7 Bouwstenen voor een vernieuwde rekruteringsstrategie De arbeidsmarkt van vandaag is wat ze is, wat niet noodzakelijk wil zeggen dat we er ons bij moeten neerleggen dat ze is wat ze is. Het ziet er echter op korte of middellange termijn niet naar uit dat de inconsistenties, het niet aansluiten tussen vraag en aanbod sterk zal veranderen. De crisis in golfjes sinds 2008 heeft ons geleerd dat werkgevers op een andere manier dan vroeger met hun personeelsbestand omgegaan zijn. Er werd gebruik gemaakt van tijdelijke werkloosheidsstelsels ook voor bedienden, zoals die door de overheid ingevoerd werd. In sommige organisaties werden tijdelijke arbeidsherverdelende maatregelen genomen. Er werd minder geld uitgegeven aan opleiding, maar zeker niet zo drastisch minder als in vroegere crisissen. De reden is simpel: werkgevers beseffen dat ze het talent dat ze aan boord hebben, beter niet kunnen laten gaan, want dat het steeds moeilijker wordt om het te vervangen. Tenzij er zich grote economische debacles voordoen (breder dan vb Opel Belgium, Arcelor Mittal), zullen we onze rekruteringsstrategie dus voor een lange tijd moeten bijstellen. We zouden natuurlijk kunnen inzetten op verdere automatisering zodat we met minder mensen het werk kunnen doen. Automatisering en andere efficiëntie verhogende maatregelen zijn uiteraard steeds aan de orde. Geen organisatie kan zich permitteren hier niet aan te werken. In de meeste organisaties is het low hanging fruit op dit terrein echter al een tijdje geoogst en zijn de inspanningen om met minder meer te doen vaak groot en complex. Maar het blijft een piste. We kunnen ook verder delocaliseren naar het buitenland. Heel wat bedrijven hebben ook deze piste in de afgelopen jaren bewandeld, met wisselend succes overigens. Sommigen zijn ook teruggekomen op hun expatriëring van activiteiten. De lonen in de favoriete partnerlanden zijn immers ook gestegen en de regelgeving werd er verstrengd. Communicatie verloopt moeilijker, kwaliteitsproblemen en vaak ook… te weinig geschoold personeel. Uiteraard lenen ook niet alle activiteiten zich tot delocalisering. Hoewel af en toe een bedrijfsleider of de werkgeversorganisaties roepen dat ze klaar staan om hun valies te pakken, denk ik dat we in normale omstandigheden de grootste verhuis wel gehad hebben. We kunnen ook outsourcen om onze personeelsbehoefte te voldoen. Maar in feite verleggen we het probleem dan alleen maar. Bij BASF Antwerpen hebben we de afgelopen 5 jaar grote investeringen en afstellingswerken gekend. Reeds voor de start van die werken waren we ons bewust van de mogelijke problemen in personeelsbezetting bij onze contractoren. We hebben ze waar mogelijk geholpen hun bestaffing geleidelijk op te bouwen, zodat we tijdig over bekwame contractormedewerkers konden beschikken. Toch is de kwantiteit en kwaliteit van het contractorenpersoneel vaak de bottleneck van de projecten gebleken. Outsourcen van personeelsproblemen lijkt niet de goede insteek. Outsourcen owv focus op de corebusiness of de kostenstructuur, zijn uiteraard wel valabele redenen. We zouden ook niet meer of minder kunnen aanwerven. Laten we voor ons allen hopen dat we daar nooit toe overgaan of toe moeten overgaan! Uiteraard zijn er de gevolgen voor de interne organisatie (werkdruk, niet realiseren van de doelstellingen, …). Maatschappelijk zou dit echter een regelrechte ramp zijn. Elke niet werkende Belg (en door de vergrijzing worden dat er steeds meer), kost de maatschappij immers 2 keer: 1 keer door de uitkering die hij krijgt, 1 keer door het feit dat hij en zijn werkgever niet meer bijdragen aan ons sociaal verzekeringsstelsel. De loonkost zou alleen maar toenemen, met als gevolg dat er minder aangeworven wordt, … Een studiedag als deze is er niet in de eerste plaats om te vertellen wat allemaal niet kan. Wat kunnen we wel doen? Ik breng een aantal voorstellen onder de vorm van 7 bouwstenen in de vorm van een andere manier van denken… Een andere manier van denken zou kunnen resulteren in een andere manier van handelen… Aan het einde van elke bouwsteen korte feedback en bedenkingen vanuit de groep. 