VAN ALLE TIJDEN - oudejaarsavondpreek over Jesaja 41:4b (NBG) Aanwijzingen voor de liturgie Orde van Dienst B, middagdienst Votum en vrede-/zegengroet Zingen: Psalm 90:1 en 2 Gebed Lezen: Jesaja 41:1-7 Zingen: Psalm 93:1,2 en 3 Tekst: Jesaja 41:4b (NBG) Preek Zingen: Lied 397:1,2,3 en 6 (Liedboek voor de Kerken) Geloofsbelijdenis Zingen: Psalm 89:5,6 en 7 Dankgebed en voorbede Gedicht Zingen: Lied 95:2 (Liedboek voor de Kerken) Collecte Zingen: Psalm 102:13 Zegen VAN ALLE TIJDEN - oudejaarsavondpreek over Jesaja 41:4b (NBG) Gemeente van onze Here Jezus Christus! ‘Gebeurd is gebeurd’. Op een avond als deze, die de laatste is van een jaar. Kun je terug kijken, op de dingen die dat jaar je gebracht heeft. Daar je gedachten, ook nog ‘ns over laten gaan. En misschien, zelfs wel – er je vrágen bij stellen. Maar één ding, kun je niet: er nog iets aan veránderen. Hoe graag je dat, op sommige punten – misschien ook zou willen. Want ‘gebeurd is gebeurd’, en: ‘gedane zaken nemen nu eenmaal geen keer’. En ja, laten we eerlijk zijn: op sommige punten, kun je het daar best móeilijk mee hebben! En zou je wensen, dat je klok terug kon draaien. Zo blader ik elk jaar, ter voorbereiding op de oudejaarsdienst – de kerkbladen van beide gemeenten nog ‘ns door. En zet ik nog even op een rij, wat het bijna voorbije jaar de beide gemeenten gebracht heeft. Aan mooie en minder mooie dingen. En ja, dat is altijd méér – dan ik me herinner. Maar sommige dingen, die herinner ik me wél. Daar heb ik die kerkblaadjes niet voor nodig, om zo te zeggen. Omdat ze indruk op me hebben gemaakt, of ook: me een wat machteloos gevoel hebben gegeven. De keren, bijvoorbeeld – dat ik aan een ziekbed heb gezeten. Of, méér nog: broeders en zusters heb opgezocht, die met soms gróót verdriet te maken hadden gekregen in hun leven. Omdat ze afscheid namen, van een geliefde. En dan kun je daar aan het einde van het jaar op terugkijken, en wénsen dat het ‘anders’ was gelopen. Je nooit met die ziekte of dat sterven te maken had gekregen. Maar er iets aan veranderen, doe je niet! Gebeurd is gebeurd, gedane zaken nemen geen keer – en je hebt, als mens, je leven op geen enkele manier in eigen hand. Dat is nú zo, maar was vroeger al niet anders. Ook voor de mensen uit Jesaja’s dagen, heeft dat gegolden. Ik bedoel: we lazen vanavond met elkaar, zeven verzen uit het 41ste hoofdstuk van het boek met zijn profetieën. En de mensen, voor wie die verzen in de allereerste plaats bedoeld waren – zaten ver weg van huis, in ballingschap in Babel. Dat was hún ‘overkomen’, zou je op een bepaalde manier kunnen zeggen. En geen mens, dus ook – die daar iets aan veranderen kon. Net zo min als wij dat kunnen, met de dingen van het afgelopen jaar. Maar gemeente, zit je dan ergens – op een oudejaarsavond als deze, toch niet wat ‘machteloos’ bij elkaar? En, dat ook: heeft het dan eigenlijk wel zin, óm bij elkaar te gaan zitten? En de dingen van het afgelopen jaar, nog eens de revue te laten passeren? Als je er tóch niks aan veranderen kunt? Ik bedoel: word je daar dan onwillekeurig, niet wat ‘treurig’ van? En is het niet veel béter, om de blik vooruit te richten? Op de toekomst? Nu, dat zóu je misschien wel zeggen – zo op het eerste gezicht. Totdat