Standpunten en argumenten Objectieve argumenten = argumenten op basis van controleerbare feiten Subjectieve argumenten = argumenten op basis van vermoedens of vooropgezette meningen, gevoelens en persoonlijke waardeoordelen Nevenschikkende argumentatie = verschillende, gelijkwaardige argumenten worden naast elkaar gebruikt Onderschikkende argumentatie = wanneer een standpunt wordt ondersteund door een hoofdargument, dat vervolgens weer ondersteund wordt door diverse subargumenten Typen argumenten + voorbeelden: 1 Controleerbare feiten 2 Voorbeeld 3 Vergelijking 4 Ervaring 5 Gezag / autoriteit 6 Gevolg 7 Nut / gewenst gevolg Soaps zijn erg populair. Op de Nederlandse zenders worden per dag gemiddeld zes soaps uitgezonden. Soaps kunnen verslavend zijn. Kijk maar naar mijn buurvrouw die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat kijkt. Mariëlle houdt waarschijnlijk niet van All you need is love. Ze heeft immers ook de pest aan al die datingshows op tv. Je kunt beter elke dag een bladzijde woordjes leren dan in een keer alles. Dan onthoud je er veel meer van. De nieuwe romans van Maartje Wortel overtreft al haar eerdere werk, zoals de criticus van NRC terecht opmerkt. Dat bedrijf moet nodig op zoek naar een fusiepartner; anders gaat het binnen de kortste keren failliet. Zo veel mogelijk landen moeten hun munt inwisselen voor de euro. Dat is gunstig voor het betalingsverkeer en zal de concurrentiepositie van Europa ten goede komen. 8 Gevoel / emotie 9 Algemene normen en waarden 10 Geloof / persoonlijke overtuiging 11 Veronderstelling 12 Vermoedens (op basis van een veronderstelling, maar subjectiever) Ik vind die nieuwe roman erg goed. Ik kan me echt inleven in de hoofdpersoon en het boek is nog spannend ook. Het is goed het afval gescheiden in te zamelen. Je vindt het milieu toch ook belangrijk? De inkomensverschillen in ons land mogen niet te groot worden. Dat past niet in een maatschappij als de onze. De gevolgen van het broeikaseffect zijn steeds duidelijker te merken. Volgend jaar zal de temperatuur op aarde weer hoger zijn dan die van vorig jaar. Dat was afgelopen tien jaar steeds het geval. De nieuwe wet Passend Onderwijs wil dat scholen leerlingen met gedrags- en leerproblemen zo min mogelijk verwijzen naar het speciaal onderwijs. Dat komt het reguliere onderwijs niet ten goede. Ik denk namelijk dat niet veel docenten in staat zullen zijn deze leerlingen de juiste zorg te bieden.