Van onderwijs naar arbeidsmarkt Naar nieuw regionaal onderwijsbeleid (ROB) Regionaal Onderwijsbeleid De VNG wil samen met gemeenten en partners in het onderwijs en bedrijfsleven bouwen aan sterkere overgangen van onderwijs naar arbeidsmarkt en daarmee een nieuwe invulling geven aan regionaal onderwijsbeleid (ROB). Daartoe is een ondersteuningstraject opgezet, gericht op verbindingen tussen gemeenten, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en overige actoren waaronder werkgevers. Doel is om in zes pilots met de betrokken partijen in de regio in te zetten op versterking van de samenwerking, nieuwe vormen van sturing en beleid te verkennen, knelpunten aan te pakken en die zo mogelijk op te lossen. Waar gaat het om? De meeste jongeren hebben een succesvolle schoolloopbaan en vinden aansluitend een betaalde baan. De meest kwetsbare groepen zijn jongeren met een fysieke, verstandelijke of psychische beperking en jongeren met meervoudige problematiek. Voor beide doelgroepen verandert er veel in wet- en regelgeving. Als gevolg van de decentralisatie in het sociale domein krijgen gemeenten en onderwijs meer bestuurlijke verantwoordelijkheden én speelruimte om verbinding aan te brengen tussen passend onderwijs, jeugdhulp, maatschappelijke ondersteuning en participatiewet. Met de (nieuwe) taken en verantwoordelijkheden op het gebied van werk en inkomen wordt de onderlinge afhankelijkheid nog groter. Als het gaat om jongeren voor wie de weg van beroepsonderwijs naar werk moeilijk verloopt, krijgen de gemeenten de komende jaren veel extra taken en bevoegdheden. Willen gemeenten kosten voor zorg en uitkeringen beheersen, dan zullen zij preventief in - en met het onderwijs moeten samenwerken. Thema’s De belangrijkste thema’s zijn: Een doorgaande lijn realiseren in de ondersteuning van kwetsbare jongeren in de schoolloopbaan, de afronding daarvan en de overgang naar werk; In beeld brengen en blijven volgen van jongeren met een zware en middelzware ondersteuningsbehoefte; Signalering en ondersteuning van individuele jongeren met meervoudige problematiek; Zorg dragen voor een integrale aanpak in de context van school en leefomgeving; Verder terugdringen van voortijdig schoolverlaten, voorkomen van jeugdwerkeloosheid en plaatsing van jongeren met een arbeidsbeperking op de arbeidsmarkt. Verbetering van de kansen op werk door aansluiting opleidingsaanbod in het beroepsonderwijs op de vraag van de regionale arbeidsmarkt. Opbrengst De bevindingen en uitkomsten van de regionale pilots worden samengevat in een eindrapportage. Werkzame bestanddelen van de aanpak in de diverse regio’s worden vertaald in een samenhangend kader en overdraagbare producten, waaronder nieuw beleidsinstrumentarium. Gedurende het traject wordt tussen de pilotregio’s communicatie en uitwisseling geïnitieerd, onder andere in de vorm van uitwisseling tussen regio’s en overleg tussen vertegenwoordigers van rijksoverheid, gemeenten, onderwijs en bedrijfsleven. Pilotregio’s 1. Pilotregio Drechtsteden Inzet in deze regio is te komen tot een regionale agenda voor de begeleiding van jongeren bij de overgang van school naar werk. De doelgroep VSO-PRO staat centraal. De ambitie is om de bestaande versnippering op te heffen en te komen tot een integrale aanpak voor deze doelgroep, inclusief bundeling van budgetten en een helder regiemodel. 2. Pilotregio Flevoland In deze regio wordt ingezet op het bij elkaar brengen van de partners onderwijs en gemeenten rondom regionale thema’s, waaronder de aanpakken kwetsbare jongeren van Almere en Lelystad. Uitgangspunt is dat een aantal thema’s op de schaal van Flevoland verbonden kunnen worden waardoor voor alle partijen meerwaarde ontstaat. De bedoeling is een en ander vast te leggen in een regionale onderwijs agenda (REA) en op onderdelen te bekrachtigen in een samenwerkingsovereenkomst, inclusief afspraken over financiële bijdrage en rolverdeling. 3. Pilotregio Nijmegen De focus in deze regio ligt op de ontwikkeling van een gezamenlijke aanpak voor de ondersteuning van mbo-studenten met een beperking bij de overgang naar werk. Daarvoor wordt een voorbereidingsfase ingericht waarin aan de hand van een concreet projectplan wordt ingezet op draagvlak bij alle betrokken partijen in de regio. 4. Pilotregio Noord- en midden Drenthe In deze regio wordt ingezet op een gezamenlijke aanpak voor een ononderbroken leerweg voor jongeren in de regio. Kernelement is de doorontwikkeling van het reeds bestaande Toekomtsloket tot een schakelpunt voor jongeren van 12-27 jaar. De beleidsmatige en bestuurlijke inbedding wordt regionaal opgepakt. 5. Pilotregio Noordwest Veluwe Het doel is het versterken van de samenwerking tussen onderwijs (vo en mbo) en gemeenten en het komen tot werkzame aanpakken gericht op de overgang van leerlingen uit het praktijkonderwijs en VSO naar werk of dagbesteding. Naast gemeenten en onderwijs (vso, pro en mbo) worden ook andere partijen, zoals aanbieders van dagbesteding en werkgeversorganisaties, actief bij de pilot betrokken. 6. Pilotregio Zuid-Kennemerland Deze pilot richt zich op de versterking van het regionaal besturenoverleg onderwijs ZuidKennemerland van gemeenten en schoolbesturen po, vo, mbo en hbo. Het gaat om de ontwikkeling van scenario’s voor een effectievere en intensievere aanpak voor kwetsbare jongeren, inclusief omschrijving van het te leveren maatwerk, financieringsvormen, monitorvoorstellen.