Omgevingsanalyse werk

advertisement
Groeiactieplan ’18-’19
Samenvatting Achtergrondinfo
Thema: WERK
Dit document is de korte samenvatting van de omgevingsanalyse van het thema werk. De info werd
samengesteld aan de hand van verschillende gesprekken en beleidsdocumenten. De input kwam uit
verschillende hoeken (OCMW, Samenlevingsopbouw, mensen in armoede, … ). Samenlevingsopbouw
leverde de grootste input m.b.t. hoofdstuk A. Het document wil niet zozeer volledig zijn, maar schetst een
beeld van een aantal belangrijke aspecten voor Gent. We hebben primair aandacht voor die zaken waar het
Gentse beleid mee aan de slag kan.
A. Wat zeggen mensen in armoede?
Hieronder worden enkele prioritaire thema’s – naar voor geschoven door mensen in armoede - kort
toegelicht.
1. Er is sprake van een ‘Digitale kloof’:
- De verplichting (sinds juni 2016) om een e-mailadres op te geven in het VDAB-dossier is
problematisch. Men moet niet enkel de nodige PC-kennis hebben maar ook beschikken over een
PC/Smartphone en internet toegang. Vaak worden uitnodigingen via e-mail verstuurd wat voor de
nodige problemen kan zorgen als men die niet ontvangt/kan ontvangen. Het feit dat een e-mailadres
nodig is (ook al kan dit tijdelijk toegevoegd worden en daarna terug verwijderd), daar kunnen we op
Gents niveau niet veel aan doen. De vaardigheid en het hebben van toegang tot internet is wel een
belangrijk aandachtspunt.
- Werkzoekenden die moeilijkheden hebben met PC, worden geklasseerd als digibeet. Ze kunnen
hun kennis bijschaven via een korte opleiding, maar die is vaak volzet of is niet op maat voor de
vragen die ze hebben.
- Werkzoekenden kennen niet voldoende het belang van het goed beheer en onderhoud van hun
digitaal dossier bij de VDAB.
We vinden het belangrijk hierbij mee te geven dat de digitale kloof ook voor de -25 als de +50 jarigen
van toepassing is. Het is zeker niet enkel en alleen een probleem van een bepaalde
leeftijdscategorie. Dit werd specifiek voor jongeren ook benadrukt op het stakeholdersforum
kinderarmoede.
2. Discriminatie
- Discriminatie op de arbeidsmarkt op basis van leeftijd wordt zowel door jong als oud herhaaldelijk
genoemd. De vaak gehoorde (onrechtstreekse) feedback is dat ze te oud, te jong, te onervaren, …
zijn. Vaak missen mensen hierdoor aansluiting op de arbeidsmarkt voor een lange periode en
belanden ze in een negatieve spiraal. Hierbij aansluitend is het aanbod met aangepast werk voor
zowel oud als jong te beperkt. Vaak kennen werkgevers niet de verschillende systemen waardoor
(langdurig) werkzoekenden aan de slag kunnen.
- Alhoewel niet specifiek genoemd door mensen in armoede vinden we het ook belangrijk om ook
discriminatie op basis van migratieachtergrond te vernoemen. Dit signaal kwam heel sterk naar voor
op de focusgroep met Maatschappelijk werkers van het OCMW. Een laatste en bijkomende aspect is
discriminatie op basis van uiterlijke kenmerken (bv. kledij, …).
3. Isolement en stigmatisering
- Er is veel druk, stress en onzekerheid bij werkzoekenden. Dit versterkt isolement en stigmatisering.
Er is een gebrek aan ontmoetingsplaatsen waar werkzoekenden onbezonnen over hun situatie
kunnen praten, steun bij elkaar kunnen vinden, van elkaars ervaring kunnen leren en hun rechten
leren kennen.
- Werkzoekenden geven aan dat het gevoel te falen voor de maatschappij een gigantische druk zet
op de schouders. Naast het financiële aspect heeft werkloosheid zijn effect op verschillende
levensdomeinen
(gezin,
vrije
tijd,
gezondheid,
wonen, onderwijs, ….). Het niet hebben van een job heeft invloed op mentaal (on)welbevinden,
(laag) zelfvertrouwen en (geringe) levensvreugde.
4. (Waardering van) Vrijwilligerswerk
- Veel mensen zijn actief in hun wijk. Dit bezorgt hen een netwerk. Vrijwilligerswerk is belangrijk,
maar het mag niet dienen om (verloren) arbeidsplaatsen te vervangen. Er worden grote vraagtekens
gezet bij (verplichte) arbeidszorgtrajecten en gemeenschapsdienst.
- Mensen willen zich vaak vrijwillig inzetten, maar durven soms niet uit schrik voor een negatief
advies van VDAB/RVA.
