Lentesessie 2017

advertisement
Lentesessie 2017
hartenkreten
om de dreigende
tweedeling te
slechten
‘Onderwijs is
het machtigste
wapen dat je kunt
gebruiken om de
wereld te
veranderen.’
Nelson Mandela
Twee sociale scheidslijnen trekken steeds dieper wordende
groeven in de Nederlandse bodem. Een scheidslijn tussen
hoog- en laaggeschoolden en een lijn naar etniciteit laten
sporen na op onze scholen, opleidingen, de arbeidsmarkt en
onze samenleving. Onderzoek onderstreept dit en legt een
forse ongelijkheid en een dreigende opleidingskloof bloot.
Zo is de kans groot dat je, als je hoogopgeleide ouders hebt,
zelf ook die richting uitgaat. Dit werken we – ouders, school,
samenleving – op allerlei manieren in de hand. Als kind van
hoogopgeleide ouders krijg je bijvoorbeeld een wat hoger
schooladvies dan een kind van laagopgeleide ouders bij een
gelijke prestatie. Die kansenongelijkheid blijft: ook bij een
Leven Lang Ontwikkelen is er een gapende opleidingskloof.
Nu is, in de woorden van Nelson Mandela, onderwijs het
machtigste wapen dat je kunt gebruiken om de wereld te
veranderen. Tijdens de CINOP Lentesessie 2017 (9 maart jl.
in de Haagse Nieuwspoort) onderzochten alle actoren in
het onderwijs – student, docent, bestuurder, bedrijfsleven,
politiek – hoe het (beroeps)onderwijs een rol kan spelen in
het slechten van de tweedeling in onze samenleving en de
daaraan inherente kansenongelijkheid. Onderwijs is daarbij
niet de enige oplossing, maar wel een factor van groot belang.
Laten we dit machtige wapen gebruiken om ervoor te zorgen
dat iedereen een gelijke kans krijgt. Luister naar onderstaande
hartenkreten, neem je verantwoordelijkheid, pak je rol en
dicht die opleidingskloof!
3
1
Toekomstbestendig
onderwijs =
onderwijs waar iedere
jongere vanaf het prille
begin gelijke kansen krijgt.
4
Wij zijn Europees kampioen sjoelen. Nergens in Europa is
de leerloopbaan immers zozeer een sjoelbak waarbij je,
­eenmaal losgelaten, over het hout schuift richting je eigen
sociaal­economische hokje. We sorteren onze kinderen al in
het ­basisonderwijs voor met het schooladvies en houden
hen ­tijdens hun levenlange ontwikkeling in hetzelfde sociale
spoor. Terwijl we toch allemaal vinden dat iedereen recht
heeft op gelijke kansen. En wel vanaf de start: in de voor
je ontwikkeling zo belangrijke eerste vier levensjaren.
Dat voorkomt vaak onbegonnen reparatiewerk in de ­verdere
­leerloopbaan. We moeten daarom volop investeren – financieel, maar ook didactisch-pedagogisch – in deze eerste fase
van de leerloopbaan en het vervolg hierop: het primaire
­onderwijs. Laten we ervoor zorgen dat ieder kind een g
­ elijke
start krijgt en niet al op voorhand een achterstand heeft.
En laten we eenieder ook in het voortgezet onderwijs, in een
vervolgopleiding, op de arbeidsmarkt en in de samenleving
dezelfde kansen blijven bieden.
5
Geef iedere jongere
de kans en de tijd
om succesvol het
onderwijs af te ronden.
2
6
Een leerloopbaan is opgeknipt in diverse fases. Je gaat van
de basisschool naar het voortgezet onderwijs. Van het vo
naar mbo, hbo of wetenschappelijk onderwijs. Daarna wacht
een vervolgopleiding of de arbeidmarkt. Sommige jongeren
ervaren de overstap van de ene naar de andere fase als een
automatisch iets: ze waren toe aan een volgende stap en
­stromen vol vertrouwen in of uit. Maar anderen hebben daar
veel meer moeite mee. Die hebben simpelweg meer tijd en
aandacht nodig. Om het onderwijs succesvol af te ronden.
