De filosofie van Bertrand Russell In zover filosofie kritiek (in het bijzonder maatschappijkritiek) betekent, is Bertrand Russell één van de belangrijkste filosofen uit de jaren 1930. In de jaren 1930 waren volgende ideeën dominant: Russell geeft kritiek op al deze systemen, in zijn werken In Praise of Idleness uit 1935 en Power uit 1938: het Nationalisme, dat leidde tot fascisme. Nationalisme is per definitie onderdrukkend: het kent slechts aan een beperkt deel van de mensheid (het eigen volk) waarde toe en het maakt het individu ondergeschikt aan dat volk. Vanuit deze logica leidt nationalisme tot oorlog, waarbij massa's individuen worden opgeofferd. Nationalisme moet afgewezen worden. het Kapitalisme, dat er niet in slaagde de economische crisis op te lossen (ook niet met de sociaaldemocratische variant uitgewerkt door Keynes). Kapitalistische democratieën zorgen wel (in principe) voor politieke gelijkheid, maar niet voor economische gelijkheid. Kapitalisme bekommert zich enkel om (de winst van) enkelen, maar niet om de belangen van de gemeenschap. Daarom moet het kapitalisme vervangen worden door socialisme: productiemiddelen moeten bezit worden van iedereen. het Socialisme, dat in de USSR als Communisme leidde tot dictatuur en vervolging. Als de staat de productiemiddelen bezit, betekent dat echter nog niet dat iedereen die mee kan controleren. Het socialisme moet democratisch georganiseerd worden. Alle 3 deze systemen wilden (en willen nog steeds) groei: - nationalisme: een groter volk (met meer land) - kapitalisme: meer winst voor kapitalisten - socialisme: meer productie (meer materiële rijkdom, maar wel gelijk verdeeld) Russell betwist de wenselijkheid van groei: geluk ligt niet in het verwerven van steeds meer materiële goederen. Als machines de productiviteit verhogen, is het beter dat de mensen minder werken en hun vrije tijd gebruiken om gelukkig te worden door zinvolle (ook actieve) tijdsbestedingen. Wat Russell niet schrijft, maar nu wellicht zou benadrukken (het Rapport van de Club van Rome verscheen pas in 1972, 2 jaar na zijn dood): onophoudelijke groei is onmogelijk. De grenzen van de aarde overschrijden kan wel, maar enkel tijdelijk: ineenstorting volgt spoedig. Vermindering is nodig vóór het te laat is. Al deze ideeën spelen nog altijd of opnieuw een grote rol. Russell biedt nog steeds zijn alternatief aan: een democratisch socialisme zonder groei. In zover filosofie kritiek (in het bijzonder maatschappijkritiek) betekent, blijft Bertrand Russell één van de belangrijkste filosofen voor onze tijd: heeft hij gelijk of niet?