IV Werkgroep Signalen - Lokaal Welzijnsbeleid in GENT

advertisement
Signalenbeleid Gent 2013-2014
Info aan Wijkwelzijnsoverleggen 02/2013
I
Signaleren vanuit de praktijk
In de dagelijkse werking vangen praktijkwerkers via allerlei bronnen signalen op. Daarom zijn zij
goed geplaatst om structurele knelpunten en problemen te signaleren. Ze vernemen problemen
rechtstreeks van de betrokkenen of ervaren de knelpunten zelf. Praktijkwerkers staan dagelijks
het dichtst bij het front van nieuwe sociale problemen. Zij horen van cliënten en
partnerorganisaties over problemen in de gemeente, toenemend sociaal isolement bij ouderen
in een wijk, mogelijkheden of moeilijkheden tot samenwerking en afstemming tussen
organisaties,… Hulpverleners botsen op onvolkomenheden in wet- en regelgevingen,
problemen in het organisatiebeleid, tekorten aan dienstverlening en begeleiding aan bepaalde
risicogroepen, hiaten in lokaal beleid, enz.
Jammer genoeg gebeurt er nog te weinig met deze waardevolle signalen. Problemen die in
contacten met cliënten of aanverwante sectoren regelmatig terug komen, stromen onvoldoende
door naar de betrokken organisaties en (beleids)instanties. Hierdoor gaat er een schat aan
essentiële, aanvullende beleidsinformatie verloren. Signaleren is bijgevolg van essentieel
belang om gezamenlijk goed beleid te kunnen voeren. Maar vooraleer we binnen en over
organisaties heen signalen beginnen verzamelen, moeten we het eerst eens zijn over wat juist
en signaal is- en wat niet.
A
Een structureel signaal is… ?
Maar wat is een signaal nu eigenlijk? De werkgroep signalen van het Lokaal Welzijnsbeleid
Gent omschrijven een structureel signaal als volgt:
‘Een structureel signaal is een persoons- en situatieoverstijgend probleem, knelpunt, tekort en/of
behoefte dat in contact met de doelgroep en aanverwante sectoren regelmatig terugkomt en dat
een structurele component omvat. Een signaal is een teken om iets te doen of te laten’. Pas
wanneer een signaal de signaalprocedure (link) volledig doorliep, m.a.w het signaal is:

Duidelijk én

Neutraal én

(h)erkend én

gedeeld
over álle organisaties van de werkgroep heen, spreken we over ‘een structureel signaal’.’
B
Structureel signaleren is… ?
 Signaleren is gericht op een betere integrale werking van de hulpverlening met als
doelstelling de verbetering van de sociale omstandigheden waarin (potentiële) cliënten zich
bevinden: financiële situatie, woonsituatie, (geestelijke) gezondheid, intermenselijk contact,
werksituatie, enz. Er is aandacht voor het zoeken van verbanden tussen individuele en
maatschappelijke factoren. Immers, allerlei maatschappelijke, politieke, juridische, e.a.
factoren kunnen een rol spelen bij het ontstaan van problemen van individuele mensen.
Iedere hulpverlener -zij het een maatschappelijk werker, een opbouw-, een jeugd- of een
gezondheidswerker,…- werkt binnen de grenzen van ‘het systeem’ om de leefwereld van
cliënten te verbeteren.
 Signaleren is gericht op het voorkomen of verergeren van problemen.
 Signaleren is een cyclisch proces (signaalproces/signaalprocedure) dat systematisch
uitgevoerd wordt en de volgende activiteiten omvat: waarnemen en opvangen, verzamelen,
analyseren, communiceren, (besluiten over actie, actie ondernemen) en evalueren (zie
signalenproces, infra)
C
Onderwerpen van structureel signaleren kunnen zijn
De kern van het probleem ligt in:
onvolkomenheden in de dagelijkse (informele) gang van zaken in een organisatie/ dienst,
instantie,…
afstemmingsproblemen of overlappingen tussen organisaties.
onvolkomenheden in (de uitvoering van) wet- en regelgevingen of uitvoeringsprocedures
bestaan van risicogroepen of op het potentiële ontstaan ervan.
niet goed functioneren van bijzondere doelgroepen in organisaties.
onwetendheid van de cliënt
(invloed van het gevoerde) beleid van een organisatie, een sector en/of een overheid.
