Leesrooster voor de week van voorbereiding op het Heilig Avondmaal van 5 september 2010 In deze week van voorbereiding leven we toe naar de viering van het avondmaal. Bij de voorbereiding luisterden we naar het buitmaken van de ark van het verbond door de Filistijnen. Een teken door God gegeven werd verkeerd gebruikt door het volk. De drie vragen van de voorbereiding druk ik zoals gewoonlijk ook af. Het zijn tenslotte de vragen die de voorbereiding hebben te stempelen. Vragen die ons de ècht stevige grond onder de voeten willen geven: wij mogen eigendom van Jezus Christus zijn. 1. Ten eerste moet ieder zijn zonden en vervloeking overdenken, opdat hij zichzelf mishaagt en zich voor God verootmoedigt. De toorn van God tegen de zonde is immers zo groot, dat Hij die niet ongestraft heeft gelaten, maar aan Zijn geliefde Zoon Jezus Christus gestraft heeft. Dit gebeurde met de bittere en smadelijke kruisdood. 2. Ten tweede moet ieder zijn hart onderzoeken en zichzelf de vraag stellen of hij de belofte van God gelooft, deze vaste belofte namelijk dat hem of haar al zijn zonden alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus vergeven zijn. En dat bovendien de gerechtigheid van Christus hem of haar toegerekend en geschonken is, zo volkomen alsof hij zelf voor al zijn zonden betaald en alle gerechtigheid volbracht had. 3. Ten derde moet ieder zichzelf onderzoeken en de vraag stellen of hij van harte bereid is met zijn gehele leven waarachtige dankbaarheid aan God de Here te betonen en voor Gods aangezicht oprecht te wandelen; of hij alle vijandschap, haat en nijd aflegt en in liefde en vrede met zijn naasten wil leven. Maandag 30 augustus Lezen: Jeremia 7:1-15 Zingen: Psalm 147: 7 Jeremia spreekt het volk stevig aan. Ze roepen enerzijds: de tempoel van de Here is hier, ons kan niets gebeuren, maar anderzijds leven ze voorbij aan het woord van de Here. Weduwe, wees en vreemdeling worden verdrukt, onschuldig bloed wordt vergoten en het volk gaat andere goden achterna. Ze denken God te kunnen ‘hebben’ zonder dat het hun iets kost. Ze denken dat God ongeacht hun leven achter hun staat. Alsof Hij de nationale God is! Dat is Hij niet. Hij heeft Israël uitverkoren om zijn volk te zijn, Hij gaf het volk zijn woord en daarbij het teken. Ook hier zien we het gevaar dat het teken losgemaakt wordt van het woord en weggebroken wordt uit de geloofsverhouding waarin het een plaats heeft. En waar woord en geloof geen rol meer spelen, wordt het teken een mascotte. De Here spreekt ons aan en wil ons antwoord horen. Daar gaat het om – ook bij het avondmaal. Voor de dank en het gebed: Dank God dat we mogen toeleven naar het avondmaal, bid voor een gezegende voorbereidingsweek. 1 Dinsdag 31 augustus Lezen: Jozua 5:13-6:5 Zingen: Psalm 103: 1, 7 Als een goed generaal gaat Jozua poolshoogte nemen rond Jericho. Hoe moet hij het aanpakken. Maar als hij daar komt, blijkt de overste van het hemelse leger daar al lang te zijn; God is al bezig die stad aan Israël te geven. En in het vervolg zal ook blijken dat God de stad gééft en dat Israël alleen maar dankbaar in ontvangst hoeft te nemen wat de Here schenkt. Maar zover is het nu nog niet: Jozua schrikt van deze ontmoeting. En zijn vraag is begrijpelijk: voor of tegen? Maar het hemels antwoord wijst een andere weg. Het lijkt een vreemde reactie: ‘nee’. Maar ook hier wordt duidelijk dat de Here zich niet kritiekloos aan zijn volk verbonden heeft. Daarom dat antwoord dat geen echt antwoord op de vraag is, maar dat de vraag onder kritiek stelt. Het punt is niet waar de Here staat: Hij zoekt het goed, het leven voor zijn volk. Veel belangrijker is de vraag aan het volk, aan ons: waar staan wij? Voor de dank en het gebed: Dank God voor de vrede en vrijheid in ons land en bid voor diegenen die nauwelijks kunnen geloven dat het evangelie ook voor hen is. Woensdag 1 september Lezen: Psalm 118 Zingen: Psalm 118: 1, 2 Als je de verzen 6 en 7 leest zou je even kunnen denken dat de dichter onvoldoende oog heeft voor wat wij gisteren en eergisteren gezien hebben in de Bijbel. Toch is dat niet het geval. Want in deze Psalm lezen we niet van iemand die denkt de Here aan zijn kant te hebben, zonder dat hij er verder zelf nog omkijken naar heeft. Nee, in heel de Psalm merk je dat hier iemand is die leeft bij Gods woorden, die toevlucht zoekt bij God en die ook zijn leven in dienst stelt van de Here. Vol vreugde gaat hij het heiligdom binnen om een dankoffer te brengen. Deze dichter vindt God in zijn woord, in het teken van zijn nabijheid – en houdt z’n eigen leven niet buiten schot, maar antwoordt dankbaar. Daar kan gerust gezegd worden: De Here is met mij, ik zal niet vrezen! Voor de dank en het gebed: Dank God voor de gemeente waar we bij mogen horen en bid voor diegenen die (nog) niet aan de viering deelnemen, met