Werkwoorden vervoegen

advertisement
Werkwoorden
vervoegen
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
• Stam (ik vorm)
• Stam +t
• Hele ww
• Ik-vorm is het makkelijkst anders trap je in de
valkuil van alleen –en eraf halen en dat kan niet altijd:
•
Lopen – ik loop
•
Pakken – ik pak
•
Geven – ik geef
•
Blazen – ik blaas
• Een t achter een d kan dus alleen in de derde persoon enkelvoud (hij, zij, jij, het),
tegenwoordige tijd, als de stam van het werkwoord eindigt op een d. Tip: vervang
het werkwoord door lopen. Hoor je een –t, dan schrijf je achter de stam een t.
Anders niet.
•
Branden – ik brand – hij brandt
•
Besteden – ik besteed – hij besteedt
• Bij de persoonsvorm schrijf je het hele werkwoord bij derde persoon meervoud
(wij, jullie, zij). Let op: we noemen het dan nog steeds de pvtt en geen infinitief.
Het werkwoord heeft hier namelijk de functie van persoonsvorm.
Persoonsvorm verleden tijd – zwakke werkwoorden
Onvoltooid verleden Onvoltooid verleden
tijd enkelvoud
tijd meervoud
Stemloze klank
Stam + te
Stam + ten
Stemhebbende klank
Stam + de
Stam + den
Stemloze klank: de stembanden trillen niet mee als je deze letters uitspreekt (t, x, k, f, s, ch, p).
Vandaar dus het ezelsbruggetje ‘t ex kof schip!
Stemhebbende klank: je stembanden trillen wél mee als je de klank maakt (overige medeklinkers, zoals d,
b, g, l, enz.)
Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden
Voltooid deelwoord
Stemloze klank
Ge + stam + t
Stemhebbende klank
Ge + stam + d
De verleden tijdsvorm waarbij de handeling al helemaal
is afgerond.
Gaat samen met de werkwoorden hebben/zijn.
Werkwoorden die al een voorvoegsel hebben, krijgen
géén ge- ervoor.
Knipwerkwoorden met een voorvoegsel krijgen de –gena het voorvoegsel.
Ik heb gewandeld.
Ik ben gestopt.
Zij is bedaard.
Ik heb me vergist.
Zij is doorgedraaid.
Afwijkende vormen zwakke werkwoorden
Afwijkend noemen we werkwoorden die als voltooid
deelwoord eindigen op –en.
Ik ben gevallen (let op de dubbele medeklinker
achter de korte klank).
Ik heb geslapen (let op de enkele klinker – lange
klank.
Ook hier kan de –ge- in het midden komen.
De zon is ondergegaan.
De vlieg is doodgeslagen.
Verleden tijd van sterke werkwoorden
(klankverandering)
Onvoltooid tegenwoordige
tijd
Onvoltooid verleden tijd
Voltooid deelwoord
Ik loop
Ik liep
Ik heb gelopen
Ik val
Ik viel
Ik ben gevallen
Afwijkende vormen
Onvoltooid tegenwoordige
tijd
Onvoltooid verleden tijd
Voltooid deelwoord
Ik heb
Ik had
Ik heb gehad
Ik ben
Ik was
Ik ben geweest
Ik zal
Ik zou
n.v.t.
Ik kan
Ik kon
Ik heb gekund
Ik wil
Ik wilde maar in spreektaal
mag wou ook
Ik heb gewild
Ik mag
Ik mocht
Ik heb gemogen
Voltooid deelwoord, gebruikt als bijvoeglijk
naamwoord
Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk
naamwoord
Eindigend op d:
Alleen een –e erachter (let wel op de
handhaving van gewone spellingsregels):
De beledigde minister.
De verbrede weg.
De minister is beledigd.
De weg is verbreed.
Eindigend op t:
De aardappels zijn gekookt.
Het hekje is gewit.
Alleen een –e erachter (let wel op de
handhaving van gewone spellingsregels):
De gekookte aardappels.
Het gewitte hekje.
Eindigend op en:
Het meisje is gevallen.
De portemonnee is vergeten.
Onveranderd:
Het gevallen meisje.
De vergeten portemonnee.
Infinitief in de zin
• Als er al een persoonsvorm in de zin staat en het werkwoord is geen voltooid
deelwoord, dan gebruik je de infinitief.
• Ik zal moeten stofzuigen.
• Ik heb de was moeten doen.
• Ook na ‘te’ komt het infinitief.
• Ik heb niks met jou te maken.
• Ik heb niks te doen vandaag.
Onvoltooid deelwoord
• Deze gebruik je als de handeling nog bezig is. Het woord eindigt altijd op een –d
of de.
• Lopend ga ik naar huis.
• Fietsend ga ik naar school.
• Denkend aan jou, word ik blij.
• Komende vanuit Europa, moest ik erg wennen aan de gedragsregels in Azië.
• Ook onvoltooid deelwoorden kunnen als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt.
• De wachtende menigte was erg ongeduldig.
• De staande klok sloeg twaalf maal.
Oefening baart kunst
• Voor werkwoordspelling hoef je geen bijzonder talent te hebben. Het is net als
fietsen. Na veel oefenen, gaat het automatisch.
• Op het internet staan talloze oefensites waar je direct feedback krijgt. Blijf vooral
goed kijken: ook als je het fout had. Dat is gewoon een leerkans. Hoe moet het
dan toch en welke regel is er toegepast?
Download