godsdienst. Alle middelen zijn goed om hen bij te werken. Men leert Hebreeuws lezen door het in fonetisch schrift te kopiëren in... cyrillisch schrift, het schrift van het land van herkomst. In de rekken staan, naast de volledige Tenach, vereenvoudigende uitgaven van gebeden en Bijbelteksten, bovenaan de bladzijde in het Hebreeuws, daaronder iets wat ons Russisch lijkt maar wat het dus niet (altijd) is. Tweede verrassing. De joodse gemeente in Bochum is spectaculair gegroeid dankzij de komst van emigrerende Joden uit de voormalige Sovjetrepublieken, gemeenlijk “Russische Joden” genoemd ( dat werd mogelijk dankzij het akkoord tussen de Bondsrepubliek en de toenmalige USSR, waardoor vanaf 1990 Joodse mensen zonder meer naar Duitsland konden emigreren, leer ik van de website.) Zij maken nu meer dan negentig percent van de gemeente uit. De krant “Zukunft. Informationsblatt des Zentralrats der Juden in Deutschland” verschijnt dan ook tweetalig, in het Duits en het Russisch. In het gebied van de “Jüdische gemeinde Bochum – Herne – Hattingen” ( dankzij de spectaculaire groei afgesplitst van de gemeente Recklinghausen) leven nu ongeveer 3.000 Joden, van wie 1.200 zich hebben ingeschreven als lid van de gemeente. Er zijn nog enkele zeldzame van oorsprong Duitse joden, zoals Alfred Salomon, 90, die Auschwitz overleefde. Op de sabbat wonen een vijftigtal gemeenteleden de drie uur durende ochtenddienst bij; de kortere dienst op vrijdagavond wordt beter bezocht. De voorzitter van de gemeente, dokter Rosenkranz, laat zich deze ochtend BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 13 verontschuldigen vanwege zijn praktijk. De meeste immigranten zijn trouwens hoog opgeleide mensen, ingenieurs, verpleegkundigen, leraars. Sommigen kunnen hier, na een taalexamen, in hun beroep aan de slag, anderen niet. De joodse gemeente biedt hulp bij de taallessen. Allen willen hun kinderen een betere toekomst bieden door hen het beste onderwijs te laten volgen binnen het Duitse schoolsysteem. Dat voorziet in de deelstaat Nordrhein-Westfalen, zoals in ons land, in lestijden godsdienst of levensbeschouwing. Maar niet alle scholen kunnen voor alle leerjaren een cursus joodse godsdienst organiseren. Daarom biedt de synagoge op woensdag- en donderdagmiddag de kinderen zulke lessen aan. De kinderen leren snel, integreren zich ook vlugger. De oudere immigranten spreken soms nog Jiddisch. Derde verrassing. Onze gids blijkt een “evangelische”, Duits voor “protestantse”, vrijwilliger te zijn, die als gepensioneerde tijd maakt om groepen te ontvangen. De “Freundeskreis”, waarvan hij de voorzitter is, is een levend teken van de intense, jarenlange en blijkbaar nu vanzelfsprekende samenwerking met de christelijke kerken ter plaatse. De kerken hebben ook financieel bijgedragen tot de oprichting van dit fraaie synagogecomplex. Ze hebben o.m. de Thoraschrijn geschonken. Heel secuur legt dhr. Liedtke groepsbezoeken, daaronder vaak scholieren, uit wat een synagoge is, uit welke boeken men hier voorleest, welke diensten hier worden gehouden. Hij heeft een schrift gemaakt waarin hij met een eenvoudige Duitse voorbeeldzin in enkele stappen duidelijk maakt hoe de Hebreeuwse taal zonder klinkers wordt geschreven. Met de “Freundeskreis” worden veel evenementen georganiseerd, in samenwerking met o.m. de kerkelijke volwassenenvorming, om Joden beter bekend te maken en Joden in contact te brengen met het Duitse sociale leven. Men maakt plannen om een restaurant te openen. In de voorruimte van de synagoge bieden zuilen met foto's en teksten informatie over de gemeente en haar geschiedenis, bijvoorbeeld over de lotgevallen van deze plek na de verwoesting van 1938. Van de “Freundeskreis” krijgen we een literatuurlijst mee over het Jodendom. Voor de eerste keer mag medereiziger Jef voor de ontvangst en de gidsbeurt bedanken met een boekgeschenk. Wanneer we anderhalf uur later Bochum verlaten is het thema van onze reis op velerlei manieren aangesneden: de integratie van de Joden uit het voormalige Oostblok, zowel intern in de joodse gemeente als in de Duitse samenleving, en de vanzelfsprekende vriendschap met de kerken. Onze rit gaat verder oostwaarts. Reisleider Frans heft bijna het lied aan “Naar Oostland willen wij varen”, een lied waarvan wij niet meer weten dat het gaat over de middeleeuwse trek van Vlamingen naar Brandenburg. Die trek werd onlangs herdacht met een tocht van tien huifkarren met paarden vanuit Brugge naar... Brück, een van de plaatsnamen die zoals Lichterfelde (Lichtervelde), onze pleisterplek in Berlijn, en Euper (Ieper) daaraan herinneren. Reisleider Frans schakelt, eenmaal de Porta Westphalica voorbij (rond half twaalf), over op weer nieuwe leerstof: de stamboom en de geschiedenis van de familie Mendelssohn. Iets na vijven bereiken we de ring van Berlijn. Nog voor zes uur krijgen we onze kamersleutel in Hotel Morgenland, waar een rijk gedekt en gevarieerd “boeffet” op ons wacht. In een krantenstandje in het hotel ligt de “Berliner Zeitung” van vandaag. Op p. 8 staat een bijdrage over een man, Werner Bab, die Auschwitz overleefde en nu voor het eerst, na bijna 60 jaar, begint te spreken én te getuigen. De aanleiding is het proces tegen Demjanjuk. dinsdag 9 juni De haan kraait relatief vroeg, want we willen onze afspraak in de Duitse Bondsdag of parlement niet missen. Het Berlijnse verkeer valt best mee en nog voor tien uur melden wij ons aan bij de aparte ingang voor groepsbezoeken. Vooraan schuift al een lange file aan van bezoekers die naar de koepel willen. Na de veiligheidscontrole is alles licht en zelfs luchtig, als we kijken naar de kleurige t-shirts waaraan je de dienst herkent waarin mensen hier werken. Fotograferen mag zeker. We splitsen ons op in een Duitstalige en Engelstalige groep voor de rondleiding in dit door de geschiedenis letterlijk en figuurlijk doorgroefde gebouw, dat architect Norman Foster in de jaren 1990 op een definitieve wijze hertekende, weliswaar na veel discussies, tot en met stemmingen in de Bondsdag over de nieuwe koepel. We mogen in het halfrond zelf plaatsnemen op een van de als het ware hangende vleugels met zitplaatsen voor bezoekers, waar dankzij de unieke akoestiek tegelijk verschillende groepen van een gids uitleg krijgen over de plaatsen van de politieke fracties, de bondskanselier en regeringsleden, de afgevaardigden van de deelstaten enz. In dit tijdperk van computertechnologie houden de parlementsleden vast BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 14 aan de handtastelijke stemming, ofwel met de opgestoken hand, ofwel met de voeten, ofwel, voor een geheime stemming over personen, met een briefje in een bus. In de gangen vertellen de geconserveerde oude muren, geschonden stenen, en vooral de graffiti met de handtekeningen van Sovjetsoldaten, geschiedenis. De