Opdracht Micro-Economie (Ingrid Molderez) Essayvragen. a. Marktwerking en elasticiteiten Los de vragen op a.d.h.v. het artikel ‘Staalverwerkers happen naar adem’ (op basis van vragen en artikel van Elke De Smet). 1. 2. Analyseer de prijsgevoeligheid van de vraag naar staal. Geef de gegevens uit het artikel weer op de staalmarkt. Ga uit van een vrije markt zonder langetermijn contracten. 3. Geef een verklaring voor de moeilijkheden waarin de staalverwerkers zitten. Houd in je antwoord rekening met je antwoord gegeven in vraag 2. 4. Bij overheidsopdrachten kunnen staalverwerkers een schadevergoeding vragen voor het verlies dat zij hebben geleden door de gestegen staalprijzen. Is dit een goede maatregel? Zijn er andere en betere maatregelen? (Een grondige analyse van deze vraag kan pas na behandeling van het thema ‘Welvaartsanalyse’). Staalverwerkers happen naar adem - Janine Meijer - De Morgen 06/04/2005. De gevolgen van de prijsexplosie vorig jaar zijn amper verteerd of er is alweer een nieuwe stijging van de staalprijzen op komst. Volgens Patrick van den Bossche, staalspecialist bij sectorfederatie Agoria, wordt de situatie voor de Belgische verwerkende staalbedrijven met de dag nijpender. In 2004 kregen de staalverwerkende bedrijven te maken met een explosieve prijsstijging van 60 tot 80 procent. De sterke groei van de Chinese economie is daar de belangrijkste oorzaak van. Agoria voorspelt dat de vraag naar staal in China dit jaar met bijna 23 procent zal stijgen. De voornaamste slachtoffers van die prijsstijging zijn de bedrijven die veel staal verwerken in hun producten. Nauwelijks een vijfde van de getroffen bedrijven slaagt erin om de prijsstijgingen volledig door te rekenen in de verkoopprijzen, zowel voor leveringen aan de privé-sector als aan de overheid. Volgens Van den Bossche hebben zich vorig jaar nog geen faillissementen voorgedaan als gevolg van de prijsstijgingen, maar hebben wel heel wat bedrijven verlies geleden. Dit jaar zullen de staalverwerkende bedrijven het minstens even moeilijk krijgen. In januari kreeg de markt na een lichte afkoelingsperiode opnieuw te kampen met een prijsstijging van 5 procent. Volgens Van den Bossche kampen ook veel bedrijven met een bevoorradingsprobleem. "In bijna de helft van de gevallen blijkt de afgesproken hoeveelheid staal niet te worden geleverd. Ook moet er vaak meer en sneller betaald worden dan in de contracten is afgesproken. Onze bedrijven leven daardoor in voortdurende onzekerheid." De zeshonderd Belgische staalverwerkende bedrijven die lid zijn van Agoria en zo'n 70.000 mensen werk bieden, zien de toekomst somber in. De prijsstijgingen zijn nu niet meer zo sterk als in 2004, maar van een stabilisatie of prijsdaling is absoluut nog geen sprake, zegt Van den Bossche. Een grote groep staalverwerkende bedrijven verwacht dit jaar minder contracten binnen te halen en is ook onzeker of ze de bevoorrading op peil kan houden. Volgens Van den Bossche saboteren sommige staalleveranciers de markt door voorraden aan te leggen en zo een kunstmatige schaarste te laten ontstaan, waardoor de prijzen de hoogte inschieten. Driekwart van de staalverwerkende bedrijven verwacht in 2005 nieuwe prijsstijgingen, die ze opnieuw niet zullen kunnen doorberekenen. Vooral de grote bedrijven met veel klanten hebben daar last van. Zij werken met langetermijncontracten die niet zomaar opengebroken kunnen worden, omdat ze anders klanten dreigen te verliezen. Bijkomend probleem is dat het enorm veel tijd kost om de contracten met al die klanten te herzien. Kleinere bedrijven die weinig staal verwerken in hun producten hebben daar minder last van. Zij kunnen de prijzen soms wel doorberekenen, omdat de gevolgen niet groot zijn, aldus Van den Bossche. Agoria roept de staalleveranciers op om zich aan de contracten te houden en wil dat de overheid een voorbeeldrol speelt. Dat kan door een nieuwe rondzendbrief te sturen waarin de staalverwerkende bedrijven erop attent worden gemaakt dat ze bij overheidsopdrachten een schadevergoeding kunnen vragen voor het verlies dat ze hebben geleden door de gestegen staalprijzen. De Bouwunie steunt dat initiatief en wijst erop dat behalve de staalprijzen ook de prijs van olie en andere bouwproducten en -materialen toeneemt. De Bouwunie raadt aannemers aan in contracten prijsherzieningsformules op te nemen. b. Overheidsingrijpen Opdracht 1 Frankrijk heft belastingen op vliegtuigtickets (cf. artikel). Geef een economische beoordeling van deze maatregel. Maak in je (grafische) analyse tevens gebruik van de prijselasticiteit. Frankrijk heft belastingen op vliegtuigtickets – De Morgen 24/11/2005. De Franse regering heeft gisteren een te voeren. De VS zijn formeel gekant solidariteitsheffing op vliegtuigtickets tegen het voorstel. De Franse goedgekeurd. Het gaat om een omstreden luchtvaartsector vreest internationaal voorstel, dat voorlopig concurrentievervalsing en meent dat de weinig bijval krijgt in andere landen. maatregel in Frankrijk duizenden banen Het voorstel moet nu naar het Franse bedreigt. De heffing wordt normaal gezien parlement. Volgens op 1 juli van kracht en bedraagt een euro regeringswoordvoerder Jean-François voor Europese tickets in economyklasse en Copé zal de belasting 200 miljoen euro per vier euro voor verdere economyvluchten. jaar opbrengen. Dat geld gaat onder meer Klanten in business zouden tien euro meer naar de strijd tegen ziekten als aids. betalen in Europa en veertig euro extra Momenteel hebben alleen Chili en Grootvoor intercontinentale vluchten. (AFP/ Brittannië beslist om vanaf 2006 een Reuters) dergelijke belasting op vliegtuigtickets in Opdracht 2 Beantwoord de vragen a.d.h.v. het artikel ‘Britten overwegen vetbelasting’. 