DERDE PAASZONDAG Overweging Paaszondag 30 april 2017 Wijbe Fransen Eerste lezing: Evangelie: - OVERWEGING “Blijf bij ons, want het wordt al avond”, zeggen de 2 leerlingen tegen de vreemdeling, wanneer ze Emmaus bereikt hebben. Ze zijn onder de indruk van de woorden van de vreemdeling. Ze waren zo down en moedeloos, dat ze de man niet herkenden. De vreemdeling had hen gevraagd naar de reden van hun neerslachtigheid. “Om Jezus van Nazareth! Een profeet, machtig in daad en woord. Ze hebben Hem ter dood laten brengen en aan een kruis geslagen! En wij hoopten dat Hij Israël zou bevrijden! Het is nu al de derde dag sinds die dingen gebeurd zijn. Ja, wel hebben enkele vrouwen zijn graf leeg aangetroffen. Een engel zou hun gezegd hebben dat Hij weer leeft!” Dan neemt de vreemdeling het woord: “Wat zijn jullie toch traag om de woorden van onze profeten te geloven! Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?” En hij begint hen vanaf Mozes t/m de profeten er op te wijzen dat heel de H. Schrift verwijst naar de Messias. Deze woorden hebben me altijd geïntrigeerd. Wordt Jezus dan met name genoemd in het O.T.? Nee. Maar als een rode draad loopt door de H. Schrift het getuigenis dat lijden, onderdrukking, ja zelfs de dood niet het laatste woord hebben. Want de God van Mozes en de profeten is een bevrijdende God, die mensen doet opstaan, doet leven. Kijk maar naar Jozef, de dromer: als slaaf verkocht door zijn broers en onschuldig gevangen gezet, wordt hij verheven tot onderkoning van Egypte. Denk aan het volk dat in slavernij in hetzelfde Egypte verkeert. De Eeuwige kan het niet aanzien en roept Mozes om het volk uit het slavenhuis te leiden. David wordt vervolgd door Saul, maar de Eeuwige redt hem en zalft hem tot koning van Israël. Jesaja spreekt van de lijdende dienstknecht van God: hij is als een worm, niet om aan te zien - zoals de kruiswegstaties van Servaes hier in de kloostergang ons tonen. God zal hem in aanzien doen stijgen en door zijn striemen krijgen wij genezing. Profeten worden miskend, vervolgd, zelfs gedood. Jezus herkent zich in hen. Denk ook aan Ester die door haar moed en geloof in de reddende God het volk helpt ontkomen aan een dreigende pogrom. In de Psalmen schreeuwt de onschuldige en onderdrukte het uit en hoopt hij op God die mensen bevrijdt uit ellende en doodsgevaar. Zojuist hebben we Ps 16 gezongen: “Onder uw ogen leef ik weer op; ik wankel niet, zijn hand houdt mij vast”. Petrus citeert ze in zijn Pinkster- preek. En Ps 118 zegt: “De steen die de bouwers hebben versmaad is tot hoeksteen geworden” – een echt messiaanse psalm. De uitleg van de vreemdeling raakt hen. Straks zullen ze zeggen: “Brandde ons hart niet in ons, zoals Hij ons de Schriften ontsloot?” Omdat het avond wordt, nodigen de 2 leerlingen de man uit bij hen in de herberg te blijven. Zittend aan tafel, breekt de vreemdeling brood, dankt God en geeft het hen. Dat gebáár!! Zoals tijdens het Avondmaal, enkele dagen geleden! Hun ogen gaan open, ze herkennen Jezus in de vreemdeling! Eerst gebroken door de dood, leeft Hij nu! Dat gebaar van zegenen, breken en delen van het brood wordt het herkenningsteken bij uitstek van Gods bevrijdende aanwezigheid in Jezus onder ons. Hij is het levende Brood, dat ons zijn geestkracht geeft en Hem doet volgen. Mogen wij Hem herkennen, telkens weer wanneer we samenkomen om Hem te gedenken in woord en gebaar, in het luisteren naar de H.Schrift en in het teken van het gebroken en gedeelde brood. Moge het telkens ons vertrouwen verdiepen in Hem, die in grote trouw aan God de mensen heeft gediend en zich heeft uitgeleverd in de handen van zijn beulen. ”Blijf bij ons, want het wordt avond”. Hoewel de medische wetenschap enorme vooruitgang kent, hoewel onze gemiddelde leeftijd alsmaar stijgt, zal zij nooit de dood kunnen uitbannen. De ouderdom kent zijn pijn, beperkingen en eenzaamheid. De dementie neemt toe. Velen zien er enorm tegenop afhankelijk te worden van anderen en hun decorum te verliezen. Menigeen denkt eraan om euthanasie te vragen of zelf toe te passen. Pater Voss heeft gezegd, toen hij zieker en zieker werd: “Nu kan ik tonen wat ik waard ben”. Ik voeg eraan toe: “Wat mijn geloof in Christus waard is”. Als ik Christus werkelijk als mijn weg zie, als beeld van mijn bestaan, dan wil ik Hem ook volgen in zijn trouw en hulpeloosheid en mijn leven in handen geven van anderen. Het gebaar van het breken en leggen van het brood in onze handen - dat we telkens weer mogen ontvangen - wil ons bemoedigen de eenzaamheid en de pijn van het ouder worden in zijn Geest te aanvaarden. Het teken van Christus’ zelf- gave zal ons inspireren ons toe te vertrouwen aan de handen van - hopelijk - liefdevolle handen van verzorgende en meelevende leden van onze gemeenschap. Deze liefdevolle handen zijn een teken en een voorbode van onze hemelse Vader die ons met open handen opwacht aan het eind van onze levensweg. Kunnen we in groeiende verbondenheid met Christus zeggen: “Blijf bij ons, want het wordt avond”? Ik hoop dat ik dat kan blijven zeggen!