Versie 1 december 2013 DE DUURZAME ONTWIKKELING IN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN HET INVOEGEN VAN SOCIALE CRITERIA Astride MIANKENDA Cel AankoopBeleid en Advies 1 december 2013 INHOUDSTAFEL INLEIDING ......................................................................................................... 6 I. SOCIAAL AANKOPEN: KERNONDERWERPEN ............................................... 7 1. 2. 3. 4. II. Maatschappelijk verantwoordelijke overheidsopdrachten: definitie ............... 7 Potentiële voordelen van "sociale" overheidsopdrachten ............................. 8 "Sociale" overheidsopdrachten en Europees model ..................................... 9 De wetgevings- en beleidsbenadering van maatschappelijk verantwoordelijke overheidsopdrachten in de EU ................................................................. 9 ORGANISATIESTRATEGIE VOOR SOCIAAL KOPEN .................................... 12 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. De doelen van "sociale" overheidsopdrachten vaststellen ...........................12 Politiek engagement op hoog niveau en leadership inzake "sociale" overheidsopdrachten .............................................................................12 De risico’s inschatten en prioriteiten opstellen in de uitgaven om de sociale resultaten te verbeteren ........................................................................12 Meer sensibiliseren voor "sociale" overheidsopdrachten en de belangrijkste belanghebbenden erbij betrekken ...........................................................13 Een strategie "sociale" overheidsopdrachten uitvoeren ..............................14 De effectieve implementatie meten .........................................................15 Het aanbestedingsproces .......................................................................15 Benadering voor "sociale" overheidsopdrachten ........................................16 III. BEHOEFTEN IDENTIFICEREN EN OPDRACHTEN PLANNEN ......................... 18 1. 2. 3. IV. Belang van de vaststelling van de werkelijke behoeften .............................18 Het voorwerp definiëren ........................................................................18 De toegankelijkheid tot de overheidsopdrachten verbeteren .......................19 DE OPDRACHT ........................................................................................... 22 A. Vereisten van de opdracht definiëren ................................................22 1. 2. 3. 4. 5. 6. De technische specificaties opstellen .......................................................22 Op prestaties gebaseerde specificaties of functionele specificaties ...............23 Varianten gebruiken ..............................................................................23 Sociale labels en gevolgen voor de eerlijke handel ....................................24 Rekening houden met sociale overwegingen bij productie- en procesmethodes ...................................................................................24 Handicaps en technische specificaties ......................................................25 B. Leveranciers en dienstverleners selecteren .......................................26 1. 2. Uitsluitingscriteria .................................................................................26 Technische capaciteit ............................................................................28 C. De opdracht gunnen ..........................................................................29 1. Algemene regels voor het opstellen van gunningscriteria en de gunning van opdrachten ..........................................................................................29 Abnormaal lage offertes behandelen........................................................33 Informatie aan afgewezen inschrijvers .....................................................33 2. 3. 2 D. De opdracht uitvoeren .......................................................................34 1. 2. 3. 4. 5. Regels voor de uitvoering van de opdracht ...............................................34 Voorbeelden uit overweging 33 van de richtlijn 2004/18/EG .......................35 Naleving van de nationale arbeidswetgeving ............................................36 Beheer van de toeleveringsketen ............................................................37 Contractbeheer en nalevingscontrole .......................................................37 E. Een concreet voorbeeld .................................................................... 38 CONCLUSIE ....................................................................................................... 49 3 Woord vooraf Het eerste deel was gewijd aan overheidsopdrachten die ecologische criteria bevatten. Het tweede deel is gewijd aan overheidsopdrachten die sociale clausules integreren. De aspecten "ethische clausules, eerlijke handel, toegankelijkheid voor iedereen en voorbehouden opdrachten" zullen in het derde deel van de handleiding uitvoerig worden behandeld. De term "sociale aspecten" moet worden genuanceerd: meestal omvatten die woorden verschillende begrippen zonder veel onderscheid te maken tussen dat wat men als socioeconomische aspecten kan bestempelen, namelijk het feit om het via overheidsopdrachten mogelijk te maken categorieën van economisch kansarmen (langdurige werklozen, oudere werklozen, jonge werklozen, laaggeschoolde werklozen, …) op de arbeidsmarkt te herintegreren, en andere aspecten, die te maken hebben met moraal en ethiek (integratie van personen met een handicap in de arbeidswereld, gelijkheid mannen/vrouwen, verbod om te discrimineren op basis van ras en religie of seksuele geaardheid, toegankelijkheid voor iedereen, …). Deze tekst behandelt alleen de louter socio-economische aspecten die, zo lijkt het, een bijkomend aspect moeten bevatten, eveneens socio-economisch in vergelijking met het bovenstaande, namelijk de kleine en middelgrote ondernemingen bij het proces overheidsopdrachten betrekken. Die bedenking is recenter en wordt verder uitgewerkt. We moeten er ook op wijzen dat het "sociale niveau", met name de bescherming van de sociale rechten van de werknemers, in de verschillende landen van de huidige Europese Unie waarschijnlijk niet identiek is. Het is niet de bedoeling om hier de niveaus van de bestaande sociale bescherming in de verschillende lidstaten te vergelijken. Het is echter interessant er nogmaals op te wijzen dat de Belgische reglementering inzake overheidsopdrachten bepalingen betreffende de sociale bescherming bevat. Het gaat om de artikelen 43bis (leveringen) en 69bis (diensten) van het besluit van 8 januari 1996. De tekst luidt als volgt: "De Belgische leverancier (of dienstverlener) die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet bij zijn aanvraag tot deelneming bij een beperkte of een onderhandelingsprocedure of bij zijn offerte bij een openbare procedure vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of van de offertes, al naargelang het geval, een attest van de Rijksdienst voor sociale Zekerheid voegen of aan de aanbestedende overheid voorleggen, waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan de voorschriften inzake bijdragen voor de sociale zekerheid". Wat de veiligheid op de werven betreft, bepaalt artikel 30 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden, bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996, het volgende: "§ 1 – De aannemer moet instaan voor de orde op de bouwplaats tijdens de duur van de werken, en hij is er toe gehouden, in het belang van de ambtenaren van de 4 aanbestedende overheid en van derden, zowel als in dat van zijn eigen personeel, alle nodige maatregelen te treffen om hun veiligheid te waarborgen. Hij gedraagt zich naar de wets- en reglementsbepalingen inzake ondermeer bouwpolitie, wegenpolitie, hygiëne, arbeidsbescherming, evenals naar de bepalingen van de collectieve overeenkomsten van het nationale, gewestelijke, lokale en bedrijfsniveau". Dit eerste gedeelte van het tweede deel is een becommentarieerde samenvatting van de "Gids voor de inachtneming van sociale overwegingen bij overheidsaanbestedingen" die de Europese Commissie (Luxemburg, Publicatiebureau van de Europese Unie) begin 2011 publiceerde, of tenminste van die delen van de gids die betrekking hebben op de sociale (economische) aspecten in overheidsopdrachten. SOCIAAL KOPEN: GIDS VOOR DE INACHTNEMING VAN SOCIALE OVERWEGINGEN BIJ OVERHEIDSAANBESTEDINGEN Deze versie bevat eveneens een concreet voorbeeld van hoe de invoeging van sociale clausules in de opdrachten kan worden bevorderd (zie IV. De opdracht, punt E). 5 INLEIDING Het doel van de overheidsopdrachten die sociaal responsabiliserende clausules bevat, is om de marktpraktijken te doen evolueren door de bedrijven aan te zetten om een sociaal verantwoord beheer toe te passen. De beoogde domeinen zijn: werkgelegenheidsmogelijkheden, fatsoenlijk werk, sociale insluiting, toegankelijkheid, ontwerpen voor iedereen, ethische handel en een ruimere naleving van maatschappelijke normen. De omvang van de impact hangt af van het economische marktaandeel dat de werken, leveringen of diensten in kwestie vertegenwoordigt. Dat impliceert dus ook een impact op de duurzame ontwikkeling. De rechtsgrond voor overheidsopdrachten is vastgesteld in de richtlijn 2004/18/EG (voor de klassieke sectoren). Die bepaalt dat er rekening kan worden gehouden met sociale aspecten bij de overheidsopdrachten in de mate die verband houden met het voorwerp van de opdracht en evenredig zijn met de eisen ervan, dat het principe van de voordeligste offerte moet worden nageleefd alsook de gelijke toegankelijkheid voor alle operatoren van de Europese Unie. De bronnen daarvan liggen in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HJEU), in een interpretatieve mededeling van de Europese Unie van 2001 en in een studie van de Europese Commissie van 2003. 6 I. SOCIAAL AANKOPEN: KERNONDERWERPEN 1. Maatschappelijk verantwoordelijke overheidsopdrachten: definitie 1.1. Het betreft overheidsopdrachten die één of meer van de volgende sociale overwegingen in acht nemen: werkgelegenheidsmogelijkheden, fatsoenlijk werk, naleving van arbeids- en sociale rechten, sociale insluiting (met name van personen met een handicap), gelijke kansen, toegankelijkheid, concepten voor iedereen, inachtneming van duurzaamheidscriteria, met inbegrip van ethische handelskwesties en de bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen, met inachtneming van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten en de beginselen van het Verdrag. Voor een geïntegreerde benadering van de opdrachten kunnen sociale overwegingen met milieuoverwegingen worden gecombineerd. 