ONTHAALBELEID IN DE GEMEENTE SINT-LIEVENS-HOUTEM I. Wettelijk kader ___________________________________________________________ 1 II. Situering huidig onthaalbeleid ______________________________________________ 2 Belang van een goede introductie ______________________________________________ 2 Wat is er nu? _______________________________________________________________ 2 III. Waar willen we naartoe ? Opzet ? ___________________________________________ 3 Probleemstelling huidig systeem __________________________________________________ 3 Nieuwe introductieprocedure- opzet _______________________________________________ 3 Nieuwe introductieprocedure- Fasen ______________________________________________ 3 1. Entreefase ______________________________________________________________________ 3 2. Socialisatiefase __________________________________________________________________ 4 3. Fase van wederzijdse acceptatie _________________________________________________ 4 IV. Middelen _______________________________________________________________ 5 1. Introductiemap ______________________________________________________________ 5 Inhoud ____________________________________________________________________________ 5 2. Introductiegesprek ___________________________________________________________ 5 3. Vakinhoudelijke introductie ___________________________________________________ 6 4. Peterschap __________________________________________________________________ 6 5. Evaluatie ___________________________________________________________________ 7 6. Vorming en Opleiding ________________________________________________________ 7 7. Aandacht ___________________________________________________________________ 7 V. Actoren _________________________________________________________________ 7 VI. Evaluatie _______________________________________________________________ 8 BRONNEN ________________________________________________________________ 9 BIJLAGEN _______________________________________________________________ 10 Bijlage I – wetgeving. __________________________________________________________ 11 Bijlage II - Onthaal nieuwe medewerkers SLH- checklist ____________________________ 12 Bijlage III – Interview peter/meter over onthaal met nieuwe werknemers _______________ 19 2 KRACHTLIJNEN Onthaalbeleid gemeente SINT-LIEVENS-HOUTEM I. Wettelijk kader Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 Art. 20. De werkgever is verplicht: 6° de nodige zorg en aandacht te wijden aan het onthaal van de werknemers en van de jeugdige werknemers in het bijzonder; Welzijnswet van 4 augustus 1996 Belast het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk met de uitwerking van onthaalmaatregelen op het vlak van het welzijn op het werk. KB Onthaal en begeleiding van werknemers Op 10 mei 2007 verscheen in het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit van 25 april 2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers i.v.m. de bescherming van het welzijn bij de uitvoering van hun werk. Dit KB bevat wijzigingen die aangebracht moeten worden in : Het KB Welzijnsbeleid (artikel 13, alinea 2, 8° toegevoegd; titel van afdeling III gewijzigd; artikel 16 bis toegevoegd) Het KB Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (artikel 5, alinea 2, 9° gewijzigd; artikel 7, §1, 6° toegevoegd) Voortaan heeft de werkgever of een lid van de hiërarchische lijn dat door hem werd aangeduid de verplichting om gepaste maatregelen te nemen voor de organisatie van het onthaal van elke werknemer. Daarvoor moet een ervaren werknemer worden aangeduid die ermee belast wordt de nieuwe werknemer te begeleiden. De werkgever of het lid van de hiërarchische lijn dat door hem werd aangeduid moet een document tekenen dat bewijst dat de nodige informatie en instructies werden gegeven i.v.m. welzijn op het werk. Dat document moet worden bewaard door de preventieadviseur. De IDPB heeft niet enkel als taak om voorstellen te doen voor het onthaal, het informeren, de opleiding en de sensibilisering van de werknemers m.b.t. maatregelen betreffende het welzijn van werknemers bij de uitvoering van hun werk, maar ook voor de begeleiding van die werknemers. Het doen van voorstellen rond de begeleiding van nieuwe werknemers is opgenomen in de opdrachten van de preventiedienst. Het nieuwe KB is in werking getreden op 20 mei 2007. Naar aanleiding van dit koninklijk besluit zal de CAO nr 22 van 26 juni 1975 betreffende het onthaal en de aanpassing van de werknemers in de onderneming, waarin minimale voorwaarden bepaald worden waaraan het onthaal moet voldoen, geactualiseerd worden binnen de Nationale Arbeidsraad. II. Situering huidig onthaalbeleid De gemeente Sint-Lievens-Houtem werft sinds