Oefententamen

advertisement
College 7
Afsluiting:
oefenen met tentamenvragen
TENTAMEN:
23 januari 2004, 13.30 - 15.00u
(29 maart middag)
Inschrijven kan vanaf nu tot 8 januari!
Tentamenstof
•Boek (Brehm, Kassin & Fein: Social Psychology):
Alles! (maar minder vragen over law & health)
•Collegestof (sheets & filmpjes)
Tentamenvragen: 35 mc + 4 open vragen
Klaar voor de test???
VRAAG 1
Je zus komt thuis met de mededeling dat zij gezakt
is voor haar rij-examen. Je maakt je schuldig aan de
fundamentele attributiefout door te concluderen dat:
a. ze niet handig genoeg is om te leren autorijden
b. ze pech heeft gehad
c. ze een strenge examinator heeft gehad
d. het tijdstip van het examen van invloed moet zijn geweest
VRAAG 2
Een kleine beloning heeft meer effect op attitudeverandering dan een grote, is een voorspelling
welke gedaan wordt op grond van:
a. de sociale leertheorie
b. de cognitieve dissonantietheorie
c. de social exchange- theorie
d. de sociale vergelijkingstheorie
VRAAG 3
In het lijnstukken-experiment van Asch conformeerden de
deelnemers vanwege de _________ invloed van de groep, in
het autokinetisch effect-experiment van Sherif conformeerden
de deelnemers vanwege de _________ invloed van de groep.
a. informatieve; normatieve
b. normatieve; informatieve
c. primaire; secundaire
d. secundaire; primaire
VRAAG 4
Lies had helemaal geen zin om te luisteren naar het
verhaal van de verkoper over de CD-speler die hij
wilde aanbevelen, maar omdat het een
gerenomeerd merk was nam ze aan dat het wel in
orde was. Lies maakte gebruik van…
a.
b.
c.
d.
heuristieke verwerking
systematische verwerking
elaboratieve verwerking
involvering
VRAAG 5
In experimenteel onderzoek is een afhankelijke
variabele een variabele die:
a. gemeten wordt door de proefpersonen
b. gemanipuleerd wordt door de onderzoeker
c. gemeten wordt door de onderzoeker
d. gemanipuleerd wordt door de proefpersonen
VRAAG 6
Volgens de sociale vergelijkingstheorie zijn mensen
het meest geneigd zich te vergelijken met anderen
die:
a. populair zijn
b. eenzaam zijn
c. vriendelijk zijn
d. vergelijkbaar zijn
VRAAG 7
Drie muziekanten (een cellist, een pianist en een
vioolspeler) voeren een muziekstuk op. Wat voor
soort taak is dit?
a.
b.
c.
d.
compensatorische taak
additieve taak
conjunctieve taak
disjunctieve taak
VRAAG 8
Gert gaat ervan uit dat alle Fransen van kaas
houden. Dit is een voorbeeld van:
a. een stereotype
b. een vooroordeel
c. een sociale norm
d. discriminatie
VRAAG 9
Het belangrijkste verschil tussen de sociale
psychologie en de sociologie is:
a. dat de twee disciplines zich ieder richten op andere populaties
b. dat de ene discipline veel meer variabelen bestudeert dan de andere
c. de ene discipline m.n. gericht is op het individu, de andere discipline
m.n. op groepen
d. geen van bovenstaande
VRAAG 10
Wanneer het Nederlands elftal tijdens het WK of EK
een aantal wedstrijden heeft gewonnen, valt al snel
op dat Tom Egberts het over “we” heeft i.p.v. “de
spelers van het Nederlands elftal”. Dit fenomeen
illustreert:
a. CORF’ing
b. BIRG’ing
c. strategische zelfpresentatie
d. self-serving bias
VRAAG 11
Wanneer er sprake is van social facilitation
presteren mensen in de aanwezigheid van anderen
___________ op eenvoudige taken en
_______________ op moeilijke, complexe taken
a.
b.
c.
d.
beter; slechter
slechter; beter
beter; beter
slechter; slechter
VRAAG 12
Volgens de evolutionaire psychologie komt agressie
vooral voort uit:
a.
b.