1.2. Hieronder staat een niet-limitatieve lijst van sociale overwegingen die in aanmerking kunnen worden genomen, maar voor sommige aspecten is dat maar mogelijk in bepaalde, duidelijk omschreven fases van een opdracht (bijvoorbeeld: de arbeidsvoorwaarden in de uitvoeringsclausules, de kwestie van de toegankelijkheid in de technische specificaties). Dat betekent dat geval per geval moet worden beslist, in functie van het voorwerp van de opdracht en de nagestreefde doelen. De verschillende aspecten in de lijst worden met voorbeelden aangevuld: - Werkgelegenheidsmogelijkheden: het stimuleren van de werkgelegenheid voor jongeren, genderevenwicht in beide richtingen (en ook evenwicht privé-/beroepsleven), stimuleren van werkgelegenheidsmogelijkheden voor langdurig werklozen en oudere werknemers, het stimuleren van de diversiteit en de werkgelegenheid voor kansarme categorieën (migranten, etnische en religieuze minderheden, laaggeschoolden, …), het stimuleren van de werkgelegenheid voor personen met een handicap (werkomgeving). - Fatsoenlijk werk: dat universeel concept stoelt op de overtuiging dat iedereen recht heeft op productief werk in omstandigheden van vrijheid, gelijkheid, veiligheid en menselijke waardigheid. Het programma is gebaseerd op vier pijlers: het recht op productief en vrij gekozen werk, fundamentele beginselen en rechten op het gebied van werk, werk met een redelijk inkomen en sociale bescherming en sociale dialoog (gendergelijkheid en non-discriminatie zijn hier horizontale kwesties). De belangrijkste aspecten inzake overheidsopdrachten zijn: voldoen aan de fundamentele arbeidsnormen (de acht verdragen van de IAO), een redelijk inkomen, veiligheid en gezondheid op de werkplek, sociale dialoog, toegang tot opleidingen, gendergelijkheid en nondiscriminatie, een minimale sociale bescherming (cfr. wat 7 hierboven is gezegd over de naleving van de verplichtingen inzake sociale zekerheid). - De naleving van de arbeids- en sociale rechten, met name: nationale wetten en collectieve arbeidsovereenkomsten overeenkomstig het gemeenschapsrecht, gelijkheid van man en vrouw op het werk (met inbegrip van gelijk loon voor gelijk werk en het stimuleren van gendergelijkheid), de wetten inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek, het bestrijden van andere discriminaties (leeftijd, handicap, ras, godsdienst of overtuiging, seksuele geaardheid, …) en het stimuleren van gelijke kansen. - Sociale insluiting en het stimuleren van sociale organisaties, zoals: gelijke toegang tot overheidsopdrachten voor bedrijven met een eigenaar of werknemers uit een etnische of andere minderheidsgroep (coöperaties, maatschappelijke organisaties en vzw’s, …), werk voor personen met een handicap, ook op de open arbeidsmarkt. - Toegankelijkheid en concepten voor iedereen: het verplichten van technische specificaties die de toegang garanderen voor iedereen, bijvoorbeeld personen met een handicap in verschillende domeinen (openbare diensten, openbare gebouwen, openbaar vervoer, openbare informatie en communicatie, waaronder webdiensten). - Vrijwillige verbintenissen tot maatschappelijk verantwoord ondernemen, dat wil zeggen dat de bedrijven in hun dagelijkse activiteiten vrijwillig verder gaan dan wat de reglementering voorschrijft op het vlak van milieu en maatschappij: de opdrachtnemers aansporen op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen. - Naleving van de mensenrechten en bescherming tegen schendingen. - Het stimuleren van KMO’s voor zover het voorgaande op hen betrekking heeft: de toegankelijkheid van KMO’s tot overheidsopdrachten bevorderen, door de kosten en/of lasten van "sociale" overheidsopdrachten te verlagen, bijvoorbeeld: voldoende tijd geven voor de offerte bij grote overheidsopdrachten, op tijd betalen, proportionele kwalificatie- en economische vereisten stellen. Opmerking: de doelstellingen inzake sociaal beleid zijn niet soortgelijk in de Unie en in de verschillende lidstaten. 2. Potentiële voordelen van "sociale" overheidsopdrachten 2.1. Stimulans voor de naleving van de nationale en internationale verbintenissen voor de sociale ontwikkeling, wederzijds de economische en sociale aspecten versterken. 8 2.2. Stimulans voor de sociale verantwoordelijkheid van de markten: de bestaande markten verdiepen of nieuwe markten creëren (voorbeeld voor de andere consumenten), schaalvoordelen, stimulatie van de innovatie en concurrentie met als resultaat een betere kwaliteit en lagere prijzen (bijvoorbeeld: producten aangepast aan verschillende handicaps). 2.3. Maatschappelijk bewuste governance tonen: "sociale" overheidsopdrachten vallen onder een dergelijk bestuur (impact van de publieke opinie). Dat overstijgt uiteraard de verantwoordelijkheden van de aankoper in het kader van zijn taak. 2.4. Stimulatie van de integratie: belang van overheidsinterventie. 2.5. Rationalisatie van de overheidsuitgaven. 3. "Sociale" overheidsopdrachten en Europees model 3.1. • Voordeel: verspreiding van het Europees model, wat impliceert dat de duurzame economische groei wordt gecombineerd met betere leefen arbeidsomstandigheden. Doel: een goed draaiende economie die specifieke sociale normen integreert (kwaliteitsjobs, gelijke kansen, non-discriminatie, sociale voorzieningen voor iedereen, sociale insluiting, sociale dialoog, goede arbeidsverhoudingen en inspraak van alle betrokkenen in de beslissingen). Het stimuleren van de beste prijs/kwaliteitverhouding en innovatie. 3.2. Economische vooruitgang en sociale cohesie zijn de complementaire pijlers van duurzame ontwikkeling. 3.3. De toenemende belangstelling van de EU voor de sociale rechten en gelijke kansen (vooral op de werkplek): duurzame ontwikkeling overstijgt het milieuaspect en omvat het sociale aspect. 4. De wetgevings- en beleidsbenadering van maatschappelijk verantwoordelijke overheidsopdrachten in de EU 4.1. Ontwikkeling van de sociale dimensie van het beleid en de wetgeving van de EU De afgelopen twintig jaar heeft de EU haar sociaal beleid sterk ontwikkeld. Naast de eigenlijke maatregelen die op dat vlak zijn genomen, zijn "sociale" overheidsopdrachten een instrument om dat beleid te verspreiden. Er bestaan sectorale handboeken (catering, schoonmaak, particuliere beveiliging en textiel), maar enerzijds zijn ze het werk van sociale 9 partners, en anderzijds zijn ze niet meer conform het huidige EUrechtskader. 4.2. Wettelijke en juridische benadering van de "sociale" overheidsopdrachten in de EU Evolutie: - Interpretatieve mededeling van de Europese Commissie van 15 oktober 2001. - Arresten Concordia Bus (HJEU 17 september 2002) en Wienstrom (HJEU 4 december 2003). - Richtlijn 2004/17/EG (speciale sectoren) en 2004/18/EG (klassieke sectoren) die bepalen hoe sociale overwegingen in de overheidsopdrachten kunnen worden opgenomen (technische specificaties, selectiecriteria, gunningscriteria en uitsluitingsclausules). Ze bevatten ook een specifieke bepaling betreffende de beschutte werkplaatsen. Sommige aanbestedende overheden hebben een beleid inzake "sociale" overheidsopdrachten ontwikkeld dat toepasselijk is op de opdrachten die niet onder de richtlijn vallen (opdrachten onder de Europese drempels en opdrachten van bijlage IIB). Dat zou een interessante piste kunnen zijn. Er zijn wel veel "kleine" opdrachten die een groot financieel volume vertegenwoordigen, maar we moeten vaststellen dat de "grote" opdrachten aan het beleid ontsnappen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan grote infrastructuurwerken, die een ideale gelegenheid zijn om laaggeschoolde, werklozen te integreren, … Het is in elk geval wenselijk om die mogelijkheid bij het aankoopbeleid te stimuleren. Ook al vallen die opdrachten niet onder de richtlijnen, ze moeten toch de regels van het Verdrag naleven (gelijke behandeling, transparantie, vrij verkeer van goederen en diensten en vrijheid van vestiging). Dat werd bevestigd door het Hof van Justitie (arrest Teleaustria HJEU 7 december 2000). Het spreekt vanzelf dat het de aanbestedende overheden bij dergelijke opdrachten vrijstaat om er de regels die de richtlijnen voorschrijven op toe te passen. De Gids "Sociaal Kopen" wijdt zich alleen aan de opdrachten die volledig onder het toepassingsgebied van de richtlijnen vallen. 4.3. Maatschappelijke diensten van nationaal economisch nut: die diensten komen in de Gids "Sociaal Kopen" niet specifiek aan bod. 10 4.4. Kleine en middelgrote ondernemingen (met of zonder winstoogmerk) De administratieve last van overheidsopdrachten is heel zwaar voor KMO’s. Dat geldt ook voor de sociale clausules, ongeacht of de KMO’s rechtstreeks inschrijven of optreden als onderaannemer, aan wie de opdrachtnemer zijn verplichtingen inzake sociale clausules heeft overgedragen. De aanbestedende overheden moeten zich bewust zijn van die situatie, en ook van het feit dat bepaalde KMO’s zich op dat vlak beter positioneren dan andere. 11 II. ORGANISATIESTRATEGIE VOOR SOCIAAL KOPEN 1. De doelen van "sociale" overheidsopdrachten vaststellen Die doelstellingen kunnen aan nationale, regionale of plaatselijke sociale prioriteiten beantwoorden, zonder echter de nationale, regionale of plaatselijke producten te bevoordelen (de Gids geeft geen pistes om die doelstelling te realiseren zonder aan discriminatie te doen). Voorbeelden: 2. - Frankrijk legt het accent inzake duurzame ontwikkeling op de voorbeeldrol van de Staat. - In Groot-Brittannië is de verplichte gelijkheid tussen mannen en vrouwen sinds april 2007 van kracht. Er werden richtlijnen uitgewerkt om de overheidssector aan te moedigen de goede praktijken inzake diversiteit en gelijk loon bij de opdrachtnemers uit de sector te bevorderen. Politiek engagement op hoog niveau en leadership inzake "sociale" overheidsopdrachten Ook dat is een niveau dat volledig ontsnapt aan de bevoegdheidssfeer van de personen die de overheidsopdrachten moeten realiseren. 3. De risico’s inschatten en prioriteiten opstellen in de uitgaven om de sociale resultaten te verbeteren Suggesties: - Een stapsgewijze benadering door te beginnen met een beperkt aanbod van producten en diensten met een duidelijke sociale impact, die vlot toegankelijk en niet duurder zijn (opdrachten die door zwakkere werknemers kunnen worden uitgevoerd). Daartoe kan men, zoals in Zweden, de sociale impact in het marktonderzoek integreren. - Nagaan of de specificaties van de opdracht geen negatieve sociale impact hebben of aangepaste opdrachten reserveren, bijvoorbeeld voor beschutte werkplaatsen. - Beschikbaarheid en kosten van sociale oplossingen en overeenstemming met de regels inzake overheidsopdrachten (meer sociaal verantwoordelijke manieren om de doelstellingen van de aanbestedende overheid te bereiken, overeenstemming met de eisen van de aanbestedende overheid, middelen om ze uit te voeren, eventuele extra kosten, mogelijke mededingingsbeperkende gevolgen). - Beschikbaarheid van gegevens, problemen op technisch vlak en formulering in het bestek. 12 - Vermogen van de aanbestedende overheid om een dergelijk functioneel en doeltreffend programma uit te voeren. - Andere oplossingen dan overheidsopdrachten om een sociaal beleid toe te passen: dat overstijgt uiteraard het kader van overheidsopdrachten. - Zichtbaarheid voor het publiek en het personeel (bijvoorbeeld: in de cafetaria’s koffie uit de eerlijke handel kiezen). - Nieuwe diensten kiezen in plaats van het kader van de meer traditionele sectoren trachten te wijzigen. Het kan nuttig zijn om een gespecialiseerd contactpunt op te richten om de aanbestedende overheden te begeleiden (zoals in Angers in Frankrijk) of hulpmiddelen te creëren (zoals in het Verenigd Koninkrijk). Opmerkingen bij de bovenstaande suggesties: ze zijn zeker verantwoord, maar behalve het feit dat ze een brede waaier van zogenaamde "sociale" clausules dekken zonder onderscheid te maken, hebben ze het nadeel dat ze geen duidelijke richtlijn geven die de aankopers op het terrein onmiddellijk kunnen toepassen. Sommige overstijgen zelfs het actiegebied van de aankopers. 4. Meer sensibiliseren voor "sociale" overheidsopdrachten en de belangrijkste belanghebbenden erbij betrekken De belanghebbenden die moeten worden gesensibiliseerd zijn: centrale, regionale of plaatselijke overheden, mogelijke toeleveranciers of dienstverleners, werkgeversverenigingen en vakbonden. Er moet ook correct worden gecommuniceerd over de voordelen, goede praktijken en succesverhalen. In die zin is een partnership wenselijk. Ook hier is het moeilijk om een onderscheid te maken tussen wat onder een "sociaal" beleid valt dat op hoger niveau is gewenst, en wat onder de bevoegdheid van de aankoopdiensten. De volgende voorbeelden sluiten daarentegen perfect aan op de actiemogelijkheden van de georganiseerde aankoopdiensten. Het gaat bijvoorbeeld over aankoopcentrales of aankoopdiensten met een groot marktvolume. Dat soort aankoopdiensten is in staat om een georganiseerd "aankoopbeleid" te ontwikkelen. We moeten er ook op wijzen dat sommige van de geciteerde voorbeelden al worden toegepast op Belgisch niveau: indeling van opdrachten in percelen op geografische basis (toegepast door de cel FOR voor bepaalde opdrachten, zoals dat vroeger bij het FAB gebeurde), werken in netwerken van aankopers (federaal aankoopbeleid op aansporing van de cellen FOR en ABA). 