Macro-economie: aangezet of afgeschaft?

advertisement
Macro-economie: aangezet of afgeschaft?
Jeroen Hinloopen
Universiteit Utrecht ([email protected])
& Universiteit van Amsterdam ([email protected])
Programma
1. Kijken met de (macro-)economische bril
2. Veranderingen bij macro-economie:
• tijdpad
• onderwerpen
3. Entreetoets economie
• motivatie
• opzet
• resultaten
• conclusies
4. Nieuwe onderwerpen:
i. Human Development Index
ii. Creatieve destructie en economische groei
iii. Phillipscurve en NAIRU: definitie en gebruik (monetair beleid)
iv. Zero lower bound en liquiditeitsval
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
2
Kijken met de (macro-)economische bril
(1) Concept 1 - 6
(2) Welvaart en economische groei
(3) Goede tijden, slechte tijden
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
3
Veranderingen bij macro-economie: tijdpad
Maart 2015: verschijning nieuwe syllabus economie CE havo en vwo
Aangepaste syllabi gelden voor het CE 2017
September 2016:
havo 5: nieuw examenprogramma (CE in 2017)
vwo 4: nieuw examenprogramma (CE in 2019)
vwo 5: nieuw examenprogramma (CE in 2018)
vwo 6: nieuw examenprogramma (CE in 2017)
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
4
Veranderingen bij macro-economie: onderwerpen
Verdwenen:
D1: Vraag en Aanbod
1.20
De bepaling van de break-even-afzet bij een gelijkheid van totale kosten en
totale opbrengsten.
E2: Registratie intertemporele ruil
2.2
De elementaire balans en resultatenrekening van bedrijfshuishoudingen met
daarbij: - activa, eigen en vreemd vermogen als onderdelen van de elementaire
balans (voorraadgrootheden)
- kosten, opbrengsten en resultaat als onderdelen van de elementaire
resultatenrekening (stroomgrootheden)
- afschrijvingen als waardeverlies van investeringen in vaste activa
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
5
Veranderingen bij macro-economie: onderwerpen
Verdwenen (vervolg):
G2: Asymmetrische informatie
2.1
Onvolledige informatie leidt in een ruilsituatie tot transactiekosten
G3: Asymmetrische informatie in bedrijf
3.2
De keuze die een ondernemer maakt voor een bepaalde rechtsvorm, zoals
eenmanszaak, vennootschap onder firma, BV of NV en de risico’s die daarmee
samenhangen op het gebied van aansprakelijkheid.
3.5
De rol van toezichthouders op financiële en op andere markten.
G5: Beleggen
5.3
Waardeverandering van beleggingen als gevolg van (verwachtingen ten aanzien
van) renteverandering en inflatie.
H3: Groei
3.2
het bestaan van productiviteitsverschillen tussen landen.
3.3
convergentie en divergentie van ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen
aan de hand van de ontwikkeling van en determinanten voor het BBP.
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
6
Veranderingen bij macro-economie: onderwerpen
Verdwenen (vervolg):
I1: Conjuncturele verschijnselen
1.6
dat een economie met geld als ruilmiddel kan vervallen tot een ruileconomie
als hyperinflatie optreedt
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
7
Veranderingen bij macro-economie: onderwerpen
Nieuw:
H2: Het meten en verdelen van de welvaart
2.4
De omvang van het BBP en NBP als een beperkte welvaartsmaatstaf, rekening
houdend met;
- nominaal en reëel
- eng versus ruim welvaartsbegrip
- welvaartsbegrip per capita
- de rol en omvang van de informele sector
- Human Development Index en groen BBP (inclusief externe effecten)
2.11
De arbeidsinkomensquote (=AIQ) als het deel (of het percentage) van het
nationaal inkomen dat dient als beloning voor de verschaffing van de
productiefactor arbeid.