c.
d.
bepaalde hersenstructuren en hormonen (o.a.
testosteron)
de combinatie tussen aangeboren en
aangeleerde factoren
de behoefte aan het in zekerheid stellen van
de overleving van de eigen genen
de effecten van bepaalde sociale en
biologische stimuli zoals warmte, pijn, en
lawaai
VRAAG 13
De theorie die stelt dat mensen het meest tevreden
zijn met hun relatie indien de kosten/baten-ratio
voor beide partners gelijk is, heet de
a.
b.
c.
d.
attributie theorie
equity theory
social exchange theory
triangular theory
VRAAG 14
Vrouwen die met een man naar een beangstigende
griezelfilm gaan, blijken de man na afloop aantrekkelijker te
vinden dan vrouwen die met een man naar een romantisch
drama gaan. Volgens Schachter’s emotie-theorie kan dit
worden verklaard door:
a.
b.
c.
d.
de evolutionair verklaarbare behoefte aan bescherming in angstaanjagende situaties
de sterke emotionele ‘arousal’ tijdens de griezelfilm
het negatieve affect dat door het drama wordt
opgeroepen
het contrast tussen de romantiek in het drama en de
werkelijkheid
VRAAG 15
Welk van onderstaande past het best in Daryl Bem’s
zelf-perceptietheorie?
a. mensen passen hun attitudes aan aan hun gedrag, om de negatieve
arousal te verminderen en hun gedrag te rechtvaardigen
b. mensen nemen hun eigen gedrag altijd waar op een zelfbeschermende en ‘self-serving’ manier
c. mensen trekken conclusies over hun attitudes en gevoelens door
hun eigen gedrag te observeren en attribueren
d. mensen interpreteren hun eigen gedrag door te kijken naar de
reacties van anderen op dit gedrag
VRAAG 16
In correlationeel onderzoek kan specifiek…
a.
b.
c.
d.
de sterkte van de samenhang tussen twee of
meer variabelen worden vastgesteld
de oorzakelijke samenhang tussen twee of
meer variabelen worden vastgesteld
a noch b
a en b
VRAAG 17
Perifere verwerking van (reclame) boodschappen
heeft in vergelijking met centrale verwerking:
a. een groter lange-termijn effect op attitudes
b. een kleiner lange-termijn effect op attitudes
c. een groter effect op de involvering van de
ontvanger
d. een groter effect op de sterkte van de
argumenten
VRAAG 18
Welk van onderstaande onderzoeken is het
minst sociaal psychologisch?
a. het effect van slaap op oncentratievermogen
b. het effect van temperatuur op straatrellen
c. het effect van politieke attitudes op
vriendschapsvorming
d. het effect van herinneringen van belangrijke
anderen op het eigen geluk
VRAAG 19
Onder het “overjustification effect” wordt verstaan:
a. dat mensen de invloed van de situatie op het gedrag van
anderen onderschatten
b. dat als mensen worden betaald voor iets dat ze al leuk
vonden om te doen, zij de activiteit minder leuk gaan
vinden
c. dat mensen het zichzelf extra moeilijk maken zodat je bij falen
de omstandigheden de schuld kan geven
d. dat iemand meer krijgt dan hij/zij verdient
VRAAG 20
Je ziet een man lachen nadat hem een mop wordt
verteld. Om vat te krijgen op de situatie stel je
jezelf de volgende vraag: "lachen de andere
mensen ook om de mop?".
Volgens Kelley's attributietheorie probeer je met
deze vraag inzicht te krijgen over:
a.
b.
c.
d.
consensus
distinctiviteit
consistentie
succes en falen
VRAAG 21
Kelley's attributietheorie stelt dat bij hoge
distinctiviteit ____________ attributies worden
gemaakt; bij hoge consensus worden
____________attributies gemaakt.
a.
b.
c.
d.
interne, externe
externe, interne
interne, interne
externe, externe
VRAAG 22
Als Anton terugkijkt op zijn mislukte liefde,
herinnert hij zich dat er al veel ‘tekenen aan de
wand’ waren terwijl de relatie nog in stand was.