je je blik omhoog richt, en: op de HERE ziet. Want Hij is God, en géén mens. En: Hij heeft wél zeggenschap, over de loop van de geschiedenis. Ik verkondig u Jesaja 41:4b, onder dit thema: ONZE GOD IS VAN ALLE TIJDEN! Hij 1. was de Eerste 2. blijft Dezelfde 1. God was de Eerste. Gemeente, zitten wij hier vanavond niet wat ‘machteloos’ bij elkaar? En heeft datzelfde, eeuwen geleden niet óók gegolden – voor de ballingen in Babel? Nu, dat zou je misschien wél zeggen – zo op het eerste gezicht. En toch, toch speelt Jesaja het klaar – om die ballingen daar in Babel, ‘troost’ te bieden. Want hij is een profeet van de HERE, en mag áls zijn profeet – de ballingen in Babel troosten en sterken, door hun even een blik te gunnen in de toekomst. ‘Morgen is voor ons verborgen’ – zingen we vaak. ‘Morgen, dat weet Gód alleen.’ En terecht, want zo is het ook. Maar die God heeft ervoor gekozen – om de ballingen in Babel, iets van dat ‘morgen’ te laten zéggen. Door Jesaja, zijn profeet. Ze, bij wijze van spreken – niet alleen de dingen te laten zien, die vandáág het journaal halen. Maar, ook: die binnenkort het journaal, zullen gaan halen. En wat de mensen dan te zien krijgen, is een nieuwe koning. En ergens, kan dat een teléurstelling betekenen. Omdat het namelijk, over ‘de politiek’ gaat. Waar ook de journaals, altijd mee beginnen. Ik bedoel: als er een nieuw kabinet is aangetreden, een nieuwe regering is gekomen. Is dat steevast ook het nieuws, waar ’s avonds het journaal mee opent. Maar je kunt je tegelijk afvragen, of het nu óók het nieuws is – waar de mensen thuis op zitten te wachten. Of dat het dan ergens, toch om heel andere dingen gaat. Want natuurlijk, zo’n nieuwe machthebber heeft invloed. Maakt z’n plannen, over hoe hij één en ander wil gaan aanpakken. Maar is het ergens toch óók niet zo – dat al die kabinetten, al die machthebbers. Vaak heel erg, op elkaar lijken? Het uiteindelijk, niet eens zoveel uitmaakt – door wie je als land geregeerd wordt? En wie er aan de macht is? Omdat idealen het uiteindelijk toch altijd afleggen, en we dus geregeerd worden – door ‘het compromis’? En, daarom: ik maak me sterk, dat als de HERE ú een blik in de toekomst zou gunnen. U niet het meest nieuwsgierig zou zijn, naar wat die u politiek zou gaan brengen. Maar, veel meer: naar wat die toekomst, u persóónlijk zou komen brengen. Of u er zelf op vooruit gaat, er een beetje ‘geluk’ voor u in het verschiet ligt. En wat denkt u: zou dat lang geleden nou heel anders gelegen hebben – bij het volk Israël, in de donkere dagen van de ballingschap? En toch, toch ís het wel bijzonder – wat Jesaja de ballingen te zeggen heeft. Want niet alleen mag hij hen een blik geven, in de toekomst zélf. Maar ook, nog: in wat er zich, in die toekomst. ‘Achter de schermen’ af zal spelen. Of, anders gezegd: niet alleen vertelt hij hun van de nieuwe machthebber, die zijn opwachting zal maken op het wereldtoneel. Maar ook, wie daar áchter zit. En: wie hem aan de macht, zal brengen. Te weten: de HERE, hun God. ‘Ik ben het’, klinkt het in ons tekstvers. ‘Ik, de HERE’. En ja, dan wordt het opeens wél interessant! Al was het alleen al maar, vanwege de naam – waarmee de HERE Zich hier presenteert. ‘De HERE’, of letterlijk: ‘Jahwe’. Want dat betekent: ‘Ik ben, die Ik ben’. Jullie trouwe God. Een naam, die de ballingen herinnert – aan de dagen van weleer. Waarin de HERE Mozes geroepen had bij de brandende braamstruik, en ook naar zijn volk had omgezien. En ja, dat heeft hen – júist nu, veel te zeggen! Want ook toen, net als nu – had het volk van de HERE ‘in de ellende’ gezeten. Was het ver van huis, en werd het onderdrukt. Maar de HERE, hun trouwe God – had hen niet vergeten, maar: naar hen omgezien. Hen met sterke hand en opgeheven arm bevrijd. Nu, en als die God – dan binnenkort, wéér actief zal gaan worden. Dan mag dat zijn kinderen, die zuchten in de ballingschap. Weer goede moed geven. En bij ons, is dat al niet veel anders. Want zeker, het werd net terecht gezegd: gebeurd is gebeurd, gedane zaken nemen geen keer. En je kunt op een avond als deze, dus weinig méér – dan terugkijken, op wat het afgelopen jaar je gebracht heeft. Want veranderen, dóe je het niet. Ook al zou je dat, zeker als ‘moeite’ je deel was. Misschien, nog zo graag wíllen. Maar dan krijgt Jesaja het woord, in zo’n laatste dienst van het jaar. En biedt die een uitweg. Want ook wij, kunnen méér doen – vanavond! Dan wat somber achterom kijken, en tegen elkaar zeggen dat ‘gedane zaken geen keer nemen’. Jesaja biedt ook ons een uitweg: de weg omhoog, naar de HERE toe. Want ook voor ons, zou je kunnen zeggen – is Hij na al de eeuwen, die sinds de dagen van Jesaja inmiddels verstreken zijn. Nog steeds, de trouwe God van weleer. Die met recht, ‘Ik ben’ heet. Een naam, die ook ons aan het dénken mag zetten. Ik bedoel: onwillekeurig zullen de ballingen uit Jesaja’s dagen, bij het horen van die naam. Hebben teruggedacht, aan de dagen waarin de HERE hen als volk uit het land Egypte, uit de slavernij bevrijd had. Maar óns, mag die naam doen terugdenken – aan de dagen, waarin de HERE (ook) ons is komen bevrijden. Uit de slavernij van de zonden. Aan de dagen, die we onlangs nog weer gevierd hebben: waarin de HERE zijn eigen Zoon naar de aarde stuurde. Nu, en díe naam – waaraan zoveel goede herinneringen verbonden zijn, en waarmee het in ons tekstvers van vanavond allemaal begint. Die naam, ‘kleurt’ dan om zo te zeggen – het vervolg, en: wat Jesaja nog méér zegt. Want als Jáhwe, Zichzelf dan ‘de eerste’ noemt. Houdt dat méér in – dan alleen, dat Hij ‘van eeuwigheid’ is. En meer, zélfs ook – dan alleen, dat al het andere zijn bestaan aan Hem te danken heeft. Hij Schepper van hemel en aarde is. Want, natuurlijk – dat op zich, is al een máchtige geloofsbelijdenis. Waar we terecht, elke kerkdienst weer mee beginnen. En dat ons duizelen doet, als we het ons proberen voor te stellen. Hij de Schepper, van ál wat leeft! Inclusief, mijzelf. Maar dat de HERE ‘de eerste’ is, betekent óók nog – om het met Jesaja’s woorden te zeggen. Dat Hij ‘vanaf het begin de generaties geroepen heeft’. Hij niet alleen alles heeft gemaakt, maar het ook is blijven regeren. Nu, en díe wetenschap. Dát geloof. Mag, óók op een avond als deze – de burger dan weer moed geven. We kunnen méér, dan alleen achterom kijken. En vaststellen, dat gedane zaken geen keer nemen. We kunnen, ja we mogen – ook omhóóg kijken. Naar onze trouwe God, de Vader van onze Here