Gehechtheid - Symposium pleegzorg

advertisement
De feminisering van de pleegzorg
Zijn er ook nadelen?
SYMPOSIUM PLEEGZORG 2012
De Reehorst, Ede, 12 juni 2012
Em. prof. dr. Louis Tavecchio, UvA/HvA
Een paar cijfers



In sectoren die zich richten op kind, gezin
en opvoeding – consultatiebureau, bureau
jeugdzorg, kinderopvang/peuterspeelzaal,
basisschool, CJG/OKC, kinderbescherming
gezinsvoogdij – zijn vrouwen sterk
oververtegenwoordigd
Percentage vrouwelijke werknemers 75%
In de Pleegzorg ligt dit rond 85%
Meerdere malen gehoord


"Ik wil gewoon met een vent praten”, van
vaders die overal waar het over
opvoeden/opgroeien gaat (zie vorige
sheet) vrouwen tegenkomen
(Twee voorbeelden …)
Albert Bandura
Sociale Leertheorie



Sekserol-identificatie en het verwerven van
sekserol-identiteit komen in belangrijke mate tot
stand
Door observatie en imitatie van het gedrag van
anderen, met name het gedrag van volwassenen
(in allerlei variaties en rollen) van je eigen sekse
Dat is nodig om te weten wat het betekent om
in de cultuur waarin je opgroeit een volwassen
‘man’ of ‘vrouw’ te zijn
Voordelen die ‘nabije interactie’ met
mannelijke professionals voor
kinderen/jongeren zou kunnen hebben


Het perspectief van waaruit naar
kind/jongere wordt gekeken, wordt
verruimd: beide seksen zouden elkaar
kunnen aanvullen
Het rolpatroon dat aangeboden wordt is
niet meer uitsluitend of overwegend
vrouwelijk, want vrouwelijke professionals
gedragen zich als vrouwen en bieden dus
vooral aan hoe een vrouw zich ‘moet’
gedragen




Het is voor jongens daarom goed om
(ook) mannen om zich heen te hebben
Een mannelijk rolmodel kan uit meerdere
typen of varianten bestaan:
Mannen die een stereotiep manbeeld
doorbreken door te laten zien dat ze ook
kunnen (ver)zorgen
Mannen die met traditioneel ‘mannelijke’
eigenschappen een tegenwicht vormen in
een bijna exclusief vrouwelijke omgeving


De realiteit is dat veel mannen in dit soort
posities als enige in een voor de rest uit
vrouwen bestaand team werken en dat er
geen enkelvoudig manbeeld bestaat dat
iedere man volledig kan vormgeven
Mannen zullen dus verschillen in de
manier waarop zij vormgeven aan hun
identiteit als man

Het is te verwachten dat een
gemengd team (vrouwen en
mannen) minder snel seksespecifieke
interactie- en beoordelingspatronen
zal vertonen

(Zie voorbeelden volgende sheet)
Een aantal voorbeelden






Bierman e.a.
Sanders-Woudstra en Verhulst
Winer & Phillips
Delfos
Casus Grippeling
Lieselotte Ahnert c.s. (zie volgende
sheets)
Seksespecifieke kind-leidster
relaties?
Vraag aan leidsters: “Met welk kind in je
groep voel je een sterke (intieme) band”.
(Nabijheid)
“Met welk kind in je groep heb je een
afstandelijke relatie” (Afstand)
In beide gevallen 3 kinderen noemen
Attachment Q-Sort






Instrument voor het meten van gehechtheid in
natuurlijke situaties
90 items met gedragsbeschrijvingen die betrekking
hebben op gehechtheid, maar ook op aspecten als
motorische ontwikkeling en temperament (te gebruiken
bij kinderen t/m 48 maanden)
Kaartjes (na langdurige observatie) verdelen in negen
stapels
Plaats van kaartje hangt af van het wel/niet kenmerkend
zijn voor gedrag van het kind
Verdeling vastgesteld voor een optimaal veilig gehecht
kind (o.b.v. itemgemiddelden van gehechtheidexperts)
Veiligheidsscore van specifiek kind berekend door
geobserveerde AQS te correleren met een rangschikking
voor dit ‘hypothetisch’ optimaal veilig gehechte kind
RESULTATEN Attachment Q-set
Proximity M*
AQS
.32
meisje
.48
jongen
.17
Distance M*
AQS
.20
meisje
.36
jongen
.06
Veilige relaties
: AQS > .33
Onveilige relaties : AQS < .33
*M=Gemiddelde
Ontleend aan Ahnert (2006; in Tavecchio, 2008)
Vervolgonderzoek Ahnert bij
100 kinderen tot in 1e klas BO



Jongens bleken een stuk minder
gemotiveerd om te leren dan meisjes
Veronderstelling Ahnert: resultaat mede
toe te schrijven aan hun eerdere – minder
positieve – ervaringen met de leidsters in
de kinderopvang
Stel dat deze veronderstelling juist is: dan
herbezinning nodig op benadering van
jongens in KO en BO !
Vaders/Mannelijke opvoeders
en spel (1)

Regulatie van emoties, vooral boosheid en woede

Ontwikkeling van competitie zonder agressie en
ontwikkeling van autonomie en exploratie
Vervolg

Affectie en controle

Kwalitatief goed spel:
- het kind moet er veel plezier aan beleven
- er moet een gemiddelde mate van controle zijn

Wanneer er sprake is van een goed afgestemde
‘mannelijke’ discipline, voorspelt dit gehoorzaamheid
in kinderen, vooral bij jongens.
Vervolg (2)

Minder controle en ‘regels’, meer stimulatie,
veel plezier

Omgang is actiever en uitdagender

Vooral fysiek, spannend, onvoorspelbaar spel
Belangrijk!
De behoefte van kinderen om
gestimuleerd, gepusht en
aangemoedigd te worden om risico’s
te nemen is net zo groot als de
behoefte aan stabiliteit en veiligheid!
Conclusie
Belangrijk om veel aandacht te blijven
besteden aan de invloed die mannelijke
professionals kunnen uitoefenen op
bepaalde gebieden en de unieke bijdrage
die zij leveren aan de ontwikkeling van
kinderen en jongeren!
Er zouden meer mannen moeten
werken op kinderdagverblijven,
buitenschoolse opvang, het
basisonderwijs, de
voogdij(raad), de
kinderbescherming, de
pleegzorg, de/het ….
Download