graffiti met minder fraaie opmerkingen heeft men verwijderd, maar die heeft men wel eerst overgeschreven. Mijn groep zag niét de gang met de honderden kastjes met namen van alle parlementsleden sinds het ontstaan van het democratische Duitsland in 1919. Verwonderd betreden we de stille ruimte, met in het midden een vierkante stenen tafelblok, en tegen de wand een vijftal monumentale schilderijen-plastieken van Günther Uecker (°1930 - volgens een kunstwebsite vormen zijn creaties in de Bondsdag een hoogtepunt in zijn oeuvre). Iedereen kan privé naar believen deze ruimte gebruiken of enigszins herinrichten met de voorraad stoelen uit de entree. In de gangen van het gebouw bieden standjes links en rechts onbeperkt in allerlei brochures informatie over het gebouw en de werking van de Bondsdag. Vluchtelingen en immigranten Tegen 11 uur gaan we naar een van de hoektorens, de vergaderzaal van de FDP-fractie (Freie Demokratische Partei, liberaal). We hadden een afspraak met parlementslid Markus Löning, “Europapolitische Sprecher” van de FDPfractie maar die heeft op korte termijn moeten afzeggen. Hij laat zich vervangen door mevrouw Hagengruber, binnen de fractie perschef en adviseur voor binnenlandse zaken, meer bepaald inzake veiligheid, terrorisme en de kieswet. Die specialisatie maakt dat zij op sommige vragen niet kan antwoorden. Zij heeft het over een thema dat ook in ons land bijna elke dag wel ergens in de krant opduikt: nieuwkomers, immigranten, asielzoekers. Ook in Duitsland spreekt de wet heldere taal: een snel onderzoek moet uitmaken of iemand hier mag blijven, zo niet moet hij of zij snel het grondgebied verlaten. Mag iemand blijven, dan moet hij of zij een integratiecursus volgen, met taalles en een oriënteringscursus in het Duitse maatschappelijke leven. In werkelijkheid verblijven ook in Duitsland immigranten jarenlang zonder papieren, die zich intussen zoeken te integreren, kinderen naar school sturen, enzovoort. Immigranten die van oorsprong Duitser zijn en “Russische Joden” vallen hierbuiten: zij zijn hier altijd welkom. Mevrouw Hagengruber citeert een recente studie over al dan niet geslaagde integratie. De “Ruslandduitsers” doen het goed, de Turken slecht... Duitsland staat niet te springen om de EU-leden aan de Middellandse Zee bij te springen in hun problemen met bootvluchtelingen uit Afrika, want Duitsland moest niet zo lang geleden nagenoeg alleen de last dragen van de vluchtelingen uit de Balkanoorlog van de jaren '90. En de Europese richtlijn luidt nu eenmaal dat het eerste EU-land dat een vluchteling betreedt, de kwestie moet afhandelen. Schijnhuwelijken lijken in Duitsland niet direct een probleem, vanwege de grondige controle van elk dossier; die controle gebeurt ook bij een aanvraag tot familiehereniging. Duitsland koos niet voor een algemene absolutie van illegalen. Er is een akkoord met de deelstaten om tegen eind 2009 dat probleem definitief op te lossen, maar dat haalt men niet en daarom pleit de FDP voor een verlenging van dat akkoord. Bezettingen en hongerstakingen, zoals in ons land, kent men niet. In Duitsland blijkt ook meldingsplicht te bestaan over illegalen, b.v. vanuit een ziekenhuis. De kroon op het werk We zetten letterlijk de kroon op onze voormiddag: we gaan naar het dak van het Bondsdaggebouw, waar we de sensationele glazen koepel bekijken én bestijgen. Een beeld voor de transparantie van het nieuwe Duitsland? Rondom rond zien we Berlijn, naar de oostkant de tv-toren waarmee de DDR ooit het Westen de loef trachtte af te steken, de monumentale gebouwen van de Dom en de musea, de torens van de Gendarmenplatz, in noordelijke richting de met goud versierde koepel van de “Nieuwe Synagoge” die we nog gaan bezoeken, westwaarts het meer uitgestrekte en groene West-Berlijn, aan onze voeten de Tiergarten, en nog dichterbij de nieuwe gebouwen ter ondersteuning van de Bondsdag. Er zou ook een tentoonstelling over Job in de Bondsdag te zien zijn, maar die is in het voor ons nu niet te bezoeken huis van de afgevaardigden. Tijdens onze wandeling in de koepel zien we voor het nieuwe gebouw van de bondskanselier – de wasmachine, zeggen de Berlijners - een parade en vlaggen; we raden dat de eerste minister van Tsjechië, op dit ogenblik de voorzitter van de EU, op bezoek komt. Voor het middagmaal brengt de bus ons naar “Unter den Linden”, de Champs Elysées van Berlijn. Voor de eerste keer rijden we aan de “Berliner Mauerweg” langs een haag van kruisjes die herinneren aan de mensen die doodgeschoten werden bij de muur. In de Von Humboldtuniversiteit kunnen wij eten in het professorenrestaurant. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 15 Als je de abstracte schilderijen, de kleurige tafelkleden, het lekkere eten en de vriendelijke bediening wegdenkt, zit je in deze sombere ruimte in een perfect DDR-kader. Maar het gebouw wordt duidelijk opgeknapt. Berlijn 1933-1945 Tegen half drie wacht Philip Heylen ons op de Bebelplatz op. Hij is in Antwerpen schepen van cultuur en juichte van het begin af het ACJCB-initiatief toe om naar Berlijn te komen en bood daarbij zijn diensten aan. Hij steekt van wal met zijn persoonlijk verhaal. Van de Duitsers moest hij niets hebben tot hij in de jaren '90 per toeval in Berlijn terecht kwam. Het werd liefde op het eerste gezicht. Berlijn vindt hij een open stad zonder pretentie, een stad met veel wijken die elk hun eigen centrum hebben, een hoofdstad die daarenboven niet duur is. En hij – voortaan in dit verslag gewoon Philip - zal onze gids zijn bij een bezoek aan het bruine Berlijn van 1933-1945. Al behoort hij tot een veel jongere generatie, zijn kennis en deskundigheid verrast. Het weer zit niet helemaal mee bij de start van deze middag. We beginnen op de plek waar we staan, op de Bebelplatz, bij het monument ter herdenking van de boekverbranding van 1933. Ondanks de lichte regen kunnen we onder een dikke glazen plaat de lege ruimte zien – het lijkt wel een graf - met lege boekenrekken. Philip citeert Heine: “Wie boeken verbrandt, verbrandt ooit mensen”. De restauratie van de monumentale “oude bibliotheek” en de daar tegenover gelegen “Staatsbibliotheek” laat gelukkig zien dat de brandstichters het niet gehaald hebben. Van op de Bebelplatz kijken we uit over “Unter den Linden”, naar de koepel van de Dom, en naar de “Neue Wache”, het mooie wachthuis dat architect Schinkel tekende, en waar onder de verschillende regimes verschillende soorten helden werden herdacht. Nu is het een lege ruimte ter nagedachtenis van àlle slachtoffers van autoritaire regimes. Men kan er in stilte verwijlen, vertelt Philip. We wandelen westwaarts tot op de “Pariser Platz”, net voor de “Brandenburger Tor” of Brandenburgse Poort, waar nieuwe – “nieuw” betekent in Berlijn bijna altijd “na de val van de muur” - gebouwen