34 Meer lezen over genetische erfbaarheid? Kijk op zorgwelzijn.nl/vanos oktober 2015 Carolien Stam ERFELIJKHEID Eut van Berkum Jim van Os ‘ALS DE PROFESSIONAL ERIN BLIJFT GELOVEN KAN DE CLIËNT HET REDDEN’ Steeds meer onderzoek laat zien dat sociale problemen doorwerken in de genen en dus overerfbaar zijn. Kan de sociaal professional iets met die wetenschap? Hoogleraar Jim van Os: ‘De hulpverlener is een factor die de biologie kan veranderen.’ ‘W e hebben lang gedacht dat eigenschappen van mensen nature or nurture (aanleg of opvoeding – red.) waren. We zien nu dat het schijndebatten zijn. Jouw denken en handelen heeft te maken met de interactie tussen genen en omgevingsfactoren.’ Jim van Os, hoogleraar Psychiatrische Epidemiologie aan de Universiteit Maastricht, zet zelfs nog een stap verder. ‘Genetische factoren kunnen bijdragen aan je sociale positie. Genen kunnen invloed hebben op of je met een uitkering leeft of niet.’ Dat heeft te maken met de zogenoemde epigenetica. Van Os legt uit: ‘De omstandigheden waarin je je bevindt, kunnen door genen worden onthouden en worden doorgegeven aan een volgende generatie.’ Een beroemd voorbeeld is de ernstige hongersnood aan het begin van de vorige eeuw in Zweden. Door het gebrek aan voedsel ontwikkelden mensen een epigenetische aanpassing. Maar deze veranderingen, die vermoedelijk werden doorgegeven aan de volgende geoktober 2015 neraties, hadden tot gevolg dat hun kleinkinderen in het tijdperk van overvloedig eten, een hoger risico op suikerziekte hadden. Van Os: ‘De genen pasten zich aan honger aan. Genen hebben een manier om leefomstandigheden te herinneren, vast te leggen en aan volgende generaties door te geven.’ Overerfbaar Geldt dat ook voor ernstige ervaringen, zoals trauma’s vanwege mishandeling, seksueel misbruik en ernstig psychisch lijden? Van Os zegt van wel. Het nageslacht dat niets van die trauma’s heeft meegemaakt, kan dus ook psychisch en fysiek lijden onder trauma’s van eerdere generaties. Het was al bekend bij kinderen van bijvoorbeeld oorlogsslachtoffers. Dat die laatsten door hun psychische problemen invloed hebben op de leefomgeving van hun kinderen. Maar die invloed gaat dus verder dan ‘omgevingsfactoren’, trauma’s zitten ook partieel in de genen. Omgeving en genen hebben effect op elkaar, dat heet gene-environment interplay. De genen bepalen eveneens de mate waarin ze gevoelig zijn voor omgevingsfactoren, volgens Van Os. Waarom hebben sommige mensen die roken op hun negentigste nog geen kanker? Gene-environment interplay; zij hebben enzymen die de schade die door roken wordt aangebracht aan de genen heel goed kunnen repareren. Jim van Os: ‘De natuur stikt van dit soort gen-omgevingsacties. Van Japanners is bijvoorbeeld bekend dat zij een enorme kater krijgen van alcohol. Omdat meer Japanners dan Europeanen genetisch belast zijn om alcohol slecht te kunnen afbreken.’ De relatie werkt ook omgekeerd. Genen bepalen mede in hoeverre mensen zich bijvoorbeeld ongezond gaan gedragen. Van Os geeft een voorbeeld: ‘Sommige omstandigheden kunnen afgezwakt of versterkt worden door persoonlijke genetische eigenschappen. Sommige mensen gaan bijvoorbeeld sneller roken onder invloed van bepaalde, genetisch beïnvloede persoonlijkheidstrekken, zoals impulsiviteit of depressie.’ De stelling van Van Os is: alles is partieel overerfbaar door gene-environment interplay. Alles? Ook de sociaaleconomische positie? ‘Jazeker’, legt hij uit, ‘dat kan te 35 ERFELIJKHEID maken hebben met epigenetische effecten, dus hoe de genen van de voorouders zich gewapend hebben in en tegen de omstandigheden. Zo kun je wellicht ook langdurige demoralisering overerven. Als je bijvoorbeeld geen verwachtingen meer hebt voor de verbetering van je toekomst, kan het mogelijke effect op kinderen en kleinkinderen zijn, dat zij ontmoedigd worden om uit hun sociale positie te klimmen.’ Alles wordt mede bepaald door interacties tussen omgeving en genen. Van Os: ‘De uitspraak: “het hebben van een uitkering is genetisch bepaald”, is dus zowel waar als onzin.’ Hulpvraag Wat betekent dat voor de hulpverlening? De hulpverlener kan de genen van zijn cliënt toch niet beïnvloeden? ‘Nee, niet de genen zelf, althans nu nog niet, maar wel de omgeving. Met ouderwetse hulpverlening, met zorg. Je kunt met een dieet iets doen aan een genetische ziekte. Je kunt met psychotherapie iets doen aan anorexia of een dwangstoornis, of aan ziekten met een er- felijke component. Genetica wordt te vaak opgevat als: “het is genetisch, dus er is niets aan te doen.” Het tegendeel is waar.’ Sterker nog: ‘Alles is mogelijk met hulpverlening’, is de stelling van Van Os. ‘De professional moet zich ervan bewust zijn dat als hij of zij hulp verleent, dat effect heeft op omgevingsfactoren en daarmee op de gen-omgevingsinteractie. De cliënt is met hulp beter beschermd tegen genetische, meegegeven kwetsbaarheden. De hulpverlener ís de omgevingsfactor die de biologie van de zorgvrager kan veranderen door hulp te verlenen.’ Van Os noemt voorbeelden: ‘Als iemand getraumatiseerd is in het verleden, ervaart hij meer dan gemiddeld stress, meer depressies, hij heeft een groter risico op hartklachten en diabetes. Dat zijn epigenetische effecten: de genen passen zich aan stress aan en die genen zijn overerfbaar. Je kunt de epigenetica ook ten goede beïnvloeden door medicijnen tegen diabetes of depressie. Maar ook door psychotherapie.’ Kan de hulpverlener dan zijn behandeling ook aanpassen aan deze genetische inzich- ten? ‘Zeker’, zegt psychiater Van Os. ‘Door te geloven in verandering van de situatie en van de eigenschappen van de cliënt. Niet door uit te gaan van een deterministische visie: de cliënt is alcoholist, dat zit in de familie, daar komt hij niet meer vanaf. De omgeving van mensen is dynamisch, we moeten geen stempels drukken op omstandigheden. Zo van: hij zit in een uitkering en komt daar nooit meer uit.’ En dan? ‘De hulpverlener is coachend, voor de cliënt die zijn eigen weg zoekt’, meent Van Os. ‘Een ggz-patiënt wil niet horen dat hij gek is. Hij wil horen hoe hij zijn leven aan moet passen en hoe hij zelf de regie kan pakken om een zinvol bestaan op te bouwen. De hulpverlener moet dat begeleiden, door te geloven in de veranderbaarheid van de omgeving en van de mens. Van de relatie tussen therapeut en cliënt weten we dat het bieden van hoop aan de cliënt een van de belangrijkste aspecten is van de zorg. Een alcoholist die van de drank af wil, zal tien of twintig keer de mist in gaan. Als je erin blijft geloven, gaat hij het uiteindelijk redden.’ Advertentie De AMW Agenda 2016 Dè agenda voor sociaal werkers • • • • • Formaat 11,7 x 17,5 cm Veel schrijfruimte 24-uursindeling Prijs inclusief beschermhoes € 10,95* fo ief in ls s u l c In na fessio o r p al voor socia t e h in in dome 10% korting voor lezers van Zorg + Welzijn met kortingscode ZW2016 Voor bestelling van de AMW Agenda 2016 en/of andere agenda’s en kalenders ga naar: www.officewebshop.nl EILERS International B.V. Telefoon 075 - 629 46 61 Website www.eilers-international.nl E-mail [email protected] Webshop www.officewebshop.nl 36 *exclusief € 2,95 verzendkosten per zending oktober 2015