1. Welke gevolgen zal het invoeren van de vetbelasting hebben op het verbruiken van gezonde voeding? 2. Onder welke vraagomstandigheden zal deze vetbelasting effectief zijn en zal het principe ‘de vervuiler betaalt’ gelden? 3. De voedselindustrie is tegen een ‘fat tax’. Zij zegt dat de zwakkere sociale klassen, doorgaans de grootste verbruikers van ongezond voedsel, het eerst getroffen zullen worden. Geef een economische verklaring voor deze stelling. 4. Welke alternatieve maatregelen had de overheid nog kunnen overwegen? Rangschik deze van meest gewenst naar minst gewenst en verklaar je antwoord. Britten overwegen vetbelasting – De Morgen - 20/02/2004. Groot-Brittannië wil de strijd aanbinden met zwaarlijvigheid. De maatregelen zijn klassiek: meer sport op school en meer voorlichting over de risico's van ongezond voedsel. Eén oplossing is minder traditioneel. Een ideeëncel van premier Blair stelt voor om een heffing te introduceren op calorierijk voedsel, de 'fatty food tax'. Een Belgische dieetexpert juicht het idee toe, als ook groenten en fruit goedkoper wordt. 'Enkel met dat soort straffen en belonen zullen we het probleem van overgewicht kunnen overwinnen.' Dat de Britten dikker en ongezonder worden, is een vaststelling die lang geleden gemaakt werd aan de andere kant van het Kanaal. De strijd tegen zwaarlijvigheid kreeg onlangs echter een nieuw elan. Daar zorgde een studie van de British Medical Association over de mogelijke gevolgen van een vetbelasting voor. De Britse orde van geneesheren kwam tot de vaststelling dat elk jaar tot duizend gevallen van hartziekte vermeden zouden kunnen worden. Vorig jaar al riep de vereniging op tot een belasting op verzadigde vetten. Een eerste slachtoffer wordt, volgens de plannen, de industrie zelf die het vetrijke voedsel produceert. Blairs denktank Demos stelde eerder al voor om het geld dat die bedrijven aan advertenties besteden, te gebruiken voor een promotiecampagne voor gezond voedsel. Nu gaan de denktank een stap verder, en mikt rechtstreeks op de beurs van de consument met extra belastingen op ongezond voedsel, in navolging van tabak. Een ander idee is om vette eetwaren aan een nadeliger BTW-tarief te onderwerpen. De voedselindustrie is tegen. Die zegt dat de zwakkere sociale klassen, doorgaans de grootste gebruikers van ongezond voedsel, het eerst getroffen zullen worden. Bovendien is het slecht voor de economie, heet het in een reactie van de Food and Drink Federation, en zal het de inflatie aanwakkeren. Desondanks vindt het Britse idee mogelijk navolging in de rest van de Europese Unie. Na een recent rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie wordt ook in Brussel over een vetbelasting nagedacht. Patrick Mullie, voedingsexpert en voormalig voorzitter van de Vlaamse vereniging van diëtisten, vindt het Britse idee alvast een schot in de roos. "De klassieke gezondheidsboodschappen werken niet meer. Het is zoals met de strijd tegen tabak. Rapporten van de Wereldgezondheidsorganisatie mogen nog zo alarmerend zijn, de consument ligt er niet wakker van. In de beurs tasten is het enige wat nog kan helpen, weliswaar binnen het kader van meer preventie en voorlichting", aldus Mullie. Volgens Mullie zou een vetbelasting ook in België zinvol zijn. "Ook hier gaan we de verkeerde kant op en stijgt het aantal mensen met overgewicht gestaag. Er komt evenwel geen beweging in echte preventie zoals je dat nu in Nederland en GrootBrittannië begint te zien. Bij ons moeten er zeker meer acties komen om bijvoorbeeld jongeren te sensibiliseren en zouden dieetadviezen terugbetaald moeten worden. Het blijft ook belangrijk om op de gevaren van overwicht te hameren. Uiteindelijk stellen wij al een paar jaar vast dat die boodschappen op zich niet voldoende aanslaan. Iedereen is gehaast en iedereen valt voor makkelijke fastfood. Het Britse idee is daarom slim gevonden. Je schudt de consument er direct mee wakker. Ik zou zelfs nog verder gaan en de gezonde zaken, zoals fruit en groenten, tegelijk goedkoper maken. Het klinkt erg maar enkel met dat soort vormen van straffen en belonen zullen we het probleem van overgewicht kunnen overwinnen." De expert maakt wel de bedenking dat het niet simpel is om vast te leggen welke voedingsmiddelen onder de vetbelasting kunnen vallen. Mullie: "Alle tabak is slecht, maar niet alle vetten zijn dat. Omega-3-vetten in vis of olijfolie zijn net goed voor de gezondheid. Gelukkig beginnen mensen die boodschap nu op te pikken. Dat maakt het natuurlijk moeilijker om een grens te leggen tussen producten die belast moeten worden en andere. Daar zullen de Britten goed moeten op letten. Ik zou trouwens voor zo'n belasting ook rekening houden met het zoutgehalte." (FL / BDB) Opdracht 3: Essayvraag. Beantwoord de vragen a.d.h.v. het artikel ‘Europa maakt weg vrij voor doorbraak biobrandstoffen’ 1. Teken de markt van de biobrandstof. Geef duidelijk weer hoe de in de tekst vermelde overheidsmaatregel deze markt beïnvloedt. (Opmerking: wees volledig in het benoemen van de prijzen). 2. Teken de impact van deze overheidsbeslissing op de markt van de fossiele brandstof. Leg duidelijk uit wat je tekent en op welke veronderstellingen je je daarvoor baseert. 