zoals de Amerikaanse en Franse ambassade verrezen. Links wijst Philip ons de plaatsen waar de hoofdkwartieren waren van Todt, de organisator van de dwangarbeid, en Speer, de architect van Hitler. Na de dood van Todt nam Speer diens taak over. Op de ruïnes van Speers hoofdkwartier verrees de Kunstacademie. We lopen door de hall met kunstwerken. Hier al begon ondergronds de reeks bunkers van Hitlers hoofdkwartier in Berlijn. Van hier zien we nu ook uit over het Monument voor de vermoorde Joden in Europa. We gaan weer oostwaarts naar de Wilhelmstrasse, waar huisnummer na huisnummer de ministeries van het Derde Rijk gevestigd waren, links dat van o.m. Goebbels, aan de overkant de nieuwe monumentale kanselarij van Hitler, met een spiegelpaleis dat ettelijke keren groter moest zijn dan het spiegelpaleis van Versailles, de plek van het vernederende vredesverdrag van 1919. Het kanseliersgebouw hield nog meer gekheid in, zoals een waanzinnig geboende lange marmeren gang naar de audiëntie met de Führer. Tot hier liepen de later opgeblazen bunkers van de nazi-leiders. Wie de film “Der Untergang” zag, kan zich een en ander voorstellen. Het is in de tuin van dit gebouw dat het lijk van Hitler werd verbrand, en, enkele dagen later, van Goebbels en diens vrouw, nadat Goebbels tot het einde toe opdracht was blijven geven om iedereen neer te schieten die het zinkend schip zocht te verlaten. Op de hoek van de Wilhelmstrasse en de Leipziger Strasse botsen we op een muurschildering uit de DDR-tijd, waar de gelukkige arbeiders- en boerenbevolking hulde brengt aan leider Honecker. Het is een zijmuur van een van de weinige gebouwen die stand hielden onder de geallieerde bombardementen, het hoofdkwartier van Goering, nu ministerie van financiën. Van op het balkon van dit gebouw schouwden Hitler en Goering de overwinningsparade na de smadelijke overval op Polen, in september 1939. Om de onverwoestbare betonnen reliëfs met hakenkruisen en andere nazi-symbolen te verbergen heeft men nieuwe platen ervoor geplaatst. Informatieborden vertellen bij deze en andere gebouwen de geschiedenis ervan. De volgende dwarsstraat rechts is de Niederkirchnerstrasse, de straat die een nieuwe naam kreeg omdat de oude naam “Prinz Albrechtstrasse” teveel herinneringen oproept aan de donkerste kant van de nazi-tijd. Hier waren in enorme herenhuizen de hoofdkwartieren van de Gestapo, de SS en de “Reichssicherheit”. In de kelders van deze gebouwen zijn honderden mensen gemarteld en terechtgesteld. In nagenoeg elke biografie van gearresteerde andersdenkende politici en andere prominenten duikt aan het einde, na hun arrestatie, de naam van de Prinz Albrechtstrasse op. Hier zal Duitsland het museum bouwen over de “Topographie des Terrors”, de plaatsnaamkunde van de terreur. Het terrein achter een stuk Berlijnse muur ligt nu nog braak. Achter dat grondstuk vertellen grote doeken de plannen – maar zo ver komen wij niet. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 16 Chauffeur Paul komt ons ophalen om naar de Stauffenbergstrasse te rijden, aan de zuidkant van de Tiergarten, naar de “Gedenkstätte Deustcher Widerstand” ( via deze website toegang tot nog meer musea en gedenkplaatsen). Op de koer van de kazerne herinnert een kunstwerk aan majoor Claus Schenk von Stauffenberg en de andere militairen die op 20 juli 1944 de mislukte aanslag op Hitler pleegden en kort daarna hier gefusilleerd werden. Het monument verwijst naar de plek van het vuurpeleton en het weerloze verzet in de figuur van een naakte, geboeide man. In het gebouw is een museum met een overzicht van alle groepen en initiatieven die verzet pleegden tegen Hitler. De tijd ontbreekt voor een bezoek van de aan deze “Gedenkstätte” verbonden tentoonstelling. Licht op een donkere plek Nu gaat het westwaarts, langs de “Friedrich Gedächtniskirche”, voor 1989 hét symbool van West-Berlijn. Het straatbeeld lijkt ons hier jonger en levendiger. We vinden de weg naar de Münstersche Strasse waar Chabad in september 2007 een centrum met synagoge kon inwijden in aanwezigheid van onder meer de president van de Bondsrepubliek. De synagoge, zoals elke Joodse plek in Berlijn, wordt extra bewaakt. We worden ontvangen door rabbijn Yehuda Teichtal, die enkele jaren geleden uit New York naar hier kwam om ook in Berlijn een huis van Chabad Lubawitsch op te richten. “Op deze donkere plek moet je licht brengen”, zegt hij ons in het Amerikaans. De Joodse aanwezigheid in Berlijn groeit heel snel, van 30.000 enkele jaren geleden, tot nu ruim 200.000. Het Chabad-centrum wil het Joods zelfbewustzijn wakker maken, stimuleren, ontwikkelen. Rabbijn Teichtal pleit voor integratie, maar dat staat niet gelijk met assimilatie. Op de vraag hoe Chabad omgaat met de zo verschillende achtergrond van de vele soorten Joodse immigranten uit de ex-Sovjetunie antwoordt rabbijn Teichtal enkel dat iedereen welkom is. Het Chabadhuis werd gebouwd zonder staatssubsidie. Bijzonder is de evocatie, met stenen uit Israël, van de westelijke muur van de tempel in Jeruzalem. Er is een kinderdagverblijf, een restaurant en natuurlijk een synagoge, in prachtig hout afgewerkt. Daar spreekt hij ons nog eens extra toe. Verder gaat het naar het restaurant, waar we genieten van een overvloedige koosjere maaltijd met wijn. woensdag 10 juni We vertrekken goed op tijd naar de Wannsee in West-Berlijn, een heerlijk groen gebied waar van in de 19e eeuw de bevolking van de hoofdstad op zondag verpozing kwam zoeken. We houden even stil bij de villa van schilder Max Liebermann, die uit protest tegen de nazi-overval op de kunstwereld ontslag nam als voorzitter van de Pruisische Academie. “Gelukkig” voor hem stierf hij hoogbejaard nog voor hij als Jood én moderne kunstenaar grotere moeilijkheden ondervond. In kastjes tegen de haag vinden we folders over de kunstenaar en het museum. Het museumpersoneel komt aan tegen 10 uur en haast zich om voor ons open te maken, maar onze schreden richten zich naar een andere villa... Bij het meer staat een monument met een leeuw, waarvan het opschrift ons weer een stukje Duitse geschiedenis in herinnering brengt – zoals het hier vertaalde opschrift vertelt. Het is een kopie van een Deens monument dat in 1850 op het kerkhof van Flensburg werd opgericht als herinnering aan de Deense overwinning op het Duitse SchleswigHolstein. Maar in 1864 sloeg Pruisen terug en veroverde het dat Deens gebied. De leeuw werd in 1864 naar Lichterfelde gehaald. Wilhelm Conrad, de mij verder onbekende stichter van Alsen aan de Wannsee, liet in 1865 een zinken afgietsel van de leeuw maken. Het staat sinds 1938 hier op de oever. In 1945 schonken de Amerikaanse bevrijdingstroepen het oorspronkelijk monument uit Lichterfelde terug aan Denemarken. De Wannseeconferentie Hoofddoel van onze uitstap deze ochtend is de beruchte villa waar op 20 januari 1942 de Wannsee-conferentie de organisatie van de volkerenmoord op de Joden gedetailleerd uitwerkte. Helma Haasbeek is onze uitermate vriendelijke en beslagen gids, die ons – verdeeld in twee groepen, wegens de te kleine ruimtes - in feilloos Nederlands helder het verloop, de identiteit van de deelnemers en de draagwijdte van de beruchte Wannseeconferentie uitlegt. Dat doet ze in het salon waar de foto's van de 15 daders hangen, de relatief jonge vertegenwoordigers van de bureaucratische elite die onder het nazi-regime een steile carrière had gemaakt: staatssecretarissen of secretarissen-generaal van de diverse ministeries die hier door Heydrich bijeen worden geroepen. De villa was een luxe “hol” van zijn SS. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 17 We zien uit het verslag van de conferentie een uitvergroting van een afschuwelijke landenlijst, verdeeld in bezette en (nog niet) bezette landen, met telkens het aantal Joodse inwoners dat moet worden geliquideerd, in totaal 11 miljoen. Enkel Estland, bezet, is “judenfrei” - daar waren ze al uitgemoord. Vóór de Wannseeconferentie werd in vele bezette gebieden zoals de Baltische staten, Oekraïne en Rusland al systematisch de Joodse bevolking vermoord. (Historici weten nog altijd niet precies te bepalen waar en wanneer het besluit viel om Joden niet langer weg te jagen maar te liquideren.) Ook gas werd al gebruikt; dat had men vanaf 1939 getest bij de moord op gehandicapten en geesteszieken. De vergassingscamions waren al in gebruik. Het “probleem” was: de SS kon alleen de volkerenmoord niet aan en moest daarvoor een beroep doen op de logistieke hulp van andere ministeries, die probleemloos toezegden, afgezien van een paar technische details over transportkwesties en de nood aan dwangarbeiders voor de oorlogseconomie. Eén zaak bleef onbeslist, de interpretatie en toepassing van de Wetten van Nürnberg over wie Jood was: je was Jood als drie van de vier grootouders Jood waren. De SS hield het bij het radicale standpunt dat één Joodse grootouder iemand tot Jood maakte. Maar dat allemaal uitzoeken zou te veel papierwerk hebben gevraagd en die vraag bleef dus onbeantwoord. Heydrich kreeg wat hij vroeg: de medewerking van alle ministeries aan wat eufemistisch de “Endlösung” werd genoemd, soms ook de “Ostwanderung” of overplaatsing naar het oosten. Onze gids staat nog even stil bij de levensloop van de 15 daders. Negen van hen stierven tijdens of kort na de oorlog, enkelen door zelfmoord. Müller verdween spoorloos. De enige die terechtgesteld werd is Eichmann. We leren hier zowaar een Martin Luther kennen die wegens overdreven ambitie in een concentratiekamp terecht kwam en kort na mei '45 stierf; in zijn nalatenschap werd in 1947 het enige bewaarde exemplaar van het conferentieverslag ontdekt. Eén van de 15, Klopfer, overleed rustig in 1987, na een lange en succesrijke carrière als advocaat in de Bondsrepubliek. In een andere zaal, over het leven van Joden in Duitsland voor en na 1933, weet Helma ons didactisch te boeien met het intensief bekijken van enkele foto's: goed geïntegreerde Duitse Joden die in de Eerste Wereldoorlog hadden gevochten; Joden wachtend om (geen) toegang te krijgen tot Wannsee-Bad; een Joodse man die het plakkaat draagt “Ich bin ein Rassenschänder” omdat hij verliefd is op een “arische” Duitse vrouw (van beiden heeft het museum de verdere lotgevallen in kaart gebracht); Joodse mannen in Baden-Baden publiek afgevoerd op 10 november 1938, de dag na de Kristalnacht; Helma herinnert ook aan het protest van Duitse vrouwen tegen de arrestatie van hun Joodse man, in 1943 (waarover de speelfilm “Rosenstrasse” werd gedraaid). Daarna krijgen we nog even tijd om individueel door het uitstekend gedocumenteerde en gepresenteerde museum te dwalen. Naar het “Jüdisches Museum” We mogen niet te vroeg aanschuiven in het restaurant van het parlement van de deelstaat Berlijn, ondergebracht in het vroegere Pruisische parlement. Opvallend is ook weer hier de vaste presentatie, met foto's en informatieborden, van de geschiedenis van dit parlement dat aanvankelijk, tot aan de Eerste Wereldoorlog, nauwelijks een parlement te noemen was. Het is ruim half twee wanneer we met ons volgeladen dienbord een tafeltje zoeken. Onze bus brengt ons naar het nabij gelegen “Jüdisches Museum”, waar drie gidsen ons opwachten voor een rondleiding. De gids die de “gevorderden” onder ons, degenen die het museum al bezochten, onder zijn hoede neemt, werkt aan een doctoraat over de ziel bij Maimonides. Twee gidsen geven ons in uitstekend Nederlands uitleg. Onze gids, lang en dus makkelijk te volgen, doet het in twee stappen. Eerst het gebouw zelf. Het blijft onoverzichtelijk, maar hij weet er toch lijnen en betekenissen in te onderscheiden. De architectuur van Daniel Libeskind rond het begrip “void” of leegte is aangrijpend. Wegen kruisen elkaar, naar de ballingschap, naar de “shoah”. De emigratie wordt opgeroepen door een zuilenwoud uit-evenwicht. Vervolgens neemt de gids ons mee naar enkele voorwerpen uit het overvloedige aanbod, die het rijke familiale, culturele leven laat zien van het Duitse Jodendom dat door de nazi's werd verwoest. We zien o.m. een servies van een familie die naar Zuid-Amerika emigreerde en later naar Duitsland terugkwam; het familieservies was nooit uitgepakt geweest... In de overblijvende tijd ondergaat ieder van ons het museum op zijn of haar manier. Beklemmend is de schacht die herinnert aan de sjoa. De museumwinkel heeft een breed aanbod. Er verschijnen voortdurend nog nieuwe werken over de geschiedenis van families, van verzet, detailstudies over de verschillende soorten concentratie- en uitroeiingskampen, enz. Een Joodse stem In de conferentiezaal van Hotel Morgenland stelt Danny ons 's avonds Dr. Yves Pallade voor, coördinator van de Europacontacten (Foreign Affairs Network) van de Duitse afdeling van B'nai B'rith. Hij is gespecialiseerd in BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 18 antisemitisme en anti-Israëlsignalen en zal over het thema van onze reis een lezing houden. Mede gastheer zijn dan ook onze medereizigers Leo en Annie Schumer van B'nai B'rith Antwerpen. Bijzondere gasten zijn Dominee Martin Hofmeister en mevrouw Renate Hofmeister. Frans leerde hen kennen bij een officieel bezoek aan vooral Joods Antwerpen van een delegatie van het “Institut für politische Bildung” (Bonn/Berlijn); zij waren actief in de democratische beweging binnen de “Evangelische Kirche” van de DDR, die beslissend heeft bijgedragen tot de “Wende”. Zij waren het die ons het adres van Hotel Morgenland bezorgden. Dhr. Pallade wil drie punten behandelen: de integratie van Joden uit de voormalige Sovjetrepublieken, integratie in Duitsland in het algemeen, en antisemitisme. Eén. Voor 1989 waren er 30.000 