1.Denk toekomstgericht: kijk naar talent én naar competentie. Welk zijn de traditionele onderdelen van een jobadvertentie? Een stapje in de wereld van HR. Het competentiedenken heeft op de wereld van HR terecht een belangrijke impact. Compentiedenken is een top down benadering van de arbeidsorganisatie. We vertrekken vanuit onze missie (wat is onze bestaansreden, waarom doen we het?), onze vizie (waar willen we naar toe? Onze dagdroom over de toekomst), onze strategie (hoe denken we onze droom te kunnen waarmaken?), onze doelstellingen (welke tastbare resultaten willen we bereiken? SMART) onze cultuur (hoe doen we de dingen die we doen? onze waarden en gedragsprofielen) Vervolgens stellen we ons de vraag: Wat hebben we daarvoor nodig? Welke organisatievorm? Welke competenties? De volgende vragen zijn is dan: Hebben we die competenties in huis? Moeten we ontbrekende competenties aantrekken, inkopen of ontwikkelen? Heeft onze medewerker de nodige competenties om zijn verwachte taak binnen de organisatie op een kwalitatief degelijke manier te vervullen? En zo niet, kunnen we die competenties ontwikkelen? Het is als in een puzzel waarin elk stukje zijn plaats heeft of gevormd moet kunnen worden naar het gewenst puzzelstukje. De vraagstelling van het lijnmanagement is vaak volgens deze benaderingswijze. Ontwikkeling wordt vaak gezien als het opkrikken van de zwakkere kanten van de medewerkers. Bij een talentgerichte benadering vertrekt men vanuit de mogelijkheden, het versterken en ontwikkelen van de talenten. De vraag is hier eerder wat we met iemand kunnen doen, hoe iemand optimaal kan ingezet worden, hoever we met iemand kunnen geraken. En misschien dat we onze organisatie daarvoor moeten aanpassen, binnen realistische grenzen uiteraard. Deze benadering vraagt veel meer inbeeldingsvermogen, creativiteit en ondernemersschap. HR-rekrutering wordt een echte business partner die vanuit een veel bredere waaier van mogelijkheden naar de arbeidsmarkt en de organisatie kijkt en tracht de link te leggen. Uiteraard is deze benadering niet voor alle functies mogelijk. Niemand wil graag een brug ontworpen zien door iemand die niets van bouwkunde kent. Van mijn tandarts hoop ik ook dat deze de nodige kennis en vaardigheden heeft vooraleer ze me behandeld. Brengt deze benadering grote risico’s en kosten met zich mee? Veel hangt af van hoe goed we de mogelijkheden van iemand kunnen inschatten. Er zullen zich misschien wat meer false positives voordoen. De verliesbeperking in minder false negatives zal echter groter zijn. Opleidings- en begeleidingsinspanningen zullen groter zijn. Maar een geslaagd talenttraject geeft ook extra voldoening bij de deelnemers. Reacties uit de deelnemersgroep Groen: - Als je verder wil met je organisatie moet je zo denken om verder te kunnen. Als organisatie moet je talent aantrekken om te kunnen groeien. Talentgericht denken gaat de toekomst zijn (link met jef staes, schoolse competenties loslaten en kijken naar talenten) Rood: - Het is wel een goed idee maar er moet binnen de organisatie ook de ruimte zijn om dit te kunnen realiseren. 