3. Toon aan op de figuur die je hebt gemaakt onder vraag 2 hoe een verhoging van de accijnzen op fossiele brandstof hetzelfde effect kan bereiken als een verlaging van de accijnzen op biobrandstof. 4. Beoordeel beide maatregelen vanuit het standpunt van de overheid. 5. Geef een economische verklaring voor het feit dat zonder accijzen biobrandstof duurder is dan fossiele brandstof. Illustreer met een schets. 6. Geef het effect weer van deze accijnsverlaging voor de consument en de producent. Betrek in je antwoord de mogelijke invloed van de prijselasticiteit van de vraag en het aanbod. Europa maakt weg vrij voor doorbraak biobrandstoffen – De Morgen – 12/01/2006. De Europese Commissie heeft het licht op groen gezet voor een Belgische accijnsverlaging op biobrandstoffen. Het akkoord maakt de weg vrij voor het gebruik van biobrandstoffen in ons land. De regering verscherpt ook meteen de ambities rond de milieuvriendelijke brandstoffen. Dat hebben de federale ministers van Financiën, Didier Reynders, en van Landbouw, Sabine Laruelle, gisteren bekendgemaakt op het Autosalon in Brussel. Er bestaan verschillende soorten 'groene' brandstoffen, gaande van biodiesel (onder meer gewonnen uit koolzaad) tot bio-ethanol (bijvoorbeeld uit suikerbieten, tarwe of maïs). Biodiesel wordt vermengd met traditionele diesel, bio-ethanol met benzine. Daarnaast is er ook de technologie rond puur plantaardige olie, maar daarvoor moet de dieselmotor worden aangepast. Hoewel een Europese richtlijn de lidstaten vroeg om tegen 2005 voor 2 procent biobrandstoffen te voorzien, kun je vandaag geen biobrandstoffen tanken in ons land. Ze komen niet op de markt, omdat ze duurder zijn dan hun fossiele tegenhangers benzine en diesel. Een belastingverlaging kan dat verschil wegwerken. De regering keurde daartoe al een wet goed in juli van vorig jaar, maar die moest nog groen licht krijgen van de Europese Commissie. De goedkeuring is er nu. De Commissie moest het Belgische plan eerst onderzoeken om na te gaan of er geen concurrentievervalsing kon zijn. Vijf tot tien ondernemingen, te selecteren uit een openbare aanbesteding, zullen kunnen genieten van een belastingverlaging van zo'n 184 miljoen euro per jaar, gedurende zes jaar. Die belastingverlaging moet de biobrandstof aan de pomp goedkoper maken. Europa laat dergelijke staatssteun om ecologische motieven toe. Met het Europese akkoord op zak is de weg zo goed als vrij voor een aantal binnenlandse projecten rond de productie en het gebruik van biobrandstoffen. Zo staat het Gentse project Ghent Bio-Energy Valley al meer dan een jaar te popelen om te kunnen starten. "Het is de bedoeling om de biobrandstoffen te integreren of te vermengen in de bestaande brandstoffen. Er komen geen aparte pompen en ook de motoren van de wagens moeten niet aangepast worden. De consument zal er niets van merken", zei minister Reynders. België loopt, in vergelijking met Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Zweden, achter inzake biobrandstoffen. Het Europese akkoord scherpt de ambities van de regering aan. België mag dan de Europese doelstelling van 2 procent biobrandstof in 2005 gemist hebben, Reynders lijkt van plan die achterstand te willen inhalen. "Zo willen we in 2007 gaan naar 4,29 procent biodiesel", aldus Reynders. Landbouwminister Laruelle schuift voor bio-ethanol een percentage van 7 procent in 2007 naar voren. Europa wil dat tegen 2010 het percentage biobrandstoffen oploopt tot 5,75 procent. De richtlijn past in de inspanningen voor de bestrijding van het broeikaseffect en de naleving van het Kyotoprotocol. De EU-commissaris voor Energie, de Let Andris Piebalgs, zet de ambities kracht bij met een symbolische actie. De man rijdt vandaag van het Berlaymonthoofdkwartier naar de Heizel in een voertuig dat voor 85 procent op biobrandstof rijdt en zal samen met prins Laurent officieel de stand over biobrandstoffen op het Autosalon openen. c. Externe effecten Opdracht 1 Beantwoord de vragen a.d.h.v. het artikel ‘Mickey Mouse doodt zeven miljoen vissen’. Verklaar je antwoorden voldoende. 1. “Het is de overheid in Hong Kong die een Nederlands bedrijf de opdracht gaf voor de huidige werken.” Stel dat de managers van Walt Disney op eigen initiatief een bedrijf de opdracht zouden geven tot het schoonmaken van het terrein. Hoe kan je deze maatregel omschrijven en wat gebeurt er dan met het Pareto-efficiënte punt? 2. Ga na a.d.h.v. de prijsgevoeligheid van de vraag naar themaparken welk effect het zelf saneren van het terrein heeft op de inkomsten van de aanbieders. 3. “Volgens activisten brengt het nieuwe Disney-park ook de habitat van de Chinese witte dolfijn in gevaar.” Toon grafisch aan waarom de standpunten van de activisten moeilijk te verzoenen zijn met deze van Walt Disney Company. 