Titel van de presentatie

advertisement
DSM-V referatencyclus
Infantpsychiatrie
Tamar Rozendaal, kinder- en jeugdpsychiater
19 mei 2015
Casus
Bijna 2-jarige meisje, Amelia
Verwezen door revalidatiearts
Reden: weinig initiatief
VRAAG 1
Werkt u met hele jonge kinderen?
Vraag 2
Is het zinvol om kinderpsychiatrisch
onderzoek te doen bij een 4 jarige, 3
jarige, 2 jarige, 1 jarige?
Inhoud
Geschiedenis
Belangrijk
Context
DSM-V: 8 stoornissen
1930
“Geef mij een stuk of twaalf gezonde kinderen,
goed gevormd, en een door mij zelf bepaalde
wereld om ze groot te brengen en ik garandeer u
dat ik elk ervan, wie u maar wil, kan trainen om,
welk specialist ik maar zou kiezen te worden dokter, advocaat, kunstenaar, winkelchef, ja zelfs
bedelaar en dief, ongeacht zijn talenten,
neigingen, tendenties, vermogens, roepingen, en
het ras van voorouders." –John B. Watson,
Behaviorism
1952 (DSM-I)
Emotional Deprivation in Infancy :: Study
by Rene A. Spitz 1952
1970 (DSM-III)
Still Face Experiment: Dr. Edward Tronick
2015 (DSM-V)
0-1 jaar baby
0-2 jaar infant
1 ½ - 4 jaar peuter
4 - 6 jaar kleuter
1980 impuls infantpsychiatrie: WAIMH
Leerboek: eigen hoofdstuk
Psychiatrische stoornis / Psychiatrische comorbiditeit /
Ontwikkelingsachterstand / Somatische problemen /
Psychiatrische problematiek ouders
Expertisenetwerk KJP
Belangrijk!
Onacceptabele vertraging in diagnostiek;
20-60 maanden (Sivberg, 2003)
Onnodige stress bij ouders (Goddard et al., 2000)
Hoe jonger, hoe beter de prognose (Allen, 2001)
Wees voorzichtig met de diagnostiek!
VRAAG 2: Filmfragment
Zou hier sprake kunnen zijn van een
psychiatrische stoornis?
1. ADHD
2. Depressieve stoornis
3. Autisme
Filmfragment
Diagnosed Autism Spinning & flapping,
flapping & more spinning
Ontwikkeling
Communicatief
Sociaal
Cognitief
KIND
Genetisch
Gezondheid
Emotioneel
Ontwikkeling en context
Communicatief
Sociaal
Cognitief
KIND + PRIMAIRE
VERZORGER
Genetisch
Gezondheid
Emotioneel
Ontwikkeling en context
Communicatief
Sociaal
Cognitief
KIND + PRIMAIRE
VERZORGER
Genetisch
Gezondheid
Emotioneel
Ontwikkeling en context
Communicatief
Sociaal
Cognitief
Stress: geld/woning
KIND + PRIMAIRE
VERZORGER
Genetisch
Gezondheid
psychische/
lichamelijke
gezondheid
Emotioneel
Ontwikkeling en context
Communicatief
Sociaal
Cognitief
FAMILIE
KIND + PRIMAIRE
VERZORGER
Genetisch
Gezondheid
Emotioneel
Ontwikkeling en context
Communicatief
Sociaal
Cognitief
KIND + PRIMAIRE
VERZORGER
FAMILIE
PEUTERSPEELZAAL/CRECHE/
VOORSCHOOL
Genetisch
Gezondheid
Emotioneel
DSM-IV 2000
DSM-V 2013
Stoornis die meestal voor het Neurobiologische
eerst op zuigenlingenleeftijd, ontwikkelingsstoornis
kinderleeftijd of in de
adolescentie voorkomt
• Geen grote wijzigingen wat
betreft de diagnostische
criteria
• Wel voor de meeste
classificaties
ontstaansleeftijd en
ontwikkelingsspecifieke
aspecten.
• Amelia?
DC:0-3R (2005)
•
Diagnostic Classification of Mental Health and Development
Disorders in Infancy and Early Childhood; Zero to Three.
•
Aanvullend aan de DSM, omdat de ontwikkeling en contextuele
invloeden buiten beschouwing worden gelaten.