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
8
Veranderingen bij macro-economie: onderwerpen
Nieuw (vervolg):
H3: Groei
3.2
Indicatoren die de kwaliteit van de productiefactor arbeid en/of arbeidsproductiviteit bepalen, zoals:
- scholing
- know-how / ervaring
- gezondheid
- specialisatie
3.3
Indicatoren die de kwantiteit van de productiefactor arbeid bepalen, zoals:
- arbeidstijd en deeltijdwerk
- personen en arbeidsjaren en/of arbeidsuren
- arbeidsparticipatie
- vergrijzing
- wig
- (potentiële) beroepsbevolking
- leerplicht en pensioengerechtigde leeftijd
- loonkosten per eenheid product
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
9
Veranderingen bij macro-economie: onderwerpen
Nieuw (vervolg):
H3: Groei (vervolg)
3.4
Indicatoren die de kwaliteit van de productiefactor kapitaal en/of productiviteit
bepalen, zoals:
- onderzoek en ontwikkeling
- internationalisering
- creatieve destructie en (duurzame) innovatie
I2: Conjuncturele verschijnselen
2.3
Phillipscurve en de korte-termijn afruil tussen inflatie en werkloosheid in relatie
tot hoogconjunctuur en laagconjunctuur
2.4
de mogelijkheden en beperkingen van het gebruik en toepassing van de
Phillipscurve
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
10
Veranderingen bij macro-economie: onderwerpen
Nieuw (vervolg):
I4: Beleid en de Centrale Bank
4.1
Monetair beleid als het beïnvloeden van de conjunctuur middels;
- rentebeleid
- wisselkoersbeleid
- geldhoeveelheidsbeleid
4.2
De beperkingen die gesteld kunnen worden aan de effectiviteit van monetair
beleid zoals de zero lower bound en de liquiditeitsval
4.3
De Europese Centrale Bank en andere centrale banken als
- toezichthouder op de infrastructuur van financiële markten en
betalingsinstrumenten
- beheerder van eigen externe reserves
- uitgever van bankbiljetten
- toezichthouder op aanbieders van risicomijdende en risicozoekende
beleggingen
4.4
De betekenis van de Non Accelerating Inflation Rate of Unemployment voor
het monetair beleid
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
11
Entreetoets economie: motivatie
Opdracht Teulings II: (Teulings c.s., 2005, p. 200):
“…het formuleren van een voorstel voor een examenprogramma economie
havo / vwo op basis van het voorstel van de commissie Teulings l en de reacties
daarop…. De vervolgcommissie baseert zich op doelstellingen van het vak
economie zoals die door de commissie Teulings l zijn omschreven (…). Deze
doelstellingen beogen het begrijpen van economische verschijnselen in de
samenleving, door het ontwikkelen van ‘een economische kijk’. Het vak moet:
• algemeen vormend zijn;
• in de lijn liggen van het vak in het vervolgonderwijs;
• de basis zijn voor het opbouwen van een doorgaande leerlijn vanuit
de onderbouw havo /vwo;
• enthousiasme en interesse voor het vak wekken.”
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
12
Entreetoets economie: opzet
• totale instroom U.S.E. september 2016: 302
• onze vraag: wat weten ‘ze’ van economie?
• meting: entreetoets economie
• NL-EC-VWO: 177; geen voorkennis economie: 82
• 20 meerkeuzevragen
• vertrekpunt: Test of Understanding in College Economics, versie 4
(TUCE-4; William B. Walstad, Michael Watts, Ken Rebeck, 2006)
• National Council on Economic Education; > 160 US colleges
• 30 vragen micro-economie, 30 vragen macro-economie
• eerste editie in 1967; vierde editie in 2006
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
13
Entreetoets economie: opzet
Totale populatie:
34%
NL-vwo met schoolvak economie:
38%
˅**
Zonder economische voorkennis:
30-11-2016
24%
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
14
Entreetoets economie: resultaten
Gemiddelde totaalscore:
(TUCE-4: 9,5)
30-11-2016
EC = 11,4 >*** 8,7 = Niet EC
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
15
Entreetoets economie: resultaten
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
16
Entreetoets economie: resultaten
Toetsvraag
1
Concept
Schaarste, Ruil
2
Ruilen over de tijd
3
Markt
4
Goede tijden, slechte tijden
5
Samenwerken & Onderhandelen
6
Markt
7
Markt
8
Ruilen over de tijd
9
Risico & Informatie
10
Welvaart & groei
11
Markt
12
Markt
13
Risico & Informatie
14
Welvaart & groei
15
Welvaart & groei
16
Markt
17
Welvaart & groei
18
Samenwerken & Onderhandelen
19
Goede tijden, slechte tijden
20
Markt
# deelnemers
Totaalscore
34%
66%
17%
88%
79%
44%
57%
83%
51%
57%
69%
58%
83%
34%
29%
41%
46%
27%
59%
29%
259
EC
38%
69%
15%
89%
90%
51%
56%
85%
54%
63%
75%
64%
88%
38%
27%
53%
55%
27%
64%
32%
177
Niet EC
>**
>*
<
>
>***
>***
<
>*
>
>***
>***
>***
>***
>**
<
>***
>***
>
>**
>*
24%
59%
21%
84%
54%
30%
59%
77%
44%
43%
59%
46%
73%
24%
34%
13%
26%
27%
50%
22%
82
EC = studenten die op het vwo eindexamen hebben gedaan in het schoolvak economie; Niet EC = studenten
zonder economie in hun vooropleiding; *, **, *** statistisch significant op respectievelijk 1%, 5% en 10%.