D
‘Urgent signaal’ vs ‘structureel signaal’
Het doorlopen van een signalenprocedure vraagt tijd. Pas wanneer een signaal (link) de
signaalprocedure volledig doorliep, m.a.w het signaal is duidelijk, neutraal, (h)erkend en gedeeld
over álle organisaties van de werkgroep heen, spreken we over ‘een structureel signaal’.
Sommige signalen (die (nog) geen structurele signalen zijn,) zijn van die aard dat ze ‘voorrang’
vragen. Hiermee bedoelen we dat het niet opportuun is te wachten totdat ze de volledige
signalenprocedure (link) doorlopen hebben, om ze op de juiste beleidstafels te leggen. Dit
omdat het signaal ‘de pan uitrijst’ of omdat het de hoogste tijd is er iets aan te doen. Deze
specifieke problemen noemen we een ‘urgente signalen’.
Het begrip urgentie heeft in deze context betrekking op de noodzaak om snel iets te doen. Een
belangrijk criterium om van urgentie te spreken, is dat als er op korte termijn niet iets gebeurt, er
later grotere of onherstelbare schade kan ontstaan. Het gaat dus niet om de ernst van de
situatie zelf, maar om de ernst van de gevolgen indien niet snel wordt ingegrepen. Een urgente
signaal is dus geen structureel signaal (link). Een signaal onderscheidt zich van een structureel
signaal op volgende punten:
 Het signaal heeft de signalenprocedure (nog) niet doorlopen en is bijgevolg niet
gedragen/erkend/ gedeeld/geanalyseerd over organisaties heen.

op korte termijn dient actie ondernomen te worden om (nog grotere) negatieve gevolgen in
te dijken/ te voorkomen.
De signalencoördinator van elke organisatie kan in het signalenregistratiesysteem of aan de
werkgroep signalen urgente signalen meegeven. Via het Lokaal Welzijnsbeleid Gent, waar
signalen een speerpunt vormen, wordt vervolgens gekeken waar, op welk daartoe relevant
netwerk, aan dit urgent signaal gevolg wordt gegeven.
II Systematisch Signaleren

Signaleren binnen de organisatie en aan partnerorganisaties
Heel wat Gentse organisaties hebben de nood geuit aan een meer systematisch signaleren. De
vraag stelde zich naar een inbedding van een signalenprocedure in hun organisatiebeleid.
Hulpverleners willen de cliënt mee een stem geven door tekorten en gebreken te signaleren aan
voorzieningen en beleidsmakers. De organisatie waarbinnen de hulpverlener werkt, moet
voorwaarden scheppen om deze signalering uit te voeren. De werkgroep signalen Gent (infra)
vertrekt bijgevolg vanuit de overtuiging dat signaleren een organisatiegebonden taak is.
Signaleren is dus niet de individuele verantwoordelijkheid van hulpverleners, maar van de
organisatie. Het gaat erom dat de hulpverlener de vinger aan de pols houdt door vanuit zijn
ervaringen met cliënten/de praktijk vraagstukken, afstemmingsproblemen en tekorten zichtbaar
te maken.
Systematisch signaleren betekent dat de organisatie bewust kiest voor deze taak en een aantal
stappen onderneemt om de signaleringstaak te verankeren in het beleid van de organisatie. Er
dient bijgevolg een signaleringsbeleid gevoerd te worden en een procedure (interne werkwijze)
geïmplementeerd. M.a.w. de signaalgevoeligheid van medewerkers wordt aangemoedigd en
medewerkers weten duidelijk waar zij met hun signalen terecht kunnen binnen de organisatie en
wat er verder mee gebeurt. Het binnen de organisatie expliciteren van een signalenprocedure
zal de gevoeligheid van medewerkers voor signalen vergroten. De organisatie kan bijgevolg
haar eigen beleid bijsturen of het signaal overmaken aan een andere verantwoordelijke
instelling (intern signaleren) of aan de overheid (extern signaleren).

Signaleren over organisaties heen
Naast de nood aan ‘interne signalering’ worden organisaties ook geconfronteerd met signalen
waarmee ze zelf als organisatie- om tal van redenen- niet zelf mee aan de slag kunnen en die
een bundeling, analyse en interpretatie over organisaties heen vragen (externe signalering).
Bij deze signalen dient gezocht te worden naar structurele oplossingen op het niveau van de
gemeenschap en niet enkel op het niveau van de eigen organisatie of partnerorganisatie. Extern
signaleren laat toe signalen meer continu over organisaties te bundelen, te analyseren en uit te
wisselen.
