Blok 8

advertisement
Spelling in Beeld D
Woorden en regels: Blok 8

1
Werkwoorden 17: deelwoordvormen
Het deelwoord van regelmatige werkwoorden eindigt op t of d.
Een deelwoord van een werkwoord krijg je als je zegt:
Ik heb….
Ik ben….
Een deelwoord eindigt altijd op t, d of en.
2
Schrijf je t of d?
Een deelwoord is geen persoonsvorm, maakt het woord langer:
gemaakte
ik hoor een t, dus ik schrijf een t
gemaakt
3
Denk aan ’T KoFSCHiP.
Krijgt de persoonsvorm in de vt ~te?
Het deelwoord einigt op t, anders op d:
Ik danste
gedanst
Ik speelde
gespeeld
4
Het deelwoord van onregelmatige werkwoorden eindigt op en: gezongen

1
2
Werkwoorden 18: werkwoorden met be~, ge~, her~, ver~, ont~
Begint een werkwoord met be~, ge~, her~, ver~, ont~?
In de deelwoordvorm komt daar geen (extra) stukje ~ge voor:
beginnen
ik ben begonnen
genieten
ik heb genoten
Moeilijk!
Bij deze werkwoorden klinkt de hij-vorm (tt) vaak hetzelfde als een deelwoord.
Hij betaalt (pv)
Het gebeurt
Hij herkent
Hij verstopt
langer maken: betaalde
langer maken: gebeurde
langer maken: herkende
langer maken: verstopte
Spelling in Beeld D: Woorden en regels: Blok 8
Groep 7
hij heeft betaald
het is gebeurd
hij heeft herkend
hij heeft verstopt
(geen pv)
(geen pv)
(geen pv)
(geen pv)
Spelling in Beeld D
Woorden en regels: Blok 8

1
Werkwoorden 19: van deelwoordvormen afgeleide bijvoeglijk naamwoorden
Sommige bijvoeglijk naamwoorden zijn afgeleid van deelwoorden:
Werkwoord:
poetsen
Deelwoord:
gepoetst
Bijvoeglijk naamwoord:
gepoetste tanden
2
Een bijvoeglijk naamwoord is nooit een persoonsvorm,
dus gelden de gewone spellingregels:
verwachten
de verwachte overwinning
verbreden
de verbrede straat
schudden
de geschudde kaarten
3
Let op:
Als een deelwoord op en eindigt, eindigt het bijvoeglijk naamwoord ook op en:
wassen
gewassen de gewassen kleren
Weetspoor 17
1. hij schilt (een appel)
2. het schild (bescherming)
3. hij raadt (van raden)
4. de raad (advies)
5. de nood (van nodig)
6. de noot (van noten)
7. ik wed ( van wedden)
8. de wet ( van wetten)
1. de wand (de muur)
2. want (immers)
3. de graat (vis)
4. de graad (warmte)
5. eentje (maar één)
6. het eendje (de eend)
7. het kruid (de plant)
8. het kruit (de springstof)
Spelling in Beeld D: Woorden en regels: Blok 8
Groep 7
Weetspoor 22
1. de verrassing
2. onmiddellijk
3. interessant
4. hartstikke
5. stiekem
6. hopelijk
7. het interview
8. de burgemeester
1. de sieraden
2. origineel
3. de elektriciteit
4. de puberteit
5. laatste
6. de erwten
7. de vondst
8. sinds
Spelling in Beeld D
Woorden en regels: Blok 8
Werkwoorden 17
1.
2.
3.
4.
5.
6.
ik heb gezongen
ik heb gelezen
ik heb gepraat
ik heb gefietst
ik heb gespeeld
ik ben verdwaald
Werkwoorden 18
1. hij betaalt (pv)
2. betaalde
hij heeft betaald
3. het gebeurt (pv)
4. gebeurde
het is gebeurd
5. hij herhaalt (pv)
6. herhaalde
hij heeft herhaald
Werkwoorden 19
1. gemaakt
2. besteld
3. geprint
4. vergroot
5. versleten
6. gesloten
de gemaakte fout
de bestelde cola
de geprinte brief
de vergrote foto
de versleten jas
de gesloten deur
Spelling in Beeld D: Woorden en regels: Blok 8
Groep 7
Download