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
17
Entreetoets economie: resultaten
Opgave 8
Totaalscore: EC = 85% >* 77% = Niet EC
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
18
Entreetoets economie: resultaten
Toetsvraag
1
Concept
Schaarste, Ruil
2
Ruilen over de tijd
3
Markt
4
Goede tijden, slechte tijden
5
Samenwerken & Onderhandelen
6
Markt
7
Markt
8
Ruilen over de tijd
9
Risico & Informatie
10
Welvaart & groei
11
Markt
12
Markt
13
Risico & Informatie
14
Welvaart & groei
15
Welvaart & groei
16
Markt
17
Welvaart & groei
18
Samenwerken & Onderhandelen
19
Goede tijden, slechte tijden
20
Markt
# deelnemers
Totaalscore
34%
66%
17%
88%
79%
44%
57%
83%
51%
57%
69%
58%
83%
34%
29%
41%
46%
27%
59%
29%
259
EC
38%
69%
15%
89%
90%
51%
56%
85%
54%
63%
75%
64%
88%
38%
27%
53%
55%
27%
64%
32%
177
Niet EC
>**
>*
<
>
>***
>***
<
>*
>
>***
>***
>***
>***
>**
<
>***
>***
>
>**
>*
24%
59%
21%
84%
54%
30%
59%
77%
44%
43%
59%
46%
73%
24%
34%
13%
26%
27%
50%
22%
82
EC = studenten die op het vwo eindexamen hebben gedaan in het schoolvak economie; Niet EC = studenten
zonder economie in hun vooropleiding; *, **, *** statistisch significant op respectievelijk 1%, 5% en 10%.
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
19
Entreetoets economie: resultaten
Opgave 15
Totaalscore: EC = 27% < 34% = Niet EC
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
20
Entreetoets economie: resultaten
Toetsvraag
1
Concept
Schaarste, Ruil
2
Ruilen over de tijd
3
Markt
4
Goede tijden, slechte tijden
5
Samenwerken & Onderhandelen
6
Markt
7
Markt
8
Ruilen over de tijd
9
Risico & Informatie
10
Welvaart & groei
11
Markt
12
Markt
13
Risico & Informatie
14
Welvaart & groei
15
Welvaart & groei
16
Markt
17
Welvaart & groei
18
Samenwerken & Onderhandelen
19
Goede tijden, slechte tijden
20
Markt
# deelnemers
30-11-2016
Totaalscore
34%
66%
17%
88%
79%
44%
57%
83%
51%
57%
69%
58%
83%
34%
29%
41%
46%
27%
59%
29%
259
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
EC
38%
69%
15%
89%
90%
51%
56%
85%
54%
63%
75%
64%
88%
38%
27%
53%
55%
27%
64%
32%
177
Niet EC
>**
>*
<
>
>***
>***
<
>*
>
>***
>***
>***
>***
>**
<
>***
>***
>
>**
>*
24%
59%
21%
84%
54%
30%
59%
77%
44%
43%
59%
46%
73%
24%
34%
13%
26%
27%
50%
22%
82
21
Entreetoets economie: resultaten
Opgave 17
Totaalscore:
30-11-2016
EC = 55% >*** 26% = Niet EC
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
22
Entreetoets economie: conclusies
• Bij 15 van de 20 vragen scoort EC significant beter dan Niet EC
• Het verschil loopt op tot 40 %-punten
• EC scoort significant beter bij alle acht concepten
• Bij geen enkele vraag scoort Niet EC significant beter dan EC
• Curriculum tertiair onderwijs aanpassen (?)
