Kleine ondeugden voor zorgdragers Linus Vanlaere Roger Burggraeve Waarom dit boek? 2 ‘Er kan altijd nog een tandje bij’ Bart Peeters Ethiek op de werkvloer: ‘Doe ik het niet goed (genoeg), mijnheer?’ 3 “Dat is de conclusie van dit onderzoek: verpleegkundigen (…) moeten alles doen en alles zijn. Van een arts wordt makkelijker aanvaard dat hij alleen deskundig is. Maar verpleegkundigen moeten niet alleen technisch vaardig zijn, ze moeten bijna volmaakte mensen zijn!” 4 “Op een bepaald moment kan de zorg zo’n beslag op je leggen dat je er mentaal moe van wordt. Dat je het niet meer kan opbrengen je in te leven in de ander. Dan spreken we van compassiemoeheid, een oorzaak van ontspoorde mantelzorg!” Welke invalshoek? 5 We gingen op zoek naar een ethiek van het haalbare voor zorgdragers Namelijk… een ‘motiverende’ ethiek die waardeert wat mensen ‘al’ doen een ethiek die de ruimte biedt om in alle vrijheid fouten te mogen maken een ethiek die wel wijst op het ideaal, maar die ook rekening houdt met de realiteit Welke invalshoek? 6 Kwetsbaarheid, het ‘hart van de ethiek’ Kleine ondeugden of ‘negatief geachte morele emoties’ als hefbomen voor ‘voldoende goede zorg’ Dankzij onze ondeugden slaan we niet in een kramp Onze ondeugden zetten ons al op de weg naar de ander – nadenken over onze ondeugden zijn 1ste vorm van ethiek! De (h)erkenning van de ‘kleine’ ondeugden houden ze ook klein… Geen 7 maar 6 kleine ondeugden Welke invalshoek? 7 Op zoek naar een ethiek van Lambik (versus een ethiek van Jeromme[ke]) Zes kleine ondeugden 8 In het boek proberen we een ‘groei-ethiek’ te ontwikkelen op basis van 6 kleine ondeugden Intro Hypocrisie Middelmatigheid Luiheid Antipathie Woede Ongehoorzaamheid ‘Ik zeg niet altijd wat ik denk’ 9 Hypocrisie als bemiddelaar van zorg die menselijk blijft Getuigenis Hanne ‘Ik ben ook maar een mens’ 10 Middelmatigheid als prikkel van voldoende goede zorg Getuigenis Nele ‘Ik ben iemand die langzaam denkt’ 11 Ook zorgdragers hebben recht op luiheid Getuigenis Thijs Getuigenis Lut ‘De ander zal mij een zorg wezen’ 12 Antipathie als hefboom voor zorg die deugt Getuigenis Marieke ‘Ik zeg soms eens goed wat ik denk’ 13 Woede als vlam in de pijp van betrokken zorg Getuigenis Sabine Getuigenis Mario ‘Zo doe ik het niet meer’ 14 Ongehoorzaamheid als zorgverbeteraar Getuigenis Peter Tot slot: gekkenwerk… 15 Recht doen aan de ethiek van Lambik: aanvaarden dat het goede nooit helemaal te organiseren valt… “Er zijn tranen die een organisatie, hoe zorgvuldig en efficiënt ook, niet kan zien: de geheime tranen van de unieke ander. In zorgsystemen en voorzieningen zijn er individuele gewetens nodig, want zij alleen kunnen verhelpen aan de wanorde en het geweld die voortvloeien uit het goed functioneren van de ‘redelijke’ organisatie zelf, met haar management en administratie.” (E. Levinas) Ruimte voor kleine goedheid 16 “Tussen alle verwording van menselijke verhoudingen houdt de goedheid stand. Ze blijft mogelijk, ook al kan ze nooit een systeem of sociaal regime worden. Elke poging om het menselijke helemaal te organiseren is tot mislukken gedoemd. Het enige wat levendig overeind blijft is de kleine goedheid van het dagelijks leven. Ze is fragiel en voorlopig. Ze is een goedheid zonder getuigen, in stilte voltrokken, bescheiden, zonder triomf. Ze is gratuit, en juist daardoor eeuwig.” … die goed gek is… 17 Het zijn gewone mensen, ‘simpele zielen’, die haar verdedigen en ervoor zorgen dat ze zich telkens weer herpakt, ook al is ze volstrekt weerloos tegenover de machten van het kwaad. De kleine goedheid kruipt overeind, zoals een platgetrapt grassprietje zich weer opricht. Ze is misschien wel ‘gek’ – een ‘dwaze goedheid’ -, maar ze is tegelijk het meest menselijke in de mens. Ze wint nooit, maar wordt ook nooit overwonnen!” ² 18 Dankjewel voor uw voldoende enthousiaste applaus!