OEFv6 - Maatschappijhuis

advertisement
Oefenvragen Trias Politica / Beatrix (antwoordmodel op laatste pagina)
week 39
1. ‘Trias Politica’ is Latijn, de taal van de wetenschap in die tijd. Wat betekent ‘Trias
Politica’ letterlijk ? (1 punt)
2. Welke reden had Montesquieu om deze leer te ontwikkelen ? (2 punten)
3. Noem de machten waaruit de Trias Politica is opgebouwd. Geef daarna aan wie
elk van deze machten moet uitoefenen volgens deze leer. (3 punten)
4. In welk jaar werd de eerste democratische grondwet in Nederland gevormd op
basis van de Trias Politica-leer ? (1 punt)
5. Thorbecke formuleerde in aanvulling op de Trias Politica nog twee ‘machten’.
Welke twee machten zijn dit ? (2 punten)
6. Geef aan wie deze twee aanvullende machten moeten uitoefenen. (2 punten)
7. Leg het verschil uit tussen ‘kabinet’ en ‘regering’ in Nederland. (2 punten)
8. a. In welke functie legt koningin Beatrix staatsbezoeken af ? (1 punt)
b. In welke functie leest koningin Beatrix de Troonrede voor ? (1 punt)
9. a. Hoe worden de taken van de koningin genoemd die zij verplicht is uit te oefenen
omdat ze in de grondwet staan ? (1 punt)
b. Wat wordt bedoeld met ‘het seign’ ? (1 punt)
c. Voorheen benoemde de koningin de kabinetsinformateurs/kabinetsformateurs. Wie
doet dat in de huidige procedure van de kabinetsformatie ? (1 punt)
10. Bij het grote publiek is Prinsjesdag de dag van de Gouden Koets en de mooie
hoedjes. Deze Derde Dinsdag van September is voor politiek Den Haag ook om een
andere reden belangrijk. Wat is deze reden ? (1 punt)
11 a. Noem 3 voorbeelden van taken die de koningin niet verplicht is uit te oefenen.
Let op: deze voorbeelden mogen niet al zijn genoemd in deze oefening. (3 punten)
b. Hoe noemen we deze taken ? (1 punt)
c. Als deze taken niet verplicht zijn waarom doet de koningin ze dan toch ? Noem
minstens één reden. (1 punt)
12. De Troonrede is gericht aan de leden van de Staten-Generaal. Leg uit wat in de
Troonrede staat. (2 punten)
13. Noem een belangrijk verschil tussen het Koninklijk Huis en de Koninklijke Familie.
(1 punt)
14. De bijeenkomst vindt plaats op vrijdagmiddag in de Trêveszaal. De notulen zijn
geheim. Hoe heet deze bijeenkomst en wie zijn de uitgenodigden ? (2 punten)
15. Ben je geïnteresseerd in de hoogte van de salarissen van bijvoorbeeld de
koningin en kroonprins Willem-Alexander dan kun je dat eenvoudig op internet
opzoeken. Welk ministerie moet je dan googlen ? (1 punt)
totaal aantal punten: 30 (=10)
ANTWOORDMODEL
1. ‘Trias Politica’ betekent letterlijk de 3 politieke machten.
2. De alleenheerschappij van de Franse koning en van de andere absolute
monarchen op het Europese continent vormden de aanleiding voor Montesquieu om
een manier te bedenken om dictatuur te voorkomen. Montesquieu had geen
democratie in de ware zin van het woord in gedachten.
3. Trias Politica bestaat uit de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Respectievelijk is het parlement, de koning met zijn ministers en de onafhankelijke
rechters hier verantwoordelijk voor.
4. 1848
5. Medewetgevende macht en controlerende macht.
6. Respectievelijk het kabinet en het parlement.
7. Kabinet = ministers en staatssecretarissen (dagelijkse bestuur van NL) en regering
= staatshoofd en ministers. Regering is het formele begrip dat in de grondwet wordt
gebruikt. Het begrip ‘kabinet’ kent de grondwet niet.
8. a. staatsbezoeken  als staatshoofd
b. Troonrede  als lid van de regering
9. a. Staatsrechtelijke taken
b. Het seign is de handtekening van de koningin onder parlementair goedgekeurde
wetsvoorstellen.
c. Tweede Kamer
10. Derde Dinsdag van September = begin van het parlementaire jaar.
11 a. Koninginnedag vieren, rampplekken in NL bezoeken, lintjes knippen,
voorstellingen bijwonen
b. Ceremoniële taken / representatieve taken.
c. Kies uit: * populariteit van het koningshuis op peil houden, * bindende element zijn
in tijden van chaos, angst e.d., en * het openen van deuren voor het NLse
bedrijfsleven voor orderportefeuilles.
12. Troonrede = plannen van het zittende kabinet voor het komende parlementaire
jaar.
13. Kies uit: * leden van KH ontvangen jaarlijkse staatstoelage en leden KF niet, *
leden van KH zijn potentiële troonopvolgers en leden KF niet, of * leden van KH
vallen onder ministeriële verantwoordelijkheid en leden van KF niet.
14. Ministerraad; ministers onder voorzitterschap van de minister-president (als
primus inter parus).
15. Ministerie van Algemene Zaken (ministerie van minister-president)
EINDE
Download