4. Stel dat de overheid een belasting oplegt per verkocht ticket voor themaparken. Beoordeel dan het principe ‘de vervuiler betaalt’. Ga er vanuit dat op korte termijn het aantal tickets dat kan worden verkocht, vast ligt. Mickey Mouse doodt zeven miljoen vissen – De Morgen, 15/04/2002. De aanleg van het nieuwe Disney-park in Hong Kong loopt uit op een ecologische ramp. Dat meldt de Britse krant The Daily Telegraph. Volgens plaatselijke vissers zouden door de werken nu al zo'n zeven miljoen vissen zijn gedood. De modder van baggerwerken, dreggingen en bodemsaneringen van de site in Penny's Bay bij het eiland Lantau, werd in de zee gestort op minder dan drie kilometer van een aantal viskwekerijen. De grote hoeveelheid slijk, die bovendien toxische elementen bevat, zorgt ervoor dat er minder zuurstof in het zeewater komt. Veertig van de zeventig viskwekerijen hebben hun activiteiten al tijdelijk moeten stopzetten. Volgens één visser, Fok Hei, was het water zo vervuild dat de vissen niet meer konden ademen. "Ze kwamen voortdurend naar lucht happen. Hun kieuwen zaten vol vuil. Ze moeten afgezien hebben." Daniel Chan, zoöloog aan de Universiteit van Hong Kong, onderzocht de zaak en ondekte een oorzakelijk verband tussen de vissterfte en de bouwactiviteiten. "Zij zijn een directe doodsoorzaak bij sommige soorten vis die zeer gevoelig zijn", aldus Chan. Andere vissoorten zouden het loodje hebben gelegd door het grotere aantal bacteriën in de zee. Opdracht 2 : Essayvraag. Een woordvoerster van de Walt Disney Company, Marie Garvey, minimaliseert de ramp en zegt dat het gaat om enkele tienduizenden vissen. Bovendien ontkent Disney aansprakelijk te zijn, aangezien het bedrijf pas vanaf volgend jaar de volledige verantwoordelijkheid over de constructie van het park op zich neemt. Het is de overheid in Hong Kong die een Nederlands bedrijf de opdracht gaf voor de huidige werken. Disney zegt wel er alles aan te zullen doen om een herhaling van "deze tragische gebeurtenis" te voorkomen. Penny's Bay moet eerst worden afgegraven omdat het vroeger werd gebruikt als een opslagplaats voor munitie. Destijds is er zo'n 87.000 ton aan giftige chemicaliën in de grond gesijpeld. In de buurt was ook nog een scheepswerf gevestigd. De grote schoonmaak, die eigenlijk nog maar net is begonnen, zal volgens een rapport in elk geval een grote impact hebben op het milieu. Volgens activisten brengt het nieuwe Disney-park ook de habitat van de Chinese witte dolfijn in gevaar. Daarvan zouden nog 185 exemplaren bestaan. Nu er midden in het voedselgebied van de dolfijn en pretpark komt, zal het dier met uitsterven worden bedreigd. (WE) Beantwoord de vragen a.d.h.v. het artikel ‘Uitstap uit kernenergie kost verbruiker 25,5 euro per jaar’. 1. Met welke economische term kunnen we de milieukosten waarvan sprake in het artikel omschrijven? 2. "De studie is gebaseerd op de sociale productiekostprijs van de diverse bronnen waarmee electriciteit wordt opgewerkt. Die sociale kostprijs omvat ook alle milieukosten.” Toon grafisch aan wat wordt bedoeld met die sociale productiekostprijs. 3. De regering heeft beslist om vanaf 2015 kernenergie te bannen. Ze kwam onder andere tot die beslissing omdat de sociale en ecologische kosten van kerncentrales zo hoog zijn dat het maatschappelijk niet langer interessant is kernenergie te gebruiken. Interpreteer deze redenering vanuit de geziene economische theorie. Wat leer je daaruit omtrent het maatschappelijke Pareto-efficiënte punt? 4. Omschrijf deze overheidsmaatregel. Welke alternatieve overheidsinstrumenten had de overheid nog ter beschikking? Beoordeel deze vanuit het criterium ‘kostprijs voor de overheid’. Uitstap uit kernenergie kost verbruiker 25,5 euro per jaar - De Financieel-Economische Tijd, 10/04/2002. De productiekosten van electriciteit stijgen met 25 procent als geen gebruik wordt gemaakt van kernenergie. De federale regering wil kernenergie vanaf 2015 bannen. Per inwoner neemt de gemiddelde jaarfactuur voor electriciteit dan met 25,5 euro toe. Dat berekende de studiedienst van het Vlaams Economisch Verbond (VEV). De studie is gebaseerd op de sociale productiekostprijs van de diverse bronnen waarmee electriciteit wordt opgewerkt. Die sociale kostprijs omvat ook alle milieukosten. Eind 2001 becijferde de studiedienst dat kernenergie de goedkoopste verwekker van electriciteit is, met 31,73 euro per megawattuur. Aardgasgestookte centrales bleken de op één na goedkoopste, maar waren wel 35 procent duurder (42,89 euro). Het rapport verwijt de federale regering dat ze de burgers niet inlicht over de kosten van het nucleaire uitstapscenario, en evenmin over de milieu-impact van de verschillende energiebronnen.” Opdracht 3 : Essayvraag. Beantwoord de vragen a.d.h.v. de artikels over ‘Reductie broeikasgassen en verhandelbare milieurechten’. Een belangrijke discussie bij de akkoorden om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen is de vraag hoe de inspanningen verdeeld dienen te worden over verschillende regio’s (of gewesten in het geval van België). Om deze vraag te beantwoorden, gebruiken milieueconomen marginale-emissiereductiecurves. Deze geven voor elk niveau van emissiereductie weer hoeveel het kost om de emissies met een extra procent te verminderen in de betrokken regio. Onderstaande figuur geeft de situatie weer zoals die zich in België zou kunnen voordoen. 1. Interpreteer de bovenstaande figuur. Welke regio bestrijdt vervuiling het goedkoopst? 2. Waarom is het voor BASF (en in het algemeen voor Vlaanderen) moeilijker om de vervuiling in dezelfde mate terug te dringen dan andere bedrijven (in Wallonië)? 3. Beschouw een eerste voorstel om de emissie in beide regio’s met hetzelfde percentage te verminderen. Teken deze maatregel op de figuur. Is deze maatregel Pareto-efficiënt? Waarom (niet)? 4. Een kostenefficiënte maatregel zorgt ervoor de inspanningen zodanig te verdelen dat de marginale-emissiereductiekosten gelijk zijn in beide regio’s. Op welke manier zou de federale overheid dit kunnen bereiken? Betrek in je antwoord tevens het mechanisme van de verhandelbare emissierechten. Teken ook deze maatregel op de figuur. Waarom kan dit kostenefficiënt genoemd worden? (Opmerking: is de regio die vervuiling het goedkoopst bestrijdt ook diegene die vervuiling het meest bestrijdt?) 