een twaalftal jaren ‘objectief’ aan : d.w.z. dat de gemeente een volledige selectieprocedure uitwerkt en doorloopt vooraleer iemand aangeworven wordt. Deze procedure wordt georganiseerd voor de aanwerving van alle personeelsleden die voor een langere duur ingezet worden : zowel statutairen als contractuelen van onbepaalde duur. In een kleine gemeente met 86 personeelsleden en een aantal externe diensten, is het niet zo moeilijk om snel ingeburgerd te geraken : meestal zijn de personeelsleden ook burgers van de gemeente en kennen ze toch al hier en daar een paar mensen. Toch is het nog iets heel anders burger te zijn dan personeelslid… Met de start van het moderne personeelsbeleid, 12 jaar terug, is heel wat aandacht besteed aan het nieuwe personeelsstatuut. Er werd een nieuw organogram opgemaakt, een beoordelingsysteem met evaluaties werd geïntroduceerd, een vormingsreglement werd opgemaakt. In 2002 werd een nieuwe elektronische tijdsregistratie ingevoerd. In de laatste jaren werd, o.i.v. de respectievelijke wetten, werk gemaakt van een arbeidsreglement en een beleid rond pestgedrag. Met het beleid, werd ook een aanzienlijke paperflow gecreëerd. Deze papierstroom dekt een aanzienlijke hoeveelheid informatie. Deze ontsluiten voor de nieuwelingen (en zelfs voor diegenen die reeds –zelfs al een hele tijd- in dienst zijn) is o.a. het opzet van het onthaalbeleid dat onze gemeente op poten wil zetten. Belang van een goede introductie Naast het laten renderen van de hoge investering in de aanwerving, en het daarbij horende idee dat de inrijperiode zo kort mogelijk moet gehouden worden, waardoor de medewerker snel en volledig inzetbaar wordt, heeft een goede introductie nog een aantal voordelen : - bevordert de integratie : proces van kennismaking met de organisatie, de dienst en het werk - bevordert de socialisatie : het proces dat een nieuwe medewerker doormaakt voordat hij in staat is zijn arbeidsorganisatorische rol adequaat te vervullen - Het gaat hierbij om o Het zich eigen maken van vaardigheden voor het vervullen van de toegewezen rol; o Het verwerven en eigen maken van normen en verwachtingen, die binnen de organisatie t.a.v. de desbetreffende rol bestaan; o Het zich eigen maken van de organisatiecultuur. Wat is er nu? In onze gemeente, krijgt iedere werknemer die voor langere duur onze organisatie vervoegt, een eerste onthaaluurtje : de nieuwe medewerker wordt eerst ontvangen door de gemeentesecretaris die hem/haar rondleidt en voorstelt aan de andere personeelsleden. De gemeentesecretaris maakt bijna altijd deel uit van de selectiecommissie, zodat beide partijen elkaar reeds hebben leren kennen. De gemeentesecretaris is diegene die na de eigenlijke beslissing tot aanwerving door het bevoegde gemeentelijk orgaan (college of 2 gemeenteraad naargelang het geval) en vooraleer de medewerker effectief in dienst komt, ook reeds tijd heeft uitgetrokken om een aantal eerste praktische afspraken te maken rond het uurrooster, tijdsregistratie, mogelijkheden tot glijden, loon, indiensttreding, enz. Op de eerste werkdag, krijgt het nieuwe personeelslid, na de korte rondleiding en de stop bij de personeelsdienst, een badge en een hele reeks papieren, waaronder een aantal reglementen : arbeidsreglement, tijdsregistratiereglement, ziektecontrolereglement, ziekteboekje, heel wat interne nota’s…zeker zijn we nooit dat de witte enveloppe waarin al die documenten huizen, ooit geopend wordt om effectief aandachtig gelezen te worden… Na het bezoek aan de personeelsdienst, wordt het personeelslid uiteindelijk toevertrouwd aan het diensthoofd van de dienst waartoe hij of zij zal behoren. Ook het diensthoofd heeft een rol gespeeld in de selectieprocedure, zodat het ook hier gaat om een tweede kennismaking. Het diensthoofd is verantwoordelijk voor de verdere dagindeling en de verdere integratie van het nieuwe personeelslid. Na 6 maanden is een tussentijdse functioneringsevaluatie voorzien. Voor het verstrijken van de stageperiode bij vastbenoemden (1 jaar) is nog een evaluatie voorzien. III. Waar willen we naartoe ? Opzet ? Probleemstelling huidig systeem Hoewel de nieuwe werknemer ‘onthaald’ wordt, is dit heden ten dage, hoewel steeds volgens dezelfde structuur, niet echt ‘gericht’ te noemen. We hopen de nieuwe werknemer met het onthaaluurtje en de enorme papierstroom, een stuk op weg te helpen, maar wellicht tonen we hem/haar alleen onze vijver met zowat alles er op en er aan, met de hoop dat hij of zij heel snel zelf gaat zwemmen en wel liefst in de goede richting met de stroom mee … Hoewel er zeker informeel overleg is tussen de gemeentesecretaris en het diensthoofd over het functioneren van de nieuwe medewerker, is er naast de tussentijdse evaluatie na 6 maanden