De opbouw van het referentiekader integrale

advertisement
De strijd tegen dakloosheid
Prof. dr. Koen Hermans
Opbouw presentatie
 Enkele nieuwe inzichten uit buitenlands onderzoek
 Enkele vaststellingen uit eigen onderzoek
 Ingrediënten van een succesvolle Vlaamse strategie
Vaststellingen uit buitenlands onderzoek
3
Doorbraak van longitudinaal onderzoek
 ‘pathways approach’
(Benjaminsen & Andrade, 2015)
– Eenmalige daklozen
– Episodische daklozen
– Chronische daklozen
 Verschillende trajecten  andere beleidsmaatregelen?
ETHOS-typologie: ja, maar
 Consensus in Europa over gebruik van ETHOS
 Maar statische kijk vs dynamische overlevingsstrategieën
 Daklozen combineren overlevingsstrategiëen
 ‘Hidden homelessness’ als specifieke groep
– ‘couch sleepers’ of ‘sofa surfers’
– “The hidden homeless are not visible to the public as they may
have temporary housing, but they lack the stability of having a
permanent address and they are not staying with family or friends
out of choice” (Reeve, 2011)
– Vooral een overlevingsstrategie van vrouwen
Vangnet van welvaartsstaat als determinerende
institutionele factor
 Oorzaken van dakloosheid: ‘institutionele factoren’ vs
triggers
 Vergelijking gebruikers van shelters in VS en
Denemarken :
– Denemarken : hoofdzakelijk personen met complexe noden
– VS: personen die niet rondkomen (armoedeproblematiek)
 Maar ook nog na 2008 ? Effecten economische crisis:
– Economische daklozen in Nederland en gezinnen in de opvang
Vangnet van welvaartsstaat (2)
 Kostdelersnorm in Nederland sinds begin 2016
– Meer jongvolwassenen bieden zich aan in opvangcentra
 Besparingen in UK:
– “Between 2004 and 2009, homelessness claims steadily
declined in England, but rose about 20%, from 3.5 homeless
claims per 1000 households in 2009 to 4.1, in 2012. Across
LAs, there were reductions in per capita spending over this
period of 29% on homelessness prevention, 31% on housing
services, and 13% for other community services” (Loopstra et
al, 2014).
Preventie van uithuiszetting: kosteneffectief
(Bogman & Van Summeren, 2010)
 Nederlands onderzoek:
– Kost van een woonbegeleidingstraject : 3.300€
– Kost van uithuiszetting : 7.000€ voor woningcorporatie
– Opvang– en begeleidingskosten van een dakloze persoon
gedurende een jaar : 53.000 €.
 Voorkomen van uithuiszetting vermindert uitgaven voor
SHM en de thuislozenzorg
Housing first
 Residentiële opvang (in groep) leidt onvoldoende tot
doorstroom en uitstroom
 Prioriteit aan zo snel mogelijke toegang tot reguliere en
duurzame huisvesting vanuit rechtenbenadering
 Begeleiding:
– Wekelijks bezoek van maatschappelijk werker
– Meer intensieve behandeling en casemanagement enkel
mogelijk als persoon zelf dit nodig vindt
Effectiviteit van ‘housing first’
 Weinig uitval (70-90 % behoudt woning)
 Goedkoper dan leven op straat of in voorziening
 Positieve resultaten mbt verslaving / psychiatrische
problematiek
 Werkpunten: doorbreken van eenzaamheid,
dagbesteding en werk
10
Denmark: gidsland ?
National homelessness strategy
1. No citizens should live a life on the street.
2. Young people should not stay at care homes, but must
be offered alternative solutions.
3. Periods of accommodation in care homes or shelters
should last no longer than three to four months for citizens