5. Vergelijk op de figuur voor beide regio’s de totale kostprijs van vervuilingsbestrijding onder beide maatregelen. 6. Hoe illustreren de vorige vragen de tegenstelling tussen economische efficiëntie enerzijds, en rechtvaardigheid anderzijds, in vele internationale problemen? (Opmerking: ga er bijvoorbeeld van uit dat “rijke” landen als Japan en Australië nog steilere emissiereductiecurves hebben dan Vlaanderen, en “armere” landen als Afrikaanse en Oosteuropese landen vlakkere dan Wallonië). 7. Stevaert zegt in het artikel: ,,Ik wil het niet communautair, maar wel correct en rechtvaardig spelen.” Als rechtvaardigheid inderdaad zijn doelstelling is, welke van beide maatregelen sluit dan het best hierbij aan? Motiveer duidelijk je antwoord. België koopt schone lucht in Rusland - De Standaard, 7/03/2002. “België gaat schone lucht kopen in Rusland. Dat is de ultieme uitweg die de federale regering van dit land heeft gevonden om tegen 2012 aan onze verplichtingen van het Protocol van Kyoto te kunnen voldoen. Meer energiebesparingen zijn blijkbaar niet mogelijk. Handel in emissierechten is een achterpoortje op het Protocol van Kyoto. Onder luid protest van de groene ministers in de Europese Unie werd dat achterpoortje op iedere Wereldklimaatconferentie groter. Nu maken ook onze groene ministers voor het eerst van dat achterpoortje gebruik.De handel in emissierechten is mogelijk door landen die minder kooldioxide (CO 2 ) lozen dan zij volgens het Protocol van Kyoto mogen. Zij kunnen dat overschot verkopen aan industrielanden die er niet in slagen de uitstoot van CO 2 met energiebesparingen terug te dringen. Rusland heeft een overschot omdat de industrie er grotendeels is ingestort. Bovendien mag het zijn onmetelijke wouden mee in rekening brengen omdat bomen nu eenmaal kooldioxide uit de atmosfeer opslaan om te groeien. Een bos is een ,,koolstofreservoir''. Dat verschaft Rusland veel verhandelbare lozingsrechten. Ook Wallonië kan een beetje van dat achterpoortje genieten.België is het eerste land van de Europese Unie dat zegt elders schone lucht te zullen kopen. Dat wordt waarschijnlijk Rusland. Volgens het Protocol van Kyoto moet ons land tegen 2012 34 miljoen ton minder broeikasgassen lozen. Het Nationaal Klimaatplan 2002-2003 strandt op een vermindering met 14 miljoen ton. Dat is 20 miljoen ton te weinig. De aankoop van lozingsrechten zal ons land zo'n 100 tot 200 miljoen euro kosten (5 tot 10 miljard frank).” Stevaert wil geen Russische lucht kopen en BASF ziet toekomst in Antwerpen bedreigd door Kyoto-norm - De Standaard, 22/03/2002. Vlaams minister Steve Stevaert is gekant tegen het kopen van Russische lucht om aan onze Kyoto-verplichtingen te voldoen. Stevaert spreekt zich ook uit voor een rechtvaardige verdeling van de Kyotoinspanningen. ,,We mogen de sukkelaars in de derde wereld toch niet voor onze problemen laten opdraaien", aldus de minister. Volgens Stevaert is het perfect mogelijk dat Vlaanderen op eigen kracht de Kyoto-normen kan halen. De verdeling van de lasten over de drie gewesten belooft opnieuw een heikele kwestie te worden. Stevaert wil niet weten van de klassieke 60-40-verdeling tussen Vlaanderen en Wallonië. ,,Ik wil het niet communautair, maar wel correct en rechtvaardig spelen. Het kan niet dat Vlaamse bedrijven bestraft worden omdat ze al jaren efficiënt op vlak van energie en CO2-uitstoot werken, terwijl Wallonië met een verouderde industrie zit. Ik wil dat hierover een studie wordt gemaakt en ik vermoed dat die niet ongunstig voor Vlaanderen zal zijn." “Voor BASF Antwerpen, België's grootste chemiebedrijf, is de terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen met 7,5 procent tegen 2010 een onhaalbare kaart. Gedelegeerd bestuurder Antoon Dieusaert liet zich gisteren ontvallen dat de Belgische regering een gesprek over de gevolgen van de uitvoering van de Kyotonorm voor de Belgische chemie-industrie en de werkgelegenheid weigert. Dieusaert vindt dat zijn bedrijf het slachtoffer dreigt te worden van het feit dat het al in de jaren tachtig grote inspanningen heeft geleverd om het energieverbruik gevoelig terug te dringen. Dat resulteerde toen in een gevoelige inkrimping van de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2. Maar om de huidige uitstoot van broeikasgassen door BASF-Antwerpen te meten, wordt 1990 als referentiejaar genomen” Opdracht 4 Beantwoord de vragen a.d.h.v. het artikel ‘Verspild en leeggevist’ (gebaseerd op artikel en vragen van Jolien Van Pamel) 1. Volgens het artikel moeten visserijsubsidies worden afgeschaft daar ze overbevissing in de hand werken. Duid dit grafisch aan. 2. Hoe kunnen technologische ontwikkelingen invloed hebben op het watergebruik? Illustreer grafisch. Welke invloed heeft dit op de visvangst? 3. Op welke manieren kan men overbevissing tegengaan? 4. De armoede van de ontwikkelingslanden vindt haar oorsprong in het slecht beheer en de degradatie van de watervoorraden. Er zou toezicht moeten zijn op het gebruiksrecht van de beperkte watervoorraden. Kan het principe “de vervuiler betaalt” via belastingen een oplossing bieden? 