Dit proces van beleidsgericht signaleren over organisaties heen naar overheden wordt in Gent
ondersteunt door het Lokaal Welzijnsbeleid Gent en door tal van Welzijnsorganisaties en
netwerken. Er was de nood aan een extern overleg voor organisaties die signaleren waardoor
signalen bij elkaar gebracht en krachten gebundeld kunnen worden. Bijgevolg werd de
werkgroep signaleren is in het leven geroepen om deze opdracht van extern signaleren voor
Gent op zich te nemen. Er is een signalenprocedure Gent uitgewerkt (infra). Dit extern
signaleren is opgenomen als speerpunt in het Lokaal Welzijnsbeleid Gent 2013- 2014. De
doelstelling van het signaleren in het Lokaal Welzijnsbeleid Gent is het zichtbaar maken van
betere afstemmingsmogelijkheden en tekorten op meso- en macroniveau en de gevolgen die
deze hebben, met in het verlengde daarvan het formuleren van aanbevelingen of
verbeteradviezen. Signaleren wil systematisch inzetten op het geven van feedback ter
ondersteuning van beleidsmakers op allerlei niveaus. Beleidsmakers moeten immers gevoed
worden door de ervaringen van medewerkers, dienstverleners en hulpverleners om goed beleid
te kunnen ontwikkelen. De lokale overheid heeft de sociale organisaties nodig om zicht te
krijgen op de sociale, maatschappelijke situatie en op de mogelijkheden om hier iets aan te
doen. De signalenprocedure Gent wil dus mee aanzet geven tot (nieuwe) beleidsontwikkelingen
en tot het verhogen van de toegankelijkheid tot de sociale grondrechten (en bijgevolg de
toegankelijkheid tot basisvoorzieningen/ maatschappelijke dienstverlening en instituties) voor
állen. De signalenbundel (infra) is een beleidsinstrument dat tweejaarlijks verschijnt vanuit de
werkgroep signalen (infra) om het lokaal beleid Gent te ondersteunen en daar waar nodig een
duwtje in de rug te geven.

Ondersteuning die uw organisatie bij signaleren kan krijgen
Ten eerste ondersteunt Welzijnsoverleg Regio Gent (WRG vzw.) organisaties die instappen in
de werkgroep signalen. Dit niet enkel praktisch en methodisch, maar ook inhoudelijk en
procesmatig. De doelstelling is een goed, intern signalenbeleid afgestemd op de individuele
organisatiecultuur die bepaalt welk verzamel- en registratieproces bij de organisatie al dan niet
werkt.
Ten tweede maakt de werkgroep signalen extern signaleren voor uw organisatie mogelijk. WRG
volgt samen met de werkgroep (vanuit het Lokaal Welzijnsbeleid Gent) signalen op in elke fase.
Samen sturen we het signalenproces dat uitmondt in structurele signalen, samengebracht in
een tweejaarlijkse signalenbundel.
Na het communiceren van de signalenbundel is in een volgende fase (inter)sectorale
beleidsaanbeveling/beslissing tot actie mogelijk op de daartoe geschikte netwerken en door de
daartoe bevoegde actoren. Het Lokaal Welzijnsoverleg wil hier een partner in zijn.
III Signalenproces
De 8 stappen van gebundeld & gestructureerd signaleren binnen uw
organisatie of over organisaties heen
Met verzamelde signalen kan uw organisatie intern aan de slag (cf. interne signalering).
Hierbij kunnen onderstaande 8 stappen u begeleiden. Wordt u geconfronteerd met signalen
waarmee uw organisatie- om tal van redenen- niet zelf (intern) mee aan de slag kan, dan kan
het zijn dat deze om een analyse en interpretatie vragen over organisaties heen (externe
signalering). Bij deze signalen dient gezocht te worden naar structurele oplossingen op het
niveau van de gemeenschap en niet enkel op het niveau van de eigen organisatie of
partnerorganisatie(s). Ook in dit geval begeleiden onderstaande 8 stappen ons. Wanneer het
verzamel- en registratieproces van een organisatie werkt en vastgesteld wordt dat voor
bepaalde signalen externe signalering nodig is, laat de werkgroep signalen toe dat signalen
meer continu worden gebundeld, geanalyseerd en uitgewisseld over organisaties heen.