Jezus Christus. Die ‘de eerste’ is. Niet alleen, hemel en aarde geschapen heeft. Maar ze ook, sindsdien – in stand houdt en regeert. We zijn in zijn hand! 2. God blijft Dezelfde. Gemeente, Jesaja is begonnen – bij de HERE Zelf. De God - die ‘Ik ben’ heet, en dat ook is. Die trouw houdt, tot in eeuwigheid. En vervolgens, heeft hij díe God ‘de eerste’ genoemd. Dat wil zeggen: de God, die in het begin alles geschapen heeft. En het sindsdien, ook in stand houdt en regeert. Máchtig, om dat te bedenken. En toch – zelfs daar, stopt het niet. Jesaja zegt ook nog – dat de God, die de eerste is. Bij de laatsten, dezelfde blijft. Hij verandert niet! En juist vanavond, doen we er verstandig aan. En: wijs. Om dat góed tot ons door te laten dringen. Dat de HERE niet verandert, maar alle eeuwen door ‘dezelfde’ blijft. Want onwillekeurig, kunnen we soms denken – dat Gods grote daden van verlossing, vooral iets van het ‘verleden’ zijn. Dan doet zijn naam ‘Ik ben’, ons denken – aan de dagen waarin Hij zijn volk uit Egypte leidde. Of, ook: aan de dagen, waarin Hij zijn Zoon naar deze aarde stuurde. En natuurlijk is dat prachtig, en: geeft het de burger moed. We hebben dat gemerkt, in het eerste punt van de preek. Maar er is ook een andere kant: want de dagen, waarin de HERE zijn volk uit Egypte leidde. En, zelfs: de dagen, waarin Hij zijn Zoon naar deze aarde stuurde. Zijn natuurlijk inmiddels, al láng verleden tijd! Eeuwen zijn er verstreken, waarin we veel minder van God gehoord hebben. En, toch: in al die eeuwen, is de HERE niet veranderd. Hij heeft Zich eens bekend gemaakt, als Jahwe. Ik ben die Ik ben, jullie trouwe God. Dat was aan Mozes, bij de brandende braamstruik. Maar sindsdien, zegt Jesaja – is de HERE ‘dezelfde’ gebleven. Nog stééds is zijn naam Jahwe, nog steeds is Hij onze trouwe God. De grote God, die naar ons heeft omgezien – toen Hij met Kerst zijn Zoon voor ons naar de aarde stuurde, en ook: ons dopen liet, in zijn naam. Wil vandaag, nog stééds naar ons omzien! En ja, dan krijgt de boodschap die Jesaja brengen mag – in de verzen van onze tekst. Opnieuw, betekenis voor ons. Ik bedoel: in het eerste punt, hebben we toch wat teléurgesteld gereageerd. Toen we merkten, dat Jesaja de ballingen een blik gunde – in wat de toekomst hen politiek zou gaan. Hen vertelde van een nieuwe machthebber, die zijn opwachting zou gaan maken op het wereldtoneel. Want ja, zeiden we – zijn niet alle machthebbers, hetzelfde? Maar na wat ons vervolgens allemaal gezegd is, over de HERE en zijn trouw. Mogen we daar toch een beetje anders tegenaan kijken. En met nieuwe belangstelling luisteren, naar wat Jesaja ons over die machthebber te zeggen heeft. Want ja, als het de HERE is – die hem aan de macht zal brengen. Kán die niet, gewoon ‘de volgende in de rij’ zijn. Maar móet zijn komst, iets betekenen voor het onderdrukte volk van de HERE. Want Hij is hun trouwe God. En daarom, laten we eens horen – wat of Jesaja precíes van hem zegt. En dan staat één ding, dn als een paal boven water: die nieuwe machthebber, zal op een verpletterende manier zijn opwachting maken op het wereldtoneel! Volken worden aan hem uitgeleverd, koningen aan hem onderworpen. Zijn zwaard maakt hen tot stof, zijn boog laat