Om de juiste (loopbaan)keuzes te maken die passen bij hun
talenten en passie, nu en straks op de arbeidsmarkt (Leven
Lang Ontwikkelen) en in de samenleving (goed burgerschap).
De overstap mag geen struikelpartij worden. De huidige
­cascadefinanciering – hoe eerder iemand zijn diploma haalt,
hoe meer financiering de onderwijsinstelling ontvangt –
past hier niet bij en vergroot juist de kansenongelijkheid.
Deze fi
­nanciële prikkel kan beter gegeven worden aan
warme overdracht, Loopbaanoriëntatie en -Begeleiding (LOB)
en het stimuleren van het ‘stapelen’: mogelijkheden scheppen
voor leerlingen en studenten om langer te doen over de
leerroute om tot een resultaat (diploma of certificaat) te komen.
Bijvoorbeeld ook door de scholen in de zomer open te stellen
voor bijspijkercursussen.
7
3
Zorg voor meer
mogelijkheden voor
maatwerk
en flexibilisering
8
Onderwijs is geen vaste formule die je op elk kind, jongere of
(jong)volwassene kunt loslaten. Een mens heeft immers zijn
eigen leervoorkeuren, mogelijkheden, competenties, passies
en talenten. Onze hersenen ontwikkelen zich bovendien tot
ons 23ste jaar en doen dat niet bij eenieder in dezelfde volgorde.
Een langzaam groeiende boom kan uiteindelijk de grootste
worden. Onderwijs moet op die diversiteit aansluiten.
Om maatwerk te creëren, is flexibilisering nodig. Je moet als
leerling of student verschillende routes kunnen volgen die
aansluiten op wat je kunt, wat je wilt en waar je voor gaat.
Hiervoor moet je ‘in je kracht staan’ (empowerment), maar
er moet ook bij je docent en, later op de arbeidsmarkt bij je
werkgever, oog zijn voor je talent.
9
Maak docenten weer
eigenaar van het onderwijs
en stimuleer pedagogisch
vakmanschap
4
10
We horen het vaak en niet voor niets: de leerkracht maakt het
verschil. De docent, (hoog)leraar, meester of juf is de kritische
succesfactor om ons onderwijs naar een hoger plan te tillen,
zodat iedereen een gelijke kans krijgt. Laat de leerkracht daarom
weer eigenaar van het onderwijs worden en stel hem in staat zijn
vak vorm te geven en uit te voeren. Geef docenten enerzijds de
professionele ruimte om zich te blijven ontwikkelen (op hun vakgebied en in pedagogisch-didactische zin) en zorg anderzijds juist
voor kleinere klassen. Want in te volle klassen komt pedagogisch
vakmanschap niet tot volle bloei: de leerkracht krijgt dan niet
de kans situaties in de klas – bijvoorbeeld een discriminerende
opmerking of een schijnbaar ongeïnteresseerde houding – te
gebruiken voor onderwijsleermomenten. Beter ‘Onderbouw dat
eens’, dan ‘Doe eens normaal’ of ‘Dat is jouw mening’. Het gaat
om bruggen bouwen, niet elkaar uitjouwen.
11
?
?
?
?
?
?
Wat is
uw hartenkreet
voor gelijke
kansen?
?
?
Doorprik
de gelijkheidsbubbel,
stimuleer
sociale cohesie
5
14
Hartstikke mooi natuurlijk als je het voor elkaar krijgt dat je
kroost naar die ene, zo bij jou passende school mag. Dat is
immers een school voor ‘ons soort mensen’. En kijk die
schoolresultaten eens… Ja, ze doen het goed, die gecategoriseerde, kleine scholen. Daarom sturen we onze kinderen daar
graag naar toe. Al vinden we het natuurlijk wel belangrijk
dat een school een dwarsdoorsnede van de samenleving is.
