g e s c h i e d e n i s

advertisement
geschiedenis
werkwijzer 4 havo
hstk 9
De economische sprong van Europa
vaardigheden bij dit hoofdstuk (‘bronnen’ zit bij ieder hoofdstuk):
 Causaliteit (oorzaak – gevolg)
 verandering – continuïteit
 standplaatsgebondenheid, betekenis geven aan / oordelen over het verleden
Wit = reproductievraag.
Rood = inzichtvraag.
Groen = toepassingsvraag
Hiermee leer je de tekst, krijg je Hiermee testen we of je de
Hiermee testen we of je
overzicht en vat je de § samen.
gebeurtenissen en ontwikkede vaardigheden (zie het
De antwoorden staan letterlijk in lingen niet alleen kunt repro- betreffende werkblad)
de tekst dus worden ze niet in de duceren, maar ook of je ze
kunt toepassen. Wordt
les behandeld, tenzij jij zelf om hebt begrepen. Wordt wel
wel behandeld in de les.
uitleg vraagt.
behandeld in de les.
§9.1 De Industriële Revolutie
Casus blz 164
1. Lees de casus en beantwoord vraag 2.
§1
repro
ductie
vragen
§1
inzicht
vragen
Van thuiswerkplaats naar fabriek blz. 165-166
2. Het waterframe van Arkwright illustreert een verandering in de aard van de
economie, volgens het boek. Om welke verandering gaat het hier?
Gebruik de term industriële samenleving in je antwoord. (verand.- contin.)
3. Beschrijf de agrarisch-urbane samenleving in Engeland aan het begin van
de 18de eeuw.
4. Zet de 3 genoemde oorzaken van de groei in de Engelse economie op een
rijtje. Oorzaken en gevolgen
5. Leg uit hoe fabrieken zijn ontstaan en hoe dit ontstaan samenhangt met het
verdwijnen van huisnijverheid. Oorzaken en gevolgen
6. Noem 2 andere economische gevolgen van het ontstaan van fabrieken.(o+g)
7. Beschrijf de sociale gevolgen van het ontstaan van fabrieken. (o+g)
Kapitalisme en economisch liberalisme blz. 166-167
8. Wat is kapitalisme
9. Wat is economisch liberalisme
10.
Leg uit wat de term kapitalisme inhoudt en wat het verschil is tussen
modern kapitalisme en het oudere handelskapitalisme.
11.
Beschrijf de nieuwe ideeën over de rol van de overheid in de
economie. Gebruik de volgende elementen in je antwoord:
mercantilistische economische politiek oftewel mercantilisme, Adam
Smith, Wealth of Nations 1776, economische vrijheid, ‘onzichtbare hand’,
economisch liberalisme.
12.
Beschrijf de overgang van agrarisch-urbane samenleving naar
industriële samenleving.
§1
toe
passings
vragen
Zie vraag 2 ( verand. – cont.) en 4-5-6-7 (oorzaak-gevolg)
13.
Leg uit waarom het economisch liberalisme voordelig was voor
handelaren en fabrikanten maar nadelig voor arbeiders.
Betekenis/oordelen
14.
Zie boek blz 168 ‘historisch denken’ vraag 14
15.
Zie boek blz 168 ‘historisch denken’ vraag 15
16.
Bekijk de eerste 14 minuten van de film “Modern Times” van Charlie
Chaplin uit 1936. Beschrijf daarna aan de hand van elementen uit 2
filmpjes de werkomstandigheden van de fabrieksarbeider en de kritiek die
Chaplin op het moderne kapitalisme uit. Betekenis/oordelen
https://www.youtube.com/watch?v=DfGs2Y5WJ14 ‘factory work’ (3.20 min.)
https://www.youtube.com/watch?v=n_1apYo6-Ow ‘eating machine’ (4.26 min.)
§9.2 Nationalisme
§2
repro
ductie
vragen
§2
inzicht
vragen
§2
toe
passings
vragen
17.
Leg uit wat de term nationalisme precies inhoudt. Gebruik ook de
term ‘staat’ in je antwoord.