who are prepared to move into their own homes with the
necessary support.
4. Release from prison or discharge from courses of
treatment or hospitals must presuppose that an
accommodation solution is in place.
11
Denemarken (2)
 Housing first in combinatie met specifieke methodieken
(ACT, CTI, casemanagement)
 25 % van sociale huisvesting voor personen met
dringende huisvestingsnood
 Maar dakloosheid steeg (vooral bij jongeren)
 Oorzaken :
– krapte op de huisvestingsmarkt
– ‘treatment first’ ipv ‘housing first’
– jongerenwerkloosheid
12
Vaststellingen uit eigen onderzoek
13
Onderzoeksopzet ‘Nulmeting dakloosheid’
Doelgroep
Periode
Daklozen
Thuislozen
Instabiele huisvesting
Gebruikers winter- en
noodopvang
CAW’s: Residentiële opvang &
Begeleid wonen
OCMW’s: Vorderingen tot
uithuiszettingen
OCMW’s: Doorgangswoningen
Periode 15 januari 2014 – 31 Periode 15 januari 2014 – 15 februari Periode vorderingen 15 januari 2014
2014
– 31 januari 2014
januari 2014
Periode bevraging: maart 2014
179 OCMW’s
Kenmerken van de 12 winteropvangcentra in 10 11 CAW’s en 218 OCMW’s
bevraging
steden
(waarvan 134 OCMW’s met cliënten in (waarvan 130 OCMW’s effectief
doorgangswoning)
vorderingen registreerden)
Bevraging: 16 variabelen
Bevraging: 30 variabelen
Bevraging: 8 variabelen
Winteropvang
 Aantal unieke gebruikers:
– 711 volwassenen, 53 kinderen
– 593 weigeringen
 Profiel:
–
–
–
–
–
85 % mannen
15 % mensen zonder papieren
10,3% jongvolwassenen
Mix tussen recent en chronische daklozen
Winteropvang als laatste oplossing
Winteropvang (2)
 ‘De’ winteropvang bestaat niet
 Toegankelijkheid van winteropvang is niet gegarandeerd !
 Wat na winter?
 Wat met centrumsteden zonder winteropvang/winterplan ?
– Lokeren, Sint-Niklaas, Ronse, Maasmechelen, Sint-Truiden, Genk
(?)
Thuislozenzorg CAW/OCMW
 Aantal unieke gebruikers:
– CAW residentieel: 1132 cliënten, 364 vergezellende kinderen
– CAW B(Z)W: 1227 cliënten, 732 vergezellende kinderen
– OCMW: 580 cliënten, 579 vergezellende kinderen
Residentiële opvangcentra
 Slechts 10 % heeft inkomen uit arbeid
 Aanleiding: relatieproblemen (30 %), uithuiszetting (20 %)
 40 %: niet eerste keer in residentieel opvangcentrum
 40 % langer dan een jaar thuisloos
 Volgens hulpverlers slechts 20 % in aangewezen vorm van
hulpverlening
18
Begeleid wonen
 15% werkt
 40% kampt volgens de hulpverlener met psychische
problemen
 50% van de cliënten heeft instellingsverleden in de
thuislozenzorg, 30% in de psychiatrie, 17% in een
penitentiaire instelling en 20 % in de BJZ
 30 % al langer dan 3 jaar in BW
 Begeleid wonen is de meest aangewezen hulpvorm voor
60 % van de gebruikers
Doorgangswoningen
 Aantal ?
 Bezettingsgraad volgens VVSG: 60 %
 ¼ heeft psychische problemen
 1/10 heeft instellingsverleden
 6/10 in staat om zelfstandig te wonen
 In vergelijking met CAW:
– Iets meer erkende vluchtelingen
– Cliënteel met minder zware problematiek
20
OCMW: vorderingen tot uithuiszetting
 Aantal unieke gebruikers:
– 599 uithuiszettingen in 179/308 OCMW’s
(Jaarbasis obv 60% OCMW’s: 15.600 vorderingen)
 Profiel:
–
–
–
–
–
50% in 13 centrumsteden
8/10 uithuiszettingen in private huurmarkt
9/10 aanleiding = huurachterstal
57% OCMW’s niet op hoogte van verdere vervolg
26% gezinnen met kinderen (19% onbekend)
Reacties van lokale politici na nulmeting