1. een signaal opmerken: opvangen en waarnemen van relevante gebeurtenissen door de
hulpverlener;
2. verzamelen: van het signaal door de organisatie;
3. bundelen van externe signalen door de werkgroep;
4. analyseren: besluiten over al dan niet nader onderzoek door de werkgroep;
5. rapporteren en communiceren door de werkgroep;
6. beslissen om al dan niet actie te ondernemen door de daartoe relevante netwerken en
gemandateerde actoren;
7. actie ondernemen door de uitvoerders;
8. feedback krijgen en geven, evalueren van de resultaten door betrokken organisaties en
door de werkgroep.
Signaleren is dus niet alleen het opmerken van veranderingen, knelpunten of problemen.
Signaleren is een proces. Bij iedere stap die je zet in het signaleringsproces maak je bewust de
keuze of een volgende stap nodig is. Deze 8 stappen willen geen rigide stappenplan vormen
waar krampachtig aan wordt vastgehouden, maar kunnen signaleren systematisch(er) laten
verlopen en gezamenlijke communicatie over organisaties heen verbeteren. Immers, een goed
zicht op het signaleringsproces vergroot de mogelijkheid om het veranderingsproces te kunnen
(bij)sturen, zowel voor organisaties als voor het Lokaal Welzijnsbeleid Gent. Met andere
woorden: een signalenstrategie om systematisch te handelen om datgene wat de hulpverleners
signaleren, te bundelen, analyseren, systematisch kenbaar te maken en actie rond te voeren.
Merk op dat stappen 6 en 7 geen acties zijn van de werkgroep signalen. De geanalyseerde
signalen van de werkgroep geven geen opdracht of voorstel tot oplossing mee. Oplossingen
hangen immers af van keuzes van organisaties, lokale dynamieken en van al dan niet toevallige,
mogelijkheden en middelen. Wel vormen de twee stappen een cruciaal onderdeel van het proces
aangezien de werkgroep ambieert om met haar signalen beleidsmakers te ondersteunen om goed
beleid te ontwikkelen. De signalenbundel is een beleidsinstrument. De signalenprocedure Gent
wil mee aanzet geven tot (nieuwe) beleidsontwikkelingen en het verhogen van de
toegankelijkheid tot de sociale grondrechten (en bijgevolg de toegankelijkheid tot
basisvoorzieningen/ maatschappelijke dienstverlening en instituties) voor állen.
1. Een signaal opmerken
In de dagelijkse werking vangen praktijkwerkers via allerlei bronnen signalen op. Daarom zijn zij
goed geplaatst om structurele knelpunten en problemen te signaleren. Ze vernemen problemen
rechtstreeks van de betrokkenen of ervaren de knelpunten zelf. Praktijkwerkers staan dagelijks
het dichtst bij het front van nieuwe sociale problemen. Zij horen van cliënten en
partnerorganisaties over problemen in de gemeente, toenemend sociaal isolement bij ouderen
in een wijk, mogelijkheden of moeilijkheden tot samenwerking en afstemming tussen
organisaties,… Hulpverleners botsen op onvolkomenheden in wet- en regelgevingen,
problemen in het organisatiebeleid, tekorten aan dienstverlening en begeleiding aan bepaalde
risicogroepen, hiaten in lokaal beleid, enz. Medewerkers van een organisatie putten uit eigen
ervaring of nemen informatie op uit overleggen en contacten met bewoners, collega's, ... om te
signaleren.
DE 1ste AFWEGING: het zien, voelen, horen, merken, (h)erkennen van een structureel knelpunt
of een tekort door de dienstverlener is een eerste stap.
De medewerker weegt voor zichzelf af of hij/zij dit in zijn/haar team zal melden. Dit is een eerste
belangrijke stap: medewerkers die de vertaalslag maken van informatie naar “potentieel
signaal”. Medewerkers voelen zich niet altijd bevoegd of deskundig genoeg om, wat zij als een
signaal ervaren, door te geven. Daardoor kan het zijn dat informatie niet op een
teamvergadering gebracht wordt. Het is belangrijk dat de team- of organisatieverantwoordelijke
hier rekening mee houdt. Een organisatie dat vaste momenten van kritische (zlef)reflectie plant,
stimuleert de signaalgevoeligheid van medewerkers.
TO DO VOOR DE ORGANISATIE: organisaties wakkeren de signaalreflex aan bij hun
dienstverleners en partnerorganisaties.