18.
Verklaar de opkomst van het nationalisme aan de hand van de
revolutieperiode (beschreven in hfst. 8). (oorzaak-gevolg)
19.
Hoe gingen regeringen te werk om het nationalisme te inspireren?
20.
Waarnaar streefden nationalisten en welke gevolgen had dit streven
voor het Duitse taalgebied en het Italiaanse schiereiland?
21.
Bovenstaande gebieden ontwikkelden zich tot eenheidsstaten, maar
ook kon nationalisme leiden tot het omgekeerde: het uiteenvallen van
staten. Leg dit fenomeen uit aan de hand van het voorbeeld van het
Ottomaanse Rijk. (oorzaak-gevolg)
22.
Noem een negatief gevolg van nationalisme voor de Europese staten.
23. Boek blz. 170 vraag 4
24. Boek blz. 170 vraag 6
25. Boek blz. 171 vraag 7
Zie vraag 18 en 21 (oorzaak-gevolg)
26. Geef (anders dan in vraag 20-21-22) 2 voorbeelden waar nationalisme
ervoor zorgt dat landen samengaan tot een grotere staat en 2 voorbeelden
waar nationalisme ervoor zorgt dat nationlisme ervoor zorgt dat staten
uiteen vallen.
27. Blz. 170 vraag 5 (bronnen)
28. Boek blz. 171 vraag 10
29. Lees ‘Historisch denken’ en maak vraag 11-12-13 Betekenis/oordelen
§9.3 Modern Imperialisme
§3
repro
ductie
vragen
30.
31.
32.
33.
Op blz.174 staat: (vanaf de 2e regel) “Natuurlijk was het
kolonialisme al veel ouder, maar in de 2de helft van de 19de eeuw
veranderde het van karakter.” Beschrijf het karakter van het oude
kolonialisme en het nieuwe kolonialisme.
Waarom wordt dit fenomeen modern imperialisme genoemd en niet
modern kolonialisme ?
Zet de drie in de tekst genoemde oorzaken van het modern
imperialisme op een rij. oorzaken-gevolgen
Engeland en Nederland kozen voor indirect bestuur, Frankrijk voor
§3
inzicht
vragen
§3
toe
passings
vragen
direct bestuur in hun koloniën. Leg uit wat deze bestuursvormen voor
voor- en nadelen brachten voor de kolonisator.
34.
In Nederlands-Indië werd het cultuurstelsel in 1830 ingevoerd. Wat
houdt dit stelsel in en welke gevolgen had het voor de bevolking in de
koloniën? En welke gevolgen voor Nederland? Oorzaken/gevolgen
35.
Naast bovenstaande politieke en economische gevolgen worden er
nog twee negatieve gevolgen en een positief gevolg in de tekst
genoemd. Beschrijf deze in je eigen woorden. Oorzaken/gevolgen
36. Blz. 174 vraag 5
37. Kort, zakelijk overzicht (3 minuten):
https://www.youtube.com/watch?v=_SyIzUAxP2w
leuke praktische opdracht van een leerling (9 minuten):
https://www.youtube.com/watch?v=ZeKb6-oECgg
Leg uit n.a.v. deze bronnen: - wat is imperialisme ?
- wat is modern imperialisme
- welke veranderingen ontstonden in de
wereld door het M.I. (minstens 4 zaken)
38.
39.
40.
41.
Lees bron 3. Hoe beoordeelt de leider van een Afrikaans volk het
idee van de ‘white man’s burden’ (zie hoofdtekst)?
Standplaatsgebondenheid
Blz. 176 vraag 7 (bronnen)
Blz. 176 vraag 9 (bronnen)
Maak alle vragen van ‘Historisch denken’ op blz. 177 (bronnen)
Termen:
industriële samenleving
arbeidersklasse
industriële revolutie
kapitalisme
economisch liberalisme
nationalisme
Duitse eenwording
modern imperialisme
indirect bestuur
direct bestuur
cultuurstelsel
Download