2.Denk lifetime: ook al blijft een medewerker niet levenslang bij u. Het sprookje van lifetime employment is reeds lang verleden tijd. Of de traditionele laatste zin “…en ze leefden nog lang en gelukkig…” van toepassing is? Ik weet het niet goed. Wanneer we in een barre economische storm zitten, hebben organisaties die werkzekerheid bieden bij de werknemers duidelijk een stapje voor. De overheid is daar een goed voorbeeld van. Wanneer de arbeidsmarkt krap is, doen werkgevers er vanalles aan om hun werknemers, of toch zeker de goede, aan zich te binden. Dat is ook normaal, want de meeste van ons zijn evenwicht zoekers…. En Vlamingen vaak ook zekerheidszoekers. In de weegschaal liggen naast arbeidsvoorwaardenpakket en werkzekerheid, balans werken en privé, managementstijl, maar ook en steeds meer zelfontwikkeling. Wie binnen de eigen organisatie ontwikkelingskansen biedt, blijft medewerkers challengen en houdt ze ook langer aan boord. Want talent wil graag blijven, maar is vrij om te gaan. Wie wordt beter van lifetime denken? De medewerkers: voelen dat er in hen geïnvesteerd wordt, dat ze kansen krijgen, afwisseling, employability De organisatie: retentie effect, beter opgeleide medewerkers, meer polyvalentie = flexibiliteit = risicobeperking , “eigen kweek” bij successieplanning, organisatie in beweging – medewerkers in beweging ook oudere medewerkers Positief imago op de arbeidsmarkt De maatschappij: onze concurrentiekracht met het buitenland vnl owv goede scholing, werkethiek Angst is een slechte raadgever, maar voorzichtigheid een mooie deugd. Medewerkers worden aantrekkelijker voor concurrenten. Inperken van dit risico is moeilijk, maar zal een positief effect op retentie hebben. Een organisatievorm die hiertoe zeker bijdraagt is een projectorganisatie. In een project kunnen medewerkers verschillende rollen oefenen binnen de veilige omgeving van andere projectleden. Reacties uit de deelnemersgroep Groen: - HR is overtuigd van de waarde van investeren in mensen maar het lijnmanagement en algemeen management van een organisatie moet hiervan nog overtuigd worden. Rood: - In veel bedrijven wordt levenslang eng ingevuld, ze kijken enkel naar de functie terwijl lifetime breder moet zijn dan enkel functie. De werknemer is zelf ook mee verantwoordelijk voor zijn lifetime employability. 3.Denk internationaal Eén van de denkpistes die reeds langer als mogelijke oplossing voor onze arbeidsmarkt paradox naar voor geschoven wordt is het binnenhalen van werkkracht uit het buitenland. Deze oplossing staat als een spiegelbeeld tegenover het delocaliseren van werk. Maatschappelijk gezien is het voordeel van deze oplossing dat instromers op onze arbeidsmarkt bijdragen aan ons sociaal stelsel en dus aan onze welvaart. Het vrij verkeer van mensen binnen de Europese gemeenschap is het voorbije decennium geïmplementeerd. Toch heb ik sterk de indruk dat dit voornamelijk als effect gehad heeft dat de aanbodzijde op deze maatregelen gereageerd heeft. Er zijn heel wat instromers die op onze arbeidsmarkt op zoek zijn naar hun plekje. Zoals uit cijfers blijkt, is er echter een discrepantie in vraag en aanbod op het gebied van kwaliteit en is de kloof vaak groot. De werkzaamheidsgraad en de demografische evolutie binnen Europa is sterk verschillend van regio tot regio. Zelfs binnen België zijn er grote verschillen. In een aantal Europese landen heeft de economie sterk te lijden onder de financiële en ten gevolge daarvan economische crisis. In landen zoals Griekenland, Portugal, maar ook Italië, Spanje, Ierland en UK hebben jongeren het moeilijk om een fatsoenlijke job te vinden. Ook in een aantal Oost Europese landen is er veel (jeugd-) werkloosheid. Zeker voor de hoger opgeleiden is er de afgelopen jaren een sterke toename van de kennis van het Engels en is de kwaliteit van de opleidingen gestegen. De crisis houdt ook mogelijkheden in voor wie ze ziet. Reacties uit de deelnemersgroep Groen: - ??? Rood: - Onderwijsniveaus binnen Europa verschillen nog te veel ondanks Bologna proces. Zuiderse landen hebben een ander niveau een ook een andere mentaliteit m.b.t. onderwijs. - Ondernemerschap en attitude van WN verschilt binnen Europa. In oost europese landen zijn vb. veel goede werknemers maar die krijgen hier geen kans o.w.v. vooroordelen die WG’s erop nahouden. - Voor grote bredrijven is internationaal rekruteren makkelijker dan voor KMO’s. Er is weinig aanbod wat betreft hulp van vb. interim kantoors om kmo’s te helpen met internationale rekrutering. - Taal is een heel belangrijk aspect en soms een barrière voor internationaal rekruteren, vb. in schoenenwinkel is taal heel belangrijk en dit is niet evident. - Lange termijn voordelen zijn betwijfelbaar, werknemers met internationale roots hebben in het buitenland familie en vrienden en er is het risico dat ze op termijn terug naar het buitenland zullen gaan 4.Denk naturel, authentiek Na de pauze zal Jan Denys over werkgeversmerken spreken. Hier gaan marketing en HR hand in hand. Aangezien sollicitanten steeds schaarser worden, gaan we hen steeds meer het hof moeten maken als een begeerde prinses op huwbare leeftijd. Hofmakerij is pure marketing, nog voor het woord uitgevonden was. Uit sprookjes kunnen we veel leren. Jonge mannen (in dit geval de werkgevers) schuiven aan om in de aandacht van de mooie prinses te komen. De kandidaten (weer de werkgevers) leggen hun troeven op tafel (hun titel, hun kasteel, hun rijkdom), hun reputatie wordt onderzocht. . … en wie wint? Niet de bluffer, niet de rijkste, maar vaak de meest menselijke, meest empathische, de creatiefste, de meest humoristische, … , want de prinses blijkt ook maar een mens. En als ze toch kiest voor degene die het meest belooft, dan hoop ik maar dat hij het kan waarmaken, of de vreugde zal niet van lange duur zijn. HRM en Marketing Een groot verschil tussen een productmerk en een werkgeversmerk ligt in de doelgroep. De doelgroep van een productmerk bevindt zich in de buitenwereld: de klant. Dat is evengoed zo voor een werkgeversmerk. Uw naambekendheid en uw reputatie bepalen of mensen geïnteresseerd zijn om u al dan niet als werkgever in overweging te nemen. In Volt zien we wekelijks dat reclame nogal eens een loopje neemt met de realiteit. Als werkgever kunnen we ons dat niet permitteren, want we hebben nog een andere doelgroep en dat zijn onze eigen medewerkers. Onze reputatie en de stijl waarin we omgaan met onze klanten intern en extern maken of ook de buik van de kandidaat kiest voor uw organisatie. De ratio is een conditio sine qua non, maar de emotie, de vonk die overslaat, maakt het verschil. De emotie is krachtig, zolang ze niet teleurgesteld wordt, want dan werkt de hefboom even krachtig tegen. We spreken in HR termen van het transactioneel contract en het psychologisch contract. Het psychologisch contract gaat over wederzijdse verwachtingen die niet beschreven zijn en vaak zelfs niet uitgesproken zijn. Bij teleurstelling stellen weinig mensen zich de vraag of ze hun verwachtingen niet te hoog gesteld hebben. Meestal kijken ze naar degene die hun verwachtingen niet waargemaakt heeft. Satisfaction = Reality - Expectation Het managen van de verwachtingen en dus van je geloofwaardigheid is een werk van balanceren en van lange adem. Mensen spreken 10x vaker over waar ze niet tevreden over zijn dan waarover wel. Via sociale media gaan berichten razendsnel de ronde. Het gemakkelijkste en meest effectieve is dat je trouw bent aan jezelf: Authentiek. De jonge generatie is op zoek naar “what you see is what you get” Reacties uit de deelnemersgroep Groen: - Heel belangrijk maar moet ook gerealiseerd kunnen worden. Rood: - Voor bedrijf dat alleen maar technische profielen rekruteert minder van belang. 