Joden in de Bondsrepubliek, nu ongeveer 200.000. De vraag is of de nieuwkomers, “Kontingentflüchtlinge” noemt dr. Pallade ze even, allemaal Jood zijn volgens de religieuze joodse wet. Hijzelf heeft de immigratie positief ervaren en stelt vast dat voor de jongere generatie de integratie meestal lukt. Moeilijker is het voor de ouderen, zeker wanneer ze een diploma hebben dat hier niet wordt erkend. Materiële nood en verlies van aanzien hebben vanzelfsprekend een negatieve uitwerking. Vandaar het ontstaan van allerlei clubs waarin mensen uit dezelfde branche en met dezelfde problemen elkaar vinden en steunen, zoals clubs van schrijvers, enz. Twee. In de Bondsrepubliek beseffen we niet voldoende dat we een “Einwanderungsland” zijn, een land dat nu mee opgebouwd wordt door immigranten. De valse droom van de terugkeer speelt daarin een rol, maar ook racisme en discriminatie. Men moet ook differentiëren naargelang van het herkomstland: Vietnam, Turkije, Arabische landen... Dé vraag luidt of alle immigranten wel de algemeen aanvaarde waarden erkennen. In Berlijn zijn er 220.000 moslims, van wie 140.000 Turken. Die scheppen voor de overheid een apart probleem – dat voor Belgen herkenbaar is – namelijk de nood van de overheid aan een centraal aanspreekpunt. Bij de Joodse bevolking heeft de overheid zulk een partner dankzij de “Zentralrat der Juden” en de regeling van officieel erkende gemeenten. Een centrale moslimraad laat op zich wachten. Drie. Er zijn veel tekenen van antisemitisme, in veel gestalten. In twee deelstaten zit de rechtse NPD in het parlement, niet in Berlijn maar hier toch wel in een aantal wijkraden. In het dagelijkse leven stoot men binnen subculturen voortdurend op rechtsradicale elementen. Maar ook radicaal links is niet vrij van antisemitisme, o.m. in verband met het bestaansrecht van Israël en het demoniseren van de politiek van Israël. Radicaal links strijdt die beschuldiging af. Onderzoek daarover is bezig. In de manifestaties rond de Gaza-oorlog, waar links optrok met radicale moslims, werd een grens overschreden. De sjiitische Al-Quds dag op het einde van de Ramadan, presenteert zich in het kader van de interreligieuze dialoog maar valt Israël en de Joden aan. Gelukkig houden veel groepen in de civiele maatschappij zich kritisch bezig met dit soort antisemitisme. Men formuleert pedagogische maatregelen. Berlijn is in dat opzicht een interessante microkosmos. Na de inleiding van dr. Pallade is er tijd voor vragen. Is Chabad wel een voorbeeld van integratie? Y. Pallade antwoordt dat in elk geval de Joodse gemeenten hier dé beste contactpunten zijn voor nieuwkomers; Chabad biedt een versie die voor sommigen attractiever kan zijn; men stelt vast dat veel Joden nu eens in deze gemeente, dan weer bij een andere langsgaan, naargelang van het aanbod, zonder formeel lid te worden. Betekenen gemengde huwelijken een gevaar voor de toekomst? Dr. Pallade antwoordt niet direct op de vraag maar wijst op moeilijkheden zoals de erkenning van de Joodse identiteit, b.v. van een gezin waar de vader Joods is, die zijn vrouw en twee kinderen meebrengt. Hoe zal dit gezin in de toekomst evolueren? Tot 1989 dachten wij, aldus dr. Pallade, dat het Jodendom in Duitsland zou uitsterven. De komst van de “Ruslandjoden” heeft het Jodendom in Duitsland gered en heeft tegelijk allerlei problemen meegebracht. Maar het 19e-eeuwse ( tot 1933) cultureel en religieus rijke Duitse Jodendom keert niet meer weer. Nu is er in Berlijn ook wel een liberaal gereformeerde Joodse gemeente ontstaan, met 3.000 leden, met steun uit de V.S. Joodse gemeenten verkiezen nu nieuwe besturen. Zijn er geen conflicten tussen de oud-ingezetenen en de nieuwkomers? Dr. Pallade antwoordt dat de meningsverschillen meestal niet religieus zijn, maar teruggaan op andere achtergronden die de immigranten meebrengen, zoals hun verhouding tot de staat. Interessant is dat de nieuwkomers, op zich de meerderheid, zich invoegen in verschillende richtingen binnen de gemeenten, dus zich niet als één blok gedragen. Een voorbeeld: bij de verkiezingen voor de Joodse eenheidsgemeente in Berlijn mislukte de BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 19 “Russische lijst”, maar niet de “Russen” op andere lijsten. (Het hoofdartikel in de “Jüdische Allgemeine, Wochenzeitung für Politik, Kultur, Religion und jüdisches Leben” van 11 juni schrijft over de “machtsovername” door de nieuwe generatie.) Gevraagd naar de rol van de interreligieuze dialoog in de integratie, antwoordt Y. Pallade dat hij op dat terrein niet deskundig is. Dominee Hofmeister signaleert kleine groepen die n.a.v. de jaarlijkse “Woche der Brüderlichkeit” op dat terrein actief zoeken te zijn; hij signaleert ook binnenkerkelijke theologische discussies over de houding ten aanzien van Joden en stelt vast dat er weer godsdiensthandboeken zijn waar de Holocaust nog nauwelijks ter sprake komt. Mevrouw Hofmeister meldt dat van “evangelische” zijde naar dialoog met “Ruslandjoden” wordt gezocht, maar dat de uitwisseling uiterst moeilijk verloopt. Dat heeft ook te maken met hun achtergrond zoals, tot slot, deze anekdote duidelijk maakt: een Jood uit de Kaukasus wenste op 8 mei de Duitse gesprekspartner “vrolijk feest”. Vrolijk feest? Ja, het feest van de overwinning in 1945! Later zie ik in de editie van 22 mei 2009 van “Zukunft”, het tweetalig blad van de “Zentralrat der Juden in Deutschland”, op de eerste bladzijde een foto van de plechtigheid op 8 mei 2009 bij het Berlijnse Sovjetgedenkteken, waar de voorzitter en de secretaris van de “Zentralrat” bloemen neerleggen; het onderschrift vermeldt dat heel wat veteranen van de Sovjet-troepen nu in Joodse gemeenschappen in Duitsland leven.(Tussen haakjes: het Sovjetmonument werd opgetrokken met marmer, afkomstig van het kanseliersgebouw van Hitler.) donderdag 11 juni De Nieuwe Synagoge Het regent wanneer we staan te wachten voor de gerestaureerde gevel van de “Nieuwe Synagoge”, nieuw toen ze in 1866 werd ingewijd omdat de oude bestaande synagoge te klein was geworden, niet meer representatief was voor het bloeiende, cultureel en religieus zo rijke Jodendom van Berlijn – zoals we binnen met eigen ogen zullen zien. Op de gevel lezen we: ingewijd op 5 september 1866, aangevallen op 9 november 1938, vernield in 1943; in 1958 werden de resten opgeblazen terwijl de façade als een ruïne bleef staan; 50 jaar na de Kristalnacht, 45 jaar na haar vernietiging, werd op 9 november 1988 een nieuw begin gemaakt, dat leidde tot de opening in 1995. De gevel is gerestaureerd met herkenbaar nieuwe elementen; alleen de koepel is helemaal nieuw. De veiligheidsmaatregelen zijn streng en “opening om tien uur” betekent blijkbaar dat de medewerkers dan pas beginnen met de voorbereidingen om bezoekers te ontvangen. We gaan binnen via een nieuwbouw, waar