13 Voorbeelden: - Potentiële inschrijvers inlichten vóór de lancering van de opdracht (Zweden). - Online raadpleging over de deelname van KMO’s aan overheidsopdrachten, opleidingen voor de toeleveranciers en maximale vereenvoudiging van de bestekken voor de KMO’s en eventuele splitsing van de opdrachten in percelen op geografische basis (Denemarken). - Werken in netwerken van aankopers. 5. Een strategie "sociale" overheidsopdrachten uitvoeren Het betreft de aanpak en de maatregelen die moeten worden genomen, en daarvoor zijn sommige factoren van fundamenteel belang: het juridisch en reglementair kader, het institutioneel kader, de beheerstructuur, de beschikbaarheid van beroepscapaciteit en middelen, een aanpak die is afgestemd op de bijzonderheden van elke sector en de inschakeling van de belanghebbenden. Een opmerking is hier op zijn plaats: aangezien het juridisch en reglementair kader van onze overheidsopdrachten strikt afhangt van het juridisch en reglementair kader dat de Europese richtlijnen ter zake opleggen, moeten dus op dat niveau de wijzigingen om de sociale clausules te kunnen integreren worden geïmplementeerd, precies zoals dat voor de milieuclausules het geval was. Die uitvoering impliceert het volgende: - De verantwoordelijkheden en nagestreefde doelen met een haalbaar tijdschema, de beheerstructuur, de professionele en financiële middelen en de opvolgingsindicatoren specificeren. - Een werkgroep oprichten, een actieplan opstellen, gevolgen voor beleid en budget. - Opleidingsprogramma’s uitwerken, goede praktijken uitwisselen, competenties ter beschikking stellen (bijvoorbeeld te specificeren in de selectiecriteria voor de kandidaten) en terbeschikkingstelling van informatie over wat er bestaat op nationaal en EU-niveau. - Een opleiding voor het personeel organiseren: om juridische, financiële en sociale kennis te verwerven, om te kunnen vaststellen wanneer en in welke mate er sociale clausules kunnen worden geïntroduceerd, of ze op de prioriteiten van de aanbestedende overheid ter zake zijn afgestemd en of ze zodanig zijn gedefinieerd dat de beste prijs-kwaliteitverhouding wordt verkregen. 14 Hier stelt zich de volgende vraag: waar moeten de competenties die nodig zijn voor de opleidingen worden gezocht, om nog maar te zwijgen van de materiële en financiële middelen? 6. De effectieve implementatie meten Aan de hand van de meting kunnen de resultaten met betrekking tot de vastgestelde doelen en prestatienormen voor de uitvoering worden geëvalueerd. Voor de meting zijn interne controlemiddelen (specifieke verslagen, interne audits en eventuele sancties) en externe controlemiddelen (onafhankelijke audit, vergelijkende studies met betrekking tot eerdere resultaten of resultaten van andere entiteiten) vereist. De resultaten moeten worden bekendgemaakt en gebruikt om de doelstellingen en de procedures te verbeteren. Wat de monitoring betreft: het is duidelijk dat maatregelen die in eender welk domein worden genomen impliceren dat hun impact moet worden gemeten, anders wordt er misschien onnodig tijd, werk en geld verspild. Monitoring was altijd al een delicate zaak: men moet er immers zeker van zijn dat men over relevante gegevens beschikt. Het ontwerp van omzendbrief PO/DO/2 die omzendbrief PO/DO/1 moet vervangen, beoogt een monitoring. Dat ontwerp moet echter worden goedgekeurd door Begroting en door de Ministerraad, voor het kan worden gepubliceerd. 7. Het aanbestedingsproces Er moeten twee grote principes worden nageleefd: - De beste prijs/kwaliteitverhouding bekomen: de aanbestedende overheid moet dus niet de goedkoopste offerte kiezen, wel de beste offerte volgens de criteria die ze heeft bepaald: kwaliteit, life cycle cost, … Dat begrip kan ook sociale overwegingen omvatten. Opmerking: dat geldt uiteraard niet voor opdrachten die via een openbare of beperkte aanbesteding worden gegund. In dat geval moet de aanbestedende overheid haar eisen inzake duurzame ontwikkeling in de technische specificaties en in de uitvoeringsvoorwaarden integreren (die laatste plek is aangewezen om sociale overwegingen te integreren). - Een eerlijke behandeling garanderen: door de principes van de interne markt te respecteren, waaronder de heel belangrijke gelijke behandeling (alle marktdeelnemers moeten dezelfde toegangskansen tot de opdracht hebben, dus bijvoorbeeld ook de KMO’s en sociaal-economische bedrijven). - De toepassing van dat principe brengt ook de naleving van het transparantiebeginsel met zich mee. 15 We wijzen erop dat het probleem zou kunnen liggen in het feit dat de sociaal-economische bedrijven en, wellicht in mindere mate, de KMO ‘s niet zichtbaar genoeg zijn op de markt. Dat zou dus voor de aanbestedende overheden een groter marktonderzoek met zich meebrengen. - Voorbeelden in de richtlijnen: a) Gelijke behandeling: indieningstermijnen voor de offertes en kandidaturen, specificaties, discriminatieverbod ten opzichte van de economische operatorenuit de andere lidstaten. b) Transparantie: publicatie van de aankondigingen, plicht om de niet gekozen inschrijvers in te lichten. 7.1. Belang van juridisch advies om vanaf het begin van een actieplan inzake "sociale overheidsopdrachten" te bepalen waar en hoe in het bestek rekening wordt gehouden met duurzame ontwikkeling en sociale overwegingen. 7.2. Voorbereiding van de procedure: vóór de lancering van de procedure moet de aanbestedende overheid het voorwerp van de opdracht en de middelen die hij gaat gebruiken om het doel te bereiken dat hij heeft gesteld, preciseren. Het is ook het juiste ogenblik om te zien met welke relevante sociale overwegingen hij rekening kan houden. 8. Benadering voor "sociale" overheidsopdrachten Er kunnen vier basisbenaderingen worden onderscheiden: 1. Sociale criteria in het voorwerp van de opdracht en/of in de technische specificaties opnemen (bijvoorbeeld toegankelijkheid van computerapparatuur). Let op, het betreft hier niet de clausules die ik "socio-economisch" noem: het lijkt immers duidelijk dat de enige mogelijkheid om die clausules in het bestek te voegen ligt in de uitvoeringsvoorwaarden. 2. Inschrijvers die in het verleden zijn veroordeeld wegens ongeoorloofde handelingen uitsluiten van opdrachten. 3. De inschrijvers ertoe aanzetten om bepaalde sociale normen na te leven, door er rekening mee te houden bij de gunning van de opdracht (door bijvoorbeeld maatschappelijke criteria in de gunningscriteria op te nemen). In de uitvoeringsfase van de opdracht kunnen de uitvoeringsvoorwaarden sociale overwegingen omvatten. De inschrijvers worden op dat vlak niet geëvalueerd, maar verbinden zich ertoe om de voorwaarden na te leven. Wat het in aanmerking nemen van sociale overwegingen in de gunningscriteria betreft, verwijzen we naar wat hierboven is gezegd. Bovendien is er altijd de kwestie van het noodzakelijke verband met het voorwerp van de opdracht. 16 4. De vier benaderingen kunnen worden gecombineerd. 5. Voorbeeld: de Baskische regering. De regering heeft een instructie uitgevaardigd, zodat de overheden en openbare instanties in hun overheidsopdrachten rekening houden met sociale en milieugerelateerde overwegingen. De instructie bepaalt het volgende: - Een evaluatie en follow-up betreffende de formulering van de specificaties en hun toepassingswijze bij de gunning en de uitvoering van de opdracht. - Technische specificaties: eisen op het gebied van toegankelijkheid en concepten voor iedereen. - Gunningscriteria: bij de procedures met meerdere criteria moeten de geleverde producten en diensten geschikt zijn voor personen met een handicap (als men verder gaat dan wat de reglementering vereist); bij opdrachten met als voorwerp diensten voor kansarme groepen moeten hun sociale behoeften in de gunningscriteria zijn vervat. Dat illustreert heel goed een opmerking die hierboven werd gemaakt, namelijk dat de in de Gids opgenomen aanbevelingen van de Europese Commissie vaak aanbevelingen zijn op het vlak van beleidsbeslissingen, in plaats van tools voor de aankopers. - Uitvoeringsclausules: de werkgelegenheid voor kansarme groepen bevorderen, gendergelijkheid op de arbeidsmarkt, werkloosheidsbestrijding. Bijvoorbeeld: het personeel dat de opdracht uitvoert, moet voor een bepaald percentage bestaan uit kansarme personen (werklozen, personen met een handicap, jonge werklozen, …); de garantie dat bij de uitvoering van de opdracht binnen de toeleveringsketen aan de fundamentele arbeidsnormen van de IAO wordt voldaan; de waarborg op veiligheid en gezondheid bij de uitvoering van opdrachten betreffende werken en diensten. 17 III. BEHOEFTEN IDENTIFICEREN EN OPDRACHTEN PLANNEN 1. Belang van de vaststelling van de werkelijke behoeften Een voorbeeld: een aanbestedende overheid moet een opdracht lanceren om informatie mee te delen aan het publiek. Ze moet dus een oplossing vinden die voor iedereen toegankelijk is. Op dat ogenblik kan de aanbestedende overheid zien welke sociale overwegingen in de opdracht kunnen worden opgenomen. De volgende voorwaarden gelden zowel voor de besluitvormers als voor de uitvoerders: - Mogelijkheden zoeken om sociale overwegingen te bevorderen. - Nagaan of de sociale voorwaarden wel degelijk aan het voorwerp van de opdracht zijn gerelateerd. - Zich focussen op de gewenste resultaten. - Flexibiliteit garanderen, zodat de eisen tijdens de uitvoering van het project kunnen worden aangepast (in het bestek voorzien in de wijzigingen met inachtneming van de richtlijn en de nationale reglementering). - De behoeften van alle gebruikerscategorieën correct vaststellen. Het voorgaande brengt uiteraard met zich mee dat, als men een sociaal aspect in een overheidsopdracht wil integreren, dat al bij het marktonderzoek moet gebeuren. 2. Het voorwerp definiëren "Het voorwerp van een contract gaat over het product, de dienst of het werk dat de aanbestedende dienst wil afnemen". Aanbestedende overheden zijn vrij om het voorwerp van de opdracht te kiezen, bijvoorbeeld goederen of diensten die aan sociale normen voldoen, als die verband houden met het voorwerp van de opdracht (de producten of diensten in kwestie). Opmerking: hoe kan men, bijvoorbeeld in een opdracht om lokalen schoon te maken, (type van een dienstenopdracht die heel goed is aangepast aan de invoeging van "socio-economische" clausules) vaststellen dat het voorwerp van de opdracht "sociaal" is? Volstaat het om die overweging in de definitie van het voorwerp van de opdracht te vermelden? Er wordt daaromtrent geen duidelijk antwoord gegeven. Er is echter een beperking: de vrije concurrentie, het vrij verkeer van goederen en het vrij presteren van diensten mogen namelijk niet worden 18 verstoord. Dat is ook van toepassing op de opdrachten die de Europese drempels niet bereiken en op de opdrachten die niet onder de richtlijn vallen. Een andere beperking (zie volgend hoofdstuk) is dat de technische specificaties niet discriminerend mogen zijn en verband moeten houden met het voorwerp van de opdracht. Men moet zich ervan bewust zijn dat die beperkingen aankopers kunnen afschrikken, en dat die dus misschien liever geen sociale overwegingen opnemen, omdat ze bang zijn fouten te maken. Ten slotte moeten ook de EU-wetgeving en nationale wetgeving (die conform het gemeenschapsrecht inzake het sociale luik moet zijn) worden nageleefd. 