hen als kaf verwaaien. Hij achtervolgt hen en trekt ongehinderd verder, zijn voeten raken nauwelijks de grond. En geen wónder daarom, dat de volken van die dagen voor hem sidderen. In hun angst elkaar opzoeken, moed inspreken en met nieuwe energie afgodsbeelden gaan maken. Want die heb je hárd nodig, als de HERE zo’n ‘bevrijder’ laat opstaan. Maar tegelijk, zal het je niet helpen. Omdat je niet te strijden hebt, tegen vlees en bloed. Maar de HERE Zelf, tegenover je vindt! En ja, van de HERE – kan geen mens of leger, hoe machtig ook. Het ooit winnen. Maar voor het volk van de HERE, ligt het natuurlijk anders! Het is immers hún God, die zal grijpen in de wereldgeschiedenis. De machthebber, voor wie ándere volken ‘sidderen’ zullen. Zal hun ‘bevrijder’ zijn. En zo zal de HERE zich opnieuw bewijzen, als hún God. Net zoals Hij dat lang geleden gedaan had, in de dagen waarin Hij hen uit Egypte had bevrijd. En u kunt zich een beetje voorstellen, denk ik – hoe de ballingen zich getroost hebben geweten. Maar gemeente, hoe zit dat met óns dan? Die hier vanavond bij elkaar zitten, om terug te kijken op wat het afgelopen jaar ons gebracht heeft? En daarbij vast moeten stellen, dat we daar niks meer aan veranderen kunnen? Omdat gedane zaken, nu eenmaal geen keer nemen? Want anders, dan bij de ballingen in Jesaja’s dagen. Troost de HERE óns niet, door ons alvast een blik in de toekomst te gunnen. De verlossing te laten zien, die Hij ons gaan brengen. En ja, dat maakt het voor ons – móeilijker, dan voor hen. Zij mochten geloven, dat de HERE een ‘keer’ zou gaan brengen in hun lot. Maar datzelfde, geldt zo niet voor ons. En toch, gemeente – toch is het maar net, hoe je het bekijkt. Want zeker, de HERE laat U vanavond níet zeggen – dat Hij de lasten, waar U het afgelopen jaar misschien wel onder gebukt bent gegaan. Zoals bijvoorbeeld, ziekte. Dat Hij die in het komende jaar, van U af zal nemen. Wat dat betreft, is er inderdaad verschil – tussen de ballingen uit Jesaja’s dagen, en ons vandaag. Maar tegelijk, laat de HERE ons wél zeggen – dat er een ‘bevrijder’ zal komen. Voor wie de volken sidderen zullen, maar die het volk van de HERE verlossen zal uit ál hun noden. Want nog maar een paar dagen geleden, met Kerst – hebben we met vreugde Christus’ komst naar de aarde gevierd. Maar de Bijbel zegt ons duidelijk, dat Hij ook wéér zal komen. En, nogmaals: voor ‘de volken’, allen die hun knie voor Hem niet gebogen hebben. Zal dat verschrikkelijk zijn. Maar voor Gods kinderen, zal het heerlijk zijn. Omdat die bevrijder hen zal komen verlossen – van alle moeite en leed, waar ze nu nog onder gebukt gaan. ‘Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen’, zegt Openbaring. ‘Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’ Prachtige woorden! Nu, breng dat vooruitzicht – vanavond dan eens in rekening, als u terugkijkt. Want nog stééds is het dan zo, dat gedane zaken geen keer nemen. Je wat er gebeurd is, niet meer veranderd. Maar tegelijk, mag je er dan wel iets bij zeggen. Dat het namelijk z’n plek had, op je weg naar volkomen verlossing. Het was geen ‘noodlot’, dat je trof. Maar je was, ook het afgelopen jaar – in handen van de HERE. En dat geeft de burger, nog steeds – moed. Amen.