•
Indien de DSM-classificatie de beste beschrijving geeft van het
primaire probleem, dient DSM gebruikt te worden!
•
Validiteit nog niet aangetoond.
Stoornissen
1. Autismespectrumstoornis
2. Verstandelijke ontwikkelingstoornis
3. Depressieve stoornis
4. Bipolaire stoornis
5. Posttraumatische stresstoornis
6. Hechtingsstoornis
7. Aandachtdeficientiestoornis
8. Oppositionele gedragsstoornis
DSM-IV
DSM-V
1. Autistische stoornis
Autisme Spectrum
I.(klassiek
Autistismespectrumstoornis
autisme)
Stoornis=ASS
2. PDD-NOS (pervasieve
ontwikkelingsstoornis)
3. Syndroom van Asperger
4. Syndroom van Rett
5. Desintegratiestoornis van
de kinderleeftijd
DSM-IV
1. Kwalitatieve beperking in
verbale en non-verbale
communicatie
DSM-V
1. -
2. Kwalitatieve beperking in
sociale communicatie en
sociale interactie
1. Kwalitatieve beperking in
sociale communicatie en
sociale interactie
3. Beperkte repetitieve
gedragspatronen,
interesses of activiteiten
2. Beperkte repetitieve
gedragspatronen,
interesses of activiteiten
DSM-IV
DSM-V
Mate van ernst: mild versus
ernstig
Symptomen moeten
aanwezig zijn in vroege
ontwikkelingsperiode.
•
Prevalentie 1:100 (Baird et al, 2006)
•
Ouders rapporteren al ASS-kenmerken < 2 levensjaar (De Giacomo, Frombonne,
1998)
Kenmerken van autisme bij jonge
kinderen!
Anders dan bij grote kinderen/jongeren/volwassenen!
Weinig tot geen joint attention, wederkerigheid
Weinig tot geen oogcontact
Achterblijven taal
Niet reageren op naam (bij goed gehoor)
Instrumenteel
Overgevoelig voor geluiden
Oogcontact en gedeeld plezier
Gebruik van gebaren
Early Screening of Autistic Traits
Voorbeelden
Early Signs of Autism Video Tutorial
Comorbiditeit
ADHD
Epilepsie
Depressie
Angststoornis
Eetstoornis
Slaapstoornis
Syndroom: syndrome overshadowing
Verstandelijk ontwikkelingsstoornis:
10% gemiddeld tot bovengemiddeld IQ
75-80% verstandelijke beperking
20% IQ onder de 35
2. Verstandelijke ontwikkelingsstoornis
DSM-IV
DSM-V
Verstandelijke beperking
Verstandelijke
ontwikkelingsstoornis
Tekorten in cognitieve
capaciteit
Tekorten in cognitieve
capaciteit + adaptieve
capaciteit
Mate van ernst: licht, matig,
ernstig, zeer ernstig
3 domeinen: conceptueel,
sociaal en praktisch
3.Depressieve stoornis
DSM-IV
Depressieve stoornis
Geen aandacht voor jonge
kind
DSM-V
Depressieve stoornis
ontwikkeling en beloop: het
kan op alle leeftijden ontstaan,
maar geen specifieke criteria
voor jonge kinderen
opgenomen.
Depressieve stoornis
Moeilijker vast te stellen ivm ontbreken van het nog weinig
verbale!
Vaak somberheid als reactief beoordeeld, kindfactoren
minder aandacht.
Spelobservatie: minder spel, anhedonie, meer
gedragswisselingen bij negatieve emoties (A. Lous,
2014)
Suicidethema’s kan zich in spel manifesteren.
Verhoogde kans op recidieven in latere leven.
Prevalentie: 1-3% (Wichstrom, 2012)
Risicofactoren
4. Bipolaire stoornis
DSM-IV
DSM-V
Bipolaire stoornis
< 6 jaar bipolaire stoornis = zeer
omstreden
> 6 jaar nieuwe diagnose
Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis
om de bezorgdheid en ter voorkoming overdiagnosticeren tegemoet te
komen
• Persisterende prikkelbaarheid + frequente episoden van extreme
uitbarstingen.
• Pas na het 6e jaar mag worden gesteld.