alle voorzieningen van een levend centrum voorhanden zijn zoals een synagoge en waar ook een “Centrum Judaicum” is gevestigd. Ook hier horen we weer de naam van de “Leo Baeck-Stichting”, in 2006 opgericht bij de 50ste verjaardag van de dood van de Joods-Duitse denker en leider. In de eerste zaal, net achter de gerestaureerde gevel, maakt een maquette duidelijk waar wij staan en hoe deze monumentale synagoge er uitzag. Er waren 3.200 zitplaatsen. Zij had – blijkbaar probleemloos – een orgel, zelfs het derde grootste orgel van Berlijn. In 1961 werd beslist om opnieuw een orgel te installeren. Louis Lewandowski (1821-1894), schepper van moderne synagogemuziek, was hier actief. Ook Abraham Geiger (1810-1874), theoreticus van de Reformbeweging, was hier thuis. Foto's van het leven in en rond de synagoge geven een indruk van een intense en hoogstaande cultuur. De laatste eredienst werd hier gehouden in maart 1940. Er is uit de geschiedenis nog meer te zien, in twee opeenvolgende zalen tussen de entree en de eigenlijke synagoge. Men heeft onder meer resten van de Bima, het verhoog waar de Thora wordt voorgelezen, weergevonden. De derde zaal bevindt zich onder wat ooit het vrouwenbalkon was. Hier kijkt men uit op een gapende leegte waar men discreet, met enkele stompen van pijlers, glas en stenen, op het grondstuk de verdwenen cultusruimte van de synagoge uittekent. Via dienstlokalen kunnen we naar buiten om de verdwenen synagoge te betreden en van daar uit te kijken naar het gerestaureerde gebouw, dat omvangen is door een glazen beschutting. Thuis in Berlijn Tegen 11 uur worden we verwacht op de Belgische ambassade. Paul voert ons eerst even naar de Gendarmenmarkt, een mooi plein, omzoomd met prachtig gerestaureerde gebouwen zoals het Concertgebouw en de Duitse en Franse BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 20 Dom, herinnering aan de uitwijzing van de Hugenoten uit het Franse koninkrijk. Een wandelingetje naar de Jaegerstrasse kan niet, vanwege de regen; Paul zet ons ter plaatse af. Een voor één worden we begroet door dhr. Mark Geleyn, onze ambassadeur, die ons in de gelijkvloerse vergaderzaal een frisdrank laat opdienen. Hij wenst ons welkom thuis! En de ambassadeur vertelt helder en eenvoudig over dit huis, “een huis vol geschiedenis in een stad vol geschiedenis”, en over zijn taak. Onze ambassade was hier sinds 1920 gevestigd, in een klassieke herenwoning, die de toenmalige ambassadeur Davignon (vader van) in mei 1940 moest verlaten, bij het uitbreken van de oorlog. Er is in de laatste dagen van de oorlog hard gevochten in dit centrum van de stad, daarvan getuigt het toenmalige met kogels doorzeefde naamplaatje van onze “Boodschap van België”. Later werd dit OostBerlijn. Het regime trok hier een levenloos plat gebouw op waar de Stasi-Berlijn zijn onderkomen had. In 1992, na de “Wende” en toen eenmaal beslist was dat Berlijn weer de hoofdstad zou worden, bood de Bondsrepubliek deze oude plek aan voor de nieuwe ambassade, die in 2000 door de koning en koningin werd ingewijd. Ambassadeur Geleyn beseft dat onze reis voor heel wat deelnemers pijnlijk is door wat deze stad oproept. Gelukkig is “schaamte een democratische consensus in dit land”, zegt hij. Men spant zich hard in voor de verwerking van het verleden. Intussen bloeit weer de Joodse gemeenschap, die “gekoesterd wordt”, zegt de ambassadeur letterlijk. Wat men hier doet? De ambassade is het gemeentehuis voor de Belgen in Duitsland (waar consulaten in andere steden niet meer hoeven); ze speelt een belangrijke rol in de handelsbetrekkingen (sinds twee maanden bezet Opel de scène) en ze is onmisbaar bij het voorbereiden en uitwerken van de internationale politiek, bilateraal, via de Benelux, in NAVO-verband en binnen de EU. Als gevolg van de ingewikkelde politieke structuur van ons land kreeg ook dit huis diverse bewoners; van de in totaal 45 personeelsleden werken 30 voor de federale regering, en 15 voor de gewesten en gemeenschappen. De politieke moeilijkheden na de vorige federale verkiezingen heeft ons land op internationaal gebied duur betaald in aanzien en invloed. Ambassadeur Geleyn is, dankzij zijn ambtsperiode van 1996 tot 2000 in Israël, een vriend van dat land geworden. Hij was het die na het besluit van de Commissie Buysse, om aan Joodse nakomelingen van door nazi-Duitsland onteigende en beroofde Joden bedragen terug te betalen, een deel van dat bedrag, als symbolisch gebaar, deed toekomen aan Yad Vashem in Jeruzalem. Hij steunde ook van bij het begin het werk van het “Geschichtsforum Jägerstrasse” om de geschiedenis van de ambassade en de aanpalende woningen te reconstrueren. Want op deze plaats had de bankiersfamilie Mendelssohn haar eerste bankgebouw. En onze tocht naar Berlijn is mede een herontdekkingstocht van deze zo belangrijke Joodse familie, die door nazi-Duitsland weggegomd werd uit de geschiedenis. Berlijn – Antwerpen Philip Heylen voert ons met een korte lezing over diversiteit van Berlijn weer naar huis. Diversiteit ligt makkelijk in de mond: “men is het altijd eens en we weten hoe het moet”. Ook in Antwerpen? De stad telde al in de 16e eeuw 100.000 inwoners en 94 naties, nu tellen we uit 169 naties 471.000 inwoners van wie 28 percent behoren tot etnisch culturele minderheden, onder hen 15 à 17.000 Joodse mensen. Hoe ga je om met die diversiteit? Herinneren aan de wijsheid “doe een ander niet aan wat je niet wil dat men jou aandoet”? Heylen grijpt terug naar wat Goethe zei over diversiteit: élke mens bergt meerdere identiteiten in zich, een mens kan niet af zijn als men zijn eigen identiteit(en) miskent. Antwerpen is dus een laboratorium. Een goede overheid moet de voorwaarden scheppen voor een goed moreel gedrag. Voor integratie wordt heel veel gedaan: taalcursussen, cursussen in maatschappelijke oriëntering, projecten voor de tweede generatie, de trialoog, enzovoort. Schepen Heylen plaatst twee modellen tegenover elkaar: het multicultureel en het intercultureel model. In een multiculturele samenleving heerst tussen eilanden nonchalante verdraagzaamheid en onverschilligheidstolerantie. In een interculturele samenleving zitten we met z'n allen in dezelfde ark van Noach, zoekt men zichzelf te zijn binnen het algemeen klimaat van normen en regels. Het nieuwe museum aan de stroom wil daarvan een illustratie zijn. Want niemand van ons is alleen maar moslim of Jood, allochtoon of autochtoon, supporter van deze of gene club. De andere is onmisbaar in het beleven van de eigen identiteit. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 21 Samen aan tafel Niet samen in de ark, wel samen aan tafel gaat het gesprek voort, met nieuwe en bekende gasten. Ambassadeur Geleyn heeft enkele Joodse vrienden uitgenodigd. Dominee en mevrouw Hofmeister zijn er ook weer bij. Terwijl wij aanschuiven bij het superlekkere buffet, terwijl de wijnglazen gevuld worden, bedankt Nadine Iarchy-Zucker namens ons allen de ambassadeur voor deze zo leerrijke, warme en smakelijke ontvangst. Andermaal wordt de brug tussen Antwerpen en Berlijn gelegd door de heer Ilan Ben Shalon, tandarts en oud-leerling van de Tachkemonischool in Antwerpen; hij heeft het over het leven van de Joodse gemeenschap in Berlijn vandaag. Tot slot spreekt de heer Gady Gronich, directeur van de Duitse afdeling van Hadassah, de wereldwijde organisatie die steun verleent aan het beroemde Hadassah-ziekenhuis in Jeruzalem. Ambassadeur Geleyn maakt nog tijd om met ons een bezoek te brengen aan het huis naast de ambassade, dat sinds 1815 het bankiershuis van de familie Mendelssohn was, tot de bank onder het nazi-regime in 1938 geliquideerd moest worden. In de vroegere stallingen van de woning, toegankelijk via de binnenkoer, heeft de “Arbeitskreis Geschichtsmeile Jägerstrasse”, een werk van vrijwilligers, een museum uitgebouwd rond drie thema's: de geschiedenis van de familie Mendelssohn, de geschiedenis van Berlijn en burgerlijke verantwoordelijkheid nu en morgen. De geschiedenis van de familie Mendelssohn weerspiegelt de integratie en assimilatie van het Duitse Jodendom. De meeste familieleden lieten zich dopen. Er werd veel sociaal werk gedaan, voor christenen én joden. De tentoonstelling volgt de soms tragische weg van elk familielid. Er staan nog nieuwe projecten op het getouw, zoals “Die Gegenwelt der Mendelssohn-Bartholdi's” met het adres Leipziger Strasse 3, en het project Fanny Hensel, kleindochter van filosoof Moses Mendelssohn en zus van componist Felix. Van hoogtepunt naar hoogtepunt Nu gaat het naar onze laatste vaste afspraak in Berlijn, hét monument waarover zoveel jaren lang zoveel te doen is geweest: “Das Denkmal für die ermordeten Juden Europas”. Het was nog bondskanselier Kohl die besliste om dit terrein van twee hectare, gelegen vlak voor de verdwenen muur, te reserveren voor een monument ter nagedachtenis van de Holocaust of Sjoa. Terecht heeft Duitsland, heeft Berlijn zijn kostbaarste grond gereserveerd voor dit unieke monument, waaraan Peter Eisenman heel lang en intensief heeft gewerkt. Dat vertelt ons de Duitstalige gids die onze groep even naar een terras brengt met uitzicht op het geheel. Zij is er duidelijk door aangedaan dat zij na vier jaar rondleidingen nog altijd nieuwe indrukken, nieuwe associaties, nieuwe emoties bij bezoekers opvangt. De Nederlandstalige groep beleeft een kleine verrassing als Helma van de Wannsee weer opdaagt als hun gids. In de onderaardse ruimten zet onze gids ons op het goede spoor om zo rustig en zo intensief mogelijk rond te kijken. Inderdaad, deze gedenkplaats getuigt weer van een andere aanpak die misschien nog ingrijpender en aangrijpender is, omdat wij van zo dichtbij het lot van families uit de verschillende landen van Europa kunnen volgen... Na het bezoek aan de onderaardse gedenkplaats hebben we nog even de tijd om rond te dwalen in de golvende zee van stèles. Dan voert Paul ons naar het Pergamonmuseum. De weergoden zitten niet mee voor onze verkenning van het “Museuminsel”, met de Dom en de vele topmusea. . vrijdag 12 juni de Dom van Maagdenburg Om halfzeven verlaten we ons gastvrij Hotel Morgenland, richting Maagdenburg. De “Berliner Zeitung” van vandaag meldt de schietpartij door een racist in “The United States Holocaust Memorial Museum” in Washington. In de bus bereidt Frans ons voor – zoals bij elke etappe van onze reis - op ons volgend bezoek: de Maagdenburgse Dom die dit jaar z'n 800ste verjaardag viert. Het is de oudste gotische kerk van Duitsland, in een stad die verbonden is met de figuur van Norbertus van Xanten, hier ooit bisschop, en eeuwen later, tijdens de Contrareformatie, inspirator van de strijd om de leer over de eucharistie. Frans roept ook enkele data van de kerkelijke Jodenvernedering op: het verplichte dragen van een gele lap (1215), de Joden als zondebok van de pest, het geschrift van Thomas van Aquino “De Administratione Judeorum” en Luthers pamflet “Von den Juden und ihren Lügen”. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 22 Links van de Dom wenkt mevrouw Waltraud Zachhuber naar onze chauffeur. Zij was hier ooit de pastor. Nu is zij de gepensioneerde “Superintendentin” of stadsdeken van Maagdenburg. Zij is ook voorzitter van “Förderkreis Synagoge” en nam het initiatief om in de bestrating “Stolpersteine”, letterlijk struikelstenen, aan te brengen, stenen in het plaveisel die herinneren aan weggevoerde en vermoorde joden of andere niet te vergeten momenten uit de nazi-geschiedenis. Bij het begin van haar rondleiding merken we even de kleine kant van deze en elke onderneming, namelijk binnendeuren die, tegen de afspraak in, niet open zijn, en een boze organist. Dat is voor mevrouw Zachhuber de aanleiding om ons attent te maken op het prachtige splinternieuwe orgel uit 2008. Het vorige ging in de oorlog verloren toen op 16 januari 1945 de stad voor 90 percent door bombardementen werd verwoest. Toen werden nog meer kerken vernield; zes ervan werden nooit meer opgebouwd. De “St Mauritius und Katharinen”-Dom, gebouwd van 1209 tot 1520 (de torens), werd al eens eerder verwoest, in 1631, ten tijde van de dertigjarige oorlog. In 1826-34 koos Schinkel voor de huidige grijze kleur. De glasramen sneuvelden in 1945. Van veertig altaren bleven enkele beelden en beeldengroepen over, o.a. een “Sippe Mariae”, de maagschap van Maria, beeldengroep die een aantal bekende Bijbelse figuren én namen uit de apocriefe evangelies verwerkt één grootfamilie van Maria. De aartsbisschop van Maagdenburg had in 1517, ten tijde van Luthers aanbrengen van de 95 stellingen, ook Wittenberg, Luthers woonplaats, onder zijn jurisdictie. De sympathie voor Luthers zaak was groot en Maagdenburg werd mettertijd als het ware vanzelf protestants. In de wisselende strijd van de 30-jarige oorlog was de Dom één jaar weer heel even katholiek. De doopvont dateert uit de Romaanse Dom, waarvan men nu de resten – met oude graven - blootlegt in de kerk. Het is een van oorsprong Egyptische steen die Otto de Grote in 958 uit Italië meebracht voor de eerste Dom, die afbrandde in 1207. Het portaal, een creatie van de voorlaatste katholieke aartsbisschop Ernst, brengt ons bij de Joden. Keizer Otto was het die de Joden naar hier haalde en ze een eigen plek gaf vlak naast de Dom. Soms ging het hen goed, soms niet, bijvoorbeeld ten tijde van de pest. In 1492 wordt aartsbisschop Ernst nog door de Joden begroet, maar de stad wil hen weg en verwoest daarvoor zelfs de Domplatz. De aartsbisschop moet toegeven en de Joden worden verdreven. Ze kunnen hier pas in 1806 kunnen terugkeren, onder Napoleons koning Jérôme. In 1815 krijgen ze weer een begraafplaats, dat in 1896 