5. Activeringstrajecten
- We merken dat er minder en minder jobs voor laaggeschoolden zijn. Daar tegenover staat een
brede waaier aan activeringstrajecten. De bedoeling is dat mensen hierdoor groeikansen krijgen.
Maar de vragen die opduiken zijn: groeien naar wat? Op welke manier worden ze geactiveerd?
Slagen we er ook in deze mensen te activeren? Wat gebeurt er na een activeringstraject?
- Uit het focusgesprek met de Maatschappelijk werkers van het OCMW was er een grote
bezorgdheid over de steeds groter wordende groep mensen die nergens terecht kan. Niet op de
reguliere arbeidsmarkt en niet binnen de activeringstrajecten. Er is uitstroom - er ‘moet’ uitstroom
zijn - maar er is geen duurzaam vervolg. Er is gebrek aan perspectief op verloonde arbeid voor een
(vaak groter wordende) groep mensen.
6. Stad Gent matcht meer voor beter werk
Het blijft essentieel dat Stad Gent, als grote werkgever en ten aanzien van andere grote werkgevers
in Gent, een faciliterende rol blijft spelen op de reguliere tewerkstellingsmarkt.
7. 1000 extra jobs in de sociale economie
De Stad Gent en het OCMW investeren volop in sociale economie, sociale tewerkstelling,
arbeidszorg, kleinschalige buurtdiensten op wijkniveau en creëren aldus 1.000 nieuwe jobs tegen
eind 2018.
B. Wat zeggen de hulpverleners?
Een aantal stemmen van hulpverleners sluiten aan bij wat mensen in armoede meegeven. Er worden hier om overlap te vermijden - enkel nieuwe signalen opgenomen. De signalenbundels zijn eveneens online terug
te vinden.
1. Signalenbundel 2014 - 2016
In 2014 lag de focus op discriminatie door interim-bureaus en het onduidelijke
nepzelfstandigenstatuut. Verder werd jongerenwerkloosheid naar voor geschoven als prioriteit.
In 2016 lag de focus enerzijds op onbewust en ongewild zelfstandig. Anderzijds werd heel hard
benadrukt dat de arbeidsmarkt nog steeds ontoegankelijk is voor de meest kwetsbare.
2. Input maatschappelijk werkers OCMW – 7/2/2017
- Over het algemeen werden heel wat signalen gegeven m.b.t. de toegankelijkheid van werk in al zijn
facetten (vervoer, kinderopvang, combinatie alleenstaand en flexibiliteit, …). Wat betreft
kinderopvang wordt hier vanuit het beleidsplan kinderarmoede reeds op ingezet.
- Daarnaast werden een aantal linken gelegd met gezondheid: de werkenden zelf deden vaak al
jarenlang fysiek werk, dat blijft niet mogelijk. Dikwijls hebben ze kinderen die veel zorg nodig hebben
waardoor ze minder kunnen gaan werken, …
- Ook werken terwijl er geen of slechte huisvesting is, is vaak een moeilijkheid. Een stabiel dak boven
het hoofd is noodzakelijk om werk te kunnen maken van een job.
- Daarnaast merken we ook meer en meer een groep van ‘working poor’. De minimumlonen liggen
te laag. En als werkende of als Artikel 60 krijg je een aantal sociale voordelen niet meer die
leefloongerechtigden wel hebben.
- De hervormingen zorgen er voor een stuk voor dat er een steeds groter wordende groep geen
aansluiting vindt met de arbeidsmarkt noch met de andere begeleidingstrajecten. Doorstroom
betekent dikwijls een eindpunt. Er is dan ook een grote bezorgdheid over de mensen die niet kunnen
instappen in Artikel 60. Er is meer ruimte nodig voor arbeidszorg en sociale economieplaatsen.
3. Input van 17 Gentse arbeidsactoren i.k.v. projectvoorbereiding “activeer” – Samenlevingsopbouw
Gent (oktober 2016-maart 2017)
- Overgangsmomenten tussen school- arbeidsmarkt zijn cruciaal. Er zijn al een aantal projecten en
trajecten i.s.m. met VDAB, scholen en organisaties om (laaggeschoolde) jongeren wegwijs te maken,
maar dit is onvoldoende om de lading te dekken.
- Nieuwe hervormingen rond tijdelijke werkervaringen: wijkwerken, Artikel 60,… zijn lang en
onduidelijk. Er is al een slechte doorstroming van langere activeringstraject naar de (reguliere)
arbeidsmarkt. Trajecten van 6 maanden zijn niet efficiënt noch voor de werkzoekenden, noch voor
de begeleidende organisatie. Deze trajecten zijn kleine speldenprikken. De afstand tot NEC
(Normaal Economisch Circuit) en de verwachtingen van werkgevers blijven groot voor een groter
wordende groep mensen.
- Veel verschillende actoren (profit en non-profit) zijn in Gent actief rond arbeidstrajectbegeleiding.
