handleiding_duurzame_aankopen_-_deel_ii

advertisement
Versie 1 december 2013
DE DUURZAME ONTWIKKELING IN DE
OVERHEIDSOPDRACHTEN
HET INVOEGEN VAN SOCIALE CRITERIA
Astride MIANKENDA
Cel AankoopBeleid en Advies
1 december 2013
INHOUDSTAFEL
INLEIDING ......................................................................................................... 6
I.
SOCIAAL AANKOPEN: KERNONDERWERPEN ............................................... 7
1.
2.
3.
4.
II.
Maatschappelijk verantwoordelijke overheidsopdrachten: definitie ............... 7
Potentiële voordelen van "sociale" overheidsopdrachten ............................. 8
"Sociale" overheidsopdrachten en Europees model ..................................... 9
De wetgevings- en beleidsbenadering van maatschappelijk verantwoordelijke
overheidsopdrachten in de EU ................................................................. 9
ORGANISATIESTRATEGIE VOOR SOCIAAL KOPEN .................................... 12
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
De doelen van "sociale" overheidsopdrachten vaststellen ...........................12
Politiek engagement op hoog niveau en leadership inzake "sociale"
overheidsopdrachten .............................................................................12
De risico’s inschatten en prioriteiten opstellen in de uitgaven om de sociale
resultaten te verbeteren ........................................................................12
Meer sensibiliseren voor "sociale" overheidsopdrachten en de belangrijkste
belanghebbenden erbij betrekken ...........................................................13
Een strategie "sociale" overheidsopdrachten uitvoeren ..............................14
De effectieve implementatie meten .........................................................15
Het aanbestedingsproces .......................................................................15
Benadering voor "sociale" overheidsopdrachten ........................................16
III. BEHOEFTEN IDENTIFICEREN EN OPDRACHTEN PLANNEN ......................... 18
1.
2.
3.
IV.
Belang van de vaststelling van de werkelijke behoeften .............................18
Het voorwerp definiëren ........................................................................18
De toegankelijkheid tot de overheidsopdrachten verbeteren .......................19
DE OPDRACHT ........................................................................................... 22
A.
Vereisten van de opdracht definiëren ................................................22
1.
2.
3.
4.
5.
6.
De technische specificaties opstellen .......................................................22
Op prestaties gebaseerde specificaties of functionele specificaties ...............23
Varianten gebruiken ..............................................................................23
Sociale labels en gevolgen voor de eerlijke handel ....................................24
Rekening houden met sociale overwegingen bij productie- en
procesmethodes ...................................................................................24
Handicaps en technische specificaties ......................................................25
B.
Leveranciers en dienstverleners selecteren .......................................26
1.
2.
Uitsluitingscriteria .................................................................................26
Technische capaciteit ............................................................................28
C.
De opdracht gunnen ..........................................................................29
1.
Algemene regels voor het opstellen van gunningscriteria en de gunning van
opdrachten ..........................................................................................29
Abnormaal lage offertes behandelen........................................................33
Informatie aan afgewezen inschrijvers .....................................................33
2.
3.
2
D.
De opdracht uitvoeren .......................................................................34
1.
2.
3.
4.
5.
Regels voor de uitvoering van de opdracht ...............................................34
Voorbeelden uit overweging 33 van de richtlijn 2004/18/EG .......................35
Naleving van de nationale arbeidswetgeving ............................................36
Beheer van de toeleveringsketen ............................................................37
Contractbeheer en nalevingscontrole .......................................................37
E.
Een concreet voorbeeld .................................................................... 38
CONCLUSIE ....................................................................................................... 49
3
Woord vooraf
Het eerste deel was gewijd aan overheidsopdrachten die ecologische criteria bevatten.
Het tweede deel is gewijd aan overheidsopdrachten die sociale clausules integreren. De
aspecten "ethische clausules, eerlijke handel, toegankelijkheid voor iedereen en
voorbehouden opdrachten" zullen in het derde deel van de handleiding uitvoerig worden
behandeld.
De term "sociale aspecten" moet worden genuanceerd: meestal omvatten die woorden
verschillende begrippen zonder veel onderscheid te maken tussen dat wat men als socioeconomische aspecten kan bestempelen, namelijk het feit om het via
overheidsopdrachten mogelijk te maken categorieën van economisch kansarmen
(langdurige werklozen, oudere werklozen, jonge werklozen, laaggeschoolde
werklozen, …) op de arbeidsmarkt te herintegreren, en andere aspecten, die te maken
hebben met moraal en ethiek (integratie van personen met een handicap in de
arbeidswereld, gelijkheid mannen/vrouwen, verbod om te discrimineren op basis van ras
en religie of seksuele geaardheid, toegankelijkheid voor iedereen, …). Deze tekst
behandelt alleen de louter socio-economische aspecten die, zo lijkt het, een bijkomend
aspect moeten bevatten, eveneens socio-economisch in vergelijking met het
bovenstaande, namelijk de kleine en middelgrote ondernemingen bij het proces
overheidsopdrachten betrekken. Die bedenking is recenter en wordt verder uitgewerkt.
We moeten er ook op wijzen dat het "sociale niveau", met name de bescherming van de
sociale rechten van de werknemers, in de verschillende landen van de huidige Europese
Unie waarschijnlijk niet identiek is.
Het is niet de bedoeling om hier de niveaus van de bestaande sociale bescherming in de
verschillende lidstaten te vergelijken. Het is echter interessant er nogmaals op te wijzen
dat de Belgische reglementering inzake overheidsopdrachten bepalingen betreffende de
sociale bescherming bevat. Het gaat om de artikelen 43bis (leveringen) en 69bis
(diensten) van het besluit van 8 januari 1996.