en voor het verstrijken van 1 jaar bij vastbenoemden geen formeel moment waarop zowel werknemer als chef even stilstaan bij het functioneren van de nieuwe medewerker en het vorderen van het integratieproces. Anderzijds, heeft het direct toevertrouwen, na de zeer korte algemene introductie door de gemeentesecretaris als directe vertegenwoordiger van de gemeente, aan de dienst als nadeel dat de nieuwe werknemer wellicht eerder vertrouwd wordt met de cultuur van de dienst eerder dan met de volledige organisatiecultuur. Nieuwe introductieprocedure- opzet Onze gemeente wil een nieuwe introductieprocedure starten die meer doordacht en volgens een structuur verloopt die er expliciet op gericht is 1. de werknemer zo snel mogelijk eigen te maken met de organisatie en haar cultuur : missie, doelstellingen, normen en waarden, afspraken 2. de werknemer eigen te maken met zijn dienst, zijn taken en bevoegdheden Nieuwe introductieprocedure- Fasen 1. Entreefase Deze fase omvat de wervings- en selectieprocedure en de feitelijke beslissing om tot de organisatie toe te treden. 3 Zoals reeds aangehaald, spelen zowel de gemeentesecretaris als het diensthoofd een cruciale rol in de aanwervingsprocedure : op die manier kunnen kandidaten –zeker in de fase van het selectie-interview- gekozen worden die ‘volgens een eerste beoordeling’ passen in de organisatiecultuur. Tijdens de selectieprocedure kunnen de kandidaten proeven van de omgangsvormen binnen de organisatie : tijdens het mondeling gedeelte worden zowel gemeentesecretaris als diensthoofd expliciet voorgesteld aan de kandidaten. Deze kunnen meteen vaststellen of het ‘klikt’ met hun directe oversten. Vanuit de vraagstelling kunnen de kandidaten toetsen of de verwachtingen van de organisatie –weliswaar op het eerste gezicht- beantwoorden aan zijn/haar verwachtingen over de job. 2. Socialisatiefase Tijdens deze fase leren de nieuwe medewerkers ‘on the job’ hoe ze zich in de organisatie moeten gedragen, wat van hen wordt verwacht en welke standaarden op hun werk van toepassing zijn. De nieuwkomer ziet zich geconfronteerd met de realiteit (en niet meer met de verwachting) binnen de organisatie en moet deze aanvaarden. Deze opgave bestaat uit : - het leren omgaan met weerstanden tegen verandering; - het leren omgaan met te veel of te weinig organisatie in het werk en onduidelijkheden m.b.t. de eigen rol; - een plek verwerven in de organisatie en het ontwikkelen van een eigen identiteit. Om deze fase goed te doorlopen wordt binnen de organisatie ‘gemeente Sint-LievensHoutem’ het meter/peterschap geïntroduceerd (zie ‘5’). 3. Fase van wederzijdse acceptatie Deze fase omvat de verschillende processen waarin het individu tot volledig lid van de organisatie kan uitgroeien : - de werknemer beheerst zijn taken - de werknemer kent de waarden en normen van de organisatie en werkt loyaal mee aan □ de missie van de gemeente art. 2 van het gemeentedecreet schrijft als algemene missie van de gemeenten : De gemeenten beogen om op het lokale niveau bij te dragen tot het welzijn van de burgers en tot de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied. Overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet zijn ze bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang voor de verwezenlijking waarvan ze alle initiatieven kunnen nemen. Art. 3 voegt daaraan toe : De gemeenten verzekeren een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van de gemeentelijke bevoegdheden. Vertaling missie naar personeel : onze organisatie moet een gemeenschap van gemotiveerde werknemers worden die voor alles het welzijn van de burgers in de gemeente betrachten De onthaalprocedure moet de werknemer gedurende 1 jaar eigen maken met de organisatiewaarden zodat bovenstaande missie van de gemeente in het algemeen en de 4 vertaling ervan naar de opdracht van het gemeentepersoneel in het bijzonder, daadwerkelijk van theorie naar praktijk kan omgezet worden. IV. Middelen 1. Introductiemap De introductiemap of de onthaalbrochure moet voor de nieuwe werknemer een instrument zijn dat een systematisch overzicht biedt van de globale organisatie, de dienst en de functie. De onthaalbrochure van de gemeente Sint-Lievens-Houtem moet de werknemer toelaten wegwijs te geraken in de organisatie. Dit document zal hem/haar de mogelijkheid geven de misschien overweldigende ervaringen van de eerste dagen in alle rust op een rijtje te zetten, en eventuele leemten in het globale introductieproces in te vullen. Het document zal, wanneer het zelf van bepaalde reglementen geen inhoudelijke bepalingen heeft opgenomen, ten minste verwijzen naar de plaats waar men het document kan raadplegen. De introductiemap en alle relevante documenten (personeelsstatuut, arbeidsreglement, tijdsregistratiereglement, ziektecontrolereglement, vormingsreglement, evaluatiereglement) worden permanent aangepast en ontsloten via het intranet van de gemeente. Zo kan iedereen steeds de laatste info ophalen wanneer nodig, zonder meteen overdonderd te worden. Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. opdrachtverklaring en algemeen/strategisch beleid organogram en structuur van de gemeente Sint-Lievens-Houtem samenstelling bestuursorganen telefoonlijst arbeidsreglement (integraal en verwijzing naar vindplaats op intranet) preventie en bescherming op het werk anti-pestbeleid administratief en geldelijk statuut (verwijzing naar vindplaats op intranet) extra-statutaire reglementen (verwijzing naar vindplaats op intranet) de uitwerking van de introductiemap vormt een specifiek onderdeel van huidige opdracht (zie deel onthaalbrochure). 2. Introductiegesprek Tijdens de eerste werkdagen en –weken van een nieuwe medewerker, moet er tijd uitgetrokken worden voor kennismakingsgesprekken. Deze kennismakingsgesprekken gebeuren met : - de gemeentesecretaris - het diensthoofd (peter/meter) - de dienst : dienstoverleg - met andere diensthoofden indien het een diensthoofd betreft : diensthoofdenoverleg - college als dagelijks bestuur indien het een diensthoofd betreft 5 Naast deze ‘structureel vastgelegde’ gesprekken, moet er ook voldoende aandacht gaan naar de informele contacten. 3. Vakinhoudelijke introductie Het is heel belangrijk om het eerste jaar het jaar rond de werknemer voor te houden wat de verwachtingen zijn van de organisatie over welke taken moeten opgenomen worden en (soms nog belangrijker) over de manier van uitvoeren ervan. Meestal is het werk onderhevig aan jaarcyclische bewegingen zodat eens het jaar rond, toch een vrij goed idee gevormd kan worden van hoe de functie in de praktijk werkt. Het is dan ook belangrijk dit eerste jaar een volledig jaar aandacht te hebben voor de begeleiding van de werknemer. De verantwoordelijkheid voor deze fase berust voor 20% bij de gemeentesecretaris die tevens als personeelsverantwoordelijke verantwoordelijk is voor de opmaak van de functieprofielen (en bewaker is van de socialisatiefase) en voor 80% bij het directe diensthoofd, dat er op moet toezien dat de taken, attitudes en profielvereisten ook daadwerkelijk in de praktijk zichtbaar worden. Heel belangrijk in deze fase is ook het aankaarten van opleidingsbehoeften en het gezamenlijk opstellen van een individueel opleidingsplan. Ook daarin spelen dezelfde actoren een rol : het diensthoofd/meter-peter en de nieuwe werknemer bespreken samen het opleidingsplan. Hun voorstel wordt voorgelegd aan de gemeentesecretaris die hen, als gemeentelijk vormingsverantwoordelijke, ondersteunt in hun vraag. 4. Peterschap Het nieuwe KB betreffende het onthaal en de begeleiding van de werknemers is zeer belangrijk voor de werkgevers, de leden van de hiërarchische lijn en de interne preventieadviseurs. Het onthaal moet niet alleen georganiseerd worden, er moet ook begeleiding zijn door een ervaren werknemer. Om aan deze verplichting te voldoen duiden organisaties een peter of meter aan voor de begeleiding van de nieuwe werknemer. Een meter of peter is iemand die een nieuwe medewerker inwerkt en begeleidt. Hij of zij is mentor en medeverantwoordelijk voor het onthaal en de introductie van de nieuweling. De mentor legt de formele en informele regels van de organisatie uit. In die zin vervult hij vooral een rol om die aspecten te belichten die zich moeilijk laten vatten in brochures en formele introductiemomenten. De mentors begeleiding is in die zin ook gericht op sociale integratie via het aanmeten van de organisatiecultuur- zie boven ‘socialisatiefase. Om deze socialisatiefase goed te doorlopen wordt binnen de organisatie ‘gemeente SintLievens-Houtem’ enerzijds het meter/peterschap geïntroduceerd : de gemeentesecretaris wordt daarbij aangeduid als bewaker van het proces en ondersteuner van de peter of meter. Peter- of meterschap wordt in onze vlakke organisatie toegewezen aan de direct leidinggevende (de huidige structuur/personeelsbezetting laat momenteel geen andere mogelijkheid, in de toekomst kan dit aangepast worden) : op die manier wordt deze in de eerste plaats een echte begeleider : hij of zij wordt echt verantwoordelijk voor de integratie van de normen en waarden van de organisatie, die hij/zij wordt verondersteld zelf te kennen en te onderschrijven : op die manier is de chef zeer betrokken bij het halen van de doelstellingen van de organisatie in het algemeen en zijn/haar dienst in het bijzonder. Gezien de gemeentesecretaris bewaker is van het proces, is hier eveneens een garantie op meer betrokkenheid. 