3. De toegankelijkheid tot de overheidsopdrachten verbeteren 3.1. De toegang tot de overheidsopdrachten verbeteren Sommige categorieën van economische operatoren hebben moeilijker toegang tot overheidsopdrachten (de KMO’s bijvoorbeeld). De aanbestedende overheden kunnen proberen daar iets aan te doen, maar positieve discriminatie is verboden (behalve de door de richtlijn toegestane uitzondering voor voorbehouden opdrachten). Hier zien we een andere socio-economische overweging, namelijk de toegang tot overheidsopdrachten voor kleine bedrijven (niet alleen sociale inschakelingsbedrijven of beschutte werkplaatsen, maar KMO’s in het algemeen). Zoals hierboven al werd gezegd, kan een gepaste opdeling in percelen voor bepaalde opdrachten een adequate oplossing zijn: - de verdeling kan gebeuren op geografisch vlak: kleinere of geografisch beter toegankelijke percelen kunnen meer kleine bedrijven interesseren - de verdeling kan ook gebeuren volgens "specialisatie" van de percelen: bijvoorbeeld voor de levering van allerhande materiaal kunnen de percelen per type van gevraagd materiaal worden samengesteld. Op die manier kunnen kleinere, gespecialiseerde bedrijven toegang krijgen tot de opdracht. Men moet dus iedereen dezelfde kansen waarborgen. Toegestaan: - Diversiteit en gelijke kansen bij onderaanneming bevorderen (opgelet, ook hier is positieve discriminatie verboden, zoals het opleggen van een bepaald percentage KMO’s bij de onderaannemers). 19 Nuanceren is belangrijk, maar de vraag is: hoe kunnen de opdrachtnemers worden aangemoedigd om bij onderaanneming bij voorkeur met KMO’s te werken? - Plannen voor grote opdrachten op lange termijn publiceren. - Ontmoetingen organiseren die voor iedereen openstaan, om de behoeften en het beleid toe te lichten en dus de transparantie en toegankelijkheid te bevorderen. - De bedrijven ondersteunen en informatie geven over het gunningsproces van overheidsopdrachten. - De opdrachten in percelen verdelen (opgelet: niet met de bedoeling te ontsnappen aan het toepassingsgebied van de richtlijnen) vanuit een kwantitatief EN kwalitatief oogpunt (zie opmerking hierboven daaromtrent). Niet toegestaan: - De opdracht reserveren voor een bepaalde bedrijfscategorie (behalve voor de "voorbehouden opdrachten" of de gevallen waarin de nationale wetgeving voorziet als die overeenstemt met het gemeenschapsrecht). - De concurrentie beperken tot geografisch niveau, maar er mag daarentegen van de opdrachtnemer wel worden geëist dat hij een bureau opricht in een bepaalde zone, als dat nodig is voor de goede uitvoering van de opdracht. Voorbeelden: - Verenigd Koninkrijk: de Greater London Authority heeft een programma goedgekeurd dat onder andere een herziening van de gunningsprocedures voor de opdrachten bevat, om de toegang en de ondersteuning aan de bedrijven te bevorderen. - Ierland: het "Go-Tender Programme" van InterTrade Ireland stimuleert de deelname aan grensoverschrijdende opdrachten op het eiland, door workshops op te richten om de opdrachten van de overheidssector bij de KMO’s bekend te maken, hen de nodige competenties te bezorgen en ondersteuning te waarborgen. - Frankrijk: de algemene regel is de verdeling in percelen. De uitzonderingen zijn: beperking van de mededinging, meer technische problemen, de uitvoering van de opdracht kost meer, de aanbestedende overheid kan de uitvoering van de opdracht niet coördineren. De aangehaalde voorbeelden zijn eens te meer voorbeelden van maatregelen "van hogerhand". 20 3.2. Bijzondere gevallen: de beschutte werkplaatsen Pro memorie: dat onderwerp wordt in het derde deel van de handleiding behandeld. 21 IV. DE OPDRACHT A. Vereisten van de opdracht definiëren 1. De technische specificaties opstellen Zodra het voorwerp van de opdracht is bepaald, moeten de technische specificaties worden opgesteld. Die moeten gedetailleerd en meetbaar zijn, en in een procedure van overheidsopdrachten kunnen worden aangewend. De technische specificaties hebben de volgende functie: - De vereisten van de aanbestedende overheid beschrijven, zodat potentiële inschrijvers kunnen nagaan of de opdracht hen interesseert. - Meetbare vereisten geven die worden gebruikt om de offertes te vergelijken. - Minimale conformiteitscriteria opstellen: de technische specificaties moeten dus duidelijk en correct zijn. Ze moeten van in het begin nauwkeurig zijn geformuleerd. De technische specificaties moeten verband houden met het voorwerp van de opdracht: dat wil zeggen dat ze geen vereisten mogen bevatten die geen verband houden met de door de opdracht beoogde levering of dienst (voorbeelden: personeel inzetten uit bepaalde "kansarme" groepen, overweging betreffende de sociale capaciteit van een activiteit). Ze moeten transparant zijn, mogen de concurrentie niet beperken en economische operatoren uit andere lidstaten niet discrimineren. Toegestaan: - Opdrachten van werken: preventieve maatregelen voor arbeidsongevallen of specifieke voorwaarden voor de opslag van gevaarlijke producten eisen. - Opdrachten van leveringen: ergonomische kenmerken eisen om de toegankelijkheid te waarborgen voor iedereen (personen met een handicap). Niet toegestaan: - Eisen dat een uitbesteed callcenter (telefoon- en onlinediensten) in een bepaalde stad is gelegen. 22 2. Op prestaties gebaseerde specificaties of functionele specificaties Functionele specificaties bieden het voordeel dat de aanbestedende overheid geen gedetailleerde specificaties op technisch niveau moet uitwerken. Ze zijn ook een stimulans voor innovatieve oplossingen, aangezien de potentiële inschrijvers creatiever uit de hoek kunnen komen bij de oplossingen die ze aanreiken. Bij functionele specificaties moet men wel voorzichtig en duidelijk te werk gaan, anders zal men niet correct en gerechtvaardigd kunnen beoordelen. Bij grote en complexe ontwerpen kan men echter gemakkelijker rekening houden met sociale overwegingen dan bij kleine opdrachten met een beperkte reikwijdte. De volgende eisen moeten hoe dan ook zijn vervuld: - Specifiek zijn over de geëiste resultaten en producten en de inschrijvers aanmoedigen om oplossingen te vinden op basis van hun vaardigheden en ervaring. - De inschrijvers ruimte laten, maar niet te veel, anders zouden de risico’s die ze nemen moeilijk te evalueren zijn. Dat zou hen ertoe kunnen brengen hun prijzen op te drijven. - Verband houden met het voorwerp van de opdracht, rekening houdende met andere overwegingen (transversale strategieën, wettelijke verplichtingen, de door de markt voorgestelde keuze, marktonderzoek). Conclusie voor de technische specificaties: het is niet duidelijk hoe men, bijvoorbeeld in het geval van een opdracht voor het onderhoud van parken en tuinen, bij de hierboven gedicteerde voorwaarden, in de opdracht de vereiste kan integreren dat voor die diensten bepaalde categorieën werklozen moeten worden ingezet. 3. Varianten gebruiken Om geldige technische specificaties te kunnen opstellen, kan het nuttig zijn de dialoog aan te gaan met de potentiële inschrijvers. Die dialoog kan ook informatie opleveren over wat er kan worden gedaan om duurzaamheid en gelijke kansen te bevorderen. De commerciële haalbaarheid van de oplossingen kan ook worden onderzocht, maar men moet er goed op letten dat de een of andere inschrijver niet wordt bevoordeeld. Het voorgaande maakt deel uit van het marktonderzoek. Het kan echter zijn dat de aanbestedende overheid na dat onderzoek nog altijd niet 23 weet hoe de sociale overwegingen het best in zijn technische specificaties kunnen worden opgenomen. Dan kan hij met varianten werken. Dat houdt in: - Een lijst met minimale technische specificaties opstellen die zowel op de basisofferte als op de varianten toepasselijk is. - Een sociale dimensie toevoegen voor de sociaal verantwoorde varianten. Die laatsten moeten uiteraard alle regels voor de technische specificaties naleven en verband houden met het voorwerp van de opdracht. - Een unieke vergelijking van de offertes op basis van de gunningscriteria (omvat een valorisatie van het in aanmerking nemen van de sociale aspecten) en de inschrijvers zijn vrij om een offerte voor de basisoplossing of voor de variante in te dienen, tenzij de aanbestedende overheid anders vermeldt. Dezelfde opmerking als eerder over de technische specificaties, wetende dat de gunningscriteria verband moeten houden met het voorwerp van de opdracht. Het gebruik van varianten impliceert dat in het bestek het volgende wordt vermeld: - Dat varianten zijn toegestaan. - De minimale technische specificaties die moeten worden nageleefd. - Bijzondere vereisten (al dan niet verplichting om een basisofferte in te dienen, aparte enveloppe voor de variant). Voorbeeld: in een opdracht van cateringdiensten voor een overheidsdienst kunnen varianten worden gevraagd, zoals de bereiding van caloriearme maaltijden, maaltijden zonder zout of tegemoet komend aan religieuze overtuigingen. 4. Sociale labels en gevolgen voor de eerlijke handel Pro memorie: dat onderwerp wordt in het derde deel van de handleiding behandeld. 5. Rekening houden met sociale overwegingen bij productie- en procesmethodes De richtlijn bepaalt uitdrukkelijk dat in de technische specificaties rekening kan worden gehouden met de productiemethodes. Voorbeeld: opdracht voor cateringdiensten voor een hospitaal, maaltijden bereiden overeenkomstig de dieet- en voedingseisen van de 24 verschillende patiënten, en alleen eisen formuleren die verband houden met het voorwerp van de opdracht. Dat heeft geen betrekking op de socio-economische criteria. 6. Handicaps en technische specificaties "Waar mogelijk moet in deze technische specificaties rekening worden gehouden met toegankelijkheidscriteria voor gehandicapten of met ontwerpen voor iedereen". Richtlijn 2004/18/EG, artikel 23. Voorbeeld: in Italië legt een wet de verplichting op dat alle openbare websites toegankelijk moeten zijn. De wet bepaalt een reeks eisen en grote ICT-opdrachten worden op dat vlak op nationaal niveau gecontroleerd. Aangezien aanbestedende overheden niet in alle domeinen gespecialiseerd kunnen zijn, kan het interessant zijn om te zien wat er in het buitenland, buiten de EU, gebeurt: - In de Verenigde Staten legt de herinschakelingswet op dat de federale aanbestedende overheden de toegankelijkheidsnormen in hun overheidsopdrachten hanteren. Dat heeft gevolgen gehad op internationaal vlak: de Europese Commissie heeft ter zake twee standaardiseringsopdrachten uitgebracht, met name in de domeinen ICT en bebouwde omgeving. Op ICT-gebied werden normen opgesteld (CEN/BT WG 185 en CLC/BT WG 101-5). Dat heeft geen betrekking op de socio-economische criteria en zal in het derde deel worden behandeld. Samenvatting van de technische specificaties: - Duidelijke, precieze, relevante, transparante, niet-discriminerende specificaties die verband houden met het voorwerp van de opdracht. - Best practices gebruiken en netwerken. - Op prestaties gebaseerde of functionele specificaties om innovaties te bevorderen, rekening houden met de productie- en procesmethodes. - Varianten gebruiken bij onzekerheid over de beschikbaarheid, de kosten of de kwaliteit. - Eventueel voorbehouden opdrachten of programma’s voor beschermde arbeid gebruiken. - Nagaan of alle beoogde resultaten zijn bepaald (er mogen er later geen meer worden toegevoegd). 25 B. Leveranciers en dienstverleners selecteren Hier wordt het vermogen van bedrijven om de opdracht te realiseren beoordeeld. 