PALMZONDAG 2015 Ingezonden door Marianne Lambert Woon- en zorgcentrum Home Vrijzicht VZW, Elverdinge Begroeting Vandaag is het Palmzondag, het begin van de Goede Week. Op onze tocht naar Pasen zijn we vandaag op een belangrijke "halteplaats " gekomen. Palmzondag is het verhaal van twee gezichten. De twee gezichten in ieder van ons, voortdurend met elkaar in gevecht: Kies ik voor mezelf of kies ik voor de ander, ga ik mee met de massa of ga ik mijn eigen weg, ben ik vasthoudend of geef ik de moed op? Op Palmzondag horen we : hosanna én kruisig hem, aanbidding én bespotting. Palmzondag is niet een dag van toen en daar maar een moment om stil te staan bij het hier en nu. Ons geweten wordt gewekt: ben ik dienaar of wil ik het laatste woord, zoek ik macht of bescherm ik wat kwetsbaar is ? Laten wij vandaag meetrekken met Jezus, Jeruzalem in, en met hem meegaan tot het einde toe, tot de dood op het kruis. Op deze tocht met Jezus zijn we hier samen + Gebed bij de palmwijding Een eeuwenoude traditie : op Palmzondag palmtakjes zegenen en ze dan meenemen naar huiskamer om ze een plaatsje te geven achter het kruisbeeld. Priester Tourlouse heeft gisterenavond deze palmtakjes gewijd in zijn kerk. Deze palmtakjes verwijzen naar Hem, die ons leven zin en toekomst geeft. Maar tegelijk herinneren deze takjes ons aan de tragiek en het onbegrip, de pijn en het lijden die Jezus heeft moeten doorstaan, en die mensen nog steeds moeten doorstaan omwille van hun geloof en hun inzet voor een meer rechtvaardige en liefdevolle wereld. Laten we samen bidden : God, deze groene takken die de winter overleefden, laat ze voor mij hoopvolle tekens van leven op aarde zijn. Zegen de kamers waarin ze straks een plaatsje krijgen. Zegen de mensen die er wonen. Zegen ook allen, God, die in hun leven de weg van Jezus gaan en op die weg met lijden worden geconfronteerd. Zegen ons allen met uw liefde en vrede in Jezus Christus, onze Heer. Amen. Evangelie (Mc 11, 1-10) Toen Jezus en zijn leerlingen dicht bij Jeruzalem waren, stuurde Hij twee van zijn leerlingen erop uit met de opdracht: ‘Ga naar het dorp daar vlak voor je. Meteen als je er binnenkomt zul je een veulen vinden dat vastgebonden staat en waarop nog geen mens gezeten heeft. Maak het los en neem het mee. Als iemand tegen jullie zegt: “Wat doen jullie daar” zegt dan “De Heer heeft het nodig, Hij stuurt het meteen weer terug.” Ze gingen weg en namen het veulen mee naar Jezus, wierpen er hun kleren over heen, en Hij ging er op zitten. Velen spreidden hun kleren uit op de weg, anderen deden hetzelfde met twijgen die ze op het veld gesneden hadden. Zo wel de mensen die voorop gingen als die volgden schreeuwden: Hosanna. Gezegend Hij die komt in de Naam van de Heer. Gezegend het koninkrijk dat komen gaat van onze vader David. Hosanna in de hoogste hemel. Vergevingsmoment -Heer, niets is menselijker dan fouten maken. Niets getuigt van meer liefde dan mekaar vergeving schenken. Toch is dit soms zo moeilijk. Als we vaak te koppig met mekaar omgaan, vergeef ons dan. Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. Heer wees goed voor ons. -Christus, we vinden het zo evident dat alles goed gaat. We staan er weinig of nooit bij stil aan wie die gelukkige momenten te danken hebben. Woorden als ‘dank je wel’ en ‘dat heb je goed gedaan’ nemen we vaak te weinig in de mond. Daarom: Christus, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons. Christus wees goed voor ons. -Heer, we leven vaak heel egoïstisch. Als wij het maar goed vinden, dan is het ook goed. Wij vragen ons dan te weinig af of het ook voor anderen wel goed is. Daarom: Heer, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. Heer wees goed voor ons. Openingsgebed Vader in de