International Economics

advertisement
International Economics
Chapter 20
Flexible versus Fixed Exchange Rates, the
European Monetary System, and
Macroeconomic Policy Coordination
Opbouw
• 20.2 Flexibele wisselkoers
• 20.3 Vaste wisselkoers
• 20.4 Optimale muntzone en de euro
• 20.5 Currency Board
• 20.6 Overige wisselkoerssystemen
• 20.7 Internationale coordinatie
20.2 Flexibele wisselkoersen
 Introductie
Voordelen flexibele wisselkoers:
Door aanpassingen van de wisselkoers komt er automatische evenwicht op de
betalingsbalans. Het geeft dus minder aanpassingsproblemen bij onevenwichtigheden.
De flexibele wisselkoers zorgt voor een efficiente allocatie in de economie. De
wisselkoers kan niet over- of ondergewaardeerd raken. Overwaardering van je munt
zorgt er bijvoorbeeld voor dat er teveel middelen worden gealloceerd in de nontradables.
 Beleidsvoordelen
• Door aanpassingen in de wisselkoers worden pijnlijke en
langzame beleidsaanpassingen overbodig.
• De overheid hoeft zich minder te bemoeien met de gang
van zaken.
• Goedkope oplossing: ingrijpen in de valutamarkt kan erg
kostbaar zijn.
20.3 Voordelen vaste wisselkoers
 Minder onzekerheid
•
Vermindering van de onzekerheid is bevordelijk voor de
handel. Dit kan ook leiden tot meer efficientie in
productie omdat de specialisatie verder wordt
doorgevoerd. Iets wat ook weer kan leiden tot extra
schaalvoordelen
Prijsdiscipline
Onder vaste wisselkoersen is het nodig dat er een
prijsdiscipline is. Inflatie kan niet worden gecorrigeerd
door een daling van de wisselkoers. De inflatie geeft
een daling van je reserves, wat op langere termijn
niet is vol te houden.
20.4 Optimale muntzone
 Introductie
Wat maakt een optimale muntzone en hoe zit het met de
EMU?
Optimale muntzone
• Wanneer is er het grootste voordeel van een muntzone:
Grote mobiliteit kapitaal en arbeid
Structuur van de economie lijkt op elkaar
Er is een bereidheid om beleid af te stemmen
Europees Monetair Systeem (1979-1998)
• In Maart 1979, kondigde de EU de vorming van het
Europese monetaire Systeem (EMS) aan.
• De belangrijkste kenmerken van EMS waren:
• De Europese Munteenheid (ECU) die als gewogen gemiddelde
munten van de lidnaties wordt werd gedefiniëerd,
• de munt van elk lid van de EU werd toegestaan gecreërd door een
maximum van 2.25 percenten aan beide kanten te schommelen
van zijn spilkoers
• De totstandbrenging van het Fonds van de Europese Monetaire
Samenwerking (EMCF) voor betalingsbalanshulp
Transitie naar Monetaire Unie
• Ontwikkeling:
Eerste stap: July 1990: Afspraken over convergentie en samenwerking op
monetair en fiscaal gebied, alsook het verwijderen van beperkingen
kapitaalbewegingen
Tweede stap: Afspraken over de oprichting van het Monetary Institute
(EMI), als voorloper ECB. Verder werd de bandbreedte verder
teruggebracht in January 1994
Derde stap: oprichting ECB in 1998 en in 1999 1 munt
Vierde stap: 2002 invoering van Euro als chartaal betaalmiddel
• Convergentieregels:
• 1991:
• Inflatie mag niet meer dan 1,5 procentpunt boven het gemidddelde liggen
van de 3 laagste landen.
• Financieringstekort niet meer dan 3%
• Overheidsschuldquote moet onder 60% van BBP liggen
• Lange rente mag niet meer dan 2 punten boven de gemiddelde lange rente
van de drie landen met de laagste inflatie liggen.
• Gemiddelde wisselkoers mag met niet meer dan 2,25% zijn gedaald in de
laatste 2 jaar voor toetreding.
20.5 Currency Board
Een land kan ook besluiten om zijn munt vast te
klinken aan een ander munt, bijvoorbeeld de
dollar. Om dit te doen wordt een “currency
board”opgericht.
 Currency Board Arrangements
 Currency Board Arrangements: de munt wordt in wisselkoers vastgezet
met een andere munt (dollar). Om dit vol te houden moeten er voldoende
dollars in reserve worden gehouden. Tenminste de chartale
geldhoeveelheid en reserves banken + een bepaald percentage
Meestal wordt hiertoe overgegaan na hyperinflatie
Voordeel: Je krijgt dezelfde (lage) inflatie als de VS en zekerheid voor de
handel
Nadeel:
Geen monetair beleid meer mogelijk
Geen devaluatie meer mogelijk
 Bandbreedtes
 Implicatie
De wisselkoers mag binnen een zekere bandbreedte fluctueren. Bijvoorbeeld
bij Bretton Woods was dit 1% (de vervoerskosten van goud)
FIGURE 20-3 Exchange Rate Band, Adjustable Pegs,
and Crawling Pegs.
 In dit voorbeeld wordt er een bandbreedte van 2% gehanteerd
EMS en bandbreedte (2,5%)
Bij het EMS systeem had men twee manieren om in te grijpen in de markt om de
wisselkoers te handhaven:
Interventie: het kopen of verkopen van de munt
Rentebeleid: indien de munt beneden de bandbreedte dreigt te komen kon met de
rente verhogen zodat er meer vraag naar de munt komt van buitenlandse beleggers.
1 - 16
Devaluatie of revaluatie:
FIGURE 20-3 (continued)
 Crawling Pegs
De spilkoers word eens per zoveel tijd aangepast, van tevoren aangekondigd.
 Managed Floating
Door af en toe in te grijpen probeert men de scherpste kanten van de
fluctuaties af te halen
Probleem:
Eigenlijk ga je ervanuit dat de monetaire autoriteiten het beter weten dan de
valutahandelaren
20.7 Internationale beleidscoordinatie
 Redenen
•
De wereld raakt steeds meer geintergreerd.
•
Binnenlands beleid wordt steeds minder effectief
Internet Materials
•
•
•
•
•
•
•
•
•
http://www.imf.com
http://www.oecd.org
http://www.bis.org
http://www.federalreserve.gov/policy.htm
http://www.ny.frb.org
http://www.ecb.int
http://www.bankofengland.co.uk
http://www.iie.com
http://www.nber.org
Download