Het is noodzakelijk dat elke organisatie gericht is op het ontwikkelen van een “signaalreflex” bij
zijn medewerkers. Hoe dit concreet organiseren, kan verschillen van organisatie tot organisatie.
Stel bij uw medewerkers, collega’s, partnerorganisaties op regelmatige basis de vraag naar
mogelijke siganelen (vb. als agenda-/variapunt op het team). De samenwerking en uitwisseling
tussen hulverlener, team en organisatie staat centraal. Ook signalen uit partner- en/of andere
organisaties kunnen meegenomen worden. De medewerkers correct informeren over definities,
de organisatiespecifieke procedure van verzamelen en de verwachtingen die kunnen gesteld
worden t.a.v. het verzamelinstrument, is de boodschap. Met het expliciteren van de
signaleringstaak van de organisatie in een procedure, wordt zowel de signaalgevoeligheid van
de medewerkers vergroot, maar ook de bereidheid om aan signalen mee te werken. Anderzijds
voelen medewerkers zich veelal overbevraagd: vergaderen, registreren, en nu ook nog
signaleren?!? Het is aan te raden om hierin een zeker evenwicht te bewaken. Maak van
signalen verzamelen geen druk of verplichting. De betrokkenheid ten aanzien van signaleren
wordt namelijk in belangrijke mate bepaald door de mate van actie en feedback hierover.
2. Verzamelen
De tweede stap is ervoor zorgen dat signalen opgevangen worden. Het is belangrijk dat een
medewerker zijn of haar signalen ergens kwijt kan binnen de organisatie én dat een organisatie
weet hoe met een signaal intern of extern verder aan de slag te gaan. Hoe een signaal
intersectoraal onderzoeken en op de juiste overlegtafels krijgen, indien nodig? Daarom werd per
sector een signalencoördinator aangesteld. Deze heeft de taak de signalen te verzamelen en te
rapporteren aan de werkgroep signalen.
DE 2de AFWEGING: interne of extrene signalering? Organisatie en signaalcoördinator stellen
zich (beurtelings/samen) de vraag of dit een signaal is en waar deze het best wordt opgevolgd:
“Geven we deze mee met de werkgroep signalen Gent of kan de (partner)organisatie er zelf
mee aan de slag?”. Er zijn drie verschillende wegen te bewandelen:
 Interne signalering: is opportuun als met het signaal best binnen de eigen organisatie
of binnen/samen met een partnerorganisatie mee aan de slag wordt gegaan. Het signaal
dient een externe, intersectorale toets niet te doorstaan.
 Externe signalering: de organisatie wordt geconfronteerd met een signaal waarmee ze
zelf als organisatie- om tal van redenen- niet zelf mee aan de slag kunnen en die:


een urgent signaal is: sommige signalen zijn van die aard dat het niet opportuun is
te wachten om ze op de juiste beleidstafels te leggen. Dit omdat het signaal ‘de pan
uitrijst’ of omdat het de hoogste tijd is er iets aan te doen. Deze specifieke problemen
zijn ‘urgente signalen’. Het begrip urgentie heeft in deze context betrekking op de
noodzaak om snel iets te doen.
een potentieel structureel signaal is: van die aard dat ze een bundeling, analyse
en interpretatie over organisaties heen vraagt. Bij deze signalen dient gezocht te
worden naar structurele oplossingen op het niveau van de gemeenschap en niet
enkel op het niveau van de eigen organisatie of partnerorganisatie(s).
De doelstelling van het structureel signaleren over organisaties heen in het Lokaal
Welzijnsbeleid Gent is het zichtbaar maken van betere afstemmingsmogelijkheden
en tekorten op meso- en macroniveau en de gevolgen die deze hebben, met in het
verlengde daarvan het formuleren van aanbevelingen of verbeteradviezen naar
lokaal beleid. Al de structurele signalen die uit de externe signalenprocedure worden
gebundeld in de signalenbundel.
