AFWIJKINGSMOGELIJKHEID IN DE SOCIALE HUISVESTING TEN VOORDELE VAN DAKLOZEN 1. Situering De huidige sociale huurwet die van toepassing is op de sociale huisvestingsmaatschappijen (BS 13/12/2000) geeft bij toewijzing van een sociale woning geen prioritei t aan daklozen. Wel wordt voorzien in een afwijkingsmogelijkheid ten voordele van daklozen. Concreet bestaat deze erin dat het OCMW aan het beslissingsorgaan van de sociale huisvestingsmaatschappij kan vragen om een dakloze voorrang te geven bij de toewijzing van een woning 2. Definiëring ‘dakloze’ Onder ‘dakloze’ wordt verstaan: 1) een persoon die op basis van bewijzen door de VHM wordt beschouwd als thuisloos, 2) een persoon die bewijst dat hij in de periode van zes maanden die voorafging aan de inschrijving voldoet aan de volgende drie voorwaarden : - hij was geen houder (noch geheel noch gedeeltelijk) van een zakelijk recht op een woning - hij beschikte niet over een recht van bewoning, behalve indien dat recht betrekking had op een tijdelijke opvang om psychische, medische of sociale redenen - hij niet heeft ingewoond bij verwanten of familieleden tot en met de tweede graad. (indien de dakloze zich voor het verzoek tot afwijking nog niet kandidaat stelde voor een sociale woning, wordt hij onmiddellijk ingeschreven als het verzoek tot afwijking toekomt , op voorwaarde uiteraard dat hij/zij voldoet aan de toelatingsvoorwaarden) Het OCMW dient bij de aanvraag een verklaring te voegen waaruit blijkt dat de betrokken dakloze cumulatief aan de voorwaarden genoemd onder 2) voldoet. Indien het OCMW dergelijke verklaring niet kan afleveren , kan het OCMW aan de VHM (gemotiveerd) vragen om de betrokken kandidaat-huurders als thuisloos te beschouwen. Bij de beoordeling van het dossier zal de VHM in principe dezelfde criteria in aanmerking nemen als hierboven opgesomd. 3. Dakloosheid in de praktijk 3.1. Daklozen opgevangen door een CAW Kandidaat-huurders die gedurende 6 maanden of meer zijn opgevangen in een onthaaltehuis voldoen aan de gestelde voorwaarden waardoor er voor hen zeker een afwjking kan aangevraagd worden. Om optimaal gebruik te kunnen maken van deze afwijkingsmogelijkheid werd tussen het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten volgende werkwijze afgesproken: 1) de client krijgt van de deelwerking van het betrokken Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) een formulier ter beschikking waarmee aan het bevoegde OCMW kan gevraagd worden om een afwijkingsvraag in te dienen. (het bevoegde OCMW is het OCMW dat bevoegd is op moment van de aanvraag tot afwijking en dus niet het OCMW van de gemeente waar de huisvestingsmaatschappij gelegen is) 317521258 - B - 3 april 2002 - 1/8 2) De deelwerking van het CAW voegt een attest toe waaruit de dakloosheidssituatie van de client blijkt 3) Het OCMW vraagt met een typebrief ( bijlage 1) en bijhorende verklaring (bijlage 2) een afwijking aan de betrokken huisvestingsmaatschappij. Indien nodig kan hierover voorafgaand contact genomen worden met de deelwerking van het CAW. 3.2. Andere daklozen Naast clienten die opgevangen zijn in een onthaaltehuis, zijn er uiteraard ook nog anderen die in aanmerking kunnen komen voor een vraag tot afwijking op basis van het criterium ‘dakloosheid’ 3.2.1. Daklozen die duidelijk voldoen aan de drie voorwaarden vermeld onder 2.2) Voor deze daklozen kan een aanvraag tot afwijking gebeuren conform de wijze waarop dit gebeurt voor daklozen die opgevangen zijn in een onthaaltehuis (typebrief in bijlage 1 + verklaring in bijlage 2) Een voorbeeld hiervan zijn personen die omwille van psychische, medische of sociale redenen op tijdelijke basis door het OCMW werden gehuisvest. 3.2.2. Daklozen die niet voldoen aan de drie voorwaarden vermeld onder 2.2) Het is denkbaar dat er cliënten zijn die niet strikt voldoen aan de drie voorwaarden (omdat ze bijv. de afgelopen 6 maanden wisselend bij verschillende familieleden inwoonden) en voor wie het OCMW bijgevolg geen verklaring kan afleggen, maar waarvan het OCMW vindt dat hij/zij omwille van de specifieke sociale situatie als thuisloos zou moeten kunnen beschouwd worden. In dergelijke situatie kunnen volgende stappen worden ondernomen: 1. Het OCMW richt aan de VHM een gemotiveerde vraag om de betrokken persoon als thuisloos te beschouwen. (typebrief in bijlage 3) 2. Indien de VHM positief ingaat op deze vraag, wordt vervolgens een aanvraag tot afwijking ingediend bij de SHM en wordt de beslissing van de VHM bij deze aanvraag gevoegd.