6 5. Evaluatie Elke nieuwe medewerker heeft nood aan toetsing van het door hem/haar verrichtte werk. In de gemeente Sint-Lievens-Houtem is een tussentijdse evaluatie momenteel voorzien na 6 maanden dienst. Na 1 jaar en voor de vaste benoeming volgt dan nog een evaluatie. Toch ondervinden we dat de eerste evaluatie in het belang van de medewerker beter op een kortere termijn gebeurt : bij de invoering van het nieuw onthaalbeleid zullen de evaluatieperiodes genomen worden op 1 maand, 3 maanden, 6 maanden en 1 jaar dienst. Kapstokken voor deze gesprekken vormen de bestaande formulieren voor fuctionering en evaluatie. De evaluatieformulieren zijn opgesteld aan de hand van functiecriteria die voor de organisatie in het algemeen van belang zijn (dus conform met en ondersteunend t.a.v. de organisatiecultuur) maar die geïndividualiseerd worden per functie. De toetsing gebeurt aan de hand van een formeel gesprek. Gezien het om een formeel gesprek gaat, wordt de weerslag daarvan in een verslag gegoten (standaardmodel voor functionering en evaluatie). Het verslag wordt door beide partijen ter kennisneming ondertekend en in het persoonlijk dossier van de nieuwe werknemer bewaard. 6. Vorming en Opleiding Voor iedere nieuwe werknemer moet een geïndividualiseerd opleidingsprogramma opgesteld worden. Hierbij moet rekening gehouden worden met het vormingsreglement en de daarin opgenomen groepen van opleidingspakketten ingedeeld volgens niveau van de functie. Met het vormingsreglement als basis moet vervolgens rekening gehouden worden met het functieprofiel en reeds genoten relevante opleidingen van de nieuwe medewerker. Eens die zaken in kaart gebracht zijn, moet nog voldoende ruimte open gehouden worden voor inbreng van de door de nieuwkomer ervaren opleidingsnoden en voor tussentijdse bijsturing. Deze opleidingsnoden kunnen naar boven komen n.a.v. bovenvermelde evaluaties. 7. Aandacht Een niet altijd vanzelfsprekend introductiemiddel in tijden waarin iedereen elkaar voorbij rent wegens druk, druk, druk… Een nieuwe medewerker voor wie alles en iedereen nieuw is, kan zeer onzeker zijn. Het is belangrijk dat iedereen in de organisatie daar gevoelig voor is en voldoende aandacht besteedt aan het introduceren van de nieuweling in de taken, de praktische zaken, de wie is wie-vragen, de regels, waarden en normen van de organisatie. Af en toe een vrijblijvend praatje kan bijdragen tot het zich goed voelen in de organisatie en geeft tegelijk de kans om de nieuwe medewerker beter te leren kennen. Een aangenaam tijdverdrijf en bovendien met nut voor de hele organisatie! V. Actoren Het onthaal en introductie van de nieuwe medewerkers is een zaak van de hele organisatie. Zowel het bestuur, de leidinggevenden (met de secretaris voorop), de personeelsdienst als de medewerkers zijn verantwoordelijk voor dit proces. De wetgever heeft weliswaar zelf ook een aantal hoofdrolspelers aangeduid : - de werkgever (moet zelf het onthaal organiseren of een ervaren werknemer aanduiden om het onthaal in de onderneming voor zijn/haar rekening te nemen) 7 - de ondernemingsraad (informatieplicht i.v.m. voorgenomen maatregelen van onthaal) het comité voor preventie en bescherming op het werk (uitwerking onthaalmaatregelen op het vlak van het welzijn op het werk) de syndicale delegaties (recht op eigen syndicaal onthaal te organiseren; dit gebeurt aan de hand van de lijst met nieuw aangeworven werknemers) VI. Evaluatie Nieuwe medewerkers goed onthalen, legt een belangrijke basis voor hun motivatie, tevredenheid en functioneren op lange termijn. Begeleiden van nieuwkomers kost tijd en energie maar heeft positieve gevolgen voor de organisatie. De motivatie stijgt, de inburgering verloopt sneller en de werksfeer is prettiger. Net wegens het geschetst belang ervan, moet de totale aanpak van het onthaal en de introductie van nieuwe personeelsleden op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en bijgestuurd worden. Dit zal al automatisch dienen te gebeuren door de veranderingen binnen de organisatie zelf, maar gestuurde reflectie is eveneens nodig. De nieuwkomers kunnen zeker ook een bijdrage leveren : op basis van een peiling kunnen nieuwkomers ervaringen met goede zaken en knelpunten doorgeven (peiling : zie bijlage). Bij ieder evaluatiemoment kan een bepaald aspect van het onthaalbeleid bevraagd worden. Op dat moment kunnen zelfs nog een aantal behoeften bij de nieuwkomer op het vlak van het onthaal gedetecteerd worden. 