TO DO: organisaties wakkeren de signaalreflex aan bij hun
partnerorganisaties + (laten) de signalen op de juiste plaats opvolgen.
dienstverleners
en
Op geregelde tijdstippen medewerkers motiveren om actief te blijven signaleren is een blijvend
aandachtspunt. Via een signaalformulier (link) kunnen praktijkmedewerkers van de organisatie
noteren wat hen opvalt en waaraan best iets zou gedaan worden. Iedere organisatie ontwikkelt
zijn eigen proces om van een potentieel signaal naar een geregistreerd/verzameld signaal te
evolueren. Eenmaal een signaal gemeld door een dienstverlener, wordt deze best binnen de
organisatie (vb.: op team) bekeken en besproken: ”Is dit een signaal, Vanwaar komt dit signaal,
is dit signaal duidelijk voor iedereen?, Zijn er nog medewerkers die dit (h)erkennen, Wat zijn
oorzaken en effecten, Wat doen we hier rond, Wat doen we niet, Wat kan beter,Wie krijgt nog
met dit signaal te maken,…? Er wordt vervolgens beslist waar de signaalopvolging het best
gebeurd:
bij interne signalering: met het signaal wordt intern binnen de organisatie,
partnerorganisatie of sector (verder) aan de slag gegaan. Hierbij kunnen onderstaande
signaleringsstappen uw organisatie begeleiden. De organisatie (of signalencoördinator)
beslist dan dat deze potentiële signalen sectoraal van aard zijn en geen intersectorale
toets dienen te doorstaan.
 Bij externe signalering:


Bij een urgent signaal: als organisatie kunt u het zelf op de daartoe relevante
overleggen en netwerken agenderen of u kunt een signalencoördinator aanspreken
die het aan de werkgroep signalen meegeeft. Via het Lokaal Welzijnsbeleid Gent,
waar signalen een speerpunt vormen, wordt vervolgens gekeken waar, op welk
daartoe relevant netwerk, het best aan dit urgent signaal gevolg wordt gegeven (zie
supra).
Bij een potentieel structureel signaal: De organisatie geeft het signaal mee met de
signalencoördinator van zijn/haar (partner)organisatie of sector. Indien de organisatie
of partnerorganisaties geen signaalcoördinator heeft/hebben, wordt in de lijst
gekeken welke bestaande signaalcoördinator(en) inhoudelijk het dichts bij het
signaal staat(staan). De signaalcoördinator kan zo kijken of haar/zijn
organisatie/sector iets meer weet over dit signaal en of het al dan niet moet
meegenomen worden naar de werkgroep signalen Gent. De werkgroep laat toe
signalen meer continu over organisaties te bundelen, te analyseren en uit te wisselen
(zie volgende stappen). De organisatie beslist dan samen met de
signaalcoördinator(en) dat de situatie daadwerkelijk in aanmerking komt voor een
extern signaleringsproces van het Lokaal Welzijnsbeleid. Het signaal wordt dan door
de signaalcoördinator ingevoerd in een registratiedocument en komt bij de
werkgroep signalen terecht die volgende stappen doorloopt: bundeling, analyse,
communicatie en feedback.
Criteria volgens welke de organisatie kan beslissen of een signaal opgenomen
wordt via interne of externe signalering:
Signaalrelevantie: is het signaal van belang voor de organisatie?
Signaalfrequentie of -omvang: Is de frequentie waarmee het signaal opgemerkt
wordt reden om het signaal verder te onderzoeken of aan te pakken?
Signaalernst: Is het signaal zodanig ernstig of belangrijk dat het op korte termijn
aandacht verdient?
Signaalspecificiteit: is het signaal zodanig concreet dat er meteen actie ondernomen
kan worden of vraagt het signaal om verdere analyse?
3. Bundelen
TO DO: signaalcoördinatoren komen samen tijdens de bundelingsdagen.
Tijdens de ‘bundelingsdagen’ bundelen alle signalencoördinatoren de potentieel structurele
signalen die bij werkgroep signalen zijn binnengekomen vanuit de verschillende organisaties (cf.
externe signalering). Alle signalen van de individuele partners worden tijdens de
‘bundelingsdagen’ letterlijk één per één toegelicht, intersectoraal besproken en ‘gewogen’.
Hierbij zijn alle signaalcoördinatoren aanwezig. Bij elk binnengekomen signaal worden een
aantal vragen gesteld:
 Is het een signaal?
 Is het signaal duidelijk en ondubbelzinnig? Begrijpt iedereen het(zelfde)?
 Is het signaal door iedereen erkend/gedeeld?
 Is het juist geformuleerd (scherp, ondubbelzinnig, neutraal, geen organisaties)?
 Heeft het signaal betrekking op stads- of op een hoger niveau (bv geen buurtniveau)?
Dit is een arbeidsintensieve maar essentiële stap.
DE 3de AFWEGING: is dit een structureel signaal?