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
23
Nieuwe onderwerpen - Human Development Index
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
24
Nieuwe onderwerpen - Human Development Index
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
25
Nieuwe onderwerpen - Human Development Index
• Ontworpen in 1990 in opdracht van de VN door de Pakistaanse econoom
Mahbub ul Haq
• Samengestelde index bestaande uit drie componenten: (i) levensverwachting,
(ii) mate van scholing, en (iii) inkomen
• Indexwaarde is een getal tussen 0 en 1; hoger getal, hogere welvaart
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
26
Nieuwe onderwerpen - Human Development Index
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
27
Nieuwe onderwerpen - Human Development Index
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
28
Nieuwe onderwerpen - Creatieve destructie en economische groei
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
29
Nieuwe onderwerpen - Creatieve destructie en economische groei
Austen Goolsbee (1998), “Does government R&D policy mainly benefit scientists and
engineers?”, American Economic Review 88(2): 298 – 302.
• Kernvraag: verhogen R&D subsidies private innovatie-activiteiten?
• Probleem: lage aanbodelasticiteit kenniswerkers (in de VS: 0,15)
• Gevolg: R&D-subsidies maken kenniswerkers vooral duurder
(in de VS: salarisstijging van 30%)
• Nederland: WBSO (in 2016: € 1,1 mrd………)
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
30
Nieuwe onderwerpen - Phillips curve en NAIRU: definitie en gebruik (monetair beleid)
Phillips (1958):
• Bij hoge werkloosheid stijgen lonen minder snel dan bij lage werkloosheid
• Gevolg: negatief verband werkloosheidspercentage en loonontwikkeling
Phillips-curve is meer algemeen:
• negatief verband werkloosheidspercentage en prijsontwikkeling
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
31
Nieuwe onderwerpen - Phillips curve en NAIRU: definitie en gebruik (monetair beleid)
Op de lange termijn is geld neutraal!
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
32
Nieuwe onderwerpen - Phillips curve en NAIRU: definitie en gebruik (monetair beleid)
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
33
Nieuwe onderwerpen - Phillips curve en NAIRU: definitie en gebruik (monetair beleid)
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
34
Nieuwe onderwerpen - Phillips curve en NAIRU: definitie en gebruik (monetair beleid)
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
35
Nieuwe onderwerpen - Phillips curve en NAIRU: definitie en gebruik (monetair beleid)
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
36
Nieuwe onderwerpen - Phillips curve en NAIRU: definitie en gebruik (monetair beleid)
Gianelle, C., Koske, I., Rusticelli, E en Chatal, O (2008), “What drives the NAIRU?
Evidence from a panel of OECD countries.” OECD Economic Department Working
Papers, No. 649.
• Kernvraag: welke factoren beïnvloeden de NAIRU?
• Steekproef: 22 landen, 1970 - 2007
• Resultaten:
• waarde is periodegevoelig. Voor NL: 5,9% (1980 – 1984), 3,8% (2007)
• wig: hogere wig, hogere NAIRU
• vrije marktwerking: meer vrijheid, lagere NAIRU
• reële rente: hogere rente, hogere NAIRU
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
37
Nieuwe onderwerpen – Zero lower bound en liquiditeitsval
Rentebeleid kan anticyclisch worden ingezet
Zero lower bound: een negatieve rente is niet goed denkbaar vanwege het bestaan
van chartaal geld
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
38
Nieuwe onderwerpen – Zero lower bound en liquiditeitsval
Rentebeleid kan anticyclisch worden ingezet.
Zero lower bound: een negatieve rente is niet goed denkbaar vanwege het bestaan
van chartaal geld.
Liquiditeitsval:
• Bij 0% zijn staatsobligaties en chartaal geld volkomen inwisselbaar.
• Opkopen van staatsobligaties door centrale bank om de maatschappelijke
geldhoeveelheid te vergroten heeft dan geen effect meer.
30-11-2016
Prof. dr. J. Hinloopen ([email protected])
39
Download