hemel, als een koning is Jezus zijn lijden en dood tegemoet getreden, uit liefde voor ons. Aanvaard de hulde die wij Hem vandaag brengen. Wij bidden dat ook wij Jezus binnenhalen in ons leven, maar dan als Diegene die ons bevrijdt van alles wat de liefde in de weg staat. Dit vragen wij U vandaag en alle dagen van ons leven. Amen. Inleiding op het lijdensverhaal Omdat Jezus van Nazareth een struikelsteen was voor de kerkelijke autoriteiten van zijn tijd, omdat Hij een blok was aan hun been, besloten zij Hem uit de weg te ruimen. Zij betaalden Judas, één van de twaalf, dertig zilverlingen voor het verraad. Evangelie : Het lijdensverhaal volgens Marcus (14.32- 15.47) Ze kwamen bij een olijfgaard die Getsemane heette, en hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Blijven jullie hier zitten, terwijl ik ga bidden.’ Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. Hij voelde zich onrustig en angstig worden en zei tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’ Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan hem voorbij mocht gaan. Hij zei: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt.’ Hij liep terug en zag dat zijn leerlingen lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Simon, slaap je? Kon je niet één uur waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ Weer ging hij weg om te bidden, met dezelfde woorden als daarvoor. Toen hij weer terugkwam, lagen ze opnieuw te slapen, want hun ogen vielen steeds dicht, en ze wisten niet wat ze hem moesten antwoorden. Toen hij voor de derde maal terugkwam, zei hij tegen hen: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het is zover: het ogenblik is gekomen waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars. Sta op, laten we gaan; kijk, hij die me uitlevert, is al vlakbij.’ Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, één van de twaalf, in gezelschap van een met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten was gestuurd. Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. Hij had gezegd: ‘Degene die ik kus, die is het. Neem hem gevangen en voer hem weg onder strenge bewaking.’ Toen hij eraan kwam, liep hij recht op Jezus af, zei: ‘Rabbi!’ en kuste hem. Ze grepen hem vast en namen hem gevangen. Een van de omstanders trok een zwaard, ging de dienaar van de hogepriester te lijf en sloeg hem een oor af. Jezus zei tegen hen: ‘U bent er met zwaarden en knuppels op uitgetrokken om mij te arresteren, alsof ik een misdadiger ben! Dagelijks was ik bij jullie in de tempel om onderricht te geven, en toen hebben jullie me niet gevangengenomen; maar dit gebeurt omdat de Schriften in vervulling moeten gaan.’ Toen lieten allen hem in de steek en vluchtten weg. Een jongeman, die alleen een linnen kleed aanhad, probeerde bij hem te blijven, maar toen ook hij werd vastgegrepen, liet hij het kleed in hun handen achter en vluchtte naakt weg. Lied Met de boom des levens wegend op zijn rug, droeg de Here Jezus Gode goede vrucht. Kyrië eleison, wees met ons begaan, doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan. Jezus werd meegevoerd naar het huis van de hogepriester om te worden voorgeleid, en alle hogepriesters, oudsten en schriftgeleerden kwamen daar bijeen. Petrus volgde hem op een afstand tot op de binnenplaats van het huis van de hogepriester, waar hij tussen de knechten ging zitten en zich warmde aan het vuur. De hogepriesters en het hele Sanhedrin probeerden iemand een getuigenverklaring tegen Jezus te laten afleggen op grond waarvan ze hem ter dood konden veroordelen, maar dat lukte hun niet; want hoewel veel mensen een valse verklaring aflegden, waren hun getuigenissen niet eensluidend. Toen kwamen er een paar met de volgende valse verklaring: ‘We hebben hem horen zeggen: “Ik zal die door mensenhanden gemaakte tempel afbreken en in drie dagen een andere opbouwen die niet door mensenhanden gemaakt is.”’ Maar ook op dit punt waren de getuigenverklaringen niet afdoende. De hogepriester stond op en vroeg Jezus: ‘Waarom antwoordt u niet? U hoort toch wat deze getuigen zeggen?’ Maar hij bleef zwijgen en antwoordde niet. Toen vroeg de hogepriester hem: ‘Bent u de messias, de Zoon van de Gezegende?’ Jezus zei: ‘Dat ben ik, en u zult de Mensenzoon aan de rechterhand van de Machtige zien zitten en hem zien komen op de wolken van de hemel.’ De hogepriester scheurde zijn kleren en zei: ‘Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U hebt de godslastering gehoord; wat is uw oordeel?’ Allen oordeelden dat hij schuldig was en de doodstraf verdiende. Terwijl Petrus beneden op de binnenplaats was, kwam een van de dienstmeisjes van de hogepriester voorbij. Toen ze Petrus bij het vuur zag zitten, keek ze hem aan en zei: ‘Jij was ook bij die Jezus van Nazaret!’ Maar hij ontkende dat en zei: ‘Ik weet niet waar je het over hebt, ik begrijp echt niet wat je bedoelt.’ Hij ging naar buiten, naar het voorportaal, en er kraaide een haan. Toen het meisje hem daar weer zag, zei ze opnieuw, nu tegen de omstanders: ‘Hij is een van hen!’ Maar hij ontkende het weer. En algauw zeiden ook de omstanders tegen Petrus: ‘Je bent wel degelijk een van hen, jij komt immers ook uit Galilea.’ Maar hij begon te vloeken en zwoer: ‘Ik ken die man over wie jullie het hebben niet!’ En meteen kraaide de haan voor de tweede keer. En Petrus herinnerde zich dat Jezus tegen hem gezegd had: ‘Voordat een haan tweemaal heeft gekraaid, zul je mij driemaal verloochenen.’ En toen hem dat te binnen schoot, begon hij te huilen. Lied Laten wij God loven, leven van het licht, onze val te boven in een evenwicht. Kyrië eleison, wees met ons begaan, doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan. ‘s Ochtends in alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen. Na Jezus geboeid te hebben, brachten ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus. Pilatus vroeg hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Hij antwoordde: ‘U zegt het.’ De hogepriesters brachten allerlei beschuldigingen tegen hem in. Pilatus vroeg hem toen: ‘Waarom antwoordt u niet? U hoort toch waar ze u allemaal van beschuldigen?’ Maar Jezus zei helemaal niets meer, tot verwondering van Pilatus. Pilatus had de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten op verzoek van het volk. Op dat moment zat er een zekere Barabbas gevangen, samen met de andere opstandelingen die tijdens het oproer hadden gemoord. Een grote groep mensen trok naar Pilatus en begon hem te vragen om ook nu te doen wat zijn gewoonte was. Pilatus vroeg hun: ‘Wilt u dat ik de koning van de Joden vrijlaat?’ Want hij begreep wel dat de hogepriesters hem uit afgunst hadden uitgeleverd. Maar de hogepriesters hitsten de menigte op om te zeggen dat hij Barabbas moest vrijlaten. Toen zei Pilatus tegen hen: ‘Wat wilt u dan dat ik doe met die man die u de koning van de Joden noemt?’ En ze begonnen weer te schreeuwen. ‘Kruisig hem!’ Pilatus vroeg: ‘Wat heeft hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden nog harder: ‘Kruisig hem!’ Omdat Pilatus de menigte tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij. Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen. Lied Met de boom des levens loodzwaar op zijn rug, droeg de Here Jezus Gode goede vrucht. Kyrië eleison, wees met ons begaan, doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan. De soldaten leidden hem weg, het paleis (dat wil zeggen het pretorium) in, en riepen de hele cohort bijeen. Ze trokken hem een purperen gewaad aan, vlochten een kroon van doorntakken en zetten hem die op. Daarna brachten ze hem hulde met de woorden: ‘Gegroet, koning van de Joden!’ Ze sloegen hem met een rietstok tegen het hoofd en bespuwden hem, en bogen onderdanig voor hem. Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem het purperen gewaad uit en deden hem zijn kleren weer aan. Toen brachten ze hem naar buiten om hem te kruisigen. Ze dwongen een voorbijganger die net de stad binnenkwam, Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, om het kruis te dragen. Ze brachten hem naar Golgota, wat in onze taal ‘schedelplaats’ betekent. Ze wilden hem met mirre vermengde wijn geven, maar hij nam die niet aan. Ze kruisigden hem en verdeelden zijn kleren onder elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen. Het was in het derde uur na zonsopgang toen ze hem kruisigden. Het opschrift met de aanklacht tegen hem luidde: ‘De koning van de Joden’. Samen met hem kruisigden ze twee misdadigers, de een rechts van hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: ‘Ach, kijk nu toch eens! Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt, red jezelf toch door van het kruis af te komen.’ Ook de hogepriesters en de schriftgeleerden maakten onder elkaar zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet; laat die messias, die koning van Israël, nu van het kruis afkomen. Als we dat zien, zullen we geloven!’ Ook de twee andere gekruisigden beschimpten hem. Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’, wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hoor, hij roept Elia!’ Iemand ging snel een spons halen, doordrenkte die met zure wijn, stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken, terwijl hij zei: ‘Laten we eens kijken of Elia komt om hem eraf te halen.’ Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste adem uit. En het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot onder in tweeën. Toen de centurio, die recht tegenover hem stond, hem zo zijn laatste adem zag uitblazen, zei hij: ‘Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.’ Laten we rechtstaan en even bidden in stilte - stilte Van een afstand keken ook enkele vrouwen toe, onder wie Maria uit Magdala en Maria de moeder van Jakobus de jongere en van Joses, en Salome. Toen hij in Galilea verbleef, waren deze vrouwen hem gevolgd en hadden ze voor hem gezorgd, net als vele andere vrouwen die met hem waren meegereisd naar Jeruzalem. Toen de avond al gevallen was (het was de ‘voorbereidingsdag’, dat wil zeggen de dag voor de sabbat), kwam Josef van Arimatea, een vooraanstaand raadsheer, die zelf ook de komst van het koninkrijk van God verwachtte. Hij raapte al zijn moed bijeen en ging naar Pilatus, die hij om het lichaam van Jezus vroeg. Het bevreemdde Pilatus dat hij al dood zou zijn en hij riep de centurio bij zich, aan wie hij vroeg of Jezus al gestorven was, en toen de centurio dat bevestigd had, gaf hij het lijk aan Josef. Josef kocht een stuk linnen, haalde Jezus van het kruis en wikkelde hem in het linnen. Daarna legde hij hem in een graf dat in de rots was uitgehouwen en rolde een steen voor de ingang. Maria uit Magdala en Maria de moeder van Joses keken toe in welk graf hij werd gelegd. Lied O hoofd vol bloed en wonden, bedekt met smaad en hoon, o hoofd zo wreed geschonden, uw kroon een doornenkroon, o hoofd eens schoon en heerlijk en stralend als de dag, hoe lijdt Gij nu zo deerlijk! Ik groet U vol ontzag. Geloofsbelijdenis Geloven in die Jezus van Nazareth is niet zo vanzelfsprekend… Zijn leven eindigde in een mislukking, een veroordeling, verraad en eenzaamheid. En toch, juist die consequente keuze, het niet willen wijken voor de macht en de massa, is van