1. Uitsluitingscriteria De richtlijn bevat een uitputtende lijst met criteria waarvoor men van de opdracht kan worden uitgesloten (bij bepaalde ernstige misdrijven kan de uitsluiting verplicht zijn). Uitsluitingen van maatschappelijke aard: - Niet betalen van sociale bijdragen - Rechtelijke uitspraak met kracht van gewijsde waarbij een delict is vastgesteld dat in strijd is met zijn beroepsgedragsregels of - Ernstige fout in de uitoefening van het beroep, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende overheden kunnen bewijzen (in de nationale betekenis, want het begrip is niet in het Europees recht bepaald). Voorbeelden: - Toegestaan: uitsluiting van een inschrijver jegens wie een rechtelijke uitspraak met kracht van gewijsde is gedaan wegens het schenden van een nationale "sociale" wet (veiligheid op het werk, discriminatie,…) of uitsluiting van een inschrijver die een sociaal beleid (gelijke kansen) niet heeft nageleefd, als de niet-naleving als een ernstige fout in de uitoefening van het beroep wordt beschouwd. Zoals hierboven al vermeld, reikt die mogelijkheid minder ver in landen, zoals België, met een grote sociale bescherming. - Niet toegestaan: uitsluiting van een inschrijver op basis van politieke of persoonlijke overtuiging, die niets te maken heeft met zijn beroep. We herinneren even aan het volgende: op Belgisch niveau zijn de uitsluitingscriteria vervat in artikel 43 (leveringen) en in artikel 69 (diensten) van het koninklijk besluit van 8 januari 1996. Het betreft de volgende uitsluitingen: In de volgende gevallen is de uitsluiting verplicht: - Deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek. - Omkoping als bedoeld in artikel 246 van het Strafwetboek. 26 - Fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap, goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002. - Witwassen van geld als bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. In de volgende gevallen is de uitsluiting facultatief: - Als de leverancier of dienstverlener verkeert in een staat van faillissement, vereffening, staking van werkzaamheden of gerechtelijk akkoord, of in een andere soortgelijke toestand ingevolge een gelijkaardige procedure van de nationale wetgeving of regelgeving. - Die zijn faillissement heeft erkend of het voorwerp vormt van een vereffeningsprocedure of gerechtelijk akkoord of van een andere soortgelijke procedure waarin de nationale wetgeving of regelgeving voorziet. - Die bij een rechterlijke beslissing die kracht van gewijsde heeft, veroordeeld is geweest voor een delict dat zijn beroepsmoraliteit in het gedrang brengt. - Die in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende overheden aannemelijk kunnen maken. - Die niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 43bis en 69bis. - Die niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake de betaling van zijn belastingen overeenkomstig de Belgische wetgeving of die van het land waar hij gevestigd is. - Die zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen die overeenkomstig dit hoofdstuk kunnen worden verlangd. Wat de sociale zekerheid betreft, moeten we vermelden dat de aanbestedende overheid in eender welk stadium van de procedure en met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen kan inwinnen over de betaling van de socialezekerheidsbijdragen van om het even welke kandidaat of inschrijver. 27 2. Technische capaciteit Eerst en vooral benadrukken we dat de in de richtlijn bepaalde lijst met criteria exhaustief is. Er moet ook rekening worden gehouden met de rechtspraak ter zake: de zaak Beentjes (HJEU 20.09.88 – 31/87): de tewerkstelling van langdurige werklozen houdt geen verband met de geschiktheid van de inschrijvers. De selectiecriteria moeten niet-discriminerend en verhoudingsgewijs zijn, en verband houden met het voorwerp van de opdracht. Om dat laatste punt te rechtvaardigen, moet er voor de uitvoering van de opdracht expliciet een specifieke expertise zijn vereist op sociaal gebied. Alleen in dat geval is het bij het onderzoek naar het technische vermogen toegestaan om met sociale overwegingen rekening te houden, en wel op de volgende manier: - De beschikbaarheid van personeel met de vereiste kennis en ervaring verifiëren (crèche: gekwalificeerd personeel en begeleiding, toegankelijkheid van een gebouw: gekwalificeerde ingenieurs en architecten). - Nagaan of de nodige technische apparatuur voorhanden is (bejaardentehuis: geschikte apparatuur). - Zijn er relevante, gespecialiseerde faciliteiten voorhanden (toegankelijk computermateriaal voor personen met een handicap). Bewijsmiddelen: - Eerdere contracten met vermelding van de technici of technische organen die eraan hebben meegewerkt. - Beschrijving van de gebruikte technische apparatuur en maatregelen. - Studiegetuigschriften en beroepskwalificaties van het personeel (vooral als het bereiken van de sociale doelstellingen van het personeel afhangt). - Personeelsbezetting en aantal management-stafleden. - Deel van de opdracht dat kan worden uitbesteed. Zoals altijd moet de aanbestedende overheid erop toezien dat haar vereisten het evenredigheidsbeginsel respecteren. Samenvatting van de selectiecriteria: - Vermogen van de inschrijvers op basis van de exhaustieve lijst. 28 - Noodzakelijke sociale capaciteiten (in functie van het voorwerp van de opdracht). - Technisch vermogen om de opdracht uit te voeren. - Gelijkaardige opdrachten. - Uitsluitingsvoorwaarden. We stellen vast dat wat de selectiecriteria betreft, en buiten wat wettelijk is vereist, het theoretisch mogelijk is om socio-economische overwegingen toe te voegen, maar het blijft beperkt. C. De opdracht gunnen 1. Algemene regels voor het opstellen van gunningscriteria en de gunning van opdrachten Om sociale gunningscriteria in aanmerking te nemen, moeten bepaalde voorwaarden zijn vervuld: - Ze moeten verband houden met het voorwerp van de opdracht. - Ze mogen de aanbestedende overheid geen onbeperkte keuzevrijheid toekennen. - Ze moeten uitdrukkelijk worden vermeld in de aankondiging van de opdracht en in het bestek. - Ze moeten conform de fundamentele beginselen van het gemeenschapsrecht zijn. De gunning van de opdracht gebeurt enkel op basis van de prijs (in dat geval kunnen de sociale overwegingen uiteraard geen rol spelen bij de gunning, maar alleen bij de technische specificaties en de uitvoeringsvoorwaarden, als dat gerechtvaardigd is) of op basis van meerdere gunningscriteria (economisch meest voordelige offerte – beste prijs/kwaliteitverhouding). Opmerking: in tegenstelling tot wat in het document van de Commissie staat, zijn de sociale criteria niet opgenomen in artikel 53 van de richtlijn (het klopt dat de lijst niet uitputtend is), maar er wordt op gezinspeeld in overweging 46: "… Onder dezelfde voorwaarden kan een aanbestedende dienst criteria gebruiken die ertoe strekken te voldoen aan sociale eisen, waardoor met name tegemoet wordt gekomen aan de - in de specificaties voor de opdracht vermelde - behoeften van bijzonder kansarme bevolkingsgroepen waartoe de begunstigden/gebruikers van de werken, leveringen of diensten welke het voorwerp van de opdracht zijn, behoren". 29 Er zijn verschillende methodes om te vergelijken en te wegen: ze moeten ruim op tijd worden aangekondigd, zodat de inschrijvers voldoende tijd hebben om hun offerte goed voor te bereiden (opnemen in de aankondiging van de opdracht of uiterlijk in het bestek). Regels die in acht moeten worden genomen: - De criteria moeten verband houden met het voorwerp van de opdracht (cfr. technische specificaties.) Er kunnen extra punten worden toegekend als de offerte aan hogere criteria beantwoordt dan wat in de technische specificaties wordt vereist. Spaans voorbeeld: norm over toegankelijkheid van het internet UNE 139803 "Requisitos de accesibilidad para contenidos Web" die de niveaus A, AA en AAA bevat. - De criteria moeten een beoordeling van de economische en kwaliteitscriteria als geheel mogelijk maken. Dat wil zeggen dat niet elk criterium afzonderlijk een economisch voordeel moet bieden, er wordt rekening gehouden met het geheel. Toegestaan: - Zorgverlening aan personen met een handicap: criteria betreffende specifieke vereisten met betrekking tot elke gebruikerscategorie (bejaarden, …). - Dienstverlening voor wervingstesten voor de overheidssector: gelijke kansen waarborgen (leeftijd, geslacht, religie, …). - Software en hardware: toegankelijkheid (handicap, blindheid, doofheid, …). Niet toegestaan: - Bouw van een ziekenhuis: eisen dat de inschrijvers hun apparatuur bij plaatselijke firma’s kopen. Dat criterium houdt geen verband met het voorwerp van de opdracht en leidt tot een ongelijke behandeling ten aanzien van inschrijvers die hun apparatuur elders kopen. - Gunningscriteria die niet in het bestek staan (niet eigen aan sociale criteria). - Willekeurige gunningscriteria: voor computermateriaal extra punten toekennen per toegankelijkheidsniveau, zonder de berekeningsparameters te vermelden (idem). 30 1.1. Voorwaarden die van toepassing zijn op de gunningscriteria bij de evaluatie van offertes De basisregels voor de gunningscriteria staan in overweging 46 van de richtlijn en in de arresten Concordia Bus en Wienstrom (die hebben betrekking op de milieuaspecten, maar de principes zijn dezelfde). (a) Criteria die verband houden met het voorwerp van de opdracht Dat is een essentieel principe dat waarborgt dat de criteria betrekking hebben op de behoeften van de aanbestedende overheid, zoals die in het voorwerp van de opdracht zijn bepaald. - Arrest Wienstrom: in een offerteaanvraag voor energievoorziening heeft het Hof van Justitie bepaald dat een criteria dat alleen betrekking had op de hoeveelheid elektriciteit geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen geen verband hield met het voorwerp van de opdracht, aangezien het betrekking had op een hoeveelheid die het verbruik van de aanbestedende overheid overschreed. Het arrest had betrekking op de invoeging van milieuoverwegingen in de gunningscriteria. De principes blijven uiteraard geldig. - Opdracht voor werken voor de bouw van een school: een criterium dat gebaseerd is op de geldsommen die de opdrachtnemer aan de plaatselijke gemeenschap overmaakt, houdt geen verband met de opdracht. (b) Specifieke en objectief meetbare criteria Ze mogen inderdaad geen onbeperkte keuzevrijheid geven aan de aanbestedende overheid. - Arrest Wienstrom: het Hof heeft gepreciseerd dat de criteria duidelijk moesten zijn en door alle inschrijvers op dezelfde manier geïnterpreteerd moesten kunnen worden, en dat de aanbestedende overheid bovendien alleen criteria mocht vaststellen waarmee de door de inschrijvers verstrekte informatie effectief kan worden geverifieerd. In het onderhavige geval had ze de periode niet bepaald waarbinnen de inschrijvers de leverbare hoeveelheid moesten preciseren. - Arrest Concordia Bus: het systeem voor de toekenning van extra punten werd als adequaat beschouwd: er werden extra punten toegekend voor bussen met een 31 stikstofemissie van minder dan 4 g/kWh (2,5 punten per bus), minder dan 2 g/kWh (3,5 punten per bus) en met een geluidsniveau lager dan 77 dB (1 punt per bus). (c) Vooraf gepubliceerde criteria De aankondiging van opdracht moet vermelden dat het om de laagste prijs of om de economisch meest voordelige offerte gaat. De gebruikte criteria moeten in de aankondiging van opdracht of ten minste in het bestek staan. (d) Gunningscriteria conform het gemeenschapsrecht, de grondbeginselen van het Verdrag incluis Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft de nadruk gelegd op het belang van het non-discriminatiebeginsel (basis van de vrijheid van vestiging en de vrijheid tot het verlenen van diensten). Arrest Concordia Bus: een van de argumenten van de firma was dat de vastgestelde criteria discriminerend waren en dat alleen de firma aan wie de opdracht was toegewezen bussen had die aan de criteria voldoen. Het Hof heeft dat argument verworpen en verklaard dat één specifiek criterium niet per se discriminerend is omdat een klein aantal potentiële inschrijvers in staat is om het criterium te vervullen. De firma Concordia Bus kreeg immers een ander perceel van dezelfde opdracht, waarop dezelfde vereisten van toepassing waren. We stellen dus vast dat de grens tussen wat wel of niet discriminerend is, gering is. 1.2. Het bijkomende criterium Arrest C-225/98: het HJEU besliste dat een opdracht kon worden gegund op basis van een voorwaarde in verband met de bestrijding van de werkloosheid (met inachtneming van de beginselen van het gemeenschapsrecht) als er tussen economisch gelijkwaardige offertes moet worden gekozen. Dat kan dus mits het in de aankondiging van opdracht wordt vermeld en het geen invloed heeft op de inschrijvers van andere lidstaten. Alle andere criteria moeten verband houden met het voorwerp van de opdracht. Dat is uiteraard interessant maar slechts zeer beperkt bruikbaar, want het is alleen mogelijk als er gelijkwaardige offertes zijn, wat niet zo vaak voorkomt. 