De tekst luidt als volgt:
"De Belgische leverancier (of dienstverlener) die personeel tewerkstelt dat onderworpen
is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944
betreffende de sociale zekerheid der arbeiders moet bij zijn aanvraag tot deelneming bij
een beperkte of een onderhandelingsprocedure of bij zijn offerte bij een openbare
procedure vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of
van de offertes, al naargelang het geval, een attest van de Rijksdienst voor sociale
Zekerheid voegen of aan de aanbestedende overheid voorleggen, waaruit blijkt dat hij
voldaan heeft aan de voorschriften inzake bijdragen voor de sociale zekerheid".
Wat de veiligheid op de werven betreft, bepaalt artikel 30 van de Algemene
Aannemingsvoorwaarden, bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996, het
volgende:
"§ 1 – De aannemer moet instaan voor de orde op de bouwplaats tijdens de duur van de
werken, en hij is er toe gehouden, in het belang van de ambtenaren van de
4
aanbestedende overheid en van derden, zowel als in dat van zijn eigen personeel, alle
nodige maatregelen te treffen om hun veiligheid te waarborgen.
Hij gedraagt zich naar de wets- en reglementsbepalingen inzake ondermeer bouwpolitie,
wegenpolitie, hygiëne, arbeidsbescherming, evenals naar de bepalingen van de
collectieve overeenkomsten van het nationale, gewestelijke, lokale en bedrijfsniveau".
Dit eerste gedeelte van het tweede deel is een becommentarieerde samenvatting van de
"Gids voor de inachtneming van sociale overwegingen bij overheidsaanbestedingen" die
de Europese Commissie (Luxemburg, Publicatiebureau van de Europese Unie) begin 2011
publiceerde, of tenminste van die delen van de gids die betrekking hebben op de sociale
(economische) aspecten in overheidsopdrachten.
SOCIAAL KOPEN: GIDS VOOR DE INACHTNEMING VAN SOCIALE
OVERWEGINGEN BIJ OVERHEIDSAANBESTEDINGEN
Deze versie bevat eveneens een concreet voorbeeld van hoe de invoeging van
sociale clausules in de opdrachten kan worden bevorderd (zie IV. De opdracht,
punt E).
5
INLEIDING
Het doel van de overheidsopdrachten die sociaal responsabiliserende clausules bevat, is
om de marktpraktijken te doen evolueren door de bedrijven aan te zetten om een sociaal
verantwoord beheer toe te passen.
De beoogde domeinen zijn: werkgelegenheidsmogelijkheden, fatsoenlijk werk,
sociale insluiting, toegankelijkheid, ontwerpen voor iedereen, ethische handel en een
ruimere naleving van maatschappelijke normen.
De omvang van de impact hangt af van het economische marktaandeel dat de werken,
leveringen of diensten in kwestie vertegenwoordigt. Dat impliceert dus ook een impact op
de duurzame ontwikkeling.
De rechtsgrond voor overheidsopdrachten is vastgesteld in de richtlijn 2004/18/EG (voor
de klassieke sectoren). Die bepaalt dat er rekening kan worden gehouden met
sociale aspecten bij de overheidsopdrachten in de mate die verband houden
met het voorwerp van de opdracht en evenredig zijn met de eisen ervan, dat het
principe van de voordeligste offerte moet worden nageleefd alsook de gelijke
toegankelijkheid voor alle operatoren van de Europese Unie. De bronnen daarvan
liggen in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HJEU), in een
interpretatieve mededeling van de Europese Unie van 2001 en in een studie van de
Europese Commissie van 2003.
6
I.
SOCIAAL AANKOPEN: KERNONDERWERPEN
1.
Maatschappelijk verantwoordelijke overheidsopdrachten: definitie
1.1. Het betreft overheidsopdrachten die één of meer van de volgende
sociale overwegingen in acht nemen:
werkgelegenheidsmogelijkheden, fatsoenlijk werk, naleving van
arbeids- en sociale rechten, sociale insluiting (met name van
personen met een handicap), gelijke kansen, toegankelijkheid,
concepten voor iedereen, inachtneming van duurzaamheidscriteria, met
inbegrip van ethische handelskwesties en de bevordering van
maatschappelijk verantwoord ondernemen, met inachtneming van
de richtlijnen inzake overheidsopdrachten en de beginselen van het
Verdrag. Voor een geïntegreerde benadering van de opdrachten kunnen
sociale overwegingen met milieuoverwegingen worden gecombineerd.
1.2. Hieronder staat een niet-limitatieve lijst van sociale overwegingen
die in aanmerking kunnen worden genomen, maar voor sommige
aspecten is dat maar mogelijk in bepaalde, duidelijk omschreven
fases van een opdracht (bijvoorbeeld: de arbeidsvoorwaarden in de
uitvoeringsclausules, de kwestie van de toegankelijkheid in de
technische specificaties). Dat betekent dat geval per geval moet worden
beslist, in functie van het voorwerp van de opdracht en de nagestreefde
doelen. De verschillende aspecten in de lijst worden met voorbeelden
aangevuld:
- Werkgelegenheidsmogelijkheden: het stimuleren van de
werkgelegenheid voor jongeren, genderevenwicht in beide
richtingen (en ook evenwicht privé-/beroepsleven), stimuleren van
werkgelegenheidsmogelijkheden voor langdurig werklozen en
oudere werknemers, het stimuleren van de diversiteit en de
werkgelegenheid voor kansarme categorieën (migranten, etnische en
religieuze minderheden, laaggeschoolden, …), het stimuleren van
de werkgelegenheid voor personen met een handicap
(werkomgeving).
- Fatsoenlijk werk: dat universeel concept stoelt op de overtuiging
dat iedereen recht heeft op productief werk in omstandigheden
van vrijheid, gelijkheid, veiligheid en menselijke waardigheid. Het
programma is gebaseerd op vier pijlers: het recht op productief en
vrij gekozen werk, fundamentele beginselen en rechten op het gebied
van werk, werk met een redelijk inkomen en sociale bescherming
en sociale dialoog (gendergelijkheid en non-discriminatie zijn hier
horizontale kwesties). De belangrijkste aspecten inzake
overheidsopdrachten zijn: voldoen aan de fundamentele
arbeidsnormen (de acht verdragen van de IAO), een redelijk
inkomen, veiligheid en gezondheid op de werkplek, sociale
dialoog, toegang tot opleidingen, gendergelijkheid en nondiscriminatie, een minimale sociale bescherming (cfr. wat
7
hierboven is gezegd over de naleving van de verplichtingen inzake
sociale zekerheid).
- De naleving van de arbeids- en sociale rechten, met name:
nationale wetten en collectieve arbeidsovereenkomsten
overeenkomstig het gemeenschapsrecht, gelijkheid van man en
vrouw op het werk (met inbegrip van gelijk loon voor gelijk werk en
het stimuleren van gendergelijkheid), de wetten inzake veiligheid
en gezondheid op de werkplek, het bestrijden van andere
discriminaties (leeftijd, handicap, ras, godsdienst of overtuiging,
seksuele geaardheid, …) en het stimuleren van gelijke kansen.
- Sociale insluiting en het stimuleren van sociale organisaties,
zoals: gelijke toegang tot overheidsopdrachten voor bedrijven met
een eigenaar of werknemers uit een etnische of andere
minderheidsgroep (coöperaties, maatschappelijke organisaties en
vzw’s, …), werk voor personen met een handicap, ook op de open
arbeidsmarkt.
- Toegankelijkheid en concepten voor iedereen: het verplichten
van technische specificaties die de toegang garanderen voor
iedereen, bijvoorbeeld personen met een handicap in verschillende
domeinen (openbare diensten, openbare gebouwen, openbaar
vervoer, openbare informatie en communicatie, waaronder
webdiensten).
- Vrijwillige verbintenissen tot maatschappelijk verantwoord
ondernemen, dat wil zeggen dat de bedrijven in hun dagelijkse
activiteiten vrijwillig verder gaan dan wat de reglementering
voorschrijft op het vlak van milieu en maatschappij: de
opdrachtnemers aansporen op het vlak van maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
- Naleving van de mensenrechten en bescherming tegen schendingen.
- Het stimuleren van KMO’s voor zover het voorgaande op hen
betrekking heeft: de toegankelijkheid van KMO’s tot
overheidsopdrachten bevorderen, door de kosten en/of lasten van
"sociale" overheidsopdrachten te verlagen, bijvoorbeeld: voldoende
tijd geven voor de offerte bij grote overheidsopdrachten, op tijd
betalen, proportionele kwalificatie- en economische vereisten stellen.
Opmerking: de doelstellingen inzake sociaal beleid zijn niet
soortgelijk in de Unie en in de verschillende lidstaten.
2.
Potentiële voordelen van "sociale" overheidsopdrachten
2.1. Stimulans voor de naleving van de nationale en internationale
verbintenissen voor de sociale ontwikkeling, wederzijds de economische
en sociale aspecten versterken.
8
2.2. Stimulans voor de sociale verantwoordelijkheid van de markten: de
bestaande markten verdiepen of nieuwe markten creëren (voorbeeld
voor de andere consumenten), schaalvoordelen, stimulatie van de
innovatie en concurrentie met als resultaat een betere kwaliteit en
lagere prijzen (bijvoorbeeld: producten aangepast aan verschillende
handicaps).
2.3. Maatschappelijk bewuste governance tonen: "sociale"
overheidsopdrachten vallen onder een dergelijk bestuur (impact van de
publieke opinie). Dat overstijgt uiteraard de verantwoordelijkheden van
de aankoper in het kader van zijn taak.
2.4. Stimulatie van de integratie: belang van overheidsinterventie.
2.5. Rationalisatie van de overheidsuitgaven.
3.
"Sociale" overheidsopdrachten en Europees model
3.1. • Voordeel: verspreiding van het Europees model, wat impliceert dat de
duurzame economische groei wordt gecombineerd met betere leefen arbeidsomstandigheden.
 Doel: een goed draaiende economie die specifieke sociale normen
integreert (kwaliteitsjobs, gelijke kansen, non-discriminatie, sociale
voorzieningen voor iedereen, sociale insluiting, sociale dialoog, goede
arbeidsverhoudingen en inspraak van alle betrokkenen in de
beslissingen).
 Het stimuleren van de beste prijs/kwaliteitverhouding en innovatie.
3.2. Economische vooruitgang en sociale cohesie zijn de complementaire
pijlers van duurzame ontwikkeling.
3.3. De toenemende belangstelling van de EU voor de sociale rechten en
gelijke kansen (vooral op de werkplek): duurzame ontwikkeling
overstijgt het milieuaspect en omvat het sociale aspect.
4.
De wetgevings- en beleidsbenadering van maatschappelijk
verantwoordelijke overheidsopdrachten in de EU
4.1. Ontwikkeling van de sociale dimensie van het beleid en de wetgeving
van de EU
De afgelopen twintig jaar heeft de EU haar sociaal beleid sterk
ontwikkeld. Naast de eigenlijke maatregelen die op dat vlak zijn
genomen, zijn "sociale" overheidsopdrachten een instrument om dat
beleid te verspreiden.
Er bestaan sectorale handboeken (catering, schoonmaak, particuliere
beveiliging en textiel), maar enerzijds zijn ze het werk van sociale
9
partners, en anderzijds zijn ze niet meer conform het huidige EUrechtskader.
4.2. Wettelijke en juridische benadering van de "sociale"
overheidsopdrachten in de EU
Evolutie:
- Interpretatieve mededeling van de Europese Commissie van 15
oktober 2001.
- Arresten Concordia Bus (HJEU 17 september 2002) en Wienstrom
(HJEU 4 december 2003).
- Richtlijn 2004/17/EG (speciale sectoren) en 2004/18/EG (klassieke
sectoren) die bepalen hoe sociale overwegingen in de
overheidsopdrachten kunnen worden opgenomen (technische
specificaties, selectiecriteria, gunningscriteria en
uitsluitingsclausules). Ze bevatten ook een specifieke bepaling
betreffende de beschutte werkplaatsen.
Sommige aanbestedende overheden hebben een beleid inzake
"sociale" overheidsopdrachten ontwikkeld dat toepasselijk is op de
opdrachten die niet onder de richtlijn vallen (opdrachten onder de
Europese drempels en opdrachten van bijlage IIB). Dat zou een
interessante piste kunnen zijn. Er zijn wel veel "kleine" opdrachten
die een groot financieel volume vertegenwoordigen, maar we moeten
vaststellen dat de "grote" opdrachten aan het beleid ontsnappen. Ik
denk dan bijvoorbeeld aan grote infrastructuurwerken, die een ideale
gelegenheid zijn om laaggeschoolde, werklozen te integreren, … Het
is in elk geval wenselijk om die mogelijkheid bij het aankoopbeleid te
stimuleren.
Ook al vallen die opdrachten niet onder de richtlijnen, ze moeten toch
de regels van het Verdrag naleven (gelijke behandeling,
transparantie, vrij verkeer van goederen en diensten en vrijheid van
vestiging). Dat werd bevestigd door het Hof van Justitie (arrest
Teleaustria HJEU 7 december 2000). Het spreekt vanzelf dat het de
aanbestedende overheden bij dergelijke opdrachten vrijstaat om er
de regels die de richtlijnen voorschrijven op toe te passen.
De Gids "Sociaal Kopen" wijdt zich alleen aan de opdrachten die
volledig onder het toepassingsgebied van de richtlijnen vallen.
4.3. Maatschappelijke diensten van nationaal economisch nut: die diensten
komen in de Gids "Sociaal Kopen" niet specifiek aan bod.
10
4.4. Kleine en middelgrote ondernemingen (met of zonder
winstoogmerk)
De administratieve last van overheidsopdrachten is heel zwaar voor
KMO’s. Dat geldt ook voor de sociale clausules, ongeacht of de KMO’s
rechtstreeks inschrijven of optreden als onderaannemer, aan wie de
opdrachtnemer zijn verplichtingen inzake sociale clausules heeft
overgedragen. De aanbestedende overheden moeten zich bewust zijn
van die situatie, en ook van het feit dat bepaalde KMO’s zich op dat vlak
beter positioneren dan andere.
11
II.
ORGANISATIESTRATEGIE VOOR SOCIAAL KOPEN
1.
De doelen van "sociale" overheidsopdrachten vaststellen
Die doelstellingen kunnen aan nationale, regionale of plaatselijke sociale
prioriteiten beantwoorden, zonder echter de nationale, regionale of
plaatselijke producten te bevoordelen (de Gids geeft geen pistes om die
doelstelling te realiseren zonder aan discriminatie te doen).
Voorbeelden:
2.
-
Frankrijk legt het accent inzake duurzame ontwikkeling op de voorbeeldrol
van de Staat.
-
In Groot-Brittannië is de verplichte gelijkheid tussen mannen en vrouwen
sinds april 2007 van kracht. Er werden richtlijnen uitgewerkt om de
overheidssector aan te moedigen de goede praktijken inzake diversiteit en
gelijk loon bij de opdrachtnemers uit de sector te bevorderen.
Politiek engagement op hoog niveau en leadership inzake "sociale"
overheidsopdrachten
Ook dat is een niveau dat volledig ontsnapt aan de bevoegdheidssfeer van de
personen die de overheidsopdrachten moeten realiseren.
3.
De risico’s inschatten en prioriteiten opstellen in de uitgaven om de
sociale resultaten te verbeteren
Suggesties:
- Een stapsgewijze benadering door te beginnen met een beperkt aanbod
van producten en diensten met een duidelijke sociale impact, die vlot
toegankelijk en niet duurder zijn (opdrachten die door zwakkere
werknemers kunnen worden uitgevoerd). Daartoe kan men, zoals in
Zweden, de sociale impact in het marktonderzoek integreren.
- Nagaan of de specificaties van de opdracht geen negatieve sociale impact
hebben of aangepaste opdrachten reserveren, bijvoorbeeld voor beschutte
werkplaatsen.
- Beschikbaarheid en kosten van sociale oplossingen en overeenstemming
met de regels inzake overheidsopdrachten (meer sociaal verantwoordelijke
manieren om de doelstellingen van de aanbestedende overheid te
bereiken, overeenstemming met de eisen van de aanbestedende overheid,
middelen om ze uit te voeren, eventuele extra kosten, mogelijke
mededingingsbeperkende gevolgen).
- Beschikbaarheid van gegevens, problemen op technisch vlak en
formulering in het bestek.
12
- Vermogen van de aanbestedende overheid om een dergelijk functioneel en
doeltreffend programma uit te voeren.
- Andere oplossingen dan overheidsopdrachten om een sociaal beleid toe te
passen: dat overstijgt uiteraard het kader van overheidsopdrachten.
- Zichtbaarheid voor het publiek en het personeel (bijvoorbeeld: in de
cafetaria’s koffie uit de eerlijke handel kiezen).
- Nieuwe diensten kiezen in plaats van het kader van de meer traditionele
sectoren trachten te wijzigen.
Het kan nuttig zijn om een gespecialiseerd contactpunt op te richten om de
aanbestedende overheden te begeleiden (zoals in Angers in Frankrijk) of
hulpmiddelen te creëren (zoals in het Verenigd Koninkrijk).
Opmerkingen bij de bovenstaande suggesties: ze zijn zeker verantwoord,
maar behalve het feit dat ze een brede waaier van zogenaamde "sociale"
clausules dekken zonder onderscheid te maken, hebben ze het nadeel dat ze
geen duidelijke richtlijn geven die de aankopers op het terrein onmiddellijk
kunnen toepassen. Sommige overstijgen zelfs het actiegebied van de
aankopers.
4.
Meer sensibiliseren voor "sociale" overheidsopdrachten en de
belangrijkste belanghebbenden erbij betrekken
De belanghebbenden die moeten worden gesensibiliseerd zijn: centrale,
regionale of plaatselijke overheden, mogelijke toeleveranciers of
dienstverleners, werkgeversverenigingen en vakbonden.
Er moet ook correct worden gecommuniceerd over de voordelen, goede
praktijken en succesverhalen. In die zin is een partnership wenselijk.
Ook hier is het moeilijk om een onderscheid te maken tussen wat onder een
"sociaal" beleid valt dat op hoger niveau is gewenst, en wat onder de
bevoegdheid van de aankoopdiensten. De volgende voorbeelden sluiten
daarentegen perfect aan op de actiemogelijkheden van de georganiseerde
aankoopdiensten. Het gaat bijvoorbeeld over aankoopcentrales of
aankoopdiensten met een groot marktvolume. Dat soort aankoopdiensten is
in staat om een georganiseerd "aankoopbeleid" te ontwikkelen.
We moeten er ook op wijzen dat sommige van de geciteerde voorbeelden al
worden toegepast op Belgisch niveau: indeling van opdrachten in percelen op
geografische basis (toegepast door de cel FOR voor bepaalde opdrachten,
zoals dat vroeger bij het FAB gebeurde), werken in netwerken van aankopers
(federaal aankoopbeleid op aansporing van de cellen FOR en ABA).
13
Voorbeelden:
- Potentiële inschrijvers inlichten vóór de lancering van de opdracht
(Zweden).
- Online raadpleging over de deelname van KMO’s aan overheidsopdrachten,
opleidingen voor de toeleveranciers en maximale vereenvoudiging van de
bestekken voor de KMO’s en eventuele splitsing van de opdrachten in
percelen op geografische basis (Denemarken).
- Werken in netwerken van aankopers.
5.
Een strategie "sociale" overheidsopdrachten uitvoeren
Het betreft de aanpak en de maatregelen die moeten worden genomen, en
daarvoor zijn sommige factoren van fundamenteel belang: het juridisch en
reglementair kader, het institutioneel kader, de beheerstructuur, de
beschikbaarheid van beroepscapaciteit en middelen, een aanpak die is
afgestemd op de bijzonderheden van elke sector en de inschakeling van de
belanghebbenden.
Een opmerking is hier op zijn plaats: aangezien het juridisch en reglementair
kader van onze overheidsopdrachten strikt afhangt van het juridisch en
reglementair kader dat de Europese richtlijnen ter zake opleggen, moeten dus
op dat niveau de wijzigingen om de sociale clausules te kunnen integreren
worden geïmplementeerd, precies zoals dat voor de milieuclausules het geval
was.
Die uitvoering impliceert het volgende:
- De verantwoordelijkheden en nagestreefde doelen met een haalbaar
tijdschema, de beheerstructuur, de professionele en financiële middelen en
de opvolgingsindicatoren specificeren.
- Een werkgroep oprichten, een actieplan opstellen, gevolgen voor beleid en
budget.
- Opleidingsprogramma’s uitwerken, goede praktijken uitwisselen,
competenties ter beschikking stellen (bijvoorbeeld te specificeren in de
selectiecriteria voor de kandidaten) en terbeschikkingstelling van
informatie over wat er bestaat op nationaal en EU-niveau.
- Een opleiding voor het personeel organiseren: om juridische, financiële en
sociale kennis te verwerven, om te kunnen vaststellen wanneer en in welke
mate er sociale clausules kunnen worden geïntroduceerd, of ze op de
prioriteiten van de aanbestedende overheid ter zake zijn afgestemd en of
ze zodanig zijn gedefinieerd dat de beste prijs-kwaliteitverhouding wordt
verkregen.
14
Hier stelt zich de volgende vraag: waar moeten de competenties die nodig
zijn voor de opleidingen worden gezocht, om nog maar te zwijgen van de
materiële en financiële middelen?
6.
De effectieve implementatie meten
Aan de hand van de meting kunnen de resultaten met betrekking tot de
vastgestelde doelen en prestatienormen voor de uitvoering worden
geëvalueerd.
Voor de meting zijn interne controlemiddelen (specifieke verslagen, interne
audits en eventuele sancties) en externe controlemiddelen (onafhankelijke
audit, vergelijkende studies met betrekking tot eerdere resultaten of
resultaten van andere entiteiten) vereist.
De resultaten moeten worden bekendgemaakt en gebruikt om de
doelstellingen en de procedures te verbeteren.
Wat de monitoring betreft: het is duidelijk dat maatregelen die in eender welk
domein worden genomen impliceren dat hun impact moet worden gemeten,
anders wordt er misschien onnodig tijd, werk en geld verspild. Monitoring was
altijd al een delicate zaak: men moet er immers zeker van zijn dat men over
relevante gegevens beschikt. Het ontwerp van omzendbrief PO/DO/2 die
omzendbrief PO/DO/1 moet vervangen, beoogt een monitoring. Dat ontwerp
moet echter worden goedgekeurd door Begroting en door de Ministerraad,
voor het kan worden gepubliceerd.
7.
Het aanbestedingsproces
Er moeten twee grote principes worden nageleefd:
- De beste prijs/kwaliteitverhouding bekomen: de aanbestedende overheid
moet dus niet de goedkoopste offerte kiezen, wel de beste offerte volgens
de criteria die ze heeft bepaald: kwaliteit, life cycle cost, … Dat begrip kan
ook sociale overwegingen omvatten.
Opmerking: dat geldt uiteraard niet voor opdrachten die via een openbare
of beperkte aanbesteding worden gegund. In dat geval moet de
aanbestedende overheid haar eisen inzake duurzame ontwikkeling in de
technische specificaties en in de uitvoeringsvoorwaarden integreren (die
laatste plek is aangewezen om sociale overwegingen te integreren).
- Een eerlijke behandeling garanderen: door de principes van de interne
markt te respecteren, waaronder de heel belangrijke gelijke behandeling
(alle marktdeelnemers moeten dezelfde toegangskansen tot de opdracht
hebben, dus bijvoorbeeld ook de KMO’s en sociaal-economische bedrijven).
-
De toepassing van dat principe brengt ook de naleving van het
transparantiebeginsel met zich mee.
15
We wijzen erop dat het probleem zou kunnen liggen in het feit dat de
sociaal-economische bedrijven en, wellicht in mindere mate, de KMO ‘s niet
zichtbaar genoeg zijn op de markt. Dat zou dus voor de aanbestedende
overheden een groter marktonderzoek met zich meebrengen.
- Voorbeelden in de richtlijnen:
a) Gelijke behandeling: indieningstermijnen voor de offertes en
kandidaturen, specificaties, discriminatieverbod ten opzichte van de
economische operatorenuit de andere lidstaten.
b) Transparantie: publicatie van de aankondigingen, plicht om de niet
gekozen inschrijvers in te lichten.
7.1. Belang van juridisch advies om vanaf het begin van een actieplan
inzake "sociale overheidsopdrachten" te bepalen waar en hoe in het
bestek rekening wordt gehouden met duurzame ontwikkeling en sociale
overwegingen.
7.2. Voorbereiding van de procedure: vóór de lancering van de procedure
moet de aanbestedende overheid het voorwerp van de opdracht en de
middelen die hij gaat gebruiken om het doel te bereiken dat hij heeft
gesteld, preciseren. Het is ook het juiste ogenblik om te zien met welke
relevante sociale overwegingen hij rekening kan houden.
8.
Benadering voor "sociale" overheidsopdrachten
Er kunnen vier basisbenaderingen worden onderscheiden:
1. Sociale criteria in het voorwerp van de opdracht en/of in de technische
specificaties opnemen (bijvoorbeeld toegankelijkheid van
computerapparatuur). Let op, het betreft hier niet de clausules die ik
"socio-economisch" noem: het lijkt immers duidelijk dat de enige
mogelijkheid om die clausules in het bestek te voegen ligt in de
uitvoeringsvoorwaarden.
2. Inschrijvers die in het verleden zijn veroordeeld wegens ongeoorloofde
handelingen uitsluiten van opdrachten.
3. De inschrijvers ertoe aanzetten om bepaalde sociale normen na te leven,
door er rekening mee te houden bij de gunning van de opdracht (door
bijvoorbeeld maatschappelijke criteria in de gunningscriteria op te
nemen). In de uitvoeringsfase van de opdracht kunnen de
uitvoeringsvoorwaarden sociale overwegingen omvatten. De inschrijvers
worden op dat vlak niet geëvalueerd, maar verbinden zich ertoe om de
voorwaarden na te leven.
Wat het in aanmerking nemen van sociale overwegingen in de
gunningscriteria betreft, verwijzen we naar wat hierboven is gezegd.
Bovendien is er altijd de kwestie van het noodzakelijke verband met het
voorwerp van de opdracht.
16
4. De vier benaderingen kunnen worden gecombineerd.
5. Voorbeeld: de Baskische regering.
De regering heeft een instructie uitgevaardigd, zodat de overheden en
openbare instanties in hun overheidsopdrachten rekening houden met
sociale en milieugerelateerde overwegingen. De instructie bepaalt het
volgende:
- Een evaluatie en follow-up betreffende de formulering van de
specificaties en hun toepassingswijze bij de gunning en de uitvoering
van de opdracht.
- Technische specificaties: eisen op het gebied van toegankelijkheid en
concepten voor iedereen.
- Gunningscriteria: bij de procedures met meerdere criteria moeten de
geleverde producten en diensten geschikt zijn voor personen met een
handicap (als men verder gaat dan wat de reglementering vereist); bij
opdrachten met als voorwerp diensten voor kansarme groepen moeten
hun sociale behoeften in de gunningscriteria zijn vervat.
Dat illustreert heel goed een opmerking die hierboven werd gemaakt,
namelijk dat de in de Gids opgenomen aanbevelingen van de Europese
Commissie vaak aanbevelingen zijn op het vlak van beleidsbeslissingen,
in plaats van tools voor de aankopers.
- Uitvoeringsclausules: de werkgelegenheid voor kansarme groepen
bevorderen, gendergelijkheid op de arbeidsmarkt,
werkloosheidsbestrijding. Bijvoorbeeld: het personeel dat de opdracht
uitvoert, moet voor een bepaald percentage bestaan uit kansarme
personen (werklozen, personen met een handicap, jonge werklozen, …);
de garantie dat bij de uitvoering van de opdracht binnen de
toeleveringsketen aan de fundamentele arbeidsnormen van de IAO
wordt voldaan; de waarborg op veiligheid en gezondheid bij de
uitvoering van opdrachten betreffende werken en diensten.
17
III. BEHOEFTEN IDENTIFICEREN EN OPDRACHTEN PLANNEN
1.
Belang van de vaststelling van de werkelijke behoeften
Een voorbeeld: een aanbestedende overheid moet een opdracht lanceren om
informatie mee te delen aan het publiek. Ze moet dus een oplossing vinden
die voor iedereen toegankelijk is. Op dat ogenblik kan de aanbestedende
overheid zien welke sociale overwegingen in de opdracht kunnen worden
opgenomen.
De volgende voorwaarden gelden zowel voor de besluitvormers als voor de
uitvoerders:
- Mogelijkheden zoeken om sociale overwegingen te bevorderen.
- Nagaan of de sociale voorwaarden wel degelijk aan het voorwerp van de
opdracht zijn gerelateerd.
- Zich focussen op de gewenste resultaten.
- Flexibiliteit garanderen, zodat de eisen tijdens de uitvoering van het project
kunnen worden aangepast (in het bestek voorzien in de wijzigingen met
inachtneming van de richtlijn en de nationale reglementering).
- De behoeften van alle gebruikerscategorieën correct vaststellen.
Het voorgaande brengt uiteraard met zich mee dat, als men een sociaal
aspect in een overheidsopdracht wil integreren, dat al bij het marktonderzoek
moet gebeuren.
2.
Het voorwerp definiëren
"Het voorwerp van een contract gaat over het product, de dienst of het werk
dat de aanbestedende dienst wil afnemen".
Aanbestedende overheden zijn vrij om het voorwerp van de opdracht te
kiezen, bijvoorbeeld goederen of diensten die aan sociale normen voldoen, als
die verband houden met het voorwerp van de opdracht (de producten of
diensten in kwestie).
Opmerking: hoe kan men, bijvoorbeeld in een opdracht om lokalen schoon
te maken, (type van een dienstenopdracht die heel goed is aangepast aan de
invoeging van "socio-economische" clausules) vaststellen dat het voorwerp
van de opdracht "sociaal" is? Volstaat het om die overweging in de definitie
van het voorwerp van de opdracht te vermelden? Er wordt daaromtrent geen
duidelijk antwoord gegeven.
Er is echter een beperking: de vrije concurrentie, het vrij verkeer van
goederen en het vrij presteren van diensten mogen namelijk niet worden
18
verstoord. Dat is ook van toepassing op de opdrachten die de Europese
drempels niet bereiken en op de opdrachten die niet onder de richtlijn vallen.
Een andere beperking (zie volgend hoofdstuk) is dat de technische
specificaties niet discriminerend mogen zijn en verband moeten houden met
het voorwerp van de opdracht.
Men moet zich ervan bewust zijn dat die beperkingen aankopers kunnen
afschrikken, en dat die dus misschien liever geen sociale overwegingen
opnemen, omdat ze bang zijn fouten te maken.
Ten slotte moeten ook de EU-wetgeving en nationale wetgeving (die conform
het gemeenschapsrecht inzake het sociale luik moet zijn) worden nageleefd.
3.
De toegankelijkheid tot de overheidsopdrachten verbeteren
3.1. De toegang tot de overheidsopdrachten verbeteren
Sommige categorieën van economische operatoren hebben moeilijker
toegang tot overheidsopdrachten (de KMO’s bijvoorbeeld). De
aanbestedende overheden kunnen proberen daar iets aan te doen, maar
positieve discriminatie is verboden (behalve de door de richtlijn
toegestane uitzondering voor voorbehouden opdrachten).
Hier zien we een andere socio-economische overweging, namelijk de
toegang tot overheidsopdrachten voor kleine bedrijven (niet alleen
sociale inschakelingsbedrijven of beschutte werkplaatsen, maar KMO’s in
het algemeen). Zoals hierboven al werd gezegd, kan een gepaste
opdeling in percelen voor bepaalde opdrachten een adequate oplossing
zijn:
- de verdeling kan gebeuren op geografisch vlak: kleinere of
geografisch beter toegankelijke percelen kunnen meer kleine
bedrijven interesseren
- de verdeling kan ook gebeuren volgens "specialisatie" van de
percelen: bijvoorbeeld voor de levering van allerhande materiaal
kunnen de percelen per type van gevraagd materiaal worden
samengesteld. Op die manier kunnen kleinere, gespecialiseerde
bedrijven toegang krijgen tot de opdracht.
Men moet dus iedereen dezelfde kansen waarborgen.
 Toegestaan:
- Diversiteit en gelijke kansen bij onderaanneming bevorderen
(opgelet, ook hier is positieve discriminatie verboden, zoals het
opleggen van een bepaald percentage KMO’s bij de
onderaannemers).
19
Nuanceren is belangrijk, maar de vraag is: hoe kunnen de
opdrachtnemers worden aangemoedigd om bij onderaanneming bij
voorkeur met KMO’s te werken?
- Plannen voor grote opdrachten op lange termijn publiceren.
- Ontmoetingen organiseren die voor iedereen openstaan, om de
behoeften en het beleid toe te lichten en dus de transparantie en
toegankelijkheid te bevorderen.
- De bedrijven ondersteunen en informatie geven over het
gunningsproces van overheidsopdrachten.
- De opdrachten in percelen verdelen (opgelet: niet met de
bedoeling te ontsnappen aan het toepassingsgebied van de
richtlijnen) vanuit een kwantitatief EN kwalitatief oogpunt (zie
opmerking hierboven daaromtrent).
 Niet toegestaan:
- De opdracht reserveren voor een bepaalde bedrijfscategorie
(behalve voor de "voorbehouden opdrachten" of de gevallen
waarin de nationale wetgeving voorziet als die overeenstemt met
het gemeenschapsrecht).
- De concurrentie beperken tot geografisch niveau, maar er mag
daarentegen van de opdrachtnemer wel worden geëist dat hij een
bureau opricht in een bepaalde zone, als dat nodig is voor de
goede uitvoering van de opdracht.
 Voorbeelden:
- Verenigd Koninkrijk: de Greater London Authority heeft een
programma goedgekeurd dat onder andere een herziening van de
gunningsprocedures voor de opdrachten bevat, om de toegang en
de ondersteuning aan de bedrijven te bevorderen.
- Ierland: het "Go-Tender Programme" van InterTrade Ireland
stimuleert de deelname aan grensoverschrijdende opdrachten op
het eiland, door workshops op te richten om de opdrachten van de
overheidssector bij de KMO’s bekend te maken, hen de nodige
competenties te bezorgen en ondersteuning te waarborgen.
- Frankrijk: de algemene regel is de verdeling in percelen. De
uitzonderingen zijn: beperking van de mededinging, meer
technische problemen, de uitvoering van de opdracht kost meer,
de aanbestedende overheid kan de uitvoering van de opdracht niet
coördineren.
De aangehaalde voorbeelden zijn eens te meer voorbeelden van
maatregelen "van hogerhand".
20
3.2. Bijzondere gevallen: de beschutte werkplaatsen
Pro memorie: dat onderwerp wordt in het derde deel van de handleiding
behandeld.
21
IV. DE OPDRACHT
A.
Vereisten van de opdracht definiëren
1.
De technische specificaties opstellen
Zodra het voorwerp van de opdracht is bepaald, moeten de technische
specificaties worden opgesteld. Die moeten gedetailleerd en meetbaar
zijn, en in een procedure van overheidsopdrachten kunnen worden
aangewend.
De technische specificaties hebben de volgende functie:
- De vereisten van de aanbestedende overheid beschrijven, zodat
potentiële inschrijvers kunnen nagaan of de opdracht hen
interesseert.
- Meetbare vereisten geven die worden gebruikt om de offertes te
vergelijken.
- Minimale conformiteitscriteria opstellen: de technische specificaties
moeten dus duidelijk en correct zijn.
Ze moeten van in het begin nauwkeurig zijn geformuleerd.
De technische specificaties moeten verband houden met het
voorwerp van de opdracht: dat wil zeggen dat ze geen vereisten
mogen bevatten die geen verband houden met de door de opdracht
beoogde levering of dienst (voorbeelden: personeel inzetten uit
bepaalde "kansarme" groepen, overweging betreffende de sociale
capaciteit van een activiteit).
Ze moeten transparant zijn, mogen de concurrentie niet beperken en
economische operatoren uit andere lidstaten niet discrimineren.
Toegestaan:
- Opdrachten van werken: preventieve maatregelen voor
arbeidsongevallen of specifieke voorwaarden voor de opslag van
gevaarlijke producten eisen.
- Opdrachten van leveringen: ergonomische kenmerken eisen om de
toegankelijkheid te waarborgen voor iedereen (personen met een
handicap).
Niet toegestaan:
- Eisen dat een uitbesteed callcenter (telefoon- en onlinediensten) in
een bepaalde stad is gelegen.
22
2.
Op prestaties gebaseerde specificaties of functionele specificaties
Functionele specificaties bieden het voordeel dat de aanbestedende
overheid geen gedetailleerde specificaties op technisch niveau moet
uitwerken. Ze zijn ook een stimulans voor innovatieve oplossingen,
aangezien de potentiële inschrijvers creatiever uit de hoek kunnen
komen bij de oplossingen die ze aanreiken.
Bij functionele specificaties moet men wel voorzichtig en duidelijk te
werk gaan, anders zal men niet correct en gerechtvaardigd kunnen
beoordelen.
Bij grote en complexe ontwerpen kan men echter gemakkelijker
rekening houden met sociale overwegingen dan bij kleine opdrachten
met een beperkte reikwijdte.
De volgende eisen moeten hoe dan ook zijn vervuld:
- Specifiek zijn over de geëiste resultaten en producten en de
inschrijvers aanmoedigen om oplossingen te vinden op basis van hun
vaardigheden en ervaring.
- De inschrijvers ruimte laten, maar niet te veel, anders zouden de
risico’s die ze nemen moeilijk te evalueren zijn. Dat zou hen ertoe
kunnen brengen hun prijzen op te drijven.
- Verband houden met het voorwerp van de opdracht, rekening
houdende met andere overwegingen (transversale strategieën,
wettelijke verplichtingen, de door de markt voorgestelde keuze,
marktonderzoek).
Conclusie voor de technische specificaties: het is niet duidelijk hoe
men, bijvoorbeeld in het geval van een opdracht voor het onderhoud
van parken en tuinen, bij de hierboven gedicteerde voorwaarden, in de
opdracht de vereiste kan integreren dat voor die diensten bepaalde
categorieën werklozen moeten worden ingezet.
3.
Varianten gebruiken
Om geldige technische specificaties te kunnen opstellen, kan het nuttig
zijn de dialoog aan te gaan met de potentiële inschrijvers. Die dialoog
kan ook informatie opleveren over wat er kan worden gedaan om
duurzaamheid en gelijke kansen te bevorderen. De commerciële
haalbaarheid van de oplossingen kan ook worden onderzocht, maar men
moet er goed op letten dat de een of andere inschrijver niet wordt
bevoordeeld.
Het voorgaande maakt deel uit van het marktonderzoek. Het kan echter
zijn dat de aanbestedende overheid na dat onderzoek nog altijd niet
23
weet hoe de sociale overwegingen het best in zijn technische
specificaties kunnen worden opgenomen.
Dan kan hij met varianten werken. Dat houdt in:
- Een lijst met minimale technische specificaties opstellen die zowel op
de basisofferte als op de varianten toepasselijk is.
- Een sociale dimensie toevoegen voor de sociaal verantwoorde
varianten. Die laatsten moeten uiteraard alle regels voor de
technische specificaties naