Ventilatoren | Compacte WTW-units | Modulaire luchtbehandelingskasten | Luchtverdelingsproducten & Brandbeveiliging Geluidsberekening voor ventilatoren 2 | Geluidsberekening voor ventilatoren Systemair wereldwijd Skinnskatteberg, Zweden Windischbuch, Duitsland Ukmergé, Litouwen Hoofdkantoor van de groep, distributiecentrum en de grootste productielocatie. Productie van compacte luchtbehandelingsunits met een uitgebreid programma ventilatoren en accessoires. Productie van luchtgordijnen en ventilatorverwarmingen voor Frico, een bedrijf binnen de Systemair groep. Productie van een uitgebreid programma van axiaal- en dakventilatoren, alsmede tunnel- en garageventilatie. Productie van units voor woonhuizen en grote luchtbehandelingsunits. Productie van luchtgordijnen. Productie van hoge-temperatuurventilatoren voor rookwarmteafvoer. Hässleholm, Zweden Mühlheim an der Ruhr, Duitsland Aarhus, Denemarken Productie van verwarmingsproducten voor luchtbehandelingseenheden, mobiele en vaste ventilatorverwarmingen, plus ontvochtigers. Productie van luchtbehandelingsunits voor zwembadhallen en comfort-ventilatie met extra hoge efficiëncy. Productie van grote luchtbehandelingsunits – "centrale units". Maribor, Slovenië Langenfeld, Duitsland Bratislava, Slowakije Productie van luchtverdelingsproducten; brandkleppen. Geluidsberekening voor ventilatoren | Kwaliteit: Systemair is gecertificeerd overeenkomstig ISO 9001; ISO 14001, ATEX en Europese brand-beveiligingsstandaard EN 12101-3. Onze testen ontwikkelingslaboratoria behoren tot de modernste van Europa. De metingen worden uitgevoerd overeenkomstig internationale standaarden zoals AMCA en ISO. Bouctouche, Canada Tillsonburg, Canada Lenexa, VS Energie besparen, exploitatiekosten terugbrengen! Ons label “Green Ventilation” vindt u op alle producten die zeer energiezuinig zijn. Alle producten met het label Green Ventilation combineren zuinigheid met energie-efficiëntie. Skinnskatteberg, Zweden Eidsvoll, Noorwegen Hässleholm, Zweden Aarhus, Denemarken Ukmergé, Litouwen Mühlheim a.d.R., Duitsland Langenfeld, Duitsland Waalwijk, Nederland Bratislava, Slowakije Windischbuch, Duitsland Maribor, Slovenië Milan, Italië Istanbul, Turkije Madrid, Spanje New Delhi, India Hyderabad, India Kuala Lumpur, Maleisië Hyderabad, India Milaan, Italië Tillsonburg, Canada Productie van luchtverdelingsproducten. Productie van een uitgebreid programma van vloeistof- en luchtgekoelde koelers en warmtepompen voor comfort koeling. Productie van luchtbehandelingsunits voor klaslokaalventilatie in de Noord-Amerikaanse markt. Greater Noida, New Delhi, India Productie van kanaal-, axiaal- en boxventilatoren, luchtbehandelingsunits en luchtverdelingsproducten. Kuala Lumpur, Maleisië Productie van kanaal- en axiaalventilatoren. Lenexa, VS Productie van kanaal-, axiaal- en dakventilatoren, voornamelijk voor de Noord-Amerikaanse markt. Distributiecentrum voor de VS-markt. Eidsvoll, Noorwegen Madrid, Spanje Productie van grote luchtbehandelingsunits en boxventilatoren voor markten in Zuid-Europa, het Midden Oosten en Noord-Afrika. Bouctouche, Canada Productie van luchtbehandelingsunits voor woningen in Noord-Amerika, alsmede ontvochtigers. 3 Productie van luchtbehandelingsunits. Istanbul, Turkije Productie van een uitgebreid programma luchtbehandelingsunits en FCU's. Waalwijk, Nederland Productie van luchtbehandelingsunits, waaronder het bekende merk Holland Heating. 4 | Geluidsberekening voor ventilatoren Systemair Nederland The strong combination of technology and trust Systemair is fabrikant en leverancier van energiezuinige ventilatoren & accessoires, luchtverdelingsproducten & brandbeveiliging, compacte WTW-units en standaard & op-maat-gemaakte luchtbehandelingsunits. In de fabriek in Waalwijk worden de bekende Holland Heating luchtbehandelingsunits geproduceerd, waaronder de HHFlex en de HHCompact. We bieden hoogwaardige, betrouwbare systeemoplossingen voor de utiliteit, gezondheidszorg, industrie, marine, scholen en parkeergarages. Onze kennis en ervaring delen wij met de branche om vanuit gezamenlijk vertrouwen tot de juiste productkeuze en optimale toepassingen te komen. Gezamenlijk met u ontstaan integrale, op maat gerichte oplossingen. Vanaf 1 november 2015 vormen Systemair en Holland Heating samen één bedrijf. De beide locaties Harderwijk en Waalwijk blijven behouden en de naam Holland Heating zal voortbestaan als merknaam. Het meest complete én meest flexibele assortiment in ventilatie en klimaatbeheersing is vanaf nu verkrijgbaar bij één bedrijf: Systemair. Ventilatoren • • • • • • • • • • • • • Dakventilatoren Energiezuinige ventilatoren Centrifugaalventilatoren Industrieventilatoren Parkeergarage ventilatiesystemen Axiaalventilatoren Kunststof ventilatoren Kanaalventilatoren Woonhuisventilatoren RWA ventilatoren Overdruk ventilatie Detectie- & regelapparatuur Complete accessoires In het Systemair assortiment zijn ventilatoren leverbaar in ATEX-uitvoering, met EC-gelijkstroom, 60 Hz, akoestisch geïsoleerd en tot TEMP 600oC/120 min. Geluidsberekening voor ventilatoren | i In de fabriek in Waalwijk worden de Holland Heating-units geproduceerd i 5 Locatie Harderwijk is centraal gelegen in Nederland Systemair is een bedrijf dat zich continu ontwikkelt. Kernwaarden zijn kwaliteit, beschikbaarheid en leverbetrouwbaarheid. We garanderen betrouwbaarheid en bedrijfszekerheid onder alle omstandigheden. Voor u als klant de voordelen op een rij: Keuze Het meest complete én meest flexibele assortiment in ventilatie en klimaatbeheersing is vanaf nu verkrijgbaar bij één bedrijf. Voorraad Veel van onze producten zijn op voorraad en daarmee vanuit ons doordachte distributiesysteem snel leverbaar. Innovatie Wij ontwikkelen en innoveren continu, ook op het gebied van energiebesparing, geluidsreductie en duurzaamheid. Assortiment Ventilatoren & accessoires, luchtverdelingsproducten & brandbeveiliging, compacte WTWunits en standaard & op-maatgemaakte luchtbehandelingsunits. Betrouwbaarheid De eigen serviceafdeling van Systemair is met haar landelijke dekking uniek te noemen. We bieden u de zekerheid van garantie en een hoge servicegraad. Kennis Kennis en ervaring delen wij met de branche om vanuit gezamenlijk vertrouwen tot de juiste productkeuze en optimale toepassingen te komen. Luchtbehandelingsunits van het merk Holland Heating Compacte WTW-units • HHFlex 68 bouwgroottes 1.000-125.000 m3/h • HHCompact 500-30.000 m³/h • Woonhuisventilatie 250–700 m³/h • Luchttoevoer units 100-14.000 m³/h • Topvex serie 700-7.000 m³/h Modulaire luchtbehandelingsunits Luchtverdelingsproducten & Brandbeveiliging • TIME serie 2.400–14.400 m³/h • DV serie 1.500-86.000 m³/h • • • • Brandkleppen Luchtroosters Plenumboxen VAV-regelingen 6 | Geluidsberekening voor ventilatoren Inhoudsopgave Gegevens voor een geluidsberekening 3 Formule van Beranek 3 Correctie voor de octaafband-middenfrequentie 3 Rendement van een ventilator 3 Geluidsdemping in luchtkanalen 4 Demping in bochten 4 Demping in een aftakking 5 Eindreflectie 6 Ruimtedemping 7 Aanbevolen criteria voor luchttechnische installaties 8 Waarderingsnormen 9 Normen-buiten 9 Theorie10 Geluid 10 Frequentie 11 Voortplantingssnelheid (m/s) 11 Golflengte (lambda) in m of in cm 11 Geluidsdruk 11 Geluidsvermogen 12 Octaafbanden 13 Beoordeling 14 Beoordelingsmaten 14 NR-curven 14 dB(A)-waardering 16 Het meten van geluid 18 Hoe wordt geluid gemeten? 18 Principe van een geluidsberekening 18 Doel 18 Geluidsproductie van ventilatoren 19 Schoepfrequentie 19 Bepalen van het geluidsvermogen van een ventilator 20 A: Door meting 20 B: Door berekening 20 Demping in luchtkanalen 22 Rechte kanaalstukken 22 Bochten 22 Aftakkingen en splitsingen 22 Eindreflecties van roosters, etc. 23 Voorbeeld 24 Geluidsuitbreiding in het vrije veld 25 Oplossing 26 Spiegelbronnen 26 Normen 26 Geluid in besloten ruimten 27 Geluidsberekening voor ventilatoren | Gegevens voor een geluidsberekening Formule van Beranek Als het geluidsvermogenniveau van een ventilator niet wordt opgegeven kan dit bij benadering worden bepaald met de formule van Beranek: Lw = 40 + 10 log Q + 20 log pt Q pt Lw in dB = luchthoeveelheid in m3/s. = totale opvoerhoogte in Pa = geluidsvermogenniveau in dB Correctie voor de octaafband-middenfrequentie axiaal ventilatoren Hz 63 dB -9 125 -8 250 -7 500 -7 1000 -8 2000 -10 4000 -14 8000 -18 centrifugaal ventilatoren met voorovergebogen schoepvorm Hz 63 125 250 500 dB -2 -7 -12 -17 1000 -22 2000 -27 4000 -32 8000 -34 centrifugaal ventilatoren met achterovergebogen schoepvorm Hz 63 125 250 500 dB -9 -8 -7 -12 1000 -17 2000 -22 4000 -27 8000 -31 Rendement van een ventilator De formule van Beranek geldt bij ventilatoren met een rendement van tenminste 70%. Voor elke 10% rendementsvermindering 4 dB bijtellen (in alle frequenties). η= V pt N V x pt 3.600 x N x 100 in % = luchthoeveelheid in m3/h = totale opvoerhoogte in Pa = asvermogen in kW 7 8 | Geluidsberekening voor ventilatoren Geluidsdemping in luchtkanalen Rechthoekige kanalen, onbekleed demping in dB/m grootste kanaalafm. in mm 63 125 250 500 1000 2000 4000 75-200 200-400 400-800 800-1600 0,6 0,6 0,5 0,4 0,6 0,5 0,4 0,3 0,4 0,4 0,3 0,1 0,3 0,3 0,1 0,1 0,3 0,2 0,1 0,05 0,3 0,2 0,1 0,05 0,3 0,2 0,1 0,05 250 0,1 0,1 0,06 0,03 500 0,1 0,1 0,1 0,05 1000 0,3 0,2 0,1 0,05 2000 0,3 0,2 0,1 0,05 4000 0,3 0,2 0,1 0,05 Hz Hz Hz Ronde kanalen, onbekleed diameter in mm 75-200 200-400 400-800 800-1600 demping in dB/m 63 125 0,1 0,1 0,05 0,1 0,03 0,06 0,03 0,03 Beklede kanalen (rechthoekig) demping in dB/m 300x300 mm ½”glaswol 300x300 mm 1”glaswol 300x600 mm ½”glaswol 300x600 mm 1”glaswol 63 125 250 500 1000 2000 4000 1,31 2,16 1,25 3,41 1,31 2,16 1,44 1,84 1,05 1,64 0,72 0,92 0,85 0,26 0,33 0,52 0,26 0,26 0,39 0,39 0,79 0,79 0,39 0,39 0,39 0,39 0,39 0,39 Demping in bochten Onbeklede bochten 90° in ronde kanalen, respectievelijk rechthoekige kanalen met leidschoepen diameter of BxH in mm 75-200 200-400 400-800 800-1600 demping in dB 63 125 0 0 0 0 0 0 0 1 250 0 0 1 2 500 0 1 2 3 1000 1 2 3 3 2000 2 3 3 3 4000 3 3 3 0,05 Hz 500 1 5 7 5 1000 5 7 5 3 2000 7 5 3 3 4000 5 5 3 3 Hz Onbeklede bochten 90° in rechthoekige kanalen zonder leidschoepen diameter of BxH in mm 75-200 200-400 400-800 800-1600 demping in dB 63 125 0 0 0 0 0 1 1 5 250 0 1 5 7 Geluidsberekening voor ventilatoren | Beklede bochten 90° in rechthoekige kanalen zonder leidschoepen demping in dB diameter of BxH in mm 63 125 250 500 1000 2000 4000 75-200 0 0 0 1 6 11 10 200-400 0 0 1 6 11 10 10 400-800 0 1 6 11 10 10 10 800-1600 1 6 11 10 10 10 10 Hz De waarden in de tabel zijn gebaseerd op een lengte van de bekleding van minstens 2 x B, terwijl de dikte van de bekleding minimaal 10% van B moet bedragen.Voor beklede rechthoekige bochten met korte leidschoepen kunnen de gemiddelde waarden worden gebruikt, welke liggen tussen die van een beklede bocht en die van een onbeklede bocht met leidschoepen. Demping in een aftakking dB 15 demping in aftakking 10 5 0,01 0,05 0,1 0,5 1 S1 S1+S2 S1 Oppervlakteverhouding = S1 + S2 Deze demping is niet frequentie-afhankelijk. Bij het berekenen van bovenstaande waarden moet er rekening mee worden gehouden dat de tabel slechts ten dele geldt ten opzichte van de demping voor het doorgaande kanaal S2. Indien dit doorgaande kanaal niet of slechts heel weinig verloopt, dat wil zeggen als S2 groter blijft dan 80% van het voorgaande kanaal, dan mag hiervoor geen demping berekend worden gebracht. In die gevallen waarin de aftakking loodrecht staat op het hoofdkanaal kan worden gerekend met een extra demping, gelijk aan die van een bocht van 90°. 9 | Geluidsberekening voor ventilatoren Eindreflectie b a d c a: Q = 1 b: Q = 2 c: Q = 4 d: Q = 8 demping door eindreflectie 30 20 15 10 8 6 5 4 3 2 d c b a 1 0,8 opp. van het rooster in m2 10 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 ,5 31 63 5 12 0 25 0 50 00 10 00 20 00 40 0,05 00 80 Geluidsberekening voor ventilatoren | Ruimtedemping a: Q = 1 b: Q = 2 c: Q = 4 d: Q = 8 b a d c 0 A = 5 m2 10 LW-LP 5 20 10 50 100 15 200 20 500 8 Q 4 2 1 0,25 1 2 5 10 15 r = afstand tot rooster in m 1000 500 ruimte-absorptie A (m2 Sabine) 300 200 100 50 30 ,4 ±0 rp so ab nd Wa α tie 5 0,2 ,10 ±0 5 te 0,1 ruim e l a te) rm uim r no l Ha 5( 0,0 20 10 5 100 200 500 1000 5000 10000 ruimte-inhoud in m3 11 12 | Geluidsberekening voor ventilatoren Aanbevolen criteria voor luchttechnische installaties Normen-binnenNR-waarde Groep 1 Studio’s en auditoria: • Geluidsomroep (drama) 15 • Geluidsomroep (algemeen), televisie (algemeen) opname-studio 20 • Televisie (studio met publiek) 25 • Concertzaal, schouwburg 20-25 • Collegezaal, bioscoop 25-30 Groep 2 Ziekenhuizen: • Audiometrische kamer • Operatiekamer, ziekenkamer • Gang, laboratorium • Wasvertrek, toilet, keuken • Personeelskamer, recreatiezaal 0-25 30-35 35-40 35-45 30-40 Groep 3 Hotels: • Individuele kamer, suite • Balzaal, eetzaal • Keuken, wasserij 20-30 30-35 40-45 Groep 4 Restaurants, winkels en warenhuizen: • Restauratie, warenhuis (bovenverdieping) • Nachtclub, kroeg, cafetaria, kantine, winkel 35-40 40-45 Groep 5 Kantoren: • Directiekamer, conferentiezaal • Conferentiekamer, directeursbureau, receptiekamer, kantoor • Tekenzaal, computerkamer 25-30 30-35 35-45 Groep 6 Openbare gebouwen: • Gerechtszaal • Vergaderzaal • Bibliotheek, bank, museum • Wasvertrek, toilet • Zwembad, sportzaal • Garage, parkeergarage 25-30 24-35 30-35 35-45 40-50 55 Groep 7 Kerk en onderwijsinrichtingen: • Kerk • Klaslokaal, collegezaal • Gang, gymnastiekzaal 25-30 25-35 35-45 Groep 8 Industrieruimten: • Pakhuis, magazijn, garage • Werkplaats (lichte industrie) • Werkplaats (zware industrie) 45-50 45-55 50-65 Groep 9 Woningen (in de stad): • Slaapkamer • Woonkamer 25 30-35 Geluidsberekening voor ventilatoren | Waarderingsnormen correctie dB (A-weging) Hz 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB -26 -16 -9 -3 0 +1 +1 -1 dB 10 0 waarderingsnorm -10 C B -20 -30 A 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 Hz octaaf middenfrequenties Normen-buiten Op 16 februari 1979 is de Wet Geluidshinder van kracht geworden.De diverse regelingen van deze wet zullen gefaseerd in werking treden. Het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne heeft een circulaire uitgegeven, die in de fasen van uitwerking van de Wet tot leidraad bij de beoordeling van de geluidshinder kan dienen. Deze circulaire is genaamd ‘Industrielawaai’. Op pagina 12 van deze circulaire staat de volgende tabel: Aanbevolen streefwaarden in de woonomgeving dB(A) Aard van de woonomgeving 1. Landelijke omgeving (herstellingsoorden, stille recreatie) 2. Rustige woonwijk, weinig verkeer 3. Woonwijk in de stad dag avond nacht 40 35 30 45 50 40 45 35 40 Aangegeven zijn streefwaarden voor de gevel van de woningen. Binnen de woningen gelden streefwaarden die 15 dB(A) lager liggen dan de waarden in de tabel. 13 | Geluidsberekening voor ventilatoren Theorie Geluid Geluid is de samenvattende naam voor alles wat door ons gehoor wordt waargenomen. Muziek, ritselen, fluiten, enz. noemen we geluid. Als er geluid wordt waargenomen is er steeds sprake van geluidsbronnen. De lucht die deze bron omringt wordt in trilling gebracht. Er ontstaan elkaar snel opvolgende verdichtingen en verdunningen in de lucht. Natuurkundig gezien betekent dat, dat de luchtdruk om de barometerstand steeds positieve en negatieve waarden inneemt. Hij is nu hoger dan de barometerstand, dan lager. Ons oor zet deze drukverschillen om in signalen die in onze hersenen een gewaarwording van geluid tot stand brengen. De manier waarop de luchtdruk zich wijzigt, is bepalend voor de indruk die we van een geluid krijgen. In de onderstaande tekeningzijn twee ‘geluiden’ in beeld gebracht. Zuivere toon barometerstand tijd Normaal geluid d ruk 14 De druk kan snel of langzaam, regelmatig of onregelmatig en veel of weinig veranderen. En het zijn deze factoren die uitmaken of een geluid mooi, hard, zacht of lelijk is, of we met lawaai of muziek te maken hebben en of een geluid hinderlijk of niet hinderlijk is. Wijzigt de druk zich regelmatig, dan spreken we van een toon. Wijzigt de druk zich snel, dan is de toon hoog; langzaam dan is de toon laag. Een onregelmatige drukwisseling wordt als ruis ervaren. Een grote drukwisseling is luid en een kleine drukwisseling klinkt zacht.Wat is nu snel of onregelmatig? De wetenschap heeft om deze subjectieve begrippen een aantal grootheden ingevoerd, die objectief beoordelen van een geluid mogelijk maken en hiervan bovendien een aantal begrippen afleidt, waarmee rekening kan worden gehouden in de lawaaibestrijdingstechniek. Geluidsberekening voor ventilatoren | Frequentie Pas als de veranderingen in de atmosferische druk snel verlopen (vanaf 16x per seconde) kan ons oor ze waarnemen. Men noemt het aantal drukwisselingen dat per seconde optreedt, de frequentie. Frequentie wordt uitgedrukt in Herz (Hz). Bij een trilling van 30 Hz wisselt de druk dus 30x per seconde.Het aantal trillingen bepaalt de hoogte van een toon. De toon ‘a’ die voor het stemmen van een orkest wordt gebruikt, heeft 440 Hz. Het menselijk oor neemt trillingen waar van 16 - 20.000 Hz. Hoog-frequent geluid wordt ervaren als piepen of fluiten. Laag-frequent als brommen. Voortplantingssnelheid (m/s) Onder normale omstandigheden zal een geluid zich met een snelheid van 340 m/s door de lucht voortplanten. Golflengte (lambda) in m of in cm Uit onderstaande figuur blijkt duidelijk wat onder golflengte wordt verstaan. Bij een geluidsbron met een frequentie van 20 Hz (nog juist hoorbaar) ontstaan per seconde 20 van deze ‘golflengtes’. Bij een voortplantingssnelheid van 340 m/s is de golflengte van een 20 Hz bron derhalve 17 m. p eff p max golflengte Geluidsdruk Een andere belangrijke grootheid is de geluidsdruk. Beschouwen we op een willekeurig punt de luchtdruk dan blijkt dat deze zich onder invloed van een geluidsbron zeer snel wijzigt. Ze neemt ten opzichte van de barometerstand positieve en negatieve waarden in. Het gemiddelde drukverschil is 0. Met een eenvoudige formule is een zogenaamd effectief drukverschil te berekenen waarmee in het algemeen wordt gewerkt. Dit effectieve drukverschil wordt kortweg geluidsdruk genoemd. Het menselijk oor neemt een geluidsdruk van 0,000002 mmwk (20 µPa) nog waar. Deze geluidsdruk noemen we de gehoordrempel. Deze drukverandering van 20 µPa is zo klein, dat het trommelvlies van het oor slechts een uitwijking ondergaat die niet groter is dan de diameter van een waterstofatoom. 15 16 | Geluidsberekening voor ventilatoren Het sterkste geluid dat gedurende de kortste tijd zonder gehoorbeschadiging kan worden verdragen, heeft een geluidsdruk van 20 mmWk (200 Pa) en wordt pijngrens genoemd. Tussen beide grenzen ligt de factor 107(van 0,0000002 tot 200 Pa). Het rekenen met een sterkteschaal waarvan de waarden zover uiteenlopen is lastig. Men heeft daarom een begrip ingevoerd waarmee gemakkelijk gewerkt kan worden. Men neemt de geluidsdruk van de gehoordrempel als maatstaf en meet daarmee alle andere geluidsdrukken af, volgens onderstaande formule: p Lp = 20 log po in dB De gevonden waarde (Lp) wordt het geluidsdrukniveau genoemd en uitgedrukt in decibels (dB). p = de willekeurige geluidsdruk en po = de geluidsdruk van de gehoordrempel. Grofweg gezegd is het geluidsdrukniveau dus het aantal malen dat een willekeurig geluid luider is dan de gehoordrempel. Het geluidsdrukniveau Lp wordt in de Engelse literatuur ‘SPL’ genoemd (Sound Pressure Level). De Duitse uitdrukking is ‘Schalldruckpegel’. Het geluidsdrukniveau van de gehoordrempel zal dus 0 dB bedragen, dat van de pijngrens blijkt 140 dB te zijn. Overigens is het geluidsdrukniveau een logaritmische rekeneenheid en moet dus ook in overeenstemming met regels die voor logaritmen gelden worden behandeld. Geluidsvermogen Een veel voorkomend begrip dat voor het beschrijven van een geluidsbron is ingevoerd, is het geluidsvermogen. Als we een puntvormige geluidsbron in de vrije natuur opstellen en we beschouwen een luchtdeeltje op een willekeurige afstand van de geluidsbron, dan blijkt dat dit deeltje door die bron in beweging is gebracht. Ze wordt niet weggeslingerd maar maakt als het ware een pas op de plaats. Hoe klein ook, op het deeltje moet een kracht zijn uitgeoefend onder invloed waarvan het haar weg aflegt. Omdat kracht x weg gelijk is aan arbeid, volgt hieruit dat de geluidsbron een hoeveelheid arbeid verricht. Deze arbeid wordt verricht op alle deeltjes die op een willekeurig boloppervlak rondom de bol liggen. De geluidsbron verricht dus een zekere hoeveelheid arbeid. Ze doet dit vele malen per seconde. Een geluidsbron heeft dus een zeker vermogen (arbeid per tijdseenheid = vermogen). We noemen dit geluidsvermogen. Het geluidsvermogen is een theoretische grootheid en kan niet worden gemeten, maar kan worden berekend mede uit de gemeten geluidsdruk. Ook het geluidsvermogen kan worden uitgedrukt in dB. De definitie voor het geluidsvermogenniveau is: w Lw = 10 log w­0 in dB waarin: wo = 10-12 Watt en w = geluidsvermogen van de onderhavige geluidsbron. In de Engelse literatuur wordt Lw, PWL (Powerlevel) genoemd en in de Duitse taal ‘Schallleistungspegel’. Het verschil tussen geluidsdrukniveau en geluidsvermogenniveau kan met het volgende voorbeeld worden verduidelijkt: In een concertzaal speelt een pianist. Wat we horen zijn de wijzigingen in de luchtdruk; we ervaren de wijzigingen in het geluidsdrukniveau. Naarmate we ons van de piano verwijderen wordt het geluidsdrukniveau lager. Om dit geluid te produceren moet de pianist een zekere arbeid verrichten en dat gedurende enige tijd. Er is een zeker vermogen nodig om de geluidsdrukgolven op te wekken. Het zal dus duidelijk zijn dat dit vermogen gelijk blijft, ook al verwijderen we ons van de piano. Geluidsberekening voor ventilatoren | Octaafbanden Hoorbaar geluid ligt in het frequentiegebied van 16-20.000 Hz. Bekijken we de gehoordrempel (0-niveau), dan blijkt dat deze gehoordrempel sterk afhankelijk is van de frequentie (zie figuur). Het menselijk oor is niet bij alle frequenties even gevoelig. Een geluidsbron met een frequentie van 50 Hz moet een sterkte van 50 dB hebben om hoorbaar te zijn; een geluidsbron met een frequentie van 200 Hz is reeds bij een geluidsdruk van 20 dB hoorbaar. dB Hz In de techniek komt een geluidsbron met één frequentie praktisch niet voor. Er is veel vaker sprake van geluid dat is opgebouwd uit een aantal geluiden met alle hoorbare frequenties. Men spreekt van breedbandig geluid (ruis). De I.S.O. (International Organisation for Standardisation) beveelt aan bij de beoordeling van de hinderlijkheid van een dergelijke geluidsbron uit te gaan van een zogenaamde octaafbandanalyse. Bij afspraak is in de techniek van de lawaaibestrijding het meest gebruikte frequentie-gebied in 8 banden, zogenaamde octaafbanden verdeeld. Deze banden zijn: octaafband nr. middenfrequentie Hz frequentie Hz 1 63 45 - 90 2 125 90 - 180 3 250 180 - 355 4 500 355 - 710 5 1000 710 - 1400 6 2000 1400 - 2800 7 4000 2800 - 5600 8 8000 5600-11200 Men meet nu het geluidsdrukniveau in deze banden, aangeduid door hun middenfrequenties en beoordeelt daarmede het geluid. 17 | Geluidsberekening voor ventilatoren Beoordeling Het menselijke oor onderscheidt niet alleen hard en zacht, hoog en laag, maar ook hinderlijk en niet-hinderlijk. Of een geluid al dan niet hinderlijk is, hangt behalve van de luidheid ook af van de frequentie. Een geluidsbron met een frequentie van 125 Hz en een sterkte van 40 dB blijkt minder hinderlijk te zijn dan een geluidsbron van 1000 Hz met een sterkte van 30 dB. Beoordelingsmaten Om geluiden met elkaar te kunnen vergelijken voor wat betreft hun luidheidsindruk of hun hinderlijkheid, is het gewenst over een maat te beschikken, die met de luidheid cq. hinderlijkheid samenhangt. Dat wil zeggen dat als verschillende geluiden, in deze maat uitgedrukt gelijke waarden geven, de subjectief ondervonden luidheid ook gelijk moet zijn. In de loop der tijd zijn diverse maten voorgesteld, bijvoorbeeld de NC-curven, de NV-curven, DIN-phon, dB(A), dB(C), die met elkaar gemeen hebben dat de frequentie-afhankelijke gevoeligheid van het oor erin betrokken is. Wij beperken ons hier tot de tegenwoordig meestal gebruikte dB(A) en NR-curven. Het voornaamste verschil tussen beiden is, dat de NRwaarde slechts via octaaf-analyse van het geluid kan worden bepaald, terwijl de bepaling van de dB(A)-waarde direct plaatsvindt. NR-curven De NR-curven (figuur 4) zijn zogenaamde grenswaarden van gelijkstoorniveau. Het is uit vele proefnemingen gebleken dat bijvoorbeeld een geluidsbron met een frequentie van 1000 Hz en een sterkte van 20 dB even storend werd ervaren als een bron van 250 Hz en 30 dB. Beide punten liggen derhalve op een kromme (de NR-20 curve). NR-20 is voorts veel minder hinderlijk dan NR-40. Het is mogelijk met deze NR-curven als maatstaf eisen op te stellen voor het maximale geluidsdrukniveau dat in besloten ruimten of in het vrije veld op bepaalde plaatsen mag heersen. geluid niveau 18 octaaf-middenfrequenties Geluidsberekening voor ventilatoren | Voorbeeld Op een plaats zijn de volgende geluidsdrukken gemeten: Hz 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB 72 51 53 49 48 42 39 51 geluid niveau Hoe moet dit geluid worden beoordeeld? Volgens de NR-waardering zetten we de gemeten geluidsdruk-niveaus direct uit in de NR-curven-grafiek. Het punt 8 in de 8000 Hz-band is hier bepalend voor de NR-waarde. In dit geval heeft het geluid dus een waarde van NR 57. octaaf-middenfrequenties Opmerking We zien dat de 72 dB van de 63 Hz-band in veel mindere mate een rol speelt dan de 51 dB van de 8000 Hz-band. De gevoeligheid van ons gehoor speelt de doorslaggevende rol (bij lage frequenties minder gevoelig dan bij hoge). 19 | Geluidsberekening voor ventilatoren dB(A)-waardering Bij de dB(A)-waardering (en ook de B- en C-waardering) vermindert men de gemeten waarden met genormaliseerde waarden, rekening houdend met de gevoeligheid van ons gehoor. In figuur 14 zijn deze waarden aangegeven. waard erings norm 20 octaaf-middenfrequenties Voor ons is alleen de dB(A) van belang. De dB(B) wordt niet meergebruikt, de dB(C) wordt in de industrie bij geluidsdrukniveaus boven130 dB nog toegepast. In ons voorbeeld geldt dus: Hz 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB 72 51 53 49 48 42 39 44 A-weging -26 -16 -9 -3 0 +1 +1 -1 dBA 46 35 44 46 48 43 40 43 Geluidsberekening voor ventilatoren | Het blijkt dat de optelsom van de berekende waarden van de verschillende middenfrequentiebanden een maat is voor de hinderlijkheid van de geluidsbron. Omdat het geluidsdrukniveau een logaritmische waarde is, moet dit optellen geschieden volgens de rekenregels die voor logaritmen gelden. Twee geluidsbronnen, elk met een geluidsdrukniveau van 50 dB, geven opgeteld niet 100 dB, doch 53 dB. Dit optellen kan geschieden met een wetenschappelijke calculator, maar het is mogelijk deze optelling voldoende nauwkeurig uit te voeren volgens de volgende methode: dB L1 - L2 0-1 2-3 4-9 >10 dB ∆L +3 +2 +1 0 Het verschil van de geluidsdrukniveaus die men bij elkaar op wil tellen bepaalt L. Deze L telt men bij het hoogste niveau op. Optelling van meerdere niveaus krijgt men door het tussenresultaat van 2 niveaus op te tellen bij het volgende niveau, enz. Voorbeeld(1)(2) L1 = 50 dB L1-L2 = 2 dB L3-(L1+L2) = 53-52 = 1 dB L2 = 48 dB ∆L = 2 dB ∆L = 3 dB L3 = 53 dB L1+2 = 50+2 = 52 dB Ltot = 53+3 = 56 dB Wat is nu de dB(A)-waarde van ons eerdergenoemde voorbeeld? Gemeten en daarna ‘gewogen’ volgens de A-waardering heeft de geluidssbron de volgende niveaus. Hz 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB (A) 46 35 44 46 48 43 40 51 Verschil = 11 ΔL = 0 Verschil = 2 ΔL = 2 Verschil = 2 ΔL = 2 Verschil = 2 ΔL = 2 Verschil = 9 ΔL = 1 Verschil = 13 ΔL = 0 Verschil = 2 ΔL = 2 46 48 50 52 53 53 Opmerking In het algemeen kan worden gezegd dat de NR-waarde van een geluid ca. 5 dB lager ligt dan de dB(A)-waarde. NR 40 = 45 dB(A). 55 21 22 | Geluidsberekening voor ventilatoren Het meten van geluid Hoe wordt geluid gemeten? In ons bedrijf beschikken wij over een precisie geluidsniveau-meter van het fabrikaat Bruel en Kjaer, type 2236 met een kalibrator, type 4231. Hiermede kunnen de volgende metingen worden uitgevoerd: 1. 2. 3. 4. 5. geluidsdrukniveaus in de octaaf middenfrequenties van 31.5 tot 16.000 Hz (in dB); geluidsdrukniveaus in de octaaf middenfrequenties van 31.5 tot 16.000 Hz waarbij het meetinstrument de aftrekwaarden van de dB(A)-waardering in rekening brengt; het totaal geluidsdrukniveau; de logaritmische optelsom van de geluidsdrukniveaus in alle middenfrequenties (van 31.5 tot 16.000 Hz) (in dB); als 3, maar dan worden de waarden van de A-waardering in mindering gebracht (in dB(A)); idem van de dB(C)-waardering. De waarde genoemd onder punt 4, wordt gebruikt in de brochures; als totaal geluidsdrukniveau van een dakafzuigventilator gemeten in het vrije veld op 4 meter afstand van het middelpunt van de ventilator. Deze waarde is vergelijkbaar met de NR-waardering. Opmerking Het achtergrondgeluid moet in het algemeen 10 dB lager zijn dan het te meten geluid, anders is van beïnvloeding sprake. Principe van een geluidsberekening Doel Het doel van een geluidsberekening is vast te stellen wat het geluidsdrukniveau op een willekeurige plaats in een besloten ruimte of in het vrije veld zal zijn als gevolg van een ventilator in een ventilatiesysteem. Het berekende niveau kan worden vergeleken met het gewenste niveau en er kan worden bepaald wat moet worden gedaan om het gewenste niveau te bereiken. 1. 2. 3. Een ventilator straalt een hoeveelheid geluid-energie het kanaalsysteem in. De ventilatorfabrikant dient deze hoeveelheid energie, het geluidsvermogenniveau en de verdeling van deze energie in de verschillende middenfrequentiebanden op te geven. Zie hoofdstuk 5. In het kanaalsysteem zal door allerlei oorzaken een gedeelte van de geluid-energie worden geabsorbeerd. De dempingswaarden van aftakkingen, bochten, verloopstukken etc. worden in hoofdstuk 6 besproken. De resterende geluidsenergie zal op een gegeven moment door rooster- of kanaalopening het kanaalsysteem verlaten en op een bepaalde plaats een geluidsdrukniveau veroorzaken.Hier wordt dus het geluidsvermogen omgerekend naar geluidsdruk. Geluidsuitbreiding in het vrije veld (zie hoofdstuk 7). Geluidsuitbreiding in besloten ruimten (zie hoofdstuk 8). Geluidsberekening voor ventilatoren | Geluidsproductie van ventilatoren Het geluid dat door ventilatoren wordt voortgebracht is ten dele van mechanische oorsprong (motoren, lagers, trillende onderdelen etc.) en ten dele van aerodynamische oorsprong. Bij goed geconstrueerde ventilatoren blijft het geluidsniveau van mechanische oorsprong gering, zodat het aerodynamisch opgewekt geluid overheerst. Wij beperken ons daarom tot het aerodynamische geluid. Als de lucht door kanalen wordt gevoerd, blijft het aerodynamisch geluid voor een belangrijk deel binnen de kanalen. Het aerodynamische geluid van ventilatoren heeft verschillende oorzaken: Schoepfrequentie 1. De schoepfrequentie (blade-passage-frequency, ‘Drehklang’), doet zich voor als een zuivere toon en wordt. veroorzaakt doordat het drukveld rond elke ventilatorschoep éénmaal per omwenteling langs een oneffenheid in het ventilatorhuis wordt gevoerd (b.v. de tong bij een centrifugaalventilator of de leidschoepen van een axiaalventilator). Deze piek is in het algemeen duidelijker naarmate de ventilator, om een bepaalde druk te behalen, een hoger toerental heeft. Voorts is de schoepfrequentie duidelijker waarneembaar naarmate het aantal schoepen geringer is en de afstand tussen de schoepen en vaste delen van het huis, zoals de tong, kleiner is. Tenslotte kan worden opgemerkt dat bij het opvoeren van het toerental van een ventilator de schoepfrequentie sneller in sterkte toeneemt dan de aerodynamische ruis, zodat de kans op een duidelijke schoepfrequentie groter is naarmate de druk groter is. Bij axiaalventilatoren is vaak een uitgesproken schoepfrequentie waar te nemen. Hoe groter de afstand tussen de schoepen en deze onregelmatigheid is, vergeleken met de afstand tussen de schoepen onderling, des te minder uitgesproken is de schoepfrequentie die steeds kan worden bepaald uit het aantal schoepen x het aantal omwentelingen per seconde. Voorbeeld: toerental ventilator: 1410 o/m aantal schoepen: 53 stuks 1410 x 53 schoepfrequentie: = 1245,5 Hz 60 2. Het ‘afschudden’ van wervels door de schoepen (Engels: vortex-shedding). Deze wervels worden met de luchtstroom meegevoerd en vertegenwoordigen sterke luchtdrukvariaties, dat wil zeggen akoestische bronnen. Deze wervels bepalen grotendeels de breedbandige geluidsproductie van ventilatoren. Het vermogen dat zij in de vorm van geluid afgeven, neemt evenredig met de 5e macht (lage frequenties) tot de 7e macht (vrij hoge frequenties) van de topsnelheid van de schoepen toe. 3. Het geluid dat door de turbulentie van de luchtstroom wordt veroorzaakt. Geluid van deze oorsprong, dat bijvoorbeeld ook ten gevolge van hoge luchtsnelheden in kanalen optreedt, heeft een ruis-karakter. Voor alle drie soorten ventilatorgeluid geldt dat dit zowel via de aanzuigopening als via de perszijde wordt uitgestraald. Ook als de ventilator geheel in een leidingsysteem is ingebouwd, zal een deel van het in de ventilator opgewekte geluid via de wanden van het huis worden afgestraald in de ruimte waarin de ventilator is opgesteld en ook door de kier van de asdoorvoering naar buiten treden. Voorts zal de elektromotor geluid afgeven; dit geluid is van mechanische oorsprong (lagers en eventueel overbrenging) en van elektrische oorsprong (koelwaaier van de elektromotor). Het kan van veel belang zijn ook over deze gegevens te beschikken. 23 24 | Geluidsberekening voor ventilatoren Bepalen van het geluidsvermogen van een ventilator Het geluidsvermogen van een ventilator is een uitgangsgegeven van een geluidstechnische berekening in een bepaald ventilatiesysteem. Het geluidsvermogen van een ventilator is een vaste grootheid en niet afhankelijk van de plaats waar gemeten is, of de afstand tot de geluidbron. Geluidsdruk is wel afhankelijk van afstand en van de meetplaats (akoestische eigenschappen). Een opgave van het geluidsdrukniveau zonder verdere vermelding is dan ook zinloos. Om een geluidstechnische berekening te kunnen maken, is het gewenst het geluidsvermogenniveau van een ventilator te kennen en wel het geluidsvermogenniveau in de verschillende middenfrequenties. Dit kan op twee manieren worden verkregen: A: Door meting: Opgaven van de fabrikant na het zijnerzijds uitvoeren van metingen. Zie handboeken. Voorbeeld Een enkelzijdig zuigende ventilator, type RER 15-400, verplaatst 6000 m3 lucht per uur bij een opvoerhoogte van 2000 Pa. Het totale geluidsvermogenniveau van deze ventilator bedraagt 90 dB(A). Met behulp van de tabel op pagina 8 kan het geluid-vermogenniveau in de verschillende frequenties worden gevonden. In ons geval: Hz 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 Lw 90 90 90 90 90 90 90 90 correctie 10 5 3 -2 -7 -13 -17 -25 Lw, rel 100 95 93 88 83 76 73 65 Met deze waarden kan een berekening worden opgezet. B: Door berekening: Reeds in het begin van deze eeuw heeft Allen Beranek een formule opgesteld waarmee de geluidsproduktie van elke ventilator kan worden berekend. Deze luidt: Lw = 40 + 20 log ptot + 10 log Q Lw ptot Q = totaal geluidsvermogenniveau = totaal drukverschil over de ventilator in Pa = totale luchtverplaatsing in m3/s Vorenstaande formule geldt alleen als de ventilator een rendement heeft van 70% of meer en een marge heeft van ca. 4 dB. Bij een lager rendement moet per 10% rendementsverslechtering 4 dB worden opgeteld. Ons voorbeeld Lw = 40 + 20 log ptot + 10 log Q Lw = 40 + 20 log 2000 + 10 log 1,666 Lw = 40 + 20 x 3,301 + 10 x 0,2216 = 108 dB Geluidsberekening voor ventilatoren | Om het geluidsvermogenniveau te bepalen in de verschillende middenfrequenties mogen de waarden in de volgende tabel van het berekende vermogen worden afgetrokken. In ons geval: Hz 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 Lw 108 108 108 108 108 108 108 108 correctie -9 -8 -7 -12 -17 -22 -27 -32 Lw, rel 99 100 101 96 91 86 81 76 octaafband midden frequentie 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 centrifugaalventilator voorover geb. schoep achterover geb. schoep -2 -9 -7 -8 -12 -7 -17 -12 -22 -17 -27 -22 -32 -27 -37 -32 axiaalventilator -9 -8 -7 -7 -8 -10 -14 -18 25 26 | Geluidsberekening voor ventilatoren Demping in luchtkanalen In de regel zal ventilatorgeluid via een kanaalsysteem worden voortgeplant naar de te ventileren ruimten. In het kanaalsysteem worden deze geluiden echter verzwakt door demping van de diverse delen van het systeem. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen de eigen demping van het kanalensysteem (natuurlijke demping) en de eventueel extra aan te brengen demping (om aan de te stellen eisen in de geventileerde ruimten te kunnen voldoen). De natuurlijke demping van de verschillende elementen van het kanalensysteem zal hierna nader worden besproken: • rechte kanaalstukken; • bochten; • aftakkingen en splitsingen; • eindreflectie door uitstroomopeningen. Blijkt de natuurlijke demping in een luchtkanalensysteem niet voldoende, dan zal een extra demping in het luchtkanalensysteem moeten worden ingebouwd. Uiteraard moet dan rekening worden gehouden met het feit dat de natuurlijke demping kan zijn verminderd. De extra demping kan worden bereikt door: • inwendige bekleding met akoestisch absorberend materiaal van de luchtkanalen; • inwendige bekleding met akoestisch absorberend materiaal van de bochten; • het inbouwen van geluidsdempers in het luchtkanalensysteem in diverse vormen. Rechte kanaalstukken De demping van geluid in luchtkanalen wordt door verschillende factoren bepaald, waarvan kunnen worden genoemd: • de kanaalafmeting en de vorm; • het materiaal en de wanddikte hiervan; • de stijfheid van het kanaal en de wijze van ophanging. De invloed van al deze factoren wordt in het algemeen niet afzonderlijk berekend en daarom wordt meestal volstaan met praktijkwaarden (zie hoofdstuk 1). Bochten Een plotselinge richtingsverandering in een luchtkanaal zal een gedeelte van het geluid terugkaatsen, respectievelijk verstrooien. De mate waarin dit geschiedt, hangt af van de afmetingen en vormgeving van de bocht en of er zich geleidingsschoepen of airturns in bevinden. Ook hier wordt met praktijkwaarden gewerkt (zie hoofdstuk 1). Aftakkingen en splitsingen Hoewel theoretisch niet geheel juist, gaat men er in de praktijk meestal van uit dat bij aftakkingen en splitsingen in luchtkanalen de geluids-energie zich evenredig verdeelt met de doorsnede van de aftakking of de splitsing. Hierbij wordt uitgegaan van de volgende formule voor demping: S1 D = 10 log ( ) S1 + S2 Hierin is S1 het doorsnede oppervlak van de aftakking (m2) en S2 het doorsnede oppervlak van de andere aftakking (m2). Bovenstaande formule leidt tot het volgende diagram, waarin de demping kan worden afgelezen als functie van de verhouding in kanaaldiameters. demping in aftakking Geluidsberekening voor ventilatoren | Deze demping is niet frequentie-afhankelijk. Bij het in rekening brengen van bovenstaande waarden moet er rekening worden gehouden dat de tabel slechts ten dele geldt ten opzichte van de demping voor het doorgaande kanaal S2. Indien dit doorgaande kanaal niet of slechts heel weinig verloopt, dat wil zeggen als S2 groter blijft dan 80% van het voorgaande kanaal, dan mag hiervoor geen demping in rekening worden gebracht. In die gevallen waarin de aftakking loodrecht staat op het hoofdkanaal kan worden gerekend met een extra demping, gelijk aan die van een bocht van 90°. Eindreflecties van roosters, etc. Daar waar een ventilatiekanaal met een opening of rooster in de wand eindigt, treedt een reflectie van het geluid op. ‘De golf wordt door het open kanaaleinde teruggekaatst’. Deze zogenaamde eindreflectie of mondingsreflectie is afhankelijk van de frequentie, de kanaal- of roosterafmetingen en de plaats van de opening ten opzichte van de wand. In het algemeen kan worden gesteld, dat hoe lager de frequentie en hoe kleiner de opening is, hoe meer geluidsvermogen wordt gereflecteerd. Met behulp van de grafiek op de volgende pagina kan de demping worden bepaald. b a d c 27 | Geluidsberekening voor ventilatoren demping door eindreflectie 30 20 15 10 8 6 5 4 3 2 d c b a 1 0,8 opp. van het rooster in m2 28 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 ,5 31 63 5 12 0 25 0 50 00 10 0,1 00 20 00 40 00 80 0,05 Voorbeeld Roosterafmeting is 30 x 15 cm (opp. = 0,2 m2). Hz dB Eindreflectie bij rooster positie b 63 125 13 8 250 5 500 2 Geluidsberekening voor ventilatoren | Geluidsuitbreiding in het vrije veld Als een geluidsbron in het vrije veld wordt geplaatst zal het geluid zich ongehinderd naar alle zijden kunnen verplaatsen. Van een bron met een gegeven geluidsvermogenniveau kan het geluidsdrukniveau op afstand r met de volgende formule worden bepaald: 4π r2 Lp = Lw - 10 log ( ) Q Lp Lw r Q = = = = totaal geluidsdrukniveau (in dB) totaal geluidsvermogenniveau (in dB) afstand van meet- of waarnemingspunt (in m) richtingscoëfficiënt Opmerking 1 We zien dat het geluidsdrukniveau afhankelijk is van de afstand. Dit komt met onze waarneming overeen. Hoe verder we van een geluidsbron zijn verwijderd, hoe zwakker de geluidsdruk. Opmerking 2 Als het geluid zich bolvormig kan uitbreiden, is de richtingscoëfficiënt 1 (schoorsteen). Als het geluid zich half bolvormig kan verplaatsen, is de richtingscoëfficiënt 2 (dakventilator). In de praktijk waar we overwegend te maken hebben met dakafzuigventilatoren en roosters kan de formule als volgt omgevormd worden: Lp = Lw - 10 log (2π r2) Een ventilator geeft via een buitenluchtrooster het volgende geluidsvermogen af: Hz 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB 98 93 94 88 84 82 77 73 Met behulp van bovenstaande formule kan het geluidsdrukniveau worden bepaald dat zal heersen op bijvoorbeeld 30 m afstand. Lp = Lw - 10 log (2π r2) = Lw - 10 log (2π 302) = Lw - 37,5 dB In de verschillende frequenties zal de geluidsdruk met dit niveau bedragen: Hz dB Correctie 63 98 -37,5 60,5 125 93 -37,5 55,5 250 94 -37,5 56,5 500 88 -37,5 50,5 1000 84 -37,5 45,5 2000 82 -37,5 43,5 4000 77 -37,5 39,5 8000 73 -37,5 35,5 Bij dakventilatoren wordt in veel gevallen het geluidsdrukniveau in dB(A) opgegeven dat zal heersen op 4 m afstand van het middelpunt van de ventilator, gemeten in het vrije veld. Met deze waarde kan op zeer eenvoudige wijze het dB(A)-niveau op een willekeurige afstand van de ventilator in het vrije veld worden bepaald. De vermindering van het geluidsdrukniveau in het vrije veld bedraagt per afstandsverdubbeling 6 dB. 29 30 | Geluidsberekening voor ventilatoren Een dakventilator type RDA 21 3535-6E zuigt 1250 m3 lucht per uur af bij een opvoerhoogte van 50 Pascal. Volgens de brochure RDA, bladzijde 12 zal de geluidsproduktie op 4 m afstand 47 dB(A) bedragen. Welk geluidsdrukniveau mag op een afstand van 32 m worden verwacht? Oplossing Per afstandsverdubbeling 6 dB aftrekken: 47 - 18 = 29 dB(A) Spiegelbronnen Indien in de nabijheid van de geluidsbron of de ontvanger een sterk geluidreflecterend oppervlak aanwezig is, bestaat de mogelijkheid dat de geluidsbron in dit vlak ten opzichte van de ontvanger wordt gespiegeld. De zo ontstane virtuele geluidsbron kan dan bijdragen aan het geluidsniveau op het meetpunt bij de ontvanger. De verhoging bedraagt maximaal 3 dB per spiegelbron. In geval van evenwijdig reflecterende vlakken, bijvoorbeeld in smalle stegen en straten, treden meerdere reflecties op. Een verhoging van 10 dB is dan mogelijk. Normen Op 16 februari 1979 is de Wet Geluidshinder van kracht geworden. De diverse regelingen van de Wet zullen gefaseerd in werking treden. Het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne heeft een circulaire uitgegeven die in de fasen van uitwerking van de wet tot leidraad bij de beoordeling van geluidshinder kan dienen. Deze circulaire is genaamd ‘Industrie-lawaai’. Op pagina 12 van deze circulaire staat de volgende tabel: Aanbevolen streefwaarden in de woonomgeving dB(A) Aard van de woonomgeving 1. Landelijke omgeving (herstellingsoorden, stille recreatie) 2. Rustige woonwijk, weinig verkeer 3. Woonwijk in de stad dag avond nacht 40 35 30 45 50 40 45 35 40 Aangegeven zijn streefwaarden voor de gevel van de woningen. Binnen de woningen gelden streefwaarden die 15 dB(A) lager liggen dan de waarden in de tabel. Geluidsberekening voor ventilatoren | Geluid in besloten ruimten In het vrije veld zal het geluid zich ongestoord naar alle richtingen vrij kunnen uitbreiden. We hebben gezien dat met de eenvoudige formule: 4π r2 Lp = Lw - 10 log ( ) Q het geluidsdrukniveau van een gegeven geluidsbron kan worden berekend. Met het toenemen van de afstand wordt het geluidsdrukniveau lager. In een ruimte is dat niet zo. De geluidsbron (een rooster bijvoorbeeld) brengt ook hier een hoeveelheid geluid naar binnen, maar op een bepaalde plaats in de ruimte wordt naast het geluid dat direct afkomstig is van de geluidsbron ook geluid waargenomen dat van de wanden wordt gereflecteerd. De mate waarin wordt gereflecteerd hangt af van het absorberende vermogen van de wanden in het vertrek en de voorwerpen die zich erin bevinden. De mate waarin het opvallende geluid wordt geabsorbeerd wordt voorgesteld door de absorptie-coëfficiënt α = α = 0: α = 1: geluidsvermogen door de wand geabsorbeerd geluidsvermogen dat op de wand valt; akoestisch hard oppervlak. Al het invallende geluid wordt gereflecteerd; echoloze of dode ruimte. Al het invallende geluid wordt geabsorbeerd. Elk materiaal heeft een specifieke absorptie-coëfficiënt, die uit een tabel kan worden afgelezen en waarmee een absorptie-oppervlak kan worden uitgerekend. Zodoende kan in elke ruimte de totale absorptie worden bepaald. Zij wordt uitgedrukt in Sabine (of m2 open raam) en voorgesteld met de letter ‘A’. Het geluidsdrukniveau dat op een bepaald punt in een ruimte zal heersen, kan worden berekend met: Q 4 Lp = Lw + 10 log ( + ) 2 A 4π r Vlak bij het rooster zal de term 4/A geen grote rol spelen in de bovenstaande formule. Naarmate we verder van het rooster verwijderd raken, zal deze term juist een grote rol gaan spelen en wordt de eerste term Q/4π r2 onbelangrijk. In onderstaande figuur is dit in beeld gebracht. geluiddrukniveau in de ruimte Lp t.o.v. 20 μPa 1000 500 ruimte-absorptie A (m2 Sabine) 300 200 a nd Wa 100 50 30 ie rpt o bs α ,4 ±0 ,25 0 Lw ,10 ±0 5 te 0,1 ruim e al te) rm im no lru Ha 5( 0 , 0 dB t.o.v. 10-12W 20 nabij afname geluid- als in bron vrije veld 10 5 100 200 500 1000 5000 10000 ruimte-inhoud in m3 invloed van ruimte (galmveld) niveauhoogte afhankelijk van ruimte-absorptie 31 | Geluidsberekening voor ventilatoren De formule Q 4 + ) Lp = Lw + 10 log ( 2 A 4π r is in onderstaande figuur in beeld gebracht. Zij stelt de afname van het geluidsdrukniveau in een gesloten ruimte voor. Wij rekenen hier dus om, van geluidsvermógen naar geluidsdrúk. De afname van het geluidsdrukniveau is afhankelijk van: • wijze van uitblazen (zie figuur 13); • afstand van de waarnemer of microfoon tot de geluidsbron in m; • de A-waarde in m2 open raam of Sabine van de bepaalde ruimte (zie figuur onder). b 0 A = 5 m2 a 10 5 LW-LP 32 d 20 c 10 50 100 15 200 20 500 a: Q=1 b: Q = 2 8 c: Q = 4 4 Q d: Q=8 2 1 0,25 1 2 5 10 15 r = afstand tot rooster in m Geluidsvermogenniveau bij rooster: Afstand microfoon tot rooster: Rooster opgesteld volgens b: Normale ruimte van 1000 m3: 80 dB 2m Q=2 A = 50 m2 open raam Het geluidsdrukniveau in de ruimte op het aangegeven punt is 9 dB lager (zie grafiek) dan het geluidsniveau zal zijn = 71 dB. Voorbeeld Een kantine met een inhoud van 224 m3 (l x b x h = 8 x 10 x 2,8) moet worden geventileerd. Men besluit deze ruimte 7 x per uur te verversen. Derhalve moet per uur 7 x 224 = 1568 m3 lucht worden afgezogen. Gekozen wordt een Gebhardt dakventilator type RDA-21 3535-6E. Bij een luchthoeveelheid van 1568 m3/h heeft deze ventilator een opvoerhoogte van 60 Pa, hetgeen voor het eenvoudige kanaalsysteem (zie figuur volgende bladzijde) ruim voldoende is. Vraag 1 Wat zal het geluidsniveau in de kantine zijn, uitgedrukt in dB(A) of NR, en is dit niveau toelaatbaar? Vraag 2 Wat zal het geluidsniveau zijn als direct onder de ventilator een geluidsdemper RSD wordt geplaatst? Geluidsberekening voor ventilatoren | verlaagd plafond dakdoorvoerkoker - geluiddemp. rooster (50x50) meetpunt KANTINE 8 x 10 x 2,8 = 224 m2 Voorbeeld De fabrikant geeft op dat het geluidsdrukniveau op 4 m afstand van de ventilator in het vrije veld gemeten 43 dB(A) bedraagt. Voor een geluidsberekening moet echter het geluidsvermogenniveau in alle middenfrequentiebanden berekend zijn. Regel 1 + 2 (zie berekeningsformulier op pag. 30) Met behulp van de correctiewaarden uit de brochure ‘RDA dakafvoerventilatoren’ zijn deze waarden te bepalen. Opgemerkt zij dat ook de A-waardering hierin is verwerkt. Het verkregen geluidsvermogen-niveau is dus in dB en niet in dB(A). Regel 3 In het berekeningsformulier is een en ander in de regels 1, 2 en 3 weergegeven. Regel 4 + 9 Uit de schets van het systeem blijkt dat er van demping in het afzuigsysteem als gevolg van kanaal, bocht of aftakking, geen sprake kan zijn. Regel 10 Het geluid wordt dus ongehinderd het rooster uitgestoten. Als aangegeven op pagina 6 zal een deel van het geluid door de plotselinge verwijding na het rooster als het ware moeite hebben het rooster te verlaten. Het roosteroppervlak bedraagt 0,25 m2 (0,5 x 0,5 m). Op pagina 6 is dan ook af te lezen dat bij een dergelijke roosterafmeting en plaatsing (b) met de volgende ‘dempingswaarde’ rekening mag worden gehouden: Deze waarden zijn op het berekeningsformulier vermeld. Regel 11 De ruimte zelf dempt ook nog een gedeelte van het geluid. Deze demping hangt af van de inhoud van de ruimte en de afwerking van de wanden, plafond en vloer. Op pagina 7 is een methode aangegeven om de dempingswaarde van de ruimte te bepalen. Afhankelijk van de ruimte-inhoud kan een A-waarde (m2 open raam of Sabine) worden bepaald. In ons geval: 30 m2. Met deze 30 m2, de richtingsfactor Q=2 (inblaas-situatie) en de afstand r, tussen het rooster en het meetpunt, kan in de grafiek de dempingswaarde van de ruimte worden bepaald. In ons geval: A = 30 m2 R=2 Q=2 Uit de tabel blijkt een ruimte-absorptie van 6,5 dB, welke geldt voor alle middenfrequenties. Opmerking: Hier wordt van een geluidsvermogen naar een geluidsdruk omgerekend. Regel 12 In deze regel zijn de dempingswaarden van de geluidsdemper RSD 315 ingevuld (zie brochure ‘Toebehoren dakventilatoren’). Door het geluidsvermogenniveau (I) te verminderen met de systeemdemping (II) vinden we dus het geluidsdrukniveau in de ruimte op 2 m afstand van het rooster (III). Door deze waarden in een NR-curven grafiek in te tekenen, kan dus het stoorniveau worden bepaald. 33 34 | Geluidsberekening voor ventilatoren Voorbeeld Geluidsberekening met en zonder geluidsdemper Project:kantine Ventilatortype: RDA 31-3535-6E 3 Luchthoeveelheid m /h: 1568 Totale tegendruk Pa: 45 Geluidsproduktie: 66 dB(A) middenfrequenties Hz totaal geluidsvermogen correctie waarden rel. geluidvermogenniveau (I) systeemdemping (II) kanaal: afm. kanaal: afm. bocht: afm. bocht: afm. aftakking: afm. aftakking: afm. eindreflectie: afm. ruimte-absorptie A = 50, r = 2, Q = 2 geplande demper RSD totaal II geluidsdrukniveau op meetpunt (I - II) gewenst NR dB(A) waardering resteert zonder demper dB(A) resteert met demper dB(A) Pag. 63 66 13 79 125 66 11 77 250 66 1 65 500 66 -2 64 1000 66 -11 55 2000 66 -16 50 4000 66 -21 45 8000 66 -27 39 (4) (4) (4/5) (4/5) (5) (5) (6) (7) 7 6,5 1 14,5 64,5 4 6,5 2,1 12,6 64,4 1,8 6,5 6,4 14,7 50,3 0 6,5 13 19,5 44,5 0 6,5 25,6 32,1 22,9 0 6,5 35,4 41,9 8,1 0 6,5 21,5 28 17 6,5 14,2 20,7 18,3 -26 39,5 38,5 -16 50,5 48,4 -9 47,7 41,3 -3 54,5 41,5 0 48,5 22,9 1 44,5 9,1 1 39,5 18 -1 31,5 17,3 (15) (16) Geluidsberekening voor ventilatoren | 35 Zanddonkweg 7a 5144 NX Waalwijk Tel. +31 (0)416 - 685 555 [email protected] www.systemair.nl Systemair – 10/2015 / RS0000 Systemair B.V. Van Leeuwenhoekstraat 2 3846 CB Harderwijk Tel. +31 (0)341 - 439 100