8 BRONNEN E. Laga (red.), Praktisch handboek personeelsmanagement. Diversity Kit, SERR West-Vlaanderen. HR Today van 15 mei 2007 E-brief Provikmo 2e helft mei 2007 9 BIJLAGEN 10 Bijlage I – wetgeving. In het Belgisch Staatsblad van 10.05.2007 is het KB van 25.04.2007 betreffende het onthaal en de begeleiding van werknemers met betrekking tot de bescherming van het welzijn bij de uitvoering van hun werk, verschenen. Dit KB wijzigt twee reeds bestaande KB's: 1) Artikel 13, tweede lid, van het KB van 27.03.1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wordt aangevuld als volgt : « 8° het onthaal van elke beginnende werknemer organiseren en een ervaren werknemer aanduiden die ermee belast is deze te begeleiden. Het door de werkgever aangeduid lid van de hiërarchische lijn, belast met het verzekeren van het onthaal, tekent onder zijn naam een document waaruit blijkt dat in het kader van zijn taken bedoeld onder 6° en 7° de nodige inlichtingen en instructies werden verstrekt met betrekking tot het welzijn op het werk. » Noot: artikel 13 bevat de taken van de leden van de hiërarchische lijn. Een 8ste taak is nu toegevoegd. Het opschrift van de afdeling III van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Verplichtingen van de werkgever inzake onthaal, begeleiding, informatie en vorming van de werknemers ». (6° waken over de naleving van de instructies die in toepassing van de wetgeving inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk moeten worden verstrekt; 7° zich ervan vergewissen dat de werknemers de inlichtingen die zij gekregen hebben in toepassing van de wetgeving inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk goed begrijpen en in praktijk brengen.) Noot: Vroeger was het opschrift: "Verplichtingen van de werkgever inzake informatie en vorming van de werknemers". De woorden "onthaal" en "begeleiding" zijn nu toegevoegd. In afdeling III van hetzelfde besluit, wordt een artikel 16bis ingevoegd, luidende : « Art. 16bis. De werkgever neemt de gepaste maatregelen voor de organisatie van het onthaal van elke werknemer en vertrouwt die organisatie in voorkomend geval toe aan een lid van de hiërarchische lijn. Ingeval de werkgever zelf instaat voor de organisatie van het onthaal, tekent hijzelf het document als bedoeld in artikel 13, tweede lid, 8°. De werkgever of, in voorkomend geval, een lid van de hiërarchische lijn neemt eveneens de gepaste maatregelen om een ervaren werknemer aan te duiden om de werknemer te begeleiden. De werkgever kan eventueel zelf die begeleiding op zich nemen. 2) In artikel 5, tweede lid, 9° van het KB van 27.03.1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, worden de woorden « de begeleiding » ingevoegd tussen de woorden « het onthaal, » en « de informatie, ». Noot: vroeger stond er "voorstellen doen voor het onthaal, de informatie, de vorming en de sensibilisering van de werknemers inzake de maatregelen in verband met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk van toepassing in de onderneming of instelling en medewerken aan de maatregelen en de uitwerking van propagandamiddelen die in dat verband worden vastgesteld door het Comité". Dit is nu aangevuld als volgt: "voorstellen doen voor het onthaal, de begeleiding, de informatie, de vorming en de sensibilisering van de werknemers inzake de maatregelen in verband met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk van toepassing in de onderneming of instelling en medewerken aan de maatregelen en de uitwerking van propagandamiddelen die in dat verband worden vastgesteld door het Comité". Artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « 6° bijhouden van het document bedoeld in artikel 13, tweede lid, 8°, van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. » Noot: artikel 7 bevat de taken van de preventieadviseurs (van de interne dienst) die nu eveneens het document van de hiërarchische lijn (8ste taak) of van de werkgever (indien hij zelf instaat voor de organisatie van het onthaal ¿ cf. het nieuwe art. 16bis) moeten bijhouden. 11 Bijlage II - Onthaal nieuwe medewerkers SLH- checklist Naam van de nieuwe medewerker : …………………………………………….. Naam van de peter/meter: ………………………………………………………… Voor de 1e werkdag Wat moet de nieuwe medewerker op de dag van de aanwerving weten 1. duidelijke uitleg over de inhoud van de job/functie 2. het precieze loon dat men ontvangt +wijze van uitbetaling Door wie wordt de info gegeven ?1 4 1 documenten2 √ Ja functiebeschrijving □ □ Loonberekening Geldelijk statuut + arbeidsreglement Personeelsstatuut + Arbeidsreglement (tekenen voor ontvangst) Arbeidsovereenkomst + Tijdsregistratiereglement Onthaalprocedure+ -brochure 3. arbeidsvoorwaarden 1 4. exacte uurregeling 1 5. uitleg voor de eerste dag - datum aanmelding - uur aanmelding - plaats aanmelding - persoon bij wie introductie gebeurt 4 6. parkeergelegenheid Wagen-fiets 7. eetgelegenheid 1 / 1 Onthaalbrochure 1 1 = Personeelsdienst; 2 = peter/meter; 3 = direct leidinggevende; 4 = gemeentesecretaris; 5 = interne preventieadviseur; 6 = ICT 2 Alle documenten zijn ter beschikking via het intranet van de gemeente : ims.sint-lievenshoutem.be/documentenmanager; 12 □ □ □ □ □ 1e werkdag Wat moet de nieuwe medewerker op de eerste dag vernemen? Door wie wordt de info gegeven ? documenten √ Ja □ □ □ □ 3 1. voorstellen peter/meter 4 Organogram 2. voorstellen direct leidinggevende 4 Organogram 3. voorstellen aan de rechtstreekse collega’s 4. rondleiding in de onderneming/afdeling 3 Organogram 2 Organogram/voorstelling organisatie in onthaalbrochure/bedrijfsdvd 5. toelichting bij de job (taken en verwachtingen) 6. toelichting bij de regels inzake veiligheid en gezondheid - gevaarlijke producten - specifieke risico’s op de dienst 3 functieomschrijving 5 Introductiebrochure veiligheid (+ tekenen voor ontvangst) 7. waar is de eerste hulppost/brandblussers/nooduitgang 8. wie waarschuwen bij een arbeidsongeval 9. waar zijn de toiletten ? 5 2 Introductiebrochure veiligheid Introductiebrochure veiligheid / 10. waar zijn de kleedkamers + persoonlijke kast? 11. gebruik van telefoon/internet en e-mail 12. informatie over prikklok 2 / 2 arbeidsreglement 2 tijdsregistratiereglement 13. hygiënevoorzorgen 5 14. werkkledij overhandigen en toelichting bij gebruik en onderhoud 15. werkmateriaal overhandigen en toelichting bij gebruik en onderhoud 16. overlopen ondersteunende diensten waar de werknemer mee te maken zal hebben 17. waar kan men warme/koude dranken halen/wat zijn de gebruiken terzak 18. bereikbaarheid peter/meter 5 Introductiebrochure veiligheid Introductiebrochure veiligheid / 5 3+5 □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ 2 Organogram + telefoonlijst + onthaalbrochure 2 / □ 2 / □ 3 1 = Personeelsdienst; 2 = peter/meter; 3 = direct leidinggevende; 4 = gemeentesecretaris; 5 = interne preventieadviseur; 6 = ICT 13 □ □ 1e werkweek Wat moet de nieuwe medewerker gedurende de eerste werkweek vernemen 1. gebruik communicatiekanalen/kopiemachine 2. nadere toelichting bij de uit te voeren job 3. wat bij ziekte - wie moet je verwittigen - tegen wanneer moet je die persoon verwittigen - wat als je overdag ziek wordt 4. verlof - aan wie moet je verlof aanvragen? - welke formulieren moeten worden gehanteerd? - hoeveel verlof kan je achtereenvolgens opnemen? - hoelang op voorhand kan je verlof aanvragen? 5. verplaatsingen naar het werk: hoe is dit geregeld naar vergoedingen toe? 6. hoe zit het met de personeelsadministratie (ook naar afsluiting bij vorige werkgever toe)? 7. toelichting opleidingsmogelijkheden 8. toelichting bij functionerings/evaluatiegesprekken 9. opstellen opleidingsplan Door wie? documenten √ Ja 2 / 3 / 1 ziektecontrolereglement □ □ □ 1 personeelsstatuut arbeidsreglement formulieren verlofaanvraag □ 1 / □ 1 / □ 4 vormingsreglement 4 evaluatiereglement (3+4)+2 / 10. computergebruik - inloggen (+ beveiliging) - mail - intranet - internet - PC-problemen 11. correspondentie - huisstijl - postbedeling en verzending 6 Richtlijnen beveiliging computernet □ □ □ □ 3 Richtlijnen externe communicatie □ 12. nagaan of nieuwe medewerker met vragen zit over taakinhoud 13. voorstellen aan vertrouwenspersoon (OGGW) + toelichting antipest/discriminatiebeleid 2 Functieprofiel 2 Arbeidsreglement □ □ 4 4 1 = Personeelsdienst; 2 = peter/meter; 3 = direct leidinggevende; 4 = gemeentesecretaris; 5 = interne preventieadviseur; 6 = ICT 14 2e werkweek Wat moet de nieuwe medewerker gedurende de tweede werkweek vernemen? 1. peilen naar vragen en indrukken bij de nieuwe medewerker 2. zaken die de eerste week niet (of onvoldoende) werden toegelicht nu bespreken 3. hoe materiaal bestellen 4. nakijken welke opleidingen al kunnen gevolgd worden en voorleggen aan het college ter goedkeuring 5 1 = Personeelsdienst; 2 = peter/meter 3 = direct leidinggevende 4 = gemeentesecretaris 5 = interne preventieadviseur 6 = ICT 15 Door wie? Documenten √ Ja 2 / 2 / □ □ 2 bestelbonprocedure 2 opleidingsplan 5 □ □ Na 1e werkmaand Wat moet de nieuwe medewerker na de eerste werkmaand vernemen? 1. nagaan of er zaken niet duidelijk zijn voor de nieuwe medewerker 2. reeds gevolgde opleidingen evalueren en eventueel bijsturen 3. bespreken noden andere ondersteuning 6 Door wie?6 2 Documenten / 2 Opleidingsplan 2 / De meter/peter zal, naargelang, moeten terugkoppelen met de verantwoordelijke in de organisatie voor dat aspect waar eventueel moet bijgestuurd worden : de gemeentesecretaris, de direct leidinggevende, de preventieadviseur, de vertrouwenspersoon, … 16 √ Ja □ □ □ Na 3e-6e werkmaand Wat moet de nieuwe medewerker gedurende de volgende maanden vernemen? 