Dus niet alleen een ‘vindplaats’ van gelijkgestemden, maar
van kinderen van alle achtergronden. Zolang dat maar niet zo
is op ‘onze school’. En zo werken we de segregatie en daarmee
kansenongelijkheid in de hand. Terwijl de school, samen met
het ziekenhuis, zowat de enige plek in ons land is (of kan zijn)
waar je nog echt Jan en alleman ontmoet. Daar is de sociale
cohesie nog voelbaar, terwijl we elders in een ‘gelijkheids­
bubbel’ wonen en werken. We kunnen deze sociale cohesie
vergroten, niet door de sociale lagen te organiseren, maar
juist door het onderwijs anders in te richten. Bijvoorbeeld
door in de brugperiode te werken met stamgroepen (kinderen
met een verschillende sociaaleconomische of etnische
achtergrond volgen hetzelfde vak) en differentiatie­
groepen: ben je goed in een vak, dan kom je in een groep voor
gevorderden, loop je achter, dan krijg je extra instructie.
Hierdoor kan de school, die ultieme melting pot, iedereen
op zijn of haar niveau stimuleren en er alles aan doet om
talenten te benutten.
15
Ruim baan voor
talent, minder focus
op diploma’s
6
16
Misschien dat er nog steeds vaders en moeders zijn die hun
kind het volgende op het hart drukken: ‘Haal je papiertje maar,
dan komt alles goed’. Mooie blijk van ouderlijke w
­ ijsheid.
Maar ook van verouderde wijsheid. Want de omgeving ­waarin
we straks leren, werken, zorgen, samenleven en consumeren
verandert in een hoog tempo. Die beweging naar flexibiliteit
en dynamiek brengt andere spelregels met zich mee.
Neem werk: dat bestaat straks meer en meer uit tijdelijk
en ­uiteenlopende klussen met steeds nieuwe uitdagingen,
­nieuwe collega’s en nieuwe settings. Het belang van zelf de
regie kunnen nemen groeit. Meer dan je opleidingsniveau
wordt je talent het onderscheidend vermogen. We denken
straks niet meer in diploma’s, maar in competenties,
inzetbaarheid, mogelijkheden. Meer in ‘wat kan je?’ dan in
‘wat kun je niet?’. Het verschil tussen winnaars en verliezers is
niet meer het onderscheid tussen ‘haves’ en ‘havenots’, maar
tussen ‘cans’ en ‘cannots’. Om achterstanden weg te werken,
moeten we dan ook vol inzetten op het laten floreren en
waarderen van talent en het ontwikkelen van competenties
(21st century skills, loopbaancompetenties, burgerschaps­
competenties).
17
7
Praktijkgericht
onderwijs verdient
meer aandacht en
waardering
18
Het is een aanrader en eyeopener ineen: een middag praten
met mbo’ers. Je hebt dan, geloof het of niet, prettige gesprekken
met jongeren die hun mening, vaak goed verwoord en onderbouwd, voor het voetlicht brengen. Dit strookt niet met het
beeld dat we hebben van het beroepsonderwijs. Dat kampt
met een negatief imago, met dank aan enkele misstanden
die – koren op de mediamolen – in chocoladeletterheadlines
het vele goede werk tenietdoen. We onderwaarderen het
beroepsonderwijs en overwaarderen het wetenschappelijk,
algemeen vormend onderwijs. Natuurlijk is het prachtig als
je op school hoge cijfers had voor natuurkunde en daarna een
­academische titel behaalde. Maar dat wil nog niet zeggen dat
je even die stroomstoring in je huis oplost. Te veel denkers
dissen ­doeners, terwijl zij deze praktijkmensen hard nodig
hebben. Beroepsgericht onderwijs verdient dan ook meer
waardering. En meer aandacht, want juist daar ligt een
belangrijke sleutel om de deuren naar kansengelijkheid te
openen. Neem de ­
Beroeps Begeleidende Leerweg (bbl).
