MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2013 VAK: GESCHIEDENIS DATUM: WOENSDAG 19 JUNI 2013 TIJD: 10.45 – 12.45 UUR N.B. DEZE TAAK BESTAAT UIT 6 PAGINA’S EN 6 OPDRACHTEN Correctiemodel Modelantwoorden zijn richtinggevend. Andere antwoorden van gelijke strekking zijn ook goed te rekenen. In geval van twijfel(bij grote afwijkingen van het correctiemodel) kan een bespreking met minstens een lid van de opstellingscommissie plaatsvinden. Soms kan een bepaalde formulering een heel ander antwoord mogelijk maken dan de opstellers hadden voorzien. I. Een van de meest omstreden begrippen in de historie is het woord imperialisme. Het kolonialisme als uitingsvorm van het imperialisme begon rond de 15e eeuw en liep tegen het einde van 20e eeuwmin of meer ten einde. Bij imperia was het net als bij staten, de ene was sterker dan de ander. (2) 1. Noem twee (2) Europese imperia op die in de oudheid hebben bestaan. Het Romeinse imperium. / Het Griekse imperium. (2) 2. Verklaar waarom de fase van het moderne imperialisme ook wel de benaming kreeg van het wereldwijde imperialisme. Vrijwel de hele wereld raakte in de macht van voornamelijk Europese imperialistische mogendheden. (2) 3. De Europeanen hadden zich ten doel gesteld hun levensopvattingen te verspreiden, al dan niet met geweld. Welk soort imperialisme is hier van toepassing? Cultureel imperialisme. (4) 4. Stelling : " Kolonialisme is imperialisme in het kwadraat ". Motiveer de juistheid of onjuistheid van deze stelling. Juist : het imperialisme is primair gericht op gebiedsuitbreiding en betekende niet altijd dat er sprake was van onderdrukking en uitbuiting. Het kolonialisme gaat veel verder dan alleen gebiedsuitbreiding, er is altijd sprake van onderdrukking en uitbuiting. Page 1 of 6 Latijns-Amerika De onderontwikkeling van Latijns- Amerika is een proces van eeuwen. Deze eeuwenlange afhankelijkheid heeft grote gevolgen gehad die nog heel lang doorwerken. In de loop van de 20e eeuw werd gepoogd door een politiek van versnelde industrialisatie de achterstand weg te werken. Echter bleken de mogelijkheden beperkter dan werd aangenomen. De wijze waarop in de 16e eeuw Latijns- Amerika door Spaanse en Portugese maatschappijen op gezag van de kroon werd veroverd als de vanuit Europa overgebrachte bestuursmaatregelen zouden Latijns- Amerika vier eeuwen lang beheersen. De komst van de Europeanen en daarmee het begin van de koloniale periode was het gevolg van het mercantilisme in Europa. De handel moest goederen leveren die in eigen land ontbraken en was een belangrijk middel voor het vullen van de schatkist van de staat en van de beurzen van de kooplieden. Door het invoeren van een monopolie op de buitenlandse handel werden de koloniën één reusachtig toeleveringsbedrijf voor het moederland. Belangrijke bronnen van inkomsten werden de goud- en zilvermijnen in Peru en Mexico en de suikerplantages in het Caribisch gebied en in Brazilië. Op allerlei manieren trachtten Spanje en Portugal onder andere door middel van indirecte belastingen hun inkomsten te vergroten en de koloniale bevolking werd hiermee belast. Met de komst van de Europeanen werden de politieke en sociaal-economische structuren van de inheemse samenlevingen vernietigd. De plaatselijke bevolking werd gedwongen onder andere het land te bewerken.Toen de inheemse bevolking bezweek aan geweld, overmatige arbeid, uitputting en bovenal ziekten, voerden de Spanjaarden de tot slaaf gemaakten uit Afrika aan. Ze werden op suikerplantages en in de goudmijnen te werk gesteld. In de koloniale samenleving werd de toplaag gevormd door Europeanen. Erwerdeen onderscheid gemaakt tussen de Peninsulares en de Creolen. Omdat vrijwel alle hoge functies voor de eerste groep werden gereserveerd, voelden de Creolen zich achtergesteld. Tussen de Europeanen en de massa van de bevolking, die uit inheemsen en zwarten bestond, ontstond een groep van gemengde afkomst, de mestiezen. Zij kregen op lager niveau bepaalde functies op de haciendas, in de mijnen of gingen zich op de handel of een andere vorm van handarbeid toeleggen. Het overgrote deel van de bevolking leefde in