Ademhaling Mentale spanningstoestand Fysieke spanningstoestand

advertisement
Mentale spanningstoestand
Ademhaling
Fysieke spanningstoestand
VanDixhoorn, 2001
Mentale spanningstoestand
Ventilatie
Ritmische
beweging
Lichaamsgevoel
Fysieke spanningstoestand
VanDixhoorn, 2001
Mentale spanningstoestand
Ademhaling als
afhankelijke variabele
Fysieke spanningstoestand
VanDixhoorn, 2001
Mentale spanningstoestand
I
N
D
I
C
A
T
O
R
Ademfrekwentie
Ademhaling
Teugvolume
Fysieke spanningstoestand
VanDixhoorn, 2001
Indicator-rol van ademhaling
• Afhankelijke variabele
• Reageert op veranderingen in mentale en
fysieke toestand, houding, beweging,
voorstelling, gedachte, aanraking, emotie
• Flexibel: past zich aan verschillende
toestanden aan
• Variabiliteit is positief
• Adembewustwording
VanDixhoorn, 2001
Mentale spanningstoestand
Ademhaling als
onafhankelijke variabele
R
E
G
U
L
A
T
O
R
Fysieke spanningstoestand
VanDixhoorn, 2001
Mentale spanningstoestand
Adem tellen
Ademhaling
Dieper, trager ademen
Buikademhaling
Inademrichting
Fysieke spanningstoestand
VanDixhoorn, 2001
Regulator-rol van ademhaling
• Onafhankelijke variabele
• Opzettelijke of experimentele
verandering in ademhaling kan mentale
en fysieke toestand beïnvloeden
• Regelmatigheid wordt positief gezien
• Ademtraining
VanDixhoorn, 2001
Mentale spanningstoestand
R
E
G
U
L
A
T
O
R
Ademhaling
I
N
D
I
C
A
T
O
R
Fysieke spanningstoestand
VanDixhoorn, 2001
Dit model stelt dat elke ademinstructie
bestaat uit een interactie tussen:
• een verandering in ademhaling
(ventilatie, beweging, gevoel)
• toegenomen ervaring van spanning
• verandering in mentale toestand
• verandering in fysieke toestand
VanDixhoorn, 2001
Mensen in een relatief lage spanningstoestand en
zonder specifieke (adem)problemen zijn het best in
staat tot zelfregulatie van spanning door adem- en
ontspanningstherapie.
Mensen in een hoge, spanningstoestand en met
ademproblemen hebben meer kans op ervaringen
van gemengde aard:
Ze kunnen meer voordeel ervaren wat betreft
klachten, maar 1) ze worden ook bewuster van de
hoge spanning, 2) een dysfunctioneel adempatroon
kan al langer bestaan en moeilijk te veranderen zijn,
of 3) de ademhaling wordt bepaald door mentale en
fysieke factoren die moeilijk te veranderen zijn.
VanDixhoorn, 2001
Basisregel voor ademtherapie:
respect indicator-rol van ademhaling =
wissel regulatie en niet-regulatie af
instructies voor het reguleren van het
ademen zijn geen model voor normaal
ademen
Regel het ademen tijdelijk:
• Stop de regulatie
• Neem de respons in ademhaling waar
• Vergelijk met vóór het regelen
• Wees open voor elke verandering:
in stemming, aandacht, adem, lichaam
Instructies voor het reguleren van het
ademen zijn geen model voor normaal
ademen.
De respons op regulatie hangt af van
het systeem als geheel, inclusief de
mentale en fysieke spanningstoestand.
Een kleine maar stabiele verschuiving
naar meer functioneel ademen is
belangrijker dan een kortstondige, grote
verandering.
IT IS PSYCHOBIOLOGICALY CONTRAINDICATED TO BEHAVE IN A TYPE A
FASHION AND ALSO TO BREATHE
SLOWLY AND EVENLY
Gary Schwartz, Psychotherapy & Psychosomatics, 1981
Breathlessness is increasingly
recognised as not simply a symptom of
disordered breathing but also a
complex interplay of physical,
psychological, emotional and functional
factors.