Er is versnippering qua doelgroep ikv tenders/uitbesteding, maar het is wel dekkend. Ze kennen
elkaar
goed
door
samenwerking
binnen
GSIW
(https://gsiw.stad.gent/).
- Met betrekking tot Werk- en Welzijnstrajecten geeft men mee dat draagkracht versus draaglast
staat. Dit kan soms niet aangepakt worden binnen het vooropgestelde (tender) stramien. Een laatste
belangrijk aspect is dat er ‘verplichtend karakter en dreiging van sanctionering’ vaak haaks staat op
‘emancipatorisch en empowerend werken vanuit de ervaring en de kracht van mensen’.
C. Wat leren data, cijfers en onderzoek ons?
We geven de meest toonaangevende indicatoren mee. Meer info en cijfermateriaal is terug te vinden via
https://gent.buurtmonitor.be/. Vragen kunnen gesteld worden aan [email protected].
1. Werkloosheidsdruk Gent, 2000-2016 (%)
12
10
8
6
4
2
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
0
Bron: VDAB
Definitie indicator: De werkloosheidsdruk is een maat om na te gaan hoe de niet-werkende werkzoekenden
(NWWZ) zich verhouden tot de (potentiële) beroepsbevolking. Met andere woorden, het is een antwoord op
de vraag: wat is het aandeel of volume van de NWWZ (op 31/03) binnen de (potentiële) beroepsbevolking (=
18-64 jarigen) (op 01/01)? Deze maat wordt uitgedrukt in percentages. Voor de NWWZ wordt het cijfer van
maart gebruikt. De NWWZ zijn onderhevig aan sterke seizoenschommelingen, het beste en meest stabiele
cijfer is dat van maart.
Bespreking: de werkloosheidsdruk in Gent is de laatste 3 jaren stabiel en is in 2016: 9,2%. Tussen 2011 en
2014 is de werkloosheidsdruk toegenomen van 7,9% naar 9,6%.
De wijken met de hoogste werkloosheidsdruk in 2016 zijn: Rabot-Blaisantvest, Sluizeken – Tolhuis – Ham,
Muide – Meulestede – Afrikalaan, Brugse Poort – Rooigem, Nieuw Gent – UZ.
Naar leeftijd is de belangrijkste trend dat de werkloosheidsdruk bij de groep 50 – 64 jaar van 1,9% (in 2000)
gestegen is naar 7,2% (in 2016).
Naar nationaliteit en origine: naar nationaliteit is de werkloosheidsdruk bij de Belgen het laagst (7,7%),
gevolgd door de EU15'ers (10,4%), daarna de niet-eu28'ers (17,2%) en tot slot de EU13’ers (19,3%). De EU28
wordt hier buiten beschouwingen gelaten (omdat EU15 (zonder Belgen)+EU13=EU28 (zonder Belgen)). We
stellen vast dat de werkloosheidsdruk bij de EU28 (15,9%) lager ligt van buiten de EU28 (17,2%). Naar origine
zijn het terug de EU13 die de kroon spannen met een werkloosheidsdruk van 19,9% (2016).
2. Lage werkintensiteit
Lage werkintensiteit Gent
Aantal personen (0-59
jaar) die in gezin leven
met lage werkintensiteit
(LWI) [aantal]
Aandeel personen (0-59
jaar) die in gezin leven
met lage werkintensiteit
(LWI) [%]
Aantal gezinnen met lage
werkintensiteit [aantal]
Aandeel gezinnen met
lage werkintensiteit [%]
2010
2011
2012
2013
34259
31623
30302
31208
17,9
16,9
16,2
16,5
17704
16819
15729
16196
21,9
21,4
20,3
20,8
Bron: Kruispuntbank Sociale Zekerheid – Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming
Het aandeel gezinnen met lage werkintensiteit is vrij stabiel in de periode 2010-2013 en staat op 20,8% in
2013. Concreet betekent dit cijfer dat in 1 op 5 Gentse gezinnen de volwassen personen minder dan een
vijfde van de beschikbare tijd werken.
De Vlaamse armoedemonitor leert ons dat personen in een gezin met een lage werkintensiteit een sterk
hoger risico hebben om in armoede te leven. 43,5% van de personen in gezinnen met lage werkintensiteit
zonder kinderen lopen risico om in armoede te leven, 71,2% van de personen in gezinnen met lage
werkintensiteit met kinderen ten opzichte van een algemeen risico van 14,9%.
Gemiddeld zitten +/- 40% van de cliënten in (equivalent) leefloon in een hoofdactiveringstraject binnen het
OCMW (activeringsbegeleiding, arbeidsbegeleiding, tewerkstellingsbegeleiding, NederlandsWerkt, Snelwerk
en Perspectief). Daarnaast worden cliënten ook geactiveerd in de wijken, bijv. als student of het volgen van
Nederlandse les of een andere opleiding. 12% van de personen die (equivalent)leefloon ontvangen in Gent
zijn aan de slag in artikel 60.