Dat is een succesnummer, ook voor bijvoorbeeld studenten
met een migratieachtergrond. Natuurlijk: als je vier dagen
werkt en 1 dag naar school gaat, heb je minder tijd over voor
een vak als Nederlands. Dat manco mogen we niet uit het
oog verliezen. Maar in de bbl grijpen jongeren de kansen
die ze daar aangereikt krijgen. Er zijn nu experimenten
gaande om ook de havo meer beroepsgericht en praktisch
in te richten. Zodat jongeren die graag met hun handen
werken op diverse niveaus terecht kunnen. Aangezien het
gros van de havisten in het hbo belandt, is dit niet vreemd.
De havo – nu vlees noch vis, beroepsonderwijs noch voorbereidend wetenschappelijk onderwijs – is eigenlijk een
‘vhbo’. En daarmee is 80% van het voortgezet onderwijs
beroepsonderwijs. Hoogste tijd dus voor een opwaardering.
19
4
1 5
2 6
3 7
Hartenkreten
en
oplossingen
20
Maak docenten
weer eigenaar van
het onderwijs en
stimuleer pedagogisch
vakmanschap
Toekomstbestendig
onderwijs = onderwijs
waar iedere jongere
vanaf het prille begin
gelijke kansen krijgt.
Doorprik
de gelijkheidsbubbel,
stimuleer
sociale cohesie
Geef iedere jongere
de kans en de tijd
om succesvol het
onderwijs af te ronden.
Ruim baan
voor talent,
minder focus
op diploma’s
Zorg voor
meer mogelijkheden
voor maatwerk
en flexibilisering
Praktijkgericht
onderwijs verdient
meer aandacht
en waardering
21
Over de
totstandkoming
van de
7 hartenkreten
Hoe kun je als (beroeps)onderwijs een rol spelen
in het tegengaan van de tweedeling in de samenleving?
Deze vraag stond centraal tijdens de CINOP
Lentesessie 2017 in Nieuwspoort in Den Haag.
Het antwoord werd gegeven in zeven hartenkreten
die samen de boodschap vormen voor de politiek.
22
De bouwstenen kwamen tot stand door inzichten en
praktijkverhalen van Jack de Vries, Tanja Jadnanansing
(Albeda College), Ron Bormans (Hogeschool Rotterdam),
Saskia Grotenhuis (OS Bijlmer), Monique Turkenburg
(SCP), Ingrid Christoffels (ecbo), Mariëtte Hamer (SER) en
Ton Heerts (MBO Raad). Dit alles ten overstaan van 170
bezoekers uit de wereld van het beroepsonderwijs en een
Leven Lang Ontwikkelen. Henny Morshuis (CINOP) tekende
voor de gespreksleiding. Tijdens deze derde editie van de
Lentesessie wil CINOP ideeën, voorstellen en oplossingen
genereren voor de nieuwe politieke beleidsagenda die in 2017
tot stand zal komen.
Voor een volledig verslag in woord en beeld zie www.cinop.nl
CINOP
Als maatschappelijke onderneming dragen wij bij aan het
leren van jongeren en volwassenen voor de arbeidsmarkt en
samenleving van morgen. Vanuit deze missie werken wij aan
oplossingen in de driehoek overheid, onderwijs en arbeidsmarkt.
Lentesessie
Jaarlijkse bijeenkomst rond de eerste lentedag waarin wij met
het werkveld de dialoog aangaan over actuele vraagstukken
in de wereld van (beroeps)onderwijs, volwasseneneducatie
en een Leven Lang Ontwikkelen.
23
CINOP
Postbus 1585
5200 BP ’s-Hertogenbosch
073-6800800
[email protected]
www.cinop.nl
Grafische vormgeving:
Digitale Klerken
Download