Dit scenario is het meest consistent met:
a.
b.
c.
d.
een geanticipeerd excuus
het cocktail party fenomeen
neerwaartse vergelijking
de ‘hindsight’-bias
VRAAG 23
Milgram’s experiment, waarin elektrische
schokken werden toegediend door leraren, liet
zien dat veel van de mensen _________ zijn
a.
b.
c.
d.
sadistisch
opstandig
seksistisch
gehoorzaam
VRAAG 24
Er is veel gediscussieerd over de vraag of mensen een
ander helpen vanwege altruïstische motieven of
egoïstische motieven. Hoe kunnen onderzoekers die
twee motieven uit elkaar halen? Als het echt altruïsme
is, dan helpt men…
a. óók personen die zelf verantwoordelijk zijn voor hun
situatie, bijvoorbeeld iemand die dronken is en valt
b. óók als er hoge kosten zijn verbonden aan het bieden
van hulp
c. óók als er veel omstanders (bystanders) zijn
d. óók als men de situatie makkelijk zou kunnen
ontvluchten
Scoring
10- (aantal fout/ 1.8)
Bij 8 of minder fouten: GEFELICITEERD!!
Verklaar de “foot-in-the-door” compliancetechniek, met behulp van de
zelf-perceptietheorie
Pim Fortuyn zei dat artikel 1 van de grondwet (verbod op
discriminatie) moet worden afgeschaft.
Beargumenteer aan de hand van de drie criteria van Jones
and Davis Correspondent Inference Theory in hoeverre dit
gedrag ons iets zegt over de actor (Pim Fortuyn).
Leg aan de hand van een voorbeeld uit wat selfhandicapping is.
Waarom doen mensen dat? (zich zelf
‘handicappen’)?
Als je om je heen aan mensen vraagt naar hun mening
over condoomgebruik, zullen de meeste mensen van
mening zijn dat het “goed” is om condooms te gebruiken.
Hun attitude is positief. Toch laten veel mensen het in de
praktijk na om consequent condooms te gebruiken.
Welke factoren spelen, volgens Fishbein en Ajzen’s
“Theory of Planned behavior”, naast attitude, een rol bij
het wel of niet (gaan) vertonen van een bepaald gedrag
(in dit geval het gebruiken van condooms).
Volgens het Elaboration Likelihood model zijn er
twee manieren (routes) waarop een persuasieve
boodschap kan leiden tot attitudeverandering.
Welke?
Welke twee factoren bepalen op welke manier (via
welke route) de boodschap verwerkt zal worden?
Festinger’s sociale vergelijkingstheorie gaat ervan uit
dat we een beeld krijgen van onszelf door ons te
vergelijken met anderen.
Wanneer maken we vooral gebruik van opwaartse
vergelijking, en wanneer van neerwaartse
vergelijking?
Onderschat het tentamen niet!!
Let bij het leren vooral op….
Key Terms
Samenvattingen per hoofdstuk (Review)
Sheets
Leerdoelen/ studievragen (website)
Voor tijdens het MC tentamen….
Lees GOED
Vul ALTIJD een antwoord in!
Vul NOOIT meer dan 1 antwoord in!
TOT SLOT
Veel succes bij het tentamen!
Fijne feestdagen en een
héél gelukkig…
gewenst!
Tanja hoopte vurig dat Jochem Uytdehaage, die ooit op
dezelfde middelbare school zat als zij nu, sportman van
het jaar zou worden...
Verklaar dit verlangen van Tanja met één van
onderstaande theorieen:
• sociale identiteitstheorie
• realistisch conflicttheorie
• sociale vergelijkingstheorie
Annie gaat trouwen. Op zoek naar een trouwjurk stuit zij op het
volgende dilemma:
Ze heeft een prachtig rode jurk gezien, maar die is wel erg duur!
Ze heeft een iets minder mooie witte jurk gezien, maar die is
aanzienlijk goedkoper!
Na zeer lang twijfelen besluit de witte jurk te kopen!
Ze ervaart nu dissonantie, immers: ze heeft gekozen voor een
witte jurk, terwijl ze de rode mooier vond…
Hoe kan zij deze dissonantie reduceren?
Geef minimaal 2 verschillende manieren.
Download