5. Posttraumatische-stressstoornis
DSM-IV
PTSS
Geen aandacht voor het jonge
kind
DSM-V
Onderscheid tussen
PTSS > 6 jaar
PTSS < 6 jaar
DSM-IV
3 symptoomclusters:
1. Herbeleving
2. Vermijding/afstomping
3. Verhoogde
prikkelbaarheid
DSM-V
4 symptoomclusters:
1. Herbeleving
2. Vermijding
3. Persisterende negatieve
verandering in cognities en
stemming
4. Verhoogde prikkelbaarheid
Posttraumatische-stressstoornis
Jonge kinderen andere kenmerken:
1.
Herbeleving: herhaaldelijk opvoeren van trauma in spel
2.
Subtiele vermijding: wegdraaien ogen.
Openlijke vermijding: huilen, verzetten, afstompen,
interresseverlies, sociaal terugtrekken
3.
Verhoogde alertheid: slaapproblemen, moeite met
concentreren, woedeaanvallen, overmatige waakzaamheid,
overdreven schrikreacties, verhoogde prikkelbaarheid.
+ verworven ontwikkeling tijdelijk verliezen.
+ angst in donker, separatieangst.
6.Hechtingsstoornissen
DSM-IV
DSM-V
Reactieve
hechtingsstoornis
Reactieve hechtingsstoornis
Internaliserende stoornis:
depressieve symptomen
teruggetrokken gedrag
Ontremdsociaalcontactstoornis
Externaliserende stoornis:
ontremming
externaliserend gedrag
7. Aandachtsdeficiente-hyperactiviteitsstoornis
DSM-IV
DSM-V
Meer aandacht bij beloop:
opmerking dat overmatige
motorische activiteit tot 4 jaar
moeilijk te onderscheiden van
zeer variabele normale gedrag.
Prevalentie 1,9-8,8%
Van voor het 7e levensjaar naar voor het 12e.
Voorbeelden bij criteria nu bij alle levensfasen, maar niet hele jonge
kind.
Aandachtsdeficientehyperactiviteitsstoornis
4 van de 18 criteria niet van toepassing bij peuters en
kleuters omdat het niet afwijkend is:
1. Achteloos fouten maken
2. Vergeetachtigheid
3. Antwoord eruit gooien
4. Vaak in de weer
1.‘taken’= knutselen of voorlezen
2. ‘hyperactiviteit’ = leiden tot gevaarlijke situaties
3. vermogen tot kalme gecontroleerde activiteit ontbreekt.
8. Oppositioneel-opstandige
gedragsstoornis
DSM-IV DSM-V
ODD: onderscheid tussen
<5 jaar: hatelijk/wraakzuchtig gedrag 6 mnd op
meeste dagen;
> 5 jaar: gedrag min 6 mnd 1x per week, naast
andere symptomen en aanzienlijke beperkingen
prevalentie 1,8-8,3%
2-5 jaar normaal= aandachtszwakte, overbeweeglijkheid, opstandig
gedrag en driftbuien en agressie. Nemen geleidelijk weer af,
afgewisseld met periodes met positief en cooperatief gedrag, niet
meer dan in 1 context.
Conclusie DSM IV-V
Geen grote wijzigingen voor 0-6 jaar
De DSM-V houdt meer rekening met het jonge kind dan de
DSM-IV, mn bij de ontwikkeling en het beloop.
MAAR de meeste stoornissen zijn nog niet goed uitgewerkt
voor het hele jonge kind.
Kennis van de clinicus is onontbeerlijk van de kenmerken
van het ziektebeeld bij het hele jonge kind om binnen de
DSM te classificeren.
Toekomst: DSM-V-R voor alle stoornissen van het jonge
kind een goede beschrijving.
Samenvatting
Er is veel te zien bij het jonge kind.
Psychiatrische stoornissen bij het hele jonge kind kunnen
zeer ernstig zijn, vroeg signalering en behandeling zijn
noodzakelijk.
Onbehandelde psychiatrie op zeer jonge leeftijd lijdt tot
meer recidieven in het latere leven.
Kennis van psychiatrie op jonge leeftijd dient ook bekend te
zijn bij deskundigen die niet met jonge kinderen werken.
Kijk naar het kind in zijn ontwikkeling in de context MET zijn
primaire verzorgers.
Er komt steeds meer aandacht voor het jonge kind en dat
is maar goed ook!
DANK VOOR UW AANDACHT
Download