5.Denk anders Het is niet moeilijk om hetzelfde te zijn als elke andere werkgever. Daarmee speel je op veiligheid. Maar je maakt ook niet het verschil. Waarom werken de mensen die bij je werken graag bij je? Wat is er zo speciaal aan je organisatie? En weet je daarmee een publiek te overtuigen? Anders denken kan op vele domeinen: Werktijden Werkorganisatie Verpleegkunde Challenger - marktleider Sociale betrokkenheid Variatie in werk Activiteit Betrokkenheid Reacties uit de deelnemersgroep Groen: - Unieke bedrijfsomgevingen zijn zeker een goede zaak maar ze moeten ook gerealiseerd kunnen worden en niet alleen beloofd. 6.Denk netwerk: uw medewerkers zijn uw belangrijkste ambassadeurs Betrouwbaarheid van bronnen Peergroep getuigenissen scoren goed als betrouwbare bron van informatie. Hoe dichter de leefwereld van de sollicitant bij deze van de medewerker staat hoe meer touch er kan ontstaan. Dat heeft te maken met herkenbaarheid. En zelfs al valt er eens een negatieve klank te bespeuren, dan is dat geen bedreiging voor de geloofwaardigheid, in tegendeel. Het getuigd van openheid en eerlijkheid, 2 gedragingen die hoog gewaardeerd worden door alle generaties. Hoe sociale media ingezet kunnen worden in het aanboren van deze kanalen komt verder op deze dag aan de orde. Reacties uit de deelnemersgroep Groen: - Medewerkers geven een realistisch en geloofwaardig beeld van de organisatie voor nieuwe sollicitanten. Rood: - Medewerkers brengen vaak eigen familie en vrienden aan die niet geschikt zijn voor de job. Dit brengt de HR is een moeilijke positie. 7.Denk maatschappijgericht De cijfers van Jan Denys tonen aan dat we met een grondig – en typisch Belgisch – Vlaams – probleem op de arbeidsmarkt zitten. We kunnen allemaal voor ons eigen deurtje keren, maar deze keer gaat het niet overal proper zijn. We kunnen elkaar beconcurreren en de loef afsteken als beste werkgever. Maar fundamenteel gaat dat niets oplossen. We kunnen naar de overheid kijken en de verantwoordelijkheid daar leggen. Hoop doet leven. We kunnen ons ook inzetten om mee iets in beweging te krijgen: In onze eigen werkomgeving: door te kijken naar talenten en niet alleen naar kant en klare competenties. Door diversiteit als een troef te beschouwen en kansen te bieden. In onze privé omgeving: door technisch onderwijs niet als minderwaardig te beschouwen. Door toekomstverwachting mee te nemen in onze studie adviezen. Door maatschappelijke verantwoordelijkheid in onze opvoeding mee te geven. Naar de VDAB: door hen te helpen trajecten uit te werken om talent te ontwikkelen. Via werkgeversorganisaties naar de overheid. Om een arbeidsmarktgericht beleid te voeren en ideeën aan te reiken om dit te doen. Naar de vakbonden. Door hen steeds weer te overtuigen dat solidariteit een wederkerende verantwoordelijkheid is: kansen geven en kansen benutten. Reacties uit de deelnemersgroep Rood: - Grootste probleem ligt bij het onderwijssysteem, er is een groot tekort aan technische geschoolde werknemers en toch leren jongeren nergens in de lagere school techniek kennen. Wanneer ze moeten kiezen in het middelbaar kiezen ze eerder voor een richting die ze kennen, dan voor een richting die ze niet kennen. Vooral de overheid en het onderwijs zelf moeten dit probleem aanpakken. Bedrijven hebben als taak: ‘bewustmaking’ en ‘aan de alarmbel trekken’