een goddelijke grootheid. Daarom willen we vandaag ons geloof uitspreken, rechtstaande en met volle overtuiging: Ik geloof in God, onze Vader, die ons zijn Zoon Jezus gezonden heeft om zo de Waarheid van hemel en aarde aan ons bekend te maken. Ik geloof in Jezus die rondging om te dienen en niet om gediend te worden. Ik geloof in Jezus die zo wilde werken aan deze wereld opdat er rechtvaardigheid en liefde zou zijn. Ik geloof in Jezus die geloofde dat de liefde sterker is dan lijden en dood. Ik geloof in de heilige Geest de Geest van Jezus, die ons kan vullen met zijn kracht en liefde opdat wij zo goed als Jezus zouden zijn. Amen. Voorbeden -Bidden we voor allen die, net als Jezus, goed doen en toch geslagen en bespot worden. Voor hen die de moed opbrengen te zwijgen als hun onrecht wordt aangedaan. Laten we bidden… -Bidden we voor allen die, net als Jezus, hun lijden alleen moeten dragen, in de steek gelaten door vrienden en verwanten. Dat zij mogen opkijken naar Jezus en in Hem een bondgenoot vinden. Laten we bidden… -Bidden we voor allen die, net als Jezus, in de liefde tot het uiterste gaan. Voor hen die bereid zijn meer liefde te geven dan te krijgen. Laten we bidden… Onze Vader Bij angst, verdriet en moeilijkheden mogen wij steeds aankloppen bij God. Ook Jezus deed dit in de Hof van Olijven. Hij bad daar tot Diegene die Hij ‘zijn en onze Vader’ noemde. Daarom mogen ook wij bidden: Onze Vader... Vredeswens Heer Jezus Christus, Gij wenst ons uw vrede toe, Gij wilt dat iedere plaats een stad van vrede wordt. Schenk ons de moed om ons met elkaar te verzoenen en vrede te stichten. Dan zij Gods vrede altijd met u. En wensen we elkaar ook die vrede toe. Communie In deze simpele gaven van brood, bieden we de Heer de grote en kleine offers van onze veertigdagentijd aan. Wij hebben Hem hulde gebracht bij onze palmwijding. Wilt Gij ons de kracht geven om in U te blijven geloven en U niet te verloochenen als het leven moeilijk wordt. Op de avond voor zijn dood openbaarde Jezus zich als gebroken brood. Zo geeft Hij zich ook aan ons. Laten wij voor elkaar en voor alle mensen zo goed zijn als de Heer. Zie het Lam van God,… Bezinning Hij was een onvergetelijke man. Met woorden en met daden. Hij had het vaak met de wet aan de stok. Behalve met de wet van de liefde. Die kende hij goed. Bemin elkander, woorden die Hij dagelijks gebruikte. Hoe komt het toch dat wij dat niet meer kennen? Hij heeft er zoveel voor gedaan. Hij is ervoor gestorven. Hij was een vonk. Een grote vonk. Het vuur ging moeilijk aan. En het brandt nog steeds niet goed. Help zijn werk voort te zetten. Wees vonken voor elkaar, maar leer eerst zijn Woorden. Vergeef eerst elkaar, verzoen je met elkaar. Vergeet je eigenbelang. Denk aan anderen. Leef niet zomaar. Probeer goed te leven, probeer te leven zoals Hij: voor de anderen. Neem Hem als voorbeeld. Slotgebed God, onze Vader, wij danken U voor deze viering, voor uw aanwezigheid onder ons. Laat dit tehuis, onze families plaatsen zijn waar mensen bij elkaar mogen thuiskomen. Plaatsen waar hun voeten vaste grond vinden, midden een wereld waar het water mensen soms aan de lippen staat. Moge het groen van onze palmtakjes symbool zijn van uw belofte van een betere toekomst, van een leefwereld waarin Gij onze toekomst wilt zijn. Wees voor ons een oase, een groene thuis, een plek waar wij U in stilte en gebed kunnen ontmoeten. Wij vragen het U in Jezus’ naam. Amen. Zending en zegen Ga dan heen en neem een palmtakje mee, als herinnering aan Gods trouw, als oproep tot navolging van Jezus, als getuige in je huis van de hoop dat er bij God leven is over de dood heen. En moge God ons zegenen om de weg van Jezus te gaan, Hij die is + Vader, Zoon en H.Geest. Amen.