5. Waarom leidt “privatisering niet altijd tot succes”? Verspild en leeggevist – Kim De Rijck – De Standaard 06/04/2005. De Standaard publiceerde in vier afleveringen de voornaamste bevindingen uit het rapport ‘Millenium Ecosystem Assessment’ van de Verenigde Naties. De vaststellingen We verbruiken 5 tot 25% meer zoet water dan beschikbaar is in hernieuwbare voorraden. Grondwatervoorraden geraken daardoor uitgeput. Zo’n 15 tot 35% van waterwinnningen voor irrigatie onttrekken meer water dan kan worden aangevuld en zijn dus niet houdbaar op termijn. Door overbevissing stortte begin jaren negentig de vangst van Atlantische kabeljauw voor de oostkust van Newfoundland in. Na honderden jaren van grootschalige visserij (ook Europa haalde er zijn kabeljauw), moesten de vissers hun handel sluiten. Tienduizenden jobs en minstens 1,5 miljard euro aan inkomsten gingen verloren. Na 13 jaar van pauze vertoont de kabeljauwpopulatie nog geen tekenen van herstel. Minstens een kwart van de visvoorraden in zee zijn overbevist. De vangst bedraagt op sommige plaatsen nog maar een honderdste van wat zeevissers voor de komst van de industriële visserij konden boven halen. Volgens sommige schattingen is, uitgedrukt in gewicht, negentig procent van de grote roofvissen zoals tonijn, zwaardvis en haaien verdwenen. Ook de vangst in continentale wateren is sterk achteruit gegaan door overbevissing. In veel landen is lokaal gevangen vis een belangrijke eiwitbron voor de arme bevolking. Op het einde van de twintigste eeuw is ongeveer een vijfde van de koraalriffen in de wereld verloren gegaan, en een ander vijfde is er heel erg aan toe. Door overbemesting in de landbouw komen teveel voedingsstoffen zoals stikstof en fosfor in het water terecht. In Engeland en Wales veroorzaakt dit soort watervervuiling in de jaren negentig jaarlijks 82 tot 125 miljoen euro schade. Nog eens 60 miljoen euro per jaar was nodig voor herstel. Overbemesting van het water veroorzaakt in zee overmatige algengroei, die veel zuurstof uit het water onttrekt en de rest van het waterleven verstikt. In 1989 kostte massale algenbloei de kustvisserij in Italië 8 miljoen euro, de toeristische industrie leed voor 9 miljoen euro schade. Sommige van die algen produceren gifstoffen. Nieuwe ziekten zijn daardoor in opmars zoals ciguatera, een vergifting door het eten van vis die een algengif bevat. De kwaliteit van het water gaat er wereldwijd op achteruit. Een groeiende bevolking produceert meer afvalwater. In ontwikkelingslanden komt 90 tot 92 % van het huishoudelijk afvalwater en 70% van het industrieel afval direct in het oppervlaktewater terecht. Slecht beheer en de degradatie van de watervoorraden en het land veroorzaken het meeste leed in ontwikkelingslanden. De voortschrijdende woestijnvorming treft vooral arme mensen in droge gebieden. Zo’n 1,1 miljard mensen hebben geen toegang tot zuiver water en meer dan 2,6 miljoen mensen hebben geen goede hygiënische voorzieningen. De helft van de stedelijke populatie in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en de Caraïben lijden aan ziektes veroorzaakt door het gebrek aan water of sanitair. Wereldwijd sterven jaarlijks ongeveer 1,7 miljoen mensen door het gebrek aan water en hygiëne. Vooruitzichten In de vier ontwikkelingsscenario’s die de experts onderzochten, stijgt het watergebruik tussen 2000 en 2050 nog met 20 tot 85%. De waterbeschikbaarheid stijgt maar met 5 tot 7%. Sommige watervervuilende afvalstromen zullen in de komende decennia nog sneller groeien dan de bevolking. De schade die we berokkenen aan ecosystemen is in sommige gevallen zoals misschien bij de kabeljauw, onomkeerbaar. De experts van het Millenium Ecosystem Assessment vrezen dat de verslechterende toestand van de ecosystemen op Aarde een knikpunt nadert waarna het plots veel sneller en onherstelbaar bergaf zal gaan. Oplossingen We moeten zorgvuldiger omgaan met de natuur en de diensten die ze ons biedt. In zee en langs kusten moeten bijvoorbeeld meer gebieden beschermd worden om overbevissing te voorkomen. Visserijsubsidies werken de overbevissing in de hand en worden beter afgeschaft. Kennis en technologie moeten worden ingezet voor een efficiënter watergebruik in de landbouw. De verantwoordelijkheid over beperkte watervoorraden en het gebruiksrecht erop moeten geregeld worden zodat iedereen ervan kan genieten. Vervuilers moeten betalen. De waterinfrastructuur moet op veel plaatsen verbeterd worden. Privatisering leidt daarbij niet altijd tot succes. Het herstel van overstromingsgebieden rond grote rivieren levert een veiliger waterbeheer en vergroot de zuiverende werking van de rivieren. Het hoge stikstofgehalte van de Illinois-rivier bijvoorbeeld die in de Mississippi vloeit, zou kunnen gehalveerd worden door 7% van het rivierbekken terug tot overstromingsgebied om te vormen. d. Publieke goederen Beantwoord de vragen a.d.h.v. het artikel over de walvisvangst. 1. Geef een economische typering van koeien en walvissen. 2. Welke economische problematiek doet zich voor bij walvissen? 3. Waarom werkt het verbod op walvisjacht niet? 4. Analyseer de instrumenten die ter beschikking zijn om het in leven houden van walvissenpopulatie efficiënter te laten verlopen. de Japan belooft ontwikkelingsgeld aan kleine staten in ruil voor hun steun aan de jacht Maarten Rabaey - De Morgen, 20/07/2004. Deze week wordt de jacht op de walvis mogelijk weer voor open verklaard. Op de jaarlijkse vergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC), die gisteren in Sorrento (Italië) begon, dreigt voor het eerst sinds het moratorium uit 1986 weer een meerderheid van landen voor de vangst te stemmen. Op de eerste dag van de 56ste bijeenkomst van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) zijn voorstanders van de walvisvaart er nog niet in geslaagd het jachtverbod op te heffen. Vierentwintig landen stemden gisteren voor, 29 andere stemden tegen. Vandaag wordt een tweede