3. Wat zijn de huidige beleidskaders in Gent?
Voor het thema werk onderscheiden we in Gent vier belangrijke beleidsniveaus waar de beleidsacties rond
‘werk’ vorm gegeven worden:
1. Gent Stad In Werking (https://gsiw.stad.gent )
2. Convenant tussen de Stad, VDAB en OCMW (geen link beschikbaar)
3. Beleidsnota Stad Gent (https://stad.gent/over-gent-en-het-stadsbestuur/stadsbestuur/wat-doethet-bestuur/uitvoering-van-het-beleid/werken-ondernemen/beleidsnota-werk-en-activering-20142019)
4. Reguliere werking Stad Gent (Dienst Werk) en OCMW (Dienst Activering). Hiervan zijn niet alle
aspecten van in de beleidsnota opgenomen.
1. Gent Stad in Werking (GSIW)
Gent, stad in werking is een open partnerschap dat streeft naar meer en beter werk in Gent. Door met
partners uit het maatschappelijk middenveld samen te werken krijgen beleidskwesties een breder draagvlak.
Met verschillende partners de koppen bij elkaar steken, leidt tot nieuwe inzichten waar ook de partners zelf
hun voordeel uit halen. De Beleidsgroep GSIW stelt om de 3 jaar een strategisch actieplan op voor meer en
beter werk dat met partners uit het werkveld uitgevoerd wordt.
2. Convenant tussen de Stad, VDAB en OCMW
Binnen de Convenant die Stad, VDAB en OCMW hebben afgesloten is het vooral de bedoeling om de
reguliere werkingen van de drie partners niet alleen op elkaar af te stemmen maar zelfs onderling te
versterken. De beleidsthema’s waarrond gewerkt wordt zijn sterk vergelijkbaar met de vijf werven die
hieronder geformuleerd worden.
3. Beleidsnota Stad Gent
In de beleidsnota zijn er vijf prioritaire werven bepaald (zie onder). Voor elk van die werven zijn een aantal
doelstellingen en strategische keuzes en beleidsaccenten bepaald.
 werf 1: aanpak van de jongerenwerkloosheid
 werf 2: laagdrempelige dienstverlening naar werk
 werf 3: ruimte voor sociale economie en activering
 werf 4: doorgroeien naar haalbare tewerkstelling
 werf 5: invullen van tewerkstellingsnoden van bedrijven
4. Beleidsplannen Stad en OCMW
Het spreekt vanzelf dat de Stad en het OCMW ook binnen hun eigen – uiteenlopende – opdrachten kunnen
werk maken van een aantal specifieke acties. Daarnaast is er een selectie en aanwervingsbeleid dat als
voorbeeld kan en moet dienen.
4. Bronnenlijst – interessante literatuur.










Meer info over de cijfers: https://gent.buurtmonitor.be/ of contacteer [email protected].
Meer info over de input van mensen in armoede: contacteer Samenlevingsopbouw
([email protected])
Beleidsbrief
Werk
van
Minister
Muyters
http://www.werk.be/over-werk-socialeeconomie/beleid/vlaams
Signalenbundel: http://www.beleidssignalen.be
Samenlevingsopbouw Gent vzw:
o “ Jeugdwerkloosheid onder de loep: De kracht van -25” – interviewreeks (2015) en verslag
Ronde tafel gesprek 16 maart 2016 https://samenlevingsopbouwgent.be/wpcontent/uploads/sites/6/2016/03/160200-LP-Jeugdwerkloosheid-onder-de-loepPRINT.pdf
o “De Kracht van 50+” – interviewreeks (2013-214) https://samenlevingsopbouwgent.be/wpcontent/uploads/sites/6/2016/01/140200_lp_genoeg_kracht50__digidef.pdf
Verslag participatiemoment n.a.v. opening van Werkpunt Rabot/Ledeberg – 31 maart 2014
documentaire “insite - outsite” (2016) http://www.rabotsite.be/nl/actueel/140/insite-outsite-dedocumentaire
Prioriteitennota “Ieders stem telt” 2012 https://samenlevingsopbouwgent.be/wpcontent/uploads/sites/6/2016/02/prioriteitennota-definitief.pdf (prioriteit 7 en 8 focussen op
arbeid)
Strategisch beleidsplan 2016-2020 Samenlevingsopbouw Gent (met keuze voor het spoor arbeid en
doelstellingen in Gent)
Recht op werk, recht op arbeid, recht op menselijke activiteit. Een dialoog tussen armste gezinnen
van Gent en diensten uit de sector werkgelegenheid ( BMLIK vzw - 2004)
Download