armoede. Herhaaldelijk rees er verzet tegen het bestuur van de Europeanen als gevolg van de hoge lasten en de vele misstanden bij de bevolking. De voor het koloniale bestuur gevaarlijkste opstand was die van Tupac Amaru, een mesties, die afstamde van de Inca's. Na een reeksvan successen werd hij tochverslagen. De toenemende ontevredenheid in Latijns-Amerika over het Spaanse bewind kreeg haar kans door de Franse inval in Spanje. Er ontstonden junta's die toen onder leiding waren van de Creolen. In 1810 begon de uiteindelijke opstand in Mexico met een aantal duidelijke sociaal-economische verlangens en de onafhankelijkheid als uiteindelijk doel. Leiders als Simon Bolivar en José de San Martin hebben de Spanjaarden tenslotte na jarenlange strijd verslagen. Page 2 of 6 Na de politieke onafhankelijkheidvan de Latijns- Amerikaanse landen bleven ze economisch afhankelijk van de ontwikkelde industrie landen. Eerst van Engeland, later van Duitsland en met ingang van de 20e eeuw van de Verenigde Staten. De rol van de imperialistische mogendheden Spanje en Portugal viel volledig weguit Latijns-Amerika. Bron : Europa en de Derde Wereld: Een historsiche benadering; Ger van Roon (pg. 114 –120 bewerkt) II. Tekstinhoudelijke vragen (2) 1. Hoe heeft Latijns-Amerika gedurende de 20eeeuw geprobeerd haar achterstand weg te werken? Door een politiek van versnelde industrialisatie. (2) 2.Wat beoogden de Europese mogendheden met de buitenlandse handel? Goederen leveren die in eigen land ontbraken en het vullen van de schatkist van de staat en de beurzen van de kooplieden. (2) 3. Op welke twee (2) manieren trachtten Spanje en Portugal zoveel mogelijk inkomsten te halen uit hun koloniale gebieden? Door het invoeren van een monopolie op de buitenlandse handel. / door middel van indirecte belastingen. (2) 4. Noem twee(2) sectoren op die een belangrijke bijdrage leverden aan de Europese inkomsten. Mijnbouw , landbouw. (2) 5. Toon middels twee(2) punten aan wat de belangrijkste drijfveer was voor de Europeanen om over te stappen op de tot slaafgemaakten uit Afrika. Afname van de inheemse bevolking door ziekte. / dwangarbeid en geweld. (2) 6. Geef de sociale gelaagdheid van de bevolking van de Spaanse koloniale gebieden aan. Peninsularis - Creolen - Mestiezen - Massa ( Inheemsen en zwarten ). (2) 7. Op grond waarvan voelden de Creolen zich achtergesteld in de Spaanse kolonies? Vrijwel alle hoge functies waren voor de eerste groep, de Peninsularis gereserveerd. (2) 8. Welke twee(2) mogendheden verschenen na de bevochten vrijheid van de LatijnsAmerikaanse landen op het toneel? Engeland / Duitsland /de Verenigde Staten. III. Tekstgerelateerde vragen (4) 1. Welke imperialisme theorieën zijn van toepassing op de tekst? Klassiek- economisch imperialisme theorie. / Dependencia theorie. (2) 2. Zie alinea 2 regel 7-8: De komst . . . Europa. Op welke fase van het imperialisme heeft deze zin betrekking? Fase I Informeel imperialisme( 1500 - 1870). (2) 3.Geef een (1) motief aan die kenmerkend is voor deze fase. Handel drijven stond centraal. Page 3 of 6 (4) 4. Leg uit hoe het repartimento systeem de politieke structuur van Latijns-Amerika vernietigde. Met het repartimento systeem werden stamhoofden geliquideerd en de leiding over degemeenschapwerd toegewezen aan een Spanjaard. (4) 5. Maak middels twee (2) voorbeelden duidelijk dat het Latifundium- Minifundium complex desastreus was voor de inheemsen in Latijns-Amerika. De bevolking moest verhuizen naar minder vruchtbare gebieden, hetgeen de erosie Versnelde. / Dalende voedselopbrengsten door te kleine gronden. / Afname van het consumptiepeil van de bevolking. (4) 6. Zie alinea 5 regel33-34 : In 1810 . . . doel. Noem één (1) politieke en één (1)sociale oorzaakop van de Mexicaanse opstand. Pol. : Ongelijkheid in bestuursfuncties. / geen volksvertegenwoordiging. Soc. : De slavernij. / ongelijkheid voor alle rassen. (2) 7. Verklaar waarom de “grote droom” van Bolivar, een confederatie van alle Spaans Amerikaanse landen gedoemd was te mislukken. Slechte communicatie door een gebrekkige infrastructuur. / geografische obstakels. (4) 8. Geef aan waarom de