Pas na deze filtering kunnen we spreken van gestructureerde signalen: het signaal is persoonsen situatieoverstijgend probleem, knelpunt, tekort en/of behoefte dat regelmatig terugkomt en
dat een structurele component omvat.
Na de bundeling verdwijnen de organisatienamen van de overgebleven structurele signalen. Ze
worden dan signalen van iedereen, gedragen over sectoren héén en krijgen hun plaats in de
signalenbundel.
4.
5
6
7
8
Analyseren
Rapporteren en communiceren
Actie- en beleidsaanbeveling: beslissing tot actie
Actie!
Feedback krijgen en geven
IV Werkgroep Signalen
In de schoot van het Lokaal Welzijnsbeleid Gent bestaat sedert 2007 een werkgroep signalen.
Het Lokaal Welzijnsbeleid wil zo het proces van beleidsgericht signaleren over organisaties
heen naar overheden ondersteunen. Er was de nood aan extern overleg voor organisaties die
signaleren waar signalen bij elkaar gebracht en krachten gebundeld kunnen worden. De
werkgroep heeft tot doel:
 het ondersteunen van organisaties die een signalenprocedure (willen) implementeren;
 het ontwikkelen van een gezamenlijke visie op signalen in Gent over de organisaties heen;
 extern signaleren mogelijk maken: signalen over organisaties heen bundelen, analyseren en
uitwisselen
 de verbreding van het draagvlak voor die structurele signalen.
samenstelling
De werkgroep telt begin 2013 twaalf leden (zie prezi). Het is een bewuste keuze om te starten
met een niet te grote groep en geleidelijk deze uit te breiden met partners:


die dicht bij de doelgroep staan en
waarvan de sector/doelgroep/werkterrein nog niet vertegenwoordigd is
door een signaalcoördinator.
De ideale samenstelling van de werkgroep zou een signaalcoördinator per
sector/doelgroep/werkterrein zijn. Aangezien dit praktisch niet haalbaar is, is de werkgroep
bewust van haar beperktheid in samenstelling om het Gentse praktijkveld te vertegenwoordigen.
Wel benadrukt de werkgroep dat alle welzijnssignalen welkom zijn.
V De signalenbundel, een (inter)sectoraal beleidsinstrument
Alle structurele signalen die voortkomen uit de externe signalenprocedure Gent worden
tweejaarlijks verzameld in één signalenbundel. De signalen die in de bundel staan, zijn
intersectoraal afgetoetst. Dit wil zeggen dat ze over die organisaties die signaleren in Gent
erkend, herkend en gedeeld zijn, alle organisaties uit de werkgroep vinden het signaal duidelijk
en neutraal omschreven. Voor publicatie van de signalenbundel dient iedere organisatie van de
werkgroep zijn/haar akkoord te geven.
Een signalenbundel is geen todolijst aan het adres van één overheid, organisatie of sector. Het
is de intersectorale deler van knelpunten die in de Gentse praktijk door hulpverleners
vastgesteld zijn. Op die manier participeert de basiswerker aan het beleid, niet alleen met
cijfers, maar ook met kwalitatieve signalen. De signalenbundel is een kwalitatieve aanvulling op
statistische- en omgevingsanalyses.
 De tweejaarlijkse signalenbundel wil een beleidsinstrument zijn, geen oppositie-instrument,
om gezamenlijk oplossingen/ verbeteringen te zoeken, of op zijn minst daartoe een aanzet
te geven. Na het communiceren van de signalenbundel is in een volgende fase dus
(inter)sectorale beleidsaanbeveling/beslissing tot actie mogelijk op de daartoe geschikte
netwerken en door de daartoe bevoegde actoren. Een signalenbundel wil dus knelpunten zo
eenduidig mogelijk formuleren zonder een opdracht of voorstel tot oplossing. Oplossingen
hangen immers af van keuzes van organisaties, lokale dynamieken en van al dan niet
toevallige, mogelijkheden en middelen.
 De signalenbundel is tegelijk een onmisbare tool bij de evaluatie van beleidsplannen binnen
de beheers- en beleidscyclus van de lokale overheid.
Contact
Sylvie Lambrechts,
[email protected]
Stafmedewerker Lokaal Sociaal Beleid Gent
Welzijnsoverleg Regio Gent vzw
Martelaarslaan 204B - 9000 Gent
T: 09 225 91 33 GSM: 0499553412
www.wrg.be
Download