wordt vergroot, maar dat in 1938 wordt verwoest; de brokstukken worden afgevoerd. De Dom is getuige van de vriendschap met de Joden én van Jodenhaat. Dat zien we aan het kapiteel met de ons van de Elzasreis bekende “Judensau”, een beeld dat we in meer dan 40 kerken en kathedralen van Europa weervinden. Het portaal dateert van 1418, van wanneer het kapiteel dateert is niet met zekerheid bekend. Men zal ook hier het smadelijke kapiteel niet wegnemen, maar tonen en uitleggen, om de hedendaagse bezoeker te confronteren met ons antisemitisch verleden. Een pronkstuk is de albasten Renaissance-preekstoel, maar die staat nu ingepakt ter bescherming tegen de werken in de Dom. We kunnen er toch een glimp van opvangen, we zien Christus in het midden. De kuip, zo vertelt onze gids, wordt gedragen door Paulus; voorts zijn er nog 20 Bijbelse figuren. Een door en door “evangelisch” kunstwerk uit 1597. Het koor met z'n gotische bogen in Romaans formaat verraadt de vroege gotiek. In de koorbanken staan evangeliescènes gebeeldhouwd. De kleurige zuilen zijn ook weer afkomstig uit Italië. De grafsteen van keizer Otto I de grote is zeer eenvoudig. Ook zijn echtgenote Edith zou in de Dom begraven zijn. Allicht zoekt men nu ook hààr graf. In het koor prijken de beelden van Andreas, Paulus, Petrus, Johannes de Doper, en de heiligen Mauritius en Innocentius, telkens met een gekroond hoofd aan hun voeten. Een “Herrschaftsdom met Antiherrschaftspredigt”, zegt onze gids, een Dom als pronkstuk van wereldheersers met daarin de tekenen van martelaren die toch de wereldheersers overwinnen. Het beeld van Mauritius is bijzonder. Hij was een Romeinse soldaat uit Afrika en wordt hier nog complexloos als een zwarte man uitgebeeld. Latere afbeelding maken van hem een blanke. “Voor ons is hij de patroon van de dienstweigeraars geworden”, zegt mevrouw Zachhuber. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP - juni-juli-augustus 2009 - __blad 23 De paaskaars in het koor wekt verwondering, een gelegenheid voor mevr. Zachhuber om te vertellen over de oecumenische paasnachtviering. “Wir wissen hier schon oft nicht mehr was katholisch und was evangelisch ist”, voegt zij er aan toe. Samen maken christenen nauwelijks 15 percent uit van de bevolking van 235.000 inwoners, tien percent “evangelisch” en 4 à 5 percent rooms-katholiek. In de kooromgang staan we stil bij het graf van Friedrich von Wettin, uit 1151, uit de Ottoonse Dom dus. Aan de voet van de staf op diens graf zit de sculptuur van een kleine “Dornauszieher”, de knaap die een doorn uit zijn voet trekt (deze figuur uit de Griekse mythologie wordt in de beeldtaal van de Middeleeuwen de zondaar die van de rechte weg is afgedwaald en komt zo vaak voor op grafmonumenten). Die Friedrich nam deel aan de Wendenkreuzzug (1145); “Wenden” noemt men dan de Noord-Oost-Slavische volkeren die men vaak met geweld missioneert. Andermaal wijst mevrouw Zachhuber hier op de ambivalente boodschap in een monument als de Dom, enerzijds kerkpolitiek, anderzijds getuige van gebed en lijden en verkondiging. Zeer aansprekend zijn de op zich mooie beelden uit het nu niet toegankelijke Paradijsportaal, namelijk enkele exemplaren van de vijf wijze en de vijf dwaze maagden uit de evangelieparabel, hier misbruikt om de tegenstelling tussen synagoge en ecclesia tot uitdrukking te brengen. Die belering wordt nog versterkt door het beeldenpaar van de triomferende kerk en de geblinddoekte synagoge. Op dit ogenblik werkt men in Maagdenburg aan de tekst die men in het Paradijsportaal zal aanbrengen, over de “Irrweg”, de dwaalweg waarvan deze beelden de uitdrukking zijn en die tot verschrikkelijke dingen heeft geleid. Intussen herdenkt men in de Dom elk jaar op 9 november de Kristalnacht en dan doet men het beeld van de kerk een blinddoek om. Onze gids neemt ons nog mee naar “onze Ernest Barlach”. In opdracht van het Pruisisch cultuurministerie mocht Barlach na de Eerste Wereldoorlog een oorlogsgedenkteken maken. In drie grote eiken blokken beeldde hij een blinde met twee helpers uit, eveneens “blind” met de helm tot over de ogen, met aan hun voeten van links naar rechts een moeder, een schedel onder een helm en een man met een gasmasker. In 1934 werd het beeld weggenomen, zogezegd verkocht, om het te redden. In 1956 wilde de Dom “onze Barlach” terug. Elke donderdag wordt bij het gedenkteken een vredesgebed gehouden. Van bij dit beeld trokken demonstraties de stad in, die een rol speelden in de “Wende”. Voor de laatste keer mag Jef Marysse in ons aller naam ook deze inspirerende gastvrouw in Maagdenburg bedanken met een boekgeschenk. Na het bezoek aan de Dom hebben we nog even tijd om uit te zwermen rond het Domplein, naar “de groene citadel van Maagdenburg”, het architectuurproject van Hundertwasser. Rond half elf rijden we westwaarts. We dineren een laatste keer lekker in het ons nu bekende wegrestaurant in Garbsen en wisselen van chauffeur in Sevenum. Een laatste gesprek daar sluit deze unieke vijfdaagse af, een gesprek met de medereizigster die dit jaar tachtig werd, net zoals Anne Frank van wie we vandaag de tachtigste verjaardag vieren – alle kranten besteden er aandacht aan -, een medereizigster die zoals Anne moest onderduiken maar de sjoa heeft overleefd. Geert Delbeke Lijst van de joodse feest- en treurdagen voor 5770 (2009-2010) Rosj Hasjana (Nieuwjaar) 5770 Vastendag van Gedalja za 19 en zo 20 september 2009 zo 21 september 2009 BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP Yom Kippoer (Grote Verzoendag) - juni-juli-augustus 2009 - __blad 24 ma 28 september 2009 Soekkot (Loofhuttenfeest) za 3 tot vrij 9 oktober 2009 Sjemini Atzeret (Slotfeest) za 10 oktober 2009 Simchat Tora (Vreugde van de Wet) zo 11oktober 2009 Chanoeka (Inwijdingsfeest) Vastendag van 10 Tevet Toe Bisjvat (Nieuwjaar der Bomen) za 12 tot za 19 december 2009 zo 27 december 2009 za 30 januari 2010 Vastendag van Esther do 25 februari 2010 Poerim (Lotenfeest) zo 28 februari 2010 Pesach (Paasfeest) di 30 maart tot di 6 april 2010 Yom Hasjoa (Herdenkingsdag sjoa) zo 11 april 2010 Yom Ha'atsmaoet (Onafhankelijkheidsdag Israël) ma 19 april 2010 Lag Ba'omer (33ste dag van de omertelling) Sjavoe'ot (Wekenfeest) zo 2 mei 2010 woe 19 en do 20 mei 2010 Vastendag van 17 Tammoez di 29 juni 2010 Vastendag van 9 Av (verwoesting tempel) di 20 juli 2010 Rosj Hasjana (Nieuwjaar) 5771 do 9 en vrij 10 september 2010 Noten : - aan deze lijst moet nog elk jaar 27 januari als de internationale dag (UNO) van de herdenking van de Sjoa toegevoegd worden - voeg bij deze data nog elke zaterdag, de wekelijkse sabbat; - elke aangeduide dag begint de avond daarvoor bij zonsondergang en eindigt dan weer bij zonsondergang; - houd in uw kontakten met joodse collega's en vrienden/-innen - ook telefonisch - rekening met bovenstaande data