1. bespreken hoe de inwerkperiode verloopt en nagaan of er bijkomende acties nodig zijn zoals technische opleiding, uitleg, … 2. nagaan of alles uit de onthaalfiche werd meegedeeld. Indien er zaken zijn die over het hoofd gezien zijn, moet de juiste persoon gevraagd worden het nodige te doen Door wie?7 Documenten √ Ja 2 / □ 2 / □ 3. evaluatie onthaal 2 3. evaluatie peter-/meterschap. De nieuwe medewerker geeft feedback over de voorbije periode 4. de relevante vragen en opmerkingen die in de loop van het peterschap naar boven zijn gekomen, worden doorgegeven aan de personeelsdienst (o.a. hiaten in onthaal/reglementen/documenten) 5. functioneringsgesprek/evaluatie nieuwe medewerker 2 Vragenlijst onthaalprocedure / □ □ 2 / □ 3 (+ 4) Functioneringsformulier Evaluatiereglement □ 7 De meter/peter zal, naargelang, moeten terugkoppelen met de verantwoordelijke in de organisatie voor dat aspect waar eventueel moet bijgestuurd worden : de gemeentesecretaris, de direct leidinggevende, de preventieadviseur, de vertrouwenspersoon, … 17 Na 1e werkjaar Wat moet de nieuwe medewerker na verloop van 1 jaar vernemen? Door wie? Documenten √ Ja 3 Functioneringsformulier Evaluatiereglement / □ □ 3 / □ 8 1. functioneringsgesprek/evaluatie nieuwe medewerker 2. evaluatie verhouding nieuwe medewerker binnen de volledige organisatie (match bedrijfscultuur) 3. evaluatie peter-/meterschap. De nieuwe medewerker geeft feedback over de voorbije periode 8 1 = Personeelsdienst; 2 = peter/meter 3 = direct leidinggevende 4 = gemeentesecretaris 5 = interne preventieadviseur 6 = ICT 18 3+4 Bijlage III – Interview peter/meter over onthaal met nieuwe werknemers Naam nieuwe medewerker : ………………………………………………………………………………………………. Naam meter/peter : ………………………………………………………………………………………………. Datum: ………………………………………………………………………………………………. Dienst: ………………………………………………………………………………………………. Man 0 Vrouw 0 Hoelang werk je op de dienst? ………………………………………………………………………………………………. Welk soort contract? ………………………………………………………………………………………………. Vooraf - heb je voor je eerste werkdag contact gehad met je dienst/diensthoofd? ………………………………………………………………………………………………. - had je een bureau, PC, e-mailadres, werkkledij ? ………………………………………………………………………………………………. - indien niet, wie heeft daarvoor gezorgd na je aankomst? ………………………………………………………………………………………………. - wisten je collega’s af van je komst? ………………………………………………………………………………………………. - wist je vooraf wat je opdracht zou zijn en waar je terecht zou komen? ………………………………………………………………………………………………. Eerste werkdag Wie ontving je? ………………………………………………………………………………………………. 19 Wie stelde je voor aan je collega’s (of gebeurde dit niet?) ………………………………………………………………………………………………. Kreeg je een rondleiding door het gemeentehuis/dienstgebouw? Van wie? ………………………………………………………………………………………………. Maakte je kennis met je diensthoofd? ………………………………………………………………………………………………. Wat was je eerste indruk van je dienst/diensthoofd/collega’s ………………………………………………………………………………………………. Werd uitgelegd wat je opdrachten waren? Wie legde dat uit? ………………………………………………………………………………………………. Kreeg je documenten/draaiboek over de dienst? ………………………………………………………………………………………………. Contact met de Personeelsdienst? Welke uitleg gekregen/welke info ontvangen? ………………………………………………………………………………………………. Uitleg over vorming? ………………………………………………………………………………………………. Medisch onderzoek. Welke ervaringen ? ………………………………………………………………………………………………. Eerste weken Wie maakte je wegwijs in de opdracht? ………………………………………………………………………………………………. Wie legde praktische zaken uit? ………………………………………………………………………………………………. Kreeg je makkelijk sociaal contact met je collega’s? ………………………………………………………………………………………………. Hoe was de houding van je collega’s t.o.v jou 0 positief 0 neutraal 0 ongeïnteresseerd 0 vijandig Hoe was de houding van je diensthoofd t.o.v. jou 20 0 beschermend 0 positief 0 neutraal 0 negatief 0 ongeïnteresseerd Aan wie kon je vragen stellen? ………………………………………………………………………………………………. Algemene indruk van het onthaal op je dienst ………………………………………………………………………………………………. Algemeen Wat is je indruk van de eerste dagen? ………………………………………………………………………………………………. Hoe is de relatie met je collega’s nu? ………………………………………………………………………………………………. Weet je waar je collega’s mee bezig zijn? ………………………………………………………………………………………………. Weten je collega’s waar jij mee bezig bent? ………………………………………………………………………………………………. Ken je je collega’s (privé)? ………………………………………………………………………………………………. Voel je je aanvaard op je dienst? ………………………………………………………………………………………………. Kun je je job al zelfstandig uitvoeren? ………………………………………………………………………………………………. Klopt je opdracht met wat men je voorspiegelde ………………………………………………………………………………………………. Wanneer en hoe maakte je kennis met de schepen? ………………………………………………………………………………………………. Hoe is de relatie met je diensthoofd nu? ………………………………………………………………………………………………. Algemene opmerkingen en suggesties: ………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………. 21