IB-bijeenkomsten Westfriese Knoop

advertisement
IB - Bijeenkomsten
Westfriese Knoop
N.a.v. vragen over doublure &
verwijzen naar SBO
Bijeenkomst 3
Doorstromen of doubleren?
Doubleren gebeurt in NL veel vaker
dan in vergelijkbare landen (22%
versus 7%)
Doubleren is over het algemeen
ineffectief. Hattie (2013): er is geen
andere andere interventie te vinden die
zo ineffectief is (- 0.16) en toch nog zo
vaak toegepast wordt
2
Doorstromen of doubleren?
Negatief effect op leerling:
- Ontmoedigend, negatief zelfbeeld
- Aanvankelijk op niveau, einde schooljaar
weer achter
- Meer van hetzelfde (terwijl leerling iets
anders nodig heeft, onderwijsbehoeften)
- Relatie leerkracht-leerling blijft hetzelfde
- Sociale positie: minder populair
3
Dus: doorstromen tenzij
Bespreek belang kind: wat is doel en
verwacht positief effect van doubleren?
1.
2.
3.
4.
Positief zelfbeeld door succes-ervaringen
Leerling heeft ‘meer van hetzelfde nodig’
vanwege ziekte, afwezigheid, verzuim
Onderwijs in lagere groep past beter bij
onderwijsbehoeften dan in hogere groep
Relatie leerkracht-leerling is/blijft positief
4
Dus: doorstromen tenzij
5. Sociale positie: leerling zal in lagere groep
meer aansluiting hebben
6. Leerling wil zelf blijven zitten
6. Ouders en school staan achter keuze
7. School heeft meer argumenten voor dan tegen
School beslist (directie, IB in overleg met
leerkracht), deskundige in OT denkt mee
5
Toelaatbaarheidsverklaring
6
Regulier als het kan,
speciaal als het moet
•
•
•
•
•
•
•
•
Basisschool heeft ‘genoeg’ gedaan
Ondersteuning SWV is ingezet
Leerling is 2x in OT besproken
OPP trap hoeft niet (kan wel handig zijn i.v.m.
inschatting uitstroom) en meerwaarde S(B)O
Realistische doelen  OWB  OSB school
SBO of SO heeft meerwaarde!
Afgrenzing Bao/SBO en SBO/SO
Ouders staan (voldoende) achter keuze
(onderwijsondersteunend gedrag ouders)
7
Samen plussen & minnen
(op flap of A3)
Uitstroomperspectief =
Doelen leren en gedrag =
Daarvoor is nodig (OWB & OSB):
Dat kan in school 1, 2 of 3 (opties)
Wat zijn argumenten voor én tegen deze
opties: kind, scholen en ouders?
• Wie beslist over welk argument?
• Welke argumenten wegen zwaarst?
• Doel conclusie = gedragen beslissing
•
•
•
•
•
9
Afspraken OT
1. Wie
2. Wat
3. Waarom
4. Wanneer
5. Hoe
Zie je het zitten? Gaat het lukken (0-10)?
- Zo ja, fijn, succes!
- Zo nee, wat kunnen we nog doen zodat …?
Wat is nodig om …?
10
Download