Monetair beleid en ontwikkelingen op de financiële markten

advertisement
Monetair beleid in theorie en praktijk
Jan Marc Berk
Economisch Beleid & Onderzoek
De Nederlandsche Bank
Inhoud van vandaag
•
•
•
•
Enkele relevante concepten
Monetair-strategische overwegingen
De rol van geld daarin
Reageren op vermogensprijzen?
Geld, inflatie en rente
•
•
•
Geld heeft op zich geen waarde, daarom niet
vanzelfsprekend dat mensen het willen aanhouden
Inflatie treedt op wanneer er meer geld wordt gecreëerd
dan mensen willen absorberen
Als ik denk dat ik met een bepaalde hoeveelheid geld
morgen minder dingen kan kopen dan vandaag, wil ik
dat geld vandaag alleen hebben als ik morgen meer
geld krijg, zodat ik dezelfde dingen kan kopen als
vandaag (rente)
Inflatie
• Inflatie maakt het moeilijk de waarde van
goederen en diensten te destilleren uit de
waargenomen prijzen
• Geld kan functies van ruilmiddel en
rekeneenheid minder efficiënt uitoefenen,
omdat waarde van de meeteenheid
voortdurend veranderd (ruis)
Doel monetair beleid
• Minimeren van de ruis, behoud van de
koopkracht van het geld
• Een stabiele waarde van geld betekent dat
mensen verwachten dat geld dezelfde
koopkracht blijft vertegenwoordigen
• Dus de kwaliteit van geld is de koopkracht die
geld vertegenwoordigt
• Geld is ‘het’ product van centrale bank
Doelstellingen centrale banken
Federal Reserve Bank:
• werkgelegenheid, economische groei, prijsstabiliteit,
rentestabiliteit, financiële stabiliteit en
wisselkoersstabiliteit
Bank of England:
• prijsstabiliteit (inflatie van 2%)
Europese Centrale Bank:
• prijsstabiliteit (een inflatiecijfer minder dan 2% op de
middellange termijn), secundair economische groei
Doelstellingen centrale banken
Hoofddoelstelling: prijsstabiliteit
• Beste bijdrage monetair beleid kan leveren aan
economische groei en stijging van de welvaart
• Eén instrument één doel variabele
• Helder mandaat
• Voordelen:
•
•
•
•
transparantie/efficiency prijsmechanisme
verlaging inflatie- en risicopremie in lange rente
doelmatige allocatie besparingen
geen willekeurige herverdeling vermogen en inkomen
Intermezzo: de sluipmoordenaar inflatie
Tijd (jaren) waarbinnen de waarde van geld is gehalveerd bij een gegeven inflatie
80
70
69.7
60
50
40
35.0
30
23.4
20
17.7
14.2
11.9
10
10.2
9.0
8.0
7.3
6.6
6.1
5.7
5.3
5.0
4.7
4.4
4.2
4.0
3.8
0
2
4
6
8
10
12
14
16
Horizontale as: gemiddelde jaarlijkse inflatie
18
20
De waarde van € 1,- na X jaar bij een jaarlijkse inflatie van 2,1%
1.00
0.979
0.959
0.95
10 jaar na start euro
0.940
0.920
0.90
0.901
0.883
0.865
0.85
0.847
0.829
0,81 eurocent
0.812
0.80
0.796
0.779
0.763
0.75
0.748
0.732
0.717
0.70
0.702
0.688
0.674
0.660
0.65
0.60
2
4
6
8
10
X
12
14
16
18
20
Beleidsinstrument:
korte rente
•
•
•
•
•
•
Instrument beïnvloedt doelvariabele: renteverandering
heeft effect op prijsniveau: monetaire transmissie.
Verschillende transmissie kanalen:
rente  consumptie en investeringen  bestedingen
 prijsniveau
rente  wisselkoers  import & export demand  etc.
rente  vermogensprijzen (effecten en huizen) 
consumptie  etc.
rente  inflatieverwachtingen  looneisen  kosten
 prijsniveau
Probleem: effect van renteverandering is
onzeker
• Nu rente veranderen, pas later effect op macroeconomie: ‘long and variable lags’  monetair beleid
moet forward looking zijn. Verwachtingen cruciaal.
• Bovendien: economie is voortdurend in beweging!
Voortdurend treden economische schokken op.