65% of lung cancer patients will have
the symptom at one point during their
illness. It may not be directly related to
the extent of the illness.
Bredin et al. Multicentre randomised controlled trial of
nursing intervention for breathlessness in patients with lung
cancer. BMJ, 318, 1999
Combinatie van indicator- en regulator-rol
leidt tot vier mogelijkheden
REGU
LATIE
doen
Ja
Nee
INDICATOR: voelen
Ja
Nee
REGU
LATIE
Ja
Nee
INDICATOR:
Ja
Nee
Bewust,
gecontroleerd
Automatisch
REGU
LATIE
Ja
Nee
INDICATOR
Ja
Nee
Bewust,
gecontroleerd
Indirect regelen
Passieve
aandacht
Automatisch
EEN FUNCTIONELE ADEMHALING BEWEEGT
VRIJELIJK OVER DEZE VIER MOGELIJKHEDEN
Test voor passieve aandacht:
• regulatie kan stoppen
• veranderingen na regulatie
zijn voelbaar
• aandacht bij het ademen
verstoort het niet
De corticale representatie van de romp,
het lichaamscentrum waar het ademen
plaatsvindt, is veel kleiner dan de
periferie van armen, benen en hoofd.
Indirect faciliteren van het ademen via
de extremiteiten is makkelijker dan
direct sturen van de romp.
Faciliteren van het ademen via de
extremiteiten is mogelijk door het
verband tussen wervelkolom en
ademhaling.
In een gestrekte houding rolt de thorax
iets omhoog met inademen en
neerwaarts met uitademen, waardoor
hoofd en bekken betrokken zijn.
Faciliteren van inademen door extensie
en uitademen door flexie van de
wervelkolom: ‘lengte-ademhaling’
•
•
•
•
•
•
knieën open / dicht (lig, zit)
trekken en duwen van het bekken
ruglig, voeten optrekken
armen in en uit rollen
thorax schommelen (handgreep)
voeten trekken/ duwen (handgreep)
‘Breedte-ademhaling’ is het
tegenovergestelde: wanneer de rug
gebogen is spreiden de ribben
zijwaarts.
• rond zitten, met hoofd op of neer
• buiklig
• stand, doorzakken
Dit ontspant de neiging tot overdreven
inademen/strekken en de spanning in
het midden van de rug.
Volumeverandering is over de gehele
romp, gelijkmatig verdeeld.
voor en achter, borst en buik
alléén buikademhaling is niet
functioneel !
De vergroting en verkleining zijn
waarneembaar voor derden en voor het
subject.
breathing
normal
deep
p=0.03
thorax
lumbar
p=0.03
p=0.05
location of
inhalation
movement in the
backside of body
rating of outward
movement by hand,
positioned
on lower ribs
(thoraco-lumbar
area)
cardiac patients, two year follow-up
exercise + relaxation: n=25
exercise only: n=28
Ademtempo is variabel en niet vast
Het kan langzaam zijn, 3-6 per minuut,
zonder dat het benauwdheid of
ademmoeite veroorzaakt
Ademritme (verloop van in en uit):
• kan ‘ongehaast’ zijn = zonder extra
druk bij in- of uitademen
• overgangen zijn vloeiend
• pauzes na in- en uitademen kunnen
verlengd worden, zonder moeite of
een benauwd gevoel te geven
Luchtstroom:
• kan geluidloos zijn, door de neus
• mondademhaling stopt of vermindert
Ademhaling past zich aan:
• na opzettelijk dieper ademen (5-6 keer
hoorbaar) herstelt het ademen, zonder
hypocapnie
• inspanning stimuleert ademdiepte en
hypoxemie herstelt snel
• op één been staan, armen zwaaien,
verdiept ademhaling
Wanneer deze kenmerken aanwezig
zijn onder rustige, optimale
omstandigheden, dan is er geen
onnodige spanning in het ademen,
geen dysfunctioneel ademen.
Een toename van deze kenmerken
wijst op een meer functionele
ademhaling.
Download