Hoewel ze in Ronse erkennen dat er daklozen zijn die opvang nodig
hebben, zijn ze toch niet van plan om een winteropvangcentrum op te
richten. ‘We hebben er niet de infrastructuur voor’, zegt OCMW-voorzitter
Wim Vandevelde (N-VA). ‘We sturen de daklozen liever door naar de
centra in Gent .’of Brussel

Niet alleen in de grotere steden leven mensen die geen onderdak hebben,
ook in de kleinere steden zijn er daklozen. Alleen is het probleem daar
veel meer verdoken of wordt het er zelfs miskend. ‘Ze slapen in
garageboxen, in een park of in de auto’, zegt Bert Reniers, opbouwwerker
van Samenlevingsopbouw in Oost-Vlaanderen. ‘Zo hebben we weet van
een tiental daklozen die vandaag in Lokeren in de kou moeten slapen.’ Luc
De Block (Open VLD), de voorzitter van het OCMW in Lokeren, valt uit de
lucht. ‘Er zijn hier geen daklozen’, zegt hij. ‘In een gemeente als Lokeren
zou het snel bekend raken als er mensen op straat slapen. Er is hier
gewoonweg geen nood aan winteropvang.’
Reactie van Minister Homans in parlement

Ik ben er wel van overtuigd dat alleen een dak boven je hoofd niet helpt. Er
zijn allerlei onderliggende problemen die tegelijk moeten worden
opgelost. Daar is een belangrijke rol weggelegd voor bijvoorbeeld de
OCMW’s.

De automatische toekenning van de rechten is ook heel belangrijk. In
het verleden zijn enkele zeer nobele pogingen ondernomen om dat te
doen. Nu hebben we de rechten allemaal opgelijst. Het leefloon is een
federale bevoegdheid, maar de huurpremie is bijvoorbeeld een Vlaamse
bevoegdheid. We hebben de rechten opgelijst en vastgesteld dat het een
probleem is van te grote administratieve rompslomp. Daar gaan we aan
werken, want de allerzwaksten in onze maatschappij hebben absoluut
recht op wat hun toekomt.
Jongvolwassenen als bijzondere doelgroep
 Onderzoek naar CBAW- en BZW-jongeren (Meys &
Hermans, 2016) :
 Inkomen:
– CBAW: 1/3 heeft leefloon
– BZW: 45 % heeft leefloon
 Opleidingsniveau
– Enkel diploma lager onderwijs (45% CBAW, 32% BZW)
– geen diploma heeft (25% CBAW en BZW).
 Huisvesting
– Sociale huisvesting (33 % van CBAW-jongeren en 28 % van BZWjongeren)
– Grote verschillen in kwaliteit van woonst en in korte tijd al verhuisd
Jongeren aan het woord: belang van nazorg
25
Vlaamse aanpak van dak- en thuisloosheid
 VAPA-doelstellingen zijn bevestiging van bestaande
beleidsaandacht
 Lokale en regionale acties en strategische plannen
 Vlaamse Woonraad:
– koppel dakloosheid niet los van functioneren woonmarkt
– Grijp structureel in op woonmarkt
 Mijn aanbeveling:
– Koppel Actieplan niet los van ontwikkelingen in sociale zekerheid en
verzorgingsstaat
Essentiële componenten van een Vlaams
strategisch plan
 Visie : grondrechtenbenadering
 Doelstellingen
 Acties
 Indicatoren : monitoren van dakloosheid en prestaties
 Alle betrokken actoren !
 Middelen !
Componenten van plan
 Grijp structureel in op woonmarkt
 Voorkomen van buitenslapers: winteropvang / nachtopvang
 Preventie van dakloosheid: dreigende uithuiszetting en
instellingsverlaters
 Woongerichte oplossingen :
– belang van woonzekerheid na dakloosheid
– Herhuisvesten van complexe groepen: ‘Housing first’ ipv ‘treatment first’
 Voer beleid ‘hidden homelessness’ in basisdiensten
 Zet doorgangswoningen bovenlokaal in
 Maak van residentiële centra ‘centra voor kortverblijf’
 Versterk methodische onderbouwing van ‘woonbegeleiding’
 Investeer in vernieuwende methodieken : ACT, CTI, FACT,
Casemanagement,…
 Jongvolwassenen als bijzondere doelgroep
Download