32 2. Abnormaal lage offertes behandelen De richtlijn legt op dat de aanbestedende overheden in het geval van abnormaal lage offertes toelichting moeten vragen aan de inschrijvers, voor ze de offerte eventueel verwerpen. Die toelichting moet met name betrekking hebben op de naleving van de "bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsomstandigheden die gelden op de plaats waar de dienst wordt verleend". Ze legt dus een verband tussen beide en vermijdt oneerlijke concurrentie. De richtlijn bepaalt de procedure die moet worden gevolgd om nietdiscriminerend te werk te gaan. Voorbeelden van betrokken domeinen: arbeidsbescherming, betaling van sociale bijdragen, aantal arbeidsuren, veiligheid op het werk, zwartwerk. De aanbestedende overheid mag daarentegen geen drempel vastleggen waaronder een offerte als abnormaal laag wordt beschouwd. De gegevens die in die domeinen moeten worden gevraagd, kan men aan de betrokken inschrijver vragen, maar bijvoorbeeld ook aan de vakbonden. In dat geval moet de aanbestedende overheid de gegevens wel verifiëren bij de inschrijver. De regels die moeten worden nageleefd, staan in de nationale regelgeving en moeten er altijd in voorzien dat de inschrijver zijn standpunt kan geven. De verplichting om een echt abnormaal lage offerte al dan niet te verwerpen hangt af van de reglementering van elke lidstaat. Dat is uiteraard een belangrijk aspect bij de socio-economische overwegingen, dat, denk ik, in welbepaalde sectoren waarin soms zwartwerk voorkomt, kan worden gebruikt. Ik denk daarbij aan de bouwsector (werken), confectiesector (leveringen – illegale werkplaatsen) en schoonmaaksector (diensten). Het is echter duidelijk dat in de lidstaten met een grote sociale bescherming, zoals België, de impact van een dergelijke controle minder groot zal zijn dan in andere landen. 3. Informatie aan afgewezen inschrijvers Dat is misschien een geschikt moment om de afgewezen inschrijvers te informeren over het sociale beleid van de aanbestedende overheid, vooral als de inschrijver werd afgewezen omdat hij niet voldeed op het sociale vlak. Samenvatting van de gunningscriteria - Verband houden met het voorwerp van de opdracht. 33 - Geen onbeperkte keuzevrijheid toekennen aan de aanbestedende overheid. - Uitdrukkelijk worden vermeld in de aankondiging van de opdracht en in het bestek. - Zich houden aan het gemeenschapsrecht (waaronder de grondbeginselen van het Verdrag). - Helpen de offerte te bepalen met de beste prijs/kwaliteitverhouding. - De toepasselijke regels van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten naleven. - De analyseregels voor abnormaal lage offertes volgen (in het bijzonder verifiëren of het lage bedrag van de offerte het gevolg is van het feit dat de inschrijver de maatschappelijke normen niet naleeft). Afgezien van de enkele overwegingen hierboven kan men alleen maar vaststellen dat de gunningscriteria niet het beste middel zijn om sociale overwegingen in de beperkte zin van de term in aanmerking te nemen. D. De opdracht uitvoeren Elke overheidsopdracht moet conform de sociale en gezondheidsreglementeringen worden uitgevoerd. Als de aanbestedende overheid een extra sociale dimensie wilt toevoegen (die geen deel uitmaakt van de selectie, noch van de technische specificaties, noch van de gunningscriteria), moet hij dat bovendien doen bij de voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht. 1. Regels voor de uitvoering van de opdracht Dat zijn verplichtingen die alle inschrijvers moeten aanvaarden. Daartoe verbinden ze zich met de indiening van hun offerte. Als die tegenstrijdige voorwaarden zou bevatten, moet ze worden verworpen. Op het ogenblik van de indiening van de offerte moeten de uitvoeringsvoorwaarden echter nog niet zijn vervuld. Het zijn in feite bijkomende contractvoorwaarden (arrest Beentjes). Ze kunnen te maken hebben met milieu- of sociale aspecten. Die voorwaarden hebben dus uitsluitend betrekking op de uitvoering van de opdracht. Daarom moet er tijdens de procedure geen bewijs van conformiteit met die voorwaarden worden gevraagd. De uitvoeringsvoorwaarden die moeten worden nageleefd zijn: - Verband houden met de uitvoering van de opdracht, dus verbonden zijn aan de taken die vereist zijn om de goederen te produceren of de diensten te verstrekken. 34 Slecht voorbeeld: verplichting om een bepaald aantal werknemers met een handicap op een andere opdracht te zetten, van de opdrachtnemer een financiële bijdrage eisen voor het bouwen van een centrum voor kansarme mensen, de opdrachtnemer van een opdracht voor werken verplichten om een kinderopvang te organiseren voor de kinderen van het personeel. - Opgenomen zijn in het bestek, zodat de inschrijvers met kennis van zaken hun prijzen kunnen opstellen (richtlijn, artikel 26). - Voldoen aan het gemeenschapsrecht (de principes van het Verdrag inbegrepen). 2. Voorbeelden uit overweging 33 van de richtlijn 2004/18/EG "Zij kunnen met name ten doel hebben de beroepsopleiding op de werkplek of de arbeidsparticipatie van moeilijk in het arbeidsproces te integreren personen te bevorderen, de werkloosheid te bestrijden of het milieu te beschermen. Als voorbeeld kan onder andere worden verwezen naar de verplichtingen om voor de uitvoering van de opdracht langdurig werklozen aan te werven of in opleidingsacties voor werklozen of jongeren te voorzien, om inhoudelijk de belangrijkste verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) na te leven indien deze niet in het nationale recht zijn omgezet, en om een groter dan het bij de nationale wetgeving voorgeschreven aantal gehandicapten aan te werven". Andere voorbeelden werden vermeld in de interpretatieve mededeling van de Commissie (2001): - Verplichting om werklozen aan te werven of opleidingsacties te organiseren. - Verplichting om maatregelen te nemen voor gelijke kansen (geslacht, ras, …) of voor de toegang voor personen met een handicap. - Verplichting om te voldoen aan de belangrijkste conventies van de IAO. - Verplichting om personen met een handicap aan te werven, verdergaand dan wat het nationale recht bepaalt. Opdrachten voor werken en diensten zijn op dat vlak het meest geschikt. Voor opdrachten van leveringen zou het immers discriminerend kunnen zijn om die maatregelen op te leggen, aangezien ze een wijziging vereisen van de organisatie van ondernemingen die op het grondgebied van een andere lidstaat zijn gevestigd. Die opmerking is terecht. Zowel de opdrachten van werken als de opdrachten van diensten impliceren in de meeste gevallen een volledige 35 uitvoering ter plaatse, d.w.z. op het grondgebied van de lidstaat waaronder de aanbestedende overheid valt. Bij opdrachten van leveringen kan de fabricatie daarentegen plaatsvinden op het grondgebied van een andere staat, alleen de levering vindt plaats op het grondgebied van de betrokken staat. Andere voorbeelden: - Zweden: nationale bouwcontracten bevatten een bepaling betreffende de naleving van de belangrijkste conventies van de IAO; gebruikte goederen en producten moeten in een veilige omgeving zijn vervaardigd die overeenkomstig is met de conventies. Als dat niet het geval is, moeten ze worden vervangen op kosten van de opdrachtnemer die zijn onderaannemers oplegt om de verplichtingen na te leven. Er is voorzien in boetes. Bij dat voorbeeld kan men zich de vraag stellen of dat wel in overeenstemming is met wat net is gezegd? - Verenigd Koninkrijk: het programma "Transport for London" (bouw en uitbreiding van de metro) bevat gelijkheid en insluiting als kernbepalingen: herstel van achtergestelde buurten, de impact van de werkzaamheden tot het minimum beperken, gunstige omgeving scheppen voor de goede werking van de spoorbaan. Eisen voor de uitvoering van de opdracht: een gelijkheidsbeleid tijdens het volledige project, diversiteitsopleiding voor het personeel, diversiteit van de de leveranciers. De integratie van dergelijke eisen impliceert middelen om de opdracht te beheren en de naleving van de verplichtingen te controleren. Men kan dus geen verplichtingen opleggen die niet efficiënt kunnen worden gecontroleerd. 3. Naleving van de nationale arbeidswetgeving Het nationaal recht (reglementering, collectieve overeenkomsten) is, voor zover het conform het gemeenschapsrecht is, en het gemeenschapsrecht zijn van toepassing tijdens de uitvoering van de opdracht. Artikel 27 van de richtlijn 2004/18/EG bepaalt het volgende: "In het bestek kan de aanbestedende dienst aangeven, of door een lidstaat worden verplicht aan te geven, bij welk orgaan of welke organen de gegadigden of inschrijvers de ter zake dienende informatie kunnen verkrijgen over verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden in de lidstaat, het gebied of de plaats waar verrichtingen moeten worden uitgevoerd, en die gedurende de 36 uitvoering van de opdracht op die verrichtingen van toepassing zullen zijn. De aanbestedende dienst die de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt, verzoekt de inschrijvers of de gegadigden die aan een aanbestedingsprocedure deelnemen, aan te geven dat zij bij het opstellen van hun inschrijving rekening hebben gehouden met de verplichtingen uit hoofde van de bepalingen inzake de arbeidsbescherming en de arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de verrichting moet worden uitgevoerd. De eerste alinea vormt geen beletsel voor de toepassing van artikel 55 inzake het onderzoek van abnormaal lage inschrijvingen". Het doel van die bepalingen is uiteraard te voorkomen dat inschrijvers offertes indienen met een prijs die lager ligt dan de andere, omdat ze de bescherming van de werknemers hebben beperkt. Dat houdt verband met de sociale bescherming waarin de reglementering voorziet die in de betrokken lidstaat geldt. 4. Beheer van de toeleveringsketen Pro memorie: dat onderwerp wordt in het derde deel van de handleiding behandeld. 5. Contractbeheer en nalevingscontrole Om de uitvoering van de opdracht zo goed mogelijk te beheren en de conformiteit met de in het bestek bepaalde uitvoeringsvoorwaarden te controleren, moet men over de volgende tools en voorwaarden beschikken: - Prestatiebeheersysteem: de gebruikte methodes bepalen en de nodige acties ondernemen. Er kunnen beloningen worden toegekend, problemen inzake onvoldoende prestaties kunnen worden opgelost en er kan met de opdrachtnemer worden samengewerkt voor een betere uitvoering. - Belangrijkste prestatie-indicatoren. - Controleregelingen: verzameling van geschikte prestatiegegevens en efficiënte analyse. - Betalingsvoorwaarden (gespecificeerd in het bestek): ze zijn een garantie voor de goede uitvoering, met eventueel sancties bij gebreken en beloningen bij een overschrijding van wat is vereist. 