Latijns- Amerikaanse revoluties niet resulteerden in grote sociale veranderingen. De Spanjaarden waren weg en de Creolen namen hun plek in met als resultaat dat er geen verandering kwam voor de massa in de maatschappij. (4) 9. In grote delen van Latijns- Amerika bestond er een anti- Amerikaanse stemming onder de bevolking. Toon middels twee (2) punten aan waarop deze negatieve houding gebaseerd was. De invloed van de multinationals van de VS. / De VS als verlengstuk van dictatoriale regiems. / Militaire interventies. (2) 10. Welke politiek lanceerde de VS om het anti- Amerikanisme tegen te gaan in 1964? Alliance for Progress. IV. Concurrentie van de eigen productie was in het moederland niet toegestaan. Daarom werden de koloniale gebieden economischondergeschikt gemaakt aan het moederland en deze voerde een de- industrialisatiebeleid gedurende het imperialisme. (4) 1. Welke twee (2) oorzaken lagen ten grondslag aan het compleet in verval geraken van de Indiase nijverheid omstreeks de 18e eeuw? De technologische vooruitgang van Europa./ de dominante positie van de East India Company. / het opleggen van de handelsdoctrine door Engelandonder ongelijke voorwaarden. Page 4 of 6 (4) 2. Geef aan waarom het cultuurstelsel zorgde voor hongersnoden onder de Indonesischebevolking rond de 19e eeuw. Door het gedwongen verbouwen van gewassen voor de Europese markt hadden de Indonesiërs weinig tijd en land over om hun voedsel te verbouwen. (4) 3. Leg uit welke twee (2) negatieve effecten het kolonialisme heeft gehad op de landbouw inAfrika. Vruchtbare landbouwgebieden werden afgepakt van de Afrikanen. / Door roofbouw werden bruikbare gebieden volledig onbruikbaar gemaakt. / Landbouwopbrengsten daalden sterk. V. In de loop van de 20e eeuw nam het verzet tegen de koloniale heersers toe. Het nationalistisch verzet was niet te stuiten. Het imperialisme dat sommige kleine landen groot had gemaakt en grote landen economisch voordeel had opgeleverd, verdween min of meer. (4) 1. Welke invloed heeft het Europeesonderwijs op terugkerende gekleurde intellectuelen uitgeoefend op het nationalisme in de kolonies? Het Europees onderwijs verhoogde het zelfbewustzijn. De mensen in de koloniën kwamen in aanraking met ideeën over democratie, zelfbestuur en zelfbeschikking. Dit versnelde het nationalistisch verzet. (2) 2. Leg uit waarom de fase die sterk werd beïnvloed door gekleurde intellectuelen niet hetgewenste resultaat opleverde. De aanhang bleef beperkt tot de bovenste laag van de samenleving. Geweld werd niet gebruikt omdat de nationalisten de eigen belangen niet op het spel wilden zetten ( ze hadden immers veel te verliezen ). (2) 3. Noem twee(2) kenmerken op van het massanationalisme. Staatkundigeonafhankelijkheid. / Ontwikkeling van een rechtvaardige samenleving. VI. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond een golf van dekolonisatie met als gevolg een toename van het aantal onafhankelijke staten. De zelfstandigheid stelde teleur, want slechts in naam waren de oude koloniale gebieden vrij. Ongelijke economische banden hielden deze nieuwe staten vast aan de voormalige heersers. (4) 1. Toon middels twee (2) punten aan hoe de neokoloniale verhoudingen manifest werdenin de nieuwe staten. Door multinationals./ Conservatieve regeringen in het zadel helpen( of houden.) / Militaire interventies. (2) 2. Welke type revolutie streefde naar een totaal nieuwe maatschappelijke orde vrij van imperialistische invloeden? Sociaal- economische revoluties. Page 5 of 6 (2) 3. Geef aan welke typen revoluties van toepassing zijn op Kenia en Mozambique. Kenia : reformistisch – nationalistisch. Mozambique : sociaal – economisch. (4) 4. Vergelijk de ontwikkelingsmodellen van Brazilië en Cuba met elkaar. Let daarbij op:a. de rol van het buitenland ( met name de VS). b. de sociale veranderingen . Braz. : a. De VS steunde het ontwikkelingsmodel van Brazilië. b. Veranderingen waren niet duidelijk zichtbaar en niet primair gericht op de massa. Cuba : a. De VS was fel gekant tegen het ontwikkelingsmodel van Cuba. b. Zichtbare sociale veranderingen gericht op de massa. SCORE: 90 + 10 = 10 10 Page 6 of 6