(typebrief in bijlage 4) 4. Procedure 4.1. De sociale huisvestingsmaatschappij kan binnen een termijn van 10 werkdagen én op gemotiveerde wijze beslissen om niet in te gaan op het verzoek tot afwjking. De kandidaat-huurder kan dan zelf een gemotiveerd verzoek richten naar de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM), voogdijoverheid van de sociale huisvestingsmaatschappijen. De VHM zal advies inwinnen van de sociale huisvestinsgmaatschappij en de opdrachthouder . Binnen de twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek wordt de beslissing van de VHM ter kennis gebracht van de verzoeker, de verhuurder en de opdrachthouder. Bij gebreke aan een beslissing binnen deze termijn, wordt het voorstel geacht te zijn aanvaard. 4.2. De sociale huisvestingsmaatschappij beslist om in te gaan op het verzoek tot afwijking en vraagt, volgens de gebruikelijke procedure, toelating voor deze afwijking aan de VHM . Dit betekent dat het verzoek van de huisvestingsmaatschappij moet vergezeld worden van het advies van de opdrachthouder. De VHM dient binnen de acht werkdagen haar beslissing mee te delen aan de sociale huisvestingsmaatschappij, de opdrachthouder en de verzoeker. Indien er niet tijdig een beslissing wordt genomen wordt het verzoek tot afwijking geacht te zijn aanvaard. Bij positieve beslissing krijgt de dakloze een woning toegewezen. De sociale huurwet laat toe dat de huisvestingsmaatschappij een bijkomende voorwaarde oplegt wanneer het gaat om een 317521258 - B - 3 april 2002 - 2/8 kandidaat-huurder voor wie een gemotiveerde afwijking werd aangevraagd . Dit telt dus ook voor de dakloze.Indien de dakloze de toegewezen woning weigert, blijft hij ingeschreven in het kandidatenregister en kan later een woning worden toegewezen op basis van de gewone toewijzingsregels Indien de dakloze de woning aanvaardt, kan hij , net als iedere andere huurder, nadien een mutatie aanvragen. 317521258 - B - 3 april 2002 - 3/8 Bijlage 1: typebrief aanvraag afwijking dakloze aan SHM Aan: Sociale Huisvestingsmaatschappij Verzoek afwijking toelating/toewijzing sociale huisvesting voor daklozen Mevrouw, Mijnheer, In kader van art 7§5 van het sociaal huurbesluit van 13/12/2000, vragen wij U met deze een afwijking toe te staan op de normale toelatings- en toewijzingsregels ten voordele van dhr/mevr . …………. In bijlage vindt u een verklaring waaruit de dakloosheid van mevrouw/mijnheer blijkt. Vriendelijke groeten, Namens de raad van het OCMW, Voorzitter Secretaris 317521258 - B - 3 april 2002 - 4/8 Bijlage 2 : verklaring OCMW Met deze verklaren wij dat dhr. / mevr………………………………………………. Geboren op …………………………………………te ……………………………… sinds …………………………………………………………………………………….. 1. geen houder is, geheel noch gedeeltelijk, van een zakelijk recht op een woning 2. niet beschikt over een recht van bewoning tenzij een recht op bewoning dat betrekking had op tijdelijke opvang om psychische, medische of sociale redenen 3. niet heeft ingewoond bij verwanten of familieleden tot en met de tweede graad; namens OCMW ……………… Voorzitter Secretaris 317521258 - B - 3 april 2002 - 5/8 Bijlage 3: gemotiveerde vraag aan VHM met oog op erkenning als ‘thuisloze’ Aan VHM Verzoek tot erkenning als ‘thuisloze’ met oog op aanvraag van een afwijking op de toelatingstoewijzingsregels van de sociale huisvesting in kader van art7§5 van het sociaal huurbesluit van 13/12/2000. Mevrouw, Mijnheer, Met deze vragen wij U om dhr/mevr ………………………………………………….. geboren op ……………………………… te ……………………………………….. op basis van bijzondere sociale omstandigheden, waarvan verslag in bijlage, te erkennen als ‘thuisloze’. Hoogachtend, Namens de raad van het OCMW, Voorzitter Secretaris 317521258 - B - 3 april 2002 - 6/8 Bijlage 4 : typebrief aanvraag afwijking aan SHM voor clienten die door de VHM werden erkend als '‘thuisloos”. Aan: Sociale Huisvestingsmaatschappij Verzoek afwijking toelating/toewijzing sociale huisvesting voor daklozen Mevrouw, Mijnheer, In kader van art 7§5 van het sociaal huurbesluit van 13/12/2000, vragen wij U met deze een afwijking toe te staan op de normale toelatings- en toewijzingsregels ten voordele van dhr/mevr………………………………………………………………… In bijlage vindt U een copie van het schrijven van de VHM waaruit blijkt dat betrokkene door de VHM wordt beschouwd als thuisloos. Vriendelijke groeten Namens de Raad van het OCMW, Voorzitter Secretaris 317521258 - B - 3 april 2002 - 7/8 317521258 - B - 3 april 2002 - 8/8