37 - Mogelijkheid om een beroep in te leiden wegens een inbreuk op de uitvoeringsvoorwaarden, maar op redelijke wijze. - Noodzakelijke partnerschapscultuur. Commentaar: dat vereist een zeker aantal middelen en hangt dus af van het toegepaste aankoopbeleid. Voorbeelden: - Verenigd-Koninkrijk: cateringdiensten voor een ziekenhuis: jaarlijkse tevredenheidsenquête bij de patiënten (volgens leeftijd, afkomst, …), analyse van de resultaten, beoordeling van de diensten hebben aanleiding gegeven voor contractuele wijzigingen om de diensten te verbeteren. - Frankrijk: openbare instellingen die verantwoordelijk zijn voor sociale insluiting spelen een grote rol: hulp aan de inschrijvers, subsidies, een beroep doen op juridisch personeel dat op dat vlak is gespecialiseerd. Samenvatting van de uitvoeringsvoorwaarden: Uitvoeringsvoorwaarden: ze zijn het beste instrument om sociale clausules op te nemen. De uitvoeringsvoorwaarden moeten: - Verband houden met de uitvoering van de opdracht Coherent zijn met de beste prijs/kwaliteitverhouding Vermeld staan in het bestek Conform het gemeenschapsrecht en de grondbeginselen van het Verdrag zijn. Nagaan of een correcte controle mogelijk is. In partnerschap werken. Bewijzen van de prestaties bijhouden. Afwijkingsbepalingen gebruiken waarmee wijzigingen aan de opdracht mogelijk zijn (conform de richtlijn en het transparantiebeginsel). Samenwerken met de sector (op vrijwillige basis) en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen. E. Een concreet voorbeeld De onderstaande tekst is niet op de Gids gebaseerd. Het is een samenvatting van een omzendbrief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 oktober 38 2012 (Belgisch Staatsblad van 5 december 2012) betreffende de invoeging van sociale clausules in de overheidsopdrachten. Het is interessant om, bij wijze van voorbeeld, te bekijken hoe een Belgische overheid die voor een groot aantal aanbestedende overheden verantwoordelijk is (zie hoofdstuk 3) de invoeging van sociale clausules in overheidsopdrachten bevordert. Gezien de recente inwerkingtreding kunnen de effectieve gevolgen van de toepassing van die omzendbrief nog niet worden onderzocht. OMZENDBRIEF SOCIALE CLAUSULES BRUSSEL-HOOFDSTAD Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen De overheid, in dit geval het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moet het voorbeeld geven en een hoge tewerkstellingsgraad bevorderen. De doelstellingen van de omzendbrief zijn: De betrokken operatoren en opdrachten preciseren. Zowel een globale strategie als een strategie per operator aanreiken. De te verrichten denkoefening toelichten. Het wettelijk kader voor de opname van sociale clausules in de overheidsopdrachten preciseren. De middelen die beschikbaar zijn om de operatoren te helpen, aanreiken. Hoofdstuk 2 – Definitie van sociale clausules "De sociale clausules beogen - door middel van het uitvoeren van een opdracht - de onderneming op te roepen deel te nemen aan een dynamiek van socio-professionele inschakeling. Aangezien de nagestreefde sociale doelstellingen tewerkstelling, opleiding of inschakeling door werk zijn, kan het gebruik van overheidsopdrachten als instrument voor sociaal beleid op twee verschillende manieren begrepen worden: - ofwel beoogt de maatregel ondernemingen te begunstigen die speciale acties ten gunste van de werkgelegenheid voeren; - ofwel komt de maatregel rechtstreeks ten goede aan een min of meer kwetsbaar doelpubliek op de arbeidsmarkt. Aldus zal een sociale clausule over het algemeen: - voorzien in de aanwerving van werkzoekenden door de aannemer, leverancier of dienstenverlener: de beoogde doelstelling is dan het bieden van beroepservaring die een betere verankering op de arbeidsmarkt garandeert (zie hoofdstuk IV, 2, 2.1 en 2.2); 39 - of de opdracht voorbehouden aan een sociale inschakelingsonderneming waarvan de socio-professionele herinschakeling het maatschappelijk oogmerk is (zie hoofdstuk IV, 2, 2.3.); - of een deel van een opdracht uitbesteden aan een sociale inschakelingsonderneming waarvan de socio-professionele herinschakeling het maatschappelijk oogmerk is (zie hoofdstuk IV, 2, 2.4); - of voorzien in een opleiding van werkzoekenden waardoor de aannemer, leverancier of dienstenverlener een operator van hun beroepsinschakeling wordt (zie hoofdstuk IV, 2., 2.5.)". Hoofdstuk 3 – Toepassingsgebied van de omzendbrief 1. Het toepassingsgebied omvat alle besturen die functioneel afhangen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, dus niet alleen het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar bijvoorbeeld ook Net Brussel, het BIM, Actiris, de Huisvestingsmaatschappij, de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer, de MIVB, de Haven van Brussel, enz. Wat de gemeenten, OCMW’s, intercommunales en gemengde structuren betreft, wordt aanbevolen om de omzendbrief toe te passen, om de samenwerking te versterken. 2. De betrokken personen: - Het leidinggevend personeel De verantwoordelijken voor de aankoop en het onderhoud. De verschillende besturen wordt aangeraden om binnen de 3 maanden van de bekendmaking van de omzendbrief een aanspreekpunt aan te duiden voor de uitvoering van de omzendbrief. 3. De betrokken opdrachten: 3.1. Relevante opdrachten voor aanneming van diensten en concessieovereenkomsten waarvan het bedrag hoger is dan € 125.000, exclusief btw: - Aanleg en onderhoud van groene ruimten - Gewone of evenementcatering, schoolmaaltijden en bedrijfsrestaurants - Inzameling, beheer en verwerking van afval - Schoonmaak (bureaus, ramen, werven, stadsreiniging, verwijderen van graffiti, enz.) - Drukwerk - Postreclame en sorteren - Geautomatiseerd archiveren - Opdrachten waarvoor secretariaatsdiensten nodig zijn (consultancy, advies, bijstand, enz.) 40 - Technisch onderhoud, verwarming/ventilatie/airconditioning (HVAC), … Opmerking: Voor bepaalde sectoren, zoals de schoonmaaksector, gelden collectieve arbeidsovereenkomsten die bepalen dat bij afloop van een opdracht de nieuwe aannemer het personeel van de vorige opdracht moet overnemen en gedurende 6 maanden in dienst moet houden. In dat geval moet ofwel de sociale clausule worden aangepast, ofwel wordt ze pas van kracht na de voornoemde periode van 6 maanden. 3.2. Opdrachten voor aanneming van leveringen waarvan het bedrag hoger is dan € 22.000, exclusief btw. 3.3. Relevante opdrachten en concessies voor werken waarvan het bedrag hoger is dan € 125.000, exclusief btw: - Constructie van gebouwen Renovatie van gebouwen Burgerlijk bouwkunde Rioolwerken en rioolrenovatie Wegenwerken, renovatie van leidingen, van constructies, bestrating - Afbraak van gebouwen. Opmerking: sociale clausules moeten worden vermeden in overheidsopdrachten met een te korte uitvoeringstermijn (raming minder dan 20 werkdagen) of in heel technische opdrachten (bijvoorbeeld de percelen ‘liften’). 3.4. Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking In de omzendbrief wordt aan de aanbestedende overheden gevraagd om de sociale inschakelingsondernemingen te raadplegen. Hoofdstuk 4 – Het wettelijk kader voor de opname van sociale clausules in de overheidsopdrachten 1. Waar de criteria invoegen? De omzendbrief heeft alleen betrekking op de sociale clausules voor inschakeling en opleiding, met het doel de socio-professionele inschakeling te bevorderen. De andere vormen van sociale clausules (bijvoorbeeld naleving van de genderdimensie, naleving van de IAO-normen, enz.) komen in de omzendbrief niet aan bod. Elk type van sociale clausule wordt apart behandeld, rekening houdend met de wettelijke basis en de werkwijze. 2. De verschillende types van clausules 41 2.1. Sociale clausule van inschakeling voor de opdrachten voor aanneming van werken van € 750.000 en meer Een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 april 1999 schrijft voor dat voor dergelijke opdrachten, waarvan de duur van de werkzaamheden op minstens zestig dagen wordt geraamd, een clausule wordt ingevoegd die de inschrijvers verplicht om werkzoekenden die bij de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling zijn ingeschreven, in dienst te nemen. De wettelijke basis is artikel 18bis, § 1 van de wet van 24 december 1993. Hoe te werk gaan? - Bij de opstelling van het bestek, en uiterlijk bij de goedkeuring ervan door het bevoegde orgaan, Actiris inlichten, om de clausule zo nauwkeurig mogelijk te formuleren. - Bij de voorlopige oplevering: het evaluatieformulier van de voorziening ‘sociale clausule’ door de opdrachtnemer laten invullen en aan Actiris bezorgen. 2.2. Sociale clausule van inschakeling voor de opdrachten voor aanneming van werken of van diensten tussen € 125.000 en € 750.000 Hoe te werk gaan? - Bij de opstelling van het bestek, en uiterlijk bij de goedkeuring ervan door het bevoegde orgaan, is het raadzaam Actiris in te lichten, om de clausule zo nauwkeurig mogelijk te formuleren. - Bij de voorlopige oplevering: het evaluatieformulier van de voorziening ‘sociale clausule’ door de opdrachtnemer laten invullen en aan Actiris bezorgen. 2.3. Voorbehouden van opdrachten of van percelen aan de sociale inschakelingseconomie Die reservering wordt toegestaan door de reglementering inzake overheidsopdrachten voor opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager is dan de Europese drempels. De omzendbrief preciseert dat het een kwalitatief selectiecriterium betreft. Opmerking: persoonlijk meen ik dat het eerder om een kwestie van toegangsrecht tot de opdracht gaat, aangezien dat recht zijn grondslag vindt in de wet. 42 Het is wettelijk mogelijk om opdrachten boven de Europese drempels voor te behouden voor ondernemingen van aangepast werk (beschutte werkplaatsen). Er moet worden nagegaan of het haalbaar is en of er daadwerkelijke mededinging is. Dezelfde mogelijkheden zijn er voor opdrachten met percelen waarvan één of meer percelen onder dezelfde voorwaarden kunnen worden voorbehouden. Elk perceel moet onder de Europese drempel liggen. Hoe te werk gaan? - In de aankondiging van de opdracht en in het bestek wordt de volgende clausule gevoegd: "de deelname aan een gunningsprocedure van een overheidsopdracht wordt voorbehouden aan sociale inschakelingsondernemingen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 26 maart 1999". - In het bestek wordt de volgende clausule gevoegd: "Stalen, documenten en attesten aan de offerte toe te voegen : de documenten die de erkenning als beschutte werkplaats of sociaal inschakelingsinitiatief aantonen als bedoeld in artikel 59 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen. Indien een offerte door een onderneming uit een andere lidstaat wordt ingediend, moet deze het bewijs leveren dat ze aan gelijkwaardige voorwaarden van haar land van oorsprong beantwoordt". De regels betreffende de erkenning van de ondernemingen moeten uiteraard ook worden nageleefd. - Zelfs bij voorbehouden opdrachten zegt de wetgeving dat er verschillende ondernemingen moeten worden geraadpleegd, ook in het geval van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Die regel geldt ook voor opdrachten met bestelbons. - De uitvoeringstermijnen moeten enigszins worden verlengd, zodat de inschakeling en opleiding kunnen plaatsvinden. - Op het ogenblik van de lancering van de voorbehouden opdrachten moet Actiris worden ingelicht. Daartoe wordt een kopie van het bestek verstuurd. 