• Olieprijs, wisselkoers, wereldhandel, beurskoersen,
orkanen, dierziekten etc etc
• “Monetary policy is an art, not a science”
• Monetaire beleidsstrategie noodzakelijk
Monetaire beleidsstrategie
• Raamwerk dat aangeeft hoe een centrale bank haar instrument
inzet om haar doel(en) te bereiken
directe strategie: inflatiedoelstelling (bijv VK, Zweden,
Nieuw Zeeland)
indirecte strategie: geldhoeveelheid (vroeger Dld,
Zwitserland),
wisselkoers (Denemarken, vroeger
Nederland)
eclectische benadering: meerdere indicatoren, grote gesloten
economie (VS, Japan, ECB)
Economische pijler
• Alle economische ontwikkelingen relevant voor de
prijsontwikkeling op de middellange termijn
• Analytische raamwerk: breng al deze factoren samen in
een macro-economisch model en maak projecties
(BMPE)
• Deze voorspellingen zijn belangrijk, maar niet
allesomvattend
• Zo veronderstellen deze modellen dat rentes alle info
bevatten over alle andere vermogensprijzen. Niet
realistisch. Daarom rol monetaire analyse.
De monetaire paradox
Prijsstabiliteit algemeen aanvaard als centrale
doel monetair beleid, maar centrale bankaandacht voor geld lijkt te zijn afgenomen.
Waarom?
Waarom die paradox?
• Monetaire beleidspraktijk:
monpol wordt tegenwoordig gevoerd met de
rente, hoeveelheden passen zich aan.
• Monetaire theorie:
Geen intrinsieke rol voor geld. Volledige
financiële markten: alle rendementen op
financiële titels zijn gelijk (gecorrigeerd voor
looptijd en risico).
Monetaire pijler: waarom?
Geld heeft een zelfstandige rol in de economie
en dus inflatie, los van rente, omdat:
• financiële titels imperfecte substituten zijn;
• Aanbieders en vragers op financiële markten
heterogeen zijn, met variabele risicoperceptie;
• Huidige inkomen en liquiditeit restrictie kan
zijn op huidige bestedingen.
Monetaire pijler: hoe?
• Biedt informatie over (inflatie) risico’s die buiten
paradigma van economische pijler vallen;
• Is complementair aan de economische pijler;
• Is ‘cross-checking’ van de kortere termijn visie
van economische pijler;
• Is met name informatie over inflatie op de
(langere) termijn.
Relatie tussen geldgroei en inflatie in het eurogebied
Procentuele jaarmutaties, 1971-2008
12
10
Inflatie
8
6
4
2
0
0
2
4
6
8
10
Geldgroei
12
14
16
18
Relatie tussen geldgroei en inflatie in het eurogebied
Procentuele jaarmutaties, 1971-2008
16
14
M3-groei
CPI/HICP-inflatie
12
Bbp-deflator
10
8
6
4
2
0
1975
1980
1985
1990
1995
2000
Voortschrijdende tweejaars gemiddelden. Inflatie is 8-kwartalen teruggeschoven.
2005
Recente ontwikkelingen
Moeten centrale banken zich (ook) op
vermogensprijzen richten? Aanleidingen:
• Japan jaren ‘80 en ‘90
• Dotcom bubbel mondiaal einde jaren ’90
• Huizenmarktprijsbubbel VS begin dit
millennium
Waarom zouden centrale banken
reageren?
Barsten van de ´bubble´ kan negatieve
gevolgen hebben:
• ´flight to quality´, doorschieten van
markten
• ´credit crunch´
• lager (consumenten) vertrouwen
• stijging faillissementen
• neerwaartse economische ontwikkeling
• misallocatie
• volatiliteit (onzekerheid)
Waarom zijn cb’en terughoudend?
grote volatiliteit vermogensprijzen maakt het
moeilijk
• bepaling juiste prijs van een vermogenstitel is
lastig
• instrumenten van centrale banken zijn (vaak)
niet geschikt voor het bestrijden van
vermogensprijsinflatie
• meerdere doelen vaak maar één instrument
• moral hazard
•
Wat doen ze wel?
Afhankeijk van mandaat!
Gemeengoed=Greenspan doctrine:
• vermogensprijsinflatie reden tot beleidsmatige
zorg als toekomstige groei en inflatie wordt
beïnvloed;
• proberen de schok van het barsten van een
‘bubble´ te mitigeren
Toekomst?
• Krijgt monetaire analyse ECB navolging?
Beleidsmatige aandacht van ECB voor
monetair-financiële ontwikkelingen heeft haar
afgelopen jaar geholpen
• ‘Leaning against the wind’ via regulering?
Download