name ook onze jongeren en kinderen. Donderdag 2 september Lezen: Psalm 115 Zingen: Gezang 90: 1-3 In I Samuel 4 hoorden we dat de ark door de Filistijnen is buitgemaakt. Zij zetten hem – zo zullen we nog lezen – bij hun God Dagon in het heiligdom. Steeds in Israëls geschiedenis zien we de strijd met de andere goden. Zij 2 bestaan niet – zo wordt steeds duidelijker in het Oude Testament. Maar toch hebben ze macht over de mensen. Psalm 115 zegt dat wie die beelden maken, zullen worden als die beelden. Als we vers 5-7 lezen, kun je denken: gezellig om iemand in je omgeving te hebben! De Here is niet opgesloten in een beeld, maar Hij is de Levende, Hij is de vriendelijke. Hij vraagt vertrouwen en toewijding van zijn volk. Wie zo leeft, mag iets van Gods liefde gaan weerkaatsen. Zo iemand zien we graag in onze omgeving. Geloven in de Here – en dus ook avondmaal vieren en het teken van zijn goedheid ontvangen – werkt iets uit in het leven. Zoals ongeloof dat ook doet. Het avondmaal toont ons God in zijn ontferming – en vraagt ons Hem te gehoorzamen en lief te hebben Voor de dank en het gebed: Dank God voor contacten met christenen in andere landen en bid voor eenheid van de Kerk in deze wereld. Bid ook voor vervolgde broeders en zusters. Vrijdag 3 september Lezen: Jesaja 46 Zingen: Psalm 68: 7 In Jesaja 46 spreekt de profeet het volk toe dat in Babel in ballingschap is. Zij zijn daar heen gevoerd en dat brengt allerlei gevoelens met zich mee. Zij zien daar in het machtige Babel de goden van de Babyloniers rondgedragen worden. De enorme processies die door de prachtige avenues van Babel gehouden werden, maakten indruk. Tegen deze goden (Bel en Nebo) had Israëls God het onderspit gedolven – zo ervoer men het, zo was de algemene gedachte. Maar de profeet zet de dingen in ander licht. Deze goden moeten rondgedragen worden, ze zijn een last voor vermoeide dieren. Mensen moeten deze goden rondzeulen en zonder die mensen zijn deze goden nergens. Maar dan de Here! Want Hij hoeft niet door zijn volk gedragen te worden; het is andersom: Hij draagt hen. Dat woord voor dragen wijst op het dragen van de schuld. God is niet ongeveer net zo als de goden van de volkeren; Hij is anders. Hij is niet een God op kosten van mensen, een God die mensen leegzuigt. Hij is een God die geeft. We zien dat ook aan het avondmaal. Het enige dat aan die tafel – en in heel het geloof – van belang is, is dit: aanvaarden wat Hij schenkt. Voor de dank en het gebed: Dank God voor de taak die Hij ons geeft om te getuigen in deze wereld en bid voor het werk van zending en evangelisatie. Bid ook voor de predikanten en voorgangers die zich voorbereiden voor de zondag. Zaterdag 4 september Lezen: Mattheüs 1:18-25 Zingen: Gezang 446: 1-7 Jozef krijgt te horen hoe ze het kindje moeten noemen dat groeit in Maria’s schoot. Immanuël, wat betekent: God met ons. Woorden die ons troosten. Tegelijk ook woorden die zo gemakkelijk verkeerd gebruikt kunnen worden. Hoeveel legers hebben in de geschiedenis niet gestreden vanuit deze woorden? De SS-militairen hadden het op hun koppelriemen staan. Deze naam wordt 3 echter gegeven aan Jezus en aan Hem ontdekken we dan ook hoe God met ons is. Dan betekent dat niet dat Jezus applaudisseert bij mensen die hun onrecht uitleven op anderen. Integendeel: we zien Jezus bij de verschopten en bij hen die geen helper hebben. En aan het einde van het evangelie horen we deze Immanuël uitroepen: Mij God waarom hebt Gij Mij verlaten? Dat God met ons is, heeft dan ook alles te maken met de weg die Jezus Christus is gegaan. En die weg is Hij gegaan voor ons, opdat wij Hem zouden volgen en zo leven zouden vinden. Het volgen van Hem kost ons ons leven – maar juist zo vinden we echt leven. Voor de dank en het gebed: Dank God voor de gave van zijn Zoon en bid om goede rust en aandacht morgen in de kerk. Bid ook of de Geest de dankbaarheid in ons leven wil brengen. Zondag 5 september Lezen: I Samuel 5 & 6 Zingen: Gezang 460: 1-3 Vandaag vieren we het avondmaal. We lezen verder hoe het gaat met de ark in het Filistijnse land. Het brengt ons bij het evangelie dat Israël wel God kan loslaten, maar dat God Israël niet wil loslaten. Ondanks hun ontrouw, hun ongeloof, hun dwaasheid laat God de ark niet voorgoed bij Israël vandaan gaan, maar zorgt Hij zelf er voor dat het volk dit teken van zijn nabijheid terugkrijgt. Vol genade en ontferming keert Hij zich niet af van dit volk, maar brengt hij de geboden, brengt hij het verzoendeksel terug. Hij laat niet los wat zijn hand begon. Dat is wat we vieren aan de tafel. Dat geeft moed en stemt vrolijk. Niet ons zij eer gewijd, maar God. Hij is goed. Voor de dank en het gebed: Dank God voor het Avondmaal van vandaag en bid dat de troost waarvan de tafel van vandaag spreekt alle dagen van ons leven met ons meegaat. 4