2.4. Sociale clausule die uitbesteding aan de sociale inschakelingseconomie mogelijk maakt als alternatief van de sociale clausule van inschakeling 43 Het betreft een uitvoeringsvoorwaarde die ofwel de aanwerving van werkzoekenden ofwel het in onderaanneming plaatsen van een deel van de opdracht bij een sociale inschakelingsonderneming bepaalt. Op die manier hebben kleinere bedrijven toegang tot grotere opdrachten. De openbare aankopers moeten minimum drie ondernemingen raadplegen. De opdrachtnemende ondernemingen moeten niet aan die verplichting voldoen. Hoe te werk gaan? - In de aankondiging van de opdracht en in het bestek wordt de volgende clausule gevoegd: "Overeenkomstig de wet op de overheidsopdrachten, moet de aannemer, leverancier of dienstenverlener in de loop van de uitvoering van de opdracht opleidingsinitiatieven en initiatieven van socio-professionele inschakeling voor werkzoekenden ten uitvoer leggen volgens de hierna beschreven nadere regels: - ofwel door tijdens de opdracht X werkzoekenden aan te werven, waarbij in de onderneming voor het beroep van.... X inschakelingsuren met arbeidsovereenkomst worden verzekerd, met gebruikmaking van de aangeboden diensten van Actiris. De werkzoekenden: . . . zijn volledig uitkeringsgerechtigde werklozen, genieten het leefloon of zijn vrij ingeschreven werkzoekenden; moeten minstens 18 jaar oud zijn; mogen geen werkervaring van meer dan 150 werkuren in de 12 laatste maanden hebben; - ofwel door x % van het totale bedrag buiten btw van de overheidsopdracht uit te besteden aan ondernemingen uit de sociale inschakelingseconomie. Een vaststaande verbintenis van een (of meer) ondernemingen uit de sociale inschakelingseconomie (contract van onderaanneming of onherroepbare verbintenisbrief in geval van betekening, enz.) waarbij deze laatste(n) er zich toe verbind(t)(en) om in onderaanneming voor de rekening van de inschrijver x % van het totale bedrag buiten btw van de opdracht uit te voeren, wordt dan toegevoegd aan de offerte. De inschrijver verduidelijkt in zijn offerte hoe hij aan zijn verplichtingen zal tegemoetkomen. Hij doet dit in een afzonderlijke nota die beschrijft hoe hij de sociale clausule zal ten uitvoer leggen in het kader van de opdracht. 44 De documenten die aantonen dat hij aan deze voorwaarde voldoet worden voorgelegd binnen dertig dagen die volgen op de betekening van de gunningsbeslissing". - Op het ogenblik van de lancering van de opdrachten voor de uitvoering van onderaanbestede werken moet Actiris worden ingelicht. Daartoe wordt een kopie van het bestek verstuurd. 2.5. Sociale clausules van bedrijfsopleiding De reglementering staat dat soort type van clausule toe als uitvoeringsvoorwaarde. Hoe te werk gaan? - In de aankondiging van de opdracht en in het bestek wordt de volgende clausule gevoegd: "Overeenkomstig de wet op de overheidsopdrachten, moet de aannemer, leverancier of dienstenverlener in de loop van de uitvoering van de opdracht, opleidingsinitiatieven en initiatieven van socio-professionele inschakeling voor werkzoekenden ten uitvoer leggen volgens de hierna beschreven nadere regels: - ofwel door het garanderen van de opleiding in de onderneming onder de vorm van een individuele opleiding met een duur van xx uur, voor xxx werkzoekenden, voor het beroep van xxx; - ofwel door het garanderen van de opleiding in de onderneming onder de vorm van een collectieve opleiding met een duur van xx uur voor xxx werkzoekenden voor het beroep van xxx waarvan het programma tussen de onderneming en de publieke opleidingsoperator bevoegd op het grondgebied van het Gewest overeengekomen werd". - Bepaling van het tijdsvolume dat aan opleiding wordt besteed: het aandeel arbeidskrachten in de opdracht berekenen en daarvan 2 à 8% voor de opleiding vragen. - De inschrijver moet in zijn offerte, in een afzonderlijke en specifieke nota, verduidelijken hoe hij aan zijn verplichtingen betreffende de sociale clausule die hij ten uitvoer zal leggen, zal voldoen. 2.6. Opname van socio-professionele overwegingen in het voorwerp van de opdracht 45 Aangezien het een gunningscriterium betreft, heeft dat aspect alleen betrekking op de onderhandelingsprocedures en offerteaanvragen, niet op de aanbestedingen. Wanneer er gebruik van maken? Wanneer een aanbestedende overheid een inspanning van socioprofessionele inschakeling vraagt, maar de economische operatoren vrij wil laten in hun keuze. Die keuze heeft betrekking op de inschakelingsformule zelf (uitbesteding, aanwerving van werkzoekenden, enz.) maar ook op de omvang van de inschakelingsinspanning die aan de hand van een gunningscriterium wordt geëvalueerd. De juridische basis is te vinden in artikel 16 van de wet van 24 december 1993, in de overweging 46 van de Richtlijn 2004/18/EG en in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Hoe te werk gaan? Als voorbeeld worden er verschillende stappen voorgesteld: 1. Van het voorwerp van de opdracht een tweevoudige opdracht maken (oorspronkelijke opdracht en de opleiding) zodat er een verband is tussen het gunningscriterium en het voorwerp van de opdracht. 2. Het criterium moet nauwkeurig en objectiveerbaar zijn geformuleerd. Er wordt een voorbeeldformulering gegeven: "Criterium nr. X. De prestaties inzake socio-professionele inschakeling van het publiek in moeilijkheden: gewicht X % Deze prestaties worden geanalyseerd in het licht van het aantal uren van opleiding en/of beroepsinschakeling van een achtergesteld publiek waarin jaarlijks wordt voorzien voor deze opdracht, en van het omkaderingspercentage van het doelpubliek. De offerte die het hoogst aantal uren en het hoogste omkaderingspercentage voorstelt, krijgt X punten. De andere offertes krijgen een aantal punten naar evenredigheid, in verhouding tot de beste offerte. Hoe minder uren en hoe zwakker de omkadering, hoe minder punten de offerte zal krijgen. Deze waarde kan bijvoorbeeld als volgt bepaald worden: - Waarde A = aantal jaarlijkse uren opleiding en/of inschakeling (het aantal uren inschakeling via aanwerving zal door de AO 46 met 3 vermenigvuldigd worden in verhouding tot de opleidingsuren). - Waarde B = aantal omkaderde personen/aantal omkaderende personen. - Waarde C = waarde A/waarde B. - Waarde D = Waarde A + Waarde C. Voorbeeld: Opleiding van 5 personen ten belope van 200 uur per jaar en per persoon. Omkaderingspercentage = 5 personen voor 1 omkaderend persoon. Waarde A = 1000 uur. Waarde B = 5. Waarde C = 200 u (komt overeen met 1 omkaderend persoon voor de 5 personen, ofwel 200 uur). Waarde D = 1000 + 200 = 1200 totaaluren". Het criterium moet worden geanalyseerd in het licht van de vereisten van de sociale clausule in het bestek. Er moet een presentatienota van de clausule worden opgesteld. In een vademecum moet bijkomende informatie worden gegeven. 3. Het criterium moet in de aankondiging van de opdracht en in het bestek zijn opgenomen. 4. Het bestek moet ook een uitvoeringsclausule bevatten die het volgende bepaalt: "Overeenkomstig de wet op de overheidsopdrachten, legt de aannemer, leverancier of dienstenverlener in de loop van de uitvoering van de opdracht opleidingsinitiatieven en initiatieven van socio-professionele inschakeling voor werkzoekenden ten uitvoer". Er zijn drie oplossingen voor de inschrijver: • Ofwel leidt hij op de werf werkzoekenden op voor een bepaald beroep. Onder werkzoekenden wordt verstaan volledig uitkeringsgerechtigde werklozen, leefloners of vrij ingeschreven werkzoekenden, die minstens 18 jaar oud zijn en geen werkervaring van meer dan 150 werkuren in de 12 laatste maanden hebben. 47 • Ofwel besteedt hij x % van het totaalbedrag (exclusief btw) van de overheidsopdracht uit aan een of meer ondernemingen uit de sociale inschakelingseconomie. De offerte bevat een nauwkeurige beschrijving van het tijdsvolume dat aan de inschakeling wordt besteed en de verbintenis van de firma(’s). • Ofwel is hij zelf een sociale inschakelingsonderneming (zie artikel 59 van de wet van 26 maart 1999) en levert hij daarvan het bewijs. Buitenlandse inschrijvers worden eveneens toegelaten, op voorwaarde dat ze binnen de dertig dagen die volgen op de gunningsbeslissing het bewijs leveren dat ze aan gelijkwaardige voorwaarden in hun land van oorsprong beantwoorden. De omvang van de sociale clausule zal op basis van het overeenkomstige gunningscriterium worden beoordeeld. De inschrijver moet bij zijn offerte een specifieke nota voegen betreffende de socio-professionele overwegingen die in het voorwerp van de opdracht staan. Opmerking: hoewel het uit de tekst van de omzendbrief niet duidelijk blijkt, gelden de twee laatste bepalingen vermoedelijk voor de drie hierboven genoemde oplossingen. Hoofdstuk 5 – Strikte naleving van de uitvoering van de sociale clausules Met het oog op een strikte naleving van de sociale clausules kan de aanbestedende overheid in het bestek sancties bepalen als ze dat wil. Het niet naleven van de clausules moet worden vastgesteld overeenkomstig artikel 20 van de algemene aannemingsvoorwaarden bijgevoegd bij het koninklijk besluit van 26 september 1996. Mogelijke sancties zijn een straf van 2% van de oorspronkelijke aannemingssom en eventueel het verschil tussen het gewestelijk subsidiebedrag waarop de aanbestedende overheid gerechtigd ware geweest, indien de sociale clausule was nageleefd, en het gewestelijk subsidiebedrag dat ze daadwerkelijk zou hebben gekregen. De maatregelen van ambtswege waarin de voornoemde algemene aannemingsvoorwaarden voorzien, zijn ook toepasselijk. 48 CONCLUSIE Zoals we hierboven al aangaven, heeft deze tekst uitsluitend betrekking op de sociale criteria, stricto sensu. Dat wil zeggen, de criteria die men als socio-economisch kan aanduiden: de criteria die betrekking hebben op de integratie of herintegratie op de arbeidsmarkt van categorieën kansarmen op dat vlak, dat kunnen oudere werklozen, laaggeschoolden, werkloze jongeren, … zijn, en de criteria die betrekking hebben op de toegang voor kleine en middelgrote ondernemingen tot overheidsopdrachten van een zekere omvang. Als men de verschillende stadia bekijkt waarin men sociale clausules kan toevoegen, kunnen we, bij de huidige stand van zaken van de reglementering en met de door de Europese Unie opgelegde beperkingen, alleen maar vaststellen dat er niet veel mogelijkheden zijn: A. Voor clausules betreffende de herintegratie van werknemers - Selectiecriteria: 1) 2) Uitsluitingscriteria, zie koninklijk besluit van 8 januari 1996 De eigenlijke selectiecriteria: maar ze moeten verband houden met het voorwerp van de opdracht, wat de mogelijkheden aanzienlijk beperkt, want dat betekent immers dat het voorwerp van de opdracht, ten minste gedeeltelijk, betrekking moet hebben op een sociaal aspect. - Technische specificaties: die moeten ook verband houden met het voorwerp van de opdracht. De bovenstaande opmerking geldt dus ook hier. - Gunningscriteria: hetzelfde rechtstreekse verband met de opdracht is vereist. We moeten dus hetzelfde concluderen. - Uitvoeringsvoorwaarden: hier moet er een verband zijn met de uitvoering van de opdracht, wat meer mogelijkheden biedt. We herhalen dat de uitvoeringsvoorwaarden in alle transparantie in de documenten van de opdracht moeten worden vermeld, en dat ze niet discriminerend mogen zijn. Denk er ook aan dat die voorwaarden geen rol spelen bij de evaluatie van de offertes. De aanbestedende overheid legt ze op en de inschrijver verbindt zich er met de ondertekening van zijn offerte toe om ze na te leven. Let er dus op dat je voorwaarden niet te veeleisend zijn. Dat kan mogelijke inschrijvers afschrikken. B. Voor de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot overheidsopdrachten een verstandige verdeling in percelen, transparantie en een open houding ten aanzien van dergelijke inschrijvers lijken een bruikbare methode te zijn. Tot slot: de bal ligt in het kamp van de (in de allereerste plaats Europese) besluitvormers. Het is aan hen om, zoals dat het geval was voor de milieucriteria, toe te staan een sociale dimensie in de overheidsopdrachten te integreren. Dat kan alleen gebeuren via een wijziging, een versoepeling van de reglementering. Daar is politieke wil voor nodig. 49