stemronde gehouden. Het worden moeilijke dagen voor de tegenstanders van de walvisvangst. Al achttien jaar hebben ze onder leiding van de VS, Australië, Nieuw-Zeeland en Groot-Brittannië een meerderheid binnen de IWC. Maar dankzij een diplomatiek offensief van meer dan tien jaar hebben de Japanners met tientallen miljoenen euro ontwikkelingsgeld tal van kleine staten aan hun zijde geschaard. Voor het eerst sinds het walvisjachtverbod in 1986 dreigen zij nu een meerderheid te halen binnen de IWC, al waren milieu-activisten gisteren na de eerste ronde hoopvol dat ze het net niet zouden halen. De inzet is groot. De commissie, die 57 landen telt, is volgens milieuorganisaties 'gecorrumpeerd' geraakt. De Britse Whale and Dolphin Conservation Society (WDCS) achterhaalde hoe eilandstaatjes als St-Vincent en de Grenadines en Antigua & Barbuda volledig afhankelijk geworden zijn van Japanse ontwikkelingssteun in ruil voor hun stem binnen de IWC. In de afgelopen maanden zijn ook het eilandstaatje Tuvalu en het West-Afrikaanse Ivoorkust door Tokio over de streep getrokken. Zij zijn nu kandidaat-lidstaat bij de IWC. Hoewel het rekenkundig nog niet volledig vaststaat, vrezen milieuwaarnemers dat de balans van de stemmen voor het eerst in het voordeel van de walvisjagers zal uitslaan. Ze zullen niet in staat zijn om het moratorium zelf op te heffen - daarvoor hebben ze 75 procent van de stemmen nodig - maar met een meerderheid van 51 procent kunnen ze al heel wat van hun doelstellingen bereiken. Omdat ze het recht zouden hebben een voorzitter aan te wijzen zouden ze resoluties ten gunste van de walvisjacht kunnen goedkeuren. "Als de machtsbalans doorslaat, zullen walvissen hun bescherming verliezen, zal het moratorium worden bedreigd en zal de wereld eens te meer de adem inhouden als over de toekomst van deze wonderlijke dieren wordt beslist", zegt Margi Prideaux van de WDCS. Sinds het verbod uit 1986 van kracht is, jaagt Japan onder het mom van 'wetenschappelijke onderzoek', waarbij 'het visbestand en migratiepatronen in de gaten worden gehouden'. Noorwegen zegt vlakaf dat ze het verbod aan hun laars lappen. Samen met IJsland hebben de twee landen sinds 1986 al meer dan 25.000 walvissen gedood. De walvisvangst is in Japan sterk verweven met nationalistische gevoelens en is een van de weinige internationale thema's - mogelijk zelfs het enige - waarin het land een radicaal standpunt inneemt. Het gezicht van de Japanse walvislobby, Masayuki Komatsu, een ultranationalist en een carrièrediplomaat op het ministerie van Landbouw, steekt nooit openlijk zijn haat voor de 'Save the Whalers' onder stoelen of banken. Hij adviseerde ooit de kapiteins van walvisvaarders om "Greenpeaces protestboten uit het water te schieten". Het Westen verwijt hij "culinair imperialisme", omdat het een delicatesse als walvisvlees niet weet te smaken. Landen als de VS, Australië en GrootBrittannië, die veel meer landbouwgrond hebben dan Japan, noemt hij 'hypocriet'. "Deze landen kunnen koeien en schapen kweken omdat ze niet afhangen van de oceaan voor hun voedsel", zei hij onlangs. "Wij hebben die luxe niet." Volgens critici zijn evenwel niet de culturele tradities maar de industriële en politieke lobbying de voornaamste drijfveer van de walvisjacht. Japans 'wetenschappelijke vloot' wordt ondersteund door het Instituut voor Walvisonderzoek, dat stelselmatig beweert dat het aantal dwergvinvissen de afgelopen honderd jaar vertienvoudigd is. Het instituut wordt op zijn beurt ondersteund door een lobby van nationalistische politici binnen de regerende LiberaalDemocratische Partij, die voor een deel haar machtsbasis bouwt op stemmen uit Japans invloedrijke visserijsector. Het is dus vooral vanwege deze belangen dat Tokio zo'n punt maakt van de walvisjacht. Bij de bevolking leeft de kwestie minder. Uit consumentenonderzoek blijkt dat de Japanners nu al 40 keer meer geïmporteerd hamburgervlees eten dan walvisvlees. In Sorrento wacht de nieuwe coalitie van 140 actiegroepen voor dierenwelzijn uit 55 landen, die zich Whalewatch noemt, dan ook een geduchte tegenstander. Zij zullen de IWC-leden oproepen de jacht stop te zetten omdat het te gruwelijk is. Hun rapport Troubled Waters is een gedetailleerde studie van 'het geweld' dat nodig is om 's werelds grootste dier in de open zee af te slachten. Zij stellen dat het doden van grote walvissen, meestal door harpoenen met explosieven, onaanvaardbaar gruwelijk is. In een voorwoord schrijft de bekende Britse milieuactivist, Sir David Attenborough, dat het rapport "hard wetenschappelijk bewijs bevat dat er geen menswaardige manier is om een walvis op zee te doden". Op de granaat na die aan het uiteinde van de harpoen wordt bevestigd is de technologie om op walvissen te jagen niet meer veranderd sinds de negentiende eeuw. Hoewel het de bedoeling is om de zeereuzen ogenblikkelijk te doden, maakt het zeemilieu een gericht schot bijzonder moeilijk waardoor een 'snelle, cleane dood' onmogelijk is. Noorwegen erkende in 2002 dat een op de vijf walvissen niet onmiddellijk sterft. Bij de Japanners was dat bijna 60 procent. Bij sommige walvissen duurt de doodsstrijd meer dan een uur. Al liggen de Japanners daar niet van wakker. Of zoals een klant van het Japanse toprestaurant Ganso Kujiraya in Shibuya in The Independent zei: "Als ik mensen hoor zeggen dat ze geen walvis eten, dan heb ik medelijden met ze. Het is delicieus. De mensen zijn te sentimenteel. Ik vind ze ook wel lief, maar dat zijn koeien ook. En dat houdt westerlingen toch niet tegen om ze te eten, niet?" Koeien worden evenwel niet met uitsterven bedreigd. "Ook dwergvinvissen niet", maakt de klant zich sterk. "Niemand in Japan wil dat de walvissen uitsterven. Maar door de rest van de wereld verteld worden dat we ze niet mogen eten, raakt ons diep." e. Gedrag van producenten Beantwoord de vragen a.d.h.v. enkele uittreksels uit de geschreven pers. - Tijdens de mijnramp in West-Virginia, Amerika, kwamen 12 kompels om het leven ten gevolge van een explosie die koolmonoxidevergiftiging veroorzaakte. De Sagomijn produceert 800.000 ton kool per jaar en stelt 145 mensen te werk. Vorig jaar ontving deze mijn 208 dagvaardingen vanwege schending van gezondheidsen veiligheidsvoorschriften. In maart 2005 ging zij over in andere handen na het bankroet van de oorspronkelijke eigenaars. (DM, 5/01/06) - Het ongeval in Amerika doet vooral vragen rijzen over de veiligheidsmaatregelen in de mijnen. De voorbije maanden kwamen geregeld berichten binnen over zware mijnrampen in Rusland of China, waarbij vaak honderden doden vielen. Om maar één cijfer te noemen: in 2005 alleen al vonden in China bijna 6.000 mijnwerkers de dood. Maar ook in de bewuste Sagomijn in West-Virginia waren volgens een rapport van het Amerikaanse ministerie van Arbeid de voorbije twee jaar al 273 veiligheidsovertredingen gemeld en kwam sinds juni 2005 al vijftienmaal een stuk van het plafond of de muur los. De steenkoolindustrie staat sowieso bekend als de sector met een groot aantal slachtoffers door werkongevallen. In de VS alleen al kwamen bij mijnongevallen tussen 1830 en 2000 meer dan 15.000 mensen om het leven. (DM, 7/01/06) 1. Door de eigenaars van de mijn werd duidelijk maar één principe van rationaliteit gevolgd. Licht toe en vermeld tevens welk ander economisch concept men op hun manier van werken kan toepassen. Hoe beïnvloedt deze managementstijl de prijs van steenkool? Stel grafisch voor. Zal de prijselasticiteit van de vraag naar steenkool een invloed uitoefenen op het Paretoefficiënte punt? Analyseer gedetailleerd. Op welke economische manieren zou men de managers van de mijnen op andere ideeën kunnen brengen? Stel grafisch voor op de grafiek die getekend werd bij vraag 3 2. 3. 4. f. Volmaakte mededinging versus monopolie Beantwoord de vragen a.d.h.v. het artikel ‘Farmareus kreeg cadeau van 22,8 miljoen euro’. 1. Kan Merck Sharpe & Dohme als een monopolist worden omschreven? 2. Geef een economische verantwoording voor de voorkeursbehandeling die Merck Sharpe & Dohme kreeg voor de cholesterolverlager Zocor. 3. Wat zijn de voordelen van generische medicijnen voor de samenleving? 4. Beoordeel het overheidsbeleid waarvoor de Belgische regering heeft gekozen. Farmareus kreeg cadeau van 22,8 miljoen euro - Sybille Decoo – De Morgen, 29/07/2004. Door het bijna- monopolie dat het kabinet klap van 78,33 naar 46,27 euro voor een Sociale Zaken een jaar lang toestond aan grote verpakking. Daarmee is Zocor nog farmareus Merck Sharpe & Dohme (MSD) altijd duurder dan de goedkoopste voor de terugbetaling van zijn generische cholesterolverlager (32,65 euro). cholesterolverlager Zocor heeft de "MSD heeft het afgelopen jaar naar ziekteverzekering, en dus de schatting een half miljoen doosjes Zocor belastingbetaler, minstens 22,8 miljoen euro verkocht. Afgaande op de prijs van het te veel uitgegeven. goedkoopste generische middel heeft de Volgende zondag, op 1 augustus, wordt de ziekteverzekering dus 22,8 miljoen euro (of voorkeursbehandeling opgeheven. Dan ruim 920 miljoen oude Belgische franken, treedt het ministerieel besluit in werking dat SD) zuiver cadeau gedaan aan één minister van Sociale Zaken Rudy Demotte Amerikaanse farmamultinational", zegt (PS) na zware kritiek heeft doorgevoerd en dokter Dirk Van Duppen, die de berekening waardoor nu ook de goedkopere generische maakte en de ministers destijds samen met alternatieven terugbetaald worden. professor Patrick Van der Stuyft Het vorige besluit dateerde nog maar van 1 waarschuwde voor zo'n scenario. "Minstens" juli 2003, en werd door ex-minister van zoveel gemeenschapsgeld is er verspild, Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (SP.A) want het kan nog beter, vindt Van Duppen. voorbereid en na de federale verkiezingen "Indien de overheid de echte vrije doorgevoerd door zijn opvolger Rudy concurrentie zou organiseren, zoals in Demotte (PS). De maker van Zocor kreeg Nieuw-Zeeland, waar na een openbare toen een quasi- monopolie op de markt van aanbesteding enkel het goedkoopste maar de cholesterolbestrijding maar moest in ruil kwalitatief evenwaardige product voor zijn prijs verlagen. terug- betaling in aanmerking kwam, dan Dat besluit had exact het tegenovergestelde zou een cholesterolverlager nog maar 25,20 effect van wat de paars(-groene) regeringen euro kosten." Er was dan 26,6 miljoen beoogden, namelijk een besparing realiseren uitgespaard. in de gezondheidszorg door voorrang te De 'cholesterolmarkt' is in België goed voor geven aan goedkopere maar kwalitatief zo'n 600.000 patiënten. De evolutie van de gelijkwaardige generische geneesmiddelen prijs van Zocor is hallucinant. In ruim een boven de merkmiddelen. De verkoop van jaar tijd daalde die van 115,27 naar 46,27 Zocor schoot de hoogte in, de verkoop van euro per doos. De hoge, oorspronkelijke de generische concurrenten halveerde. Nu er prijs dateert van voor 1 juli 2003, toen er anaf volgende week zeven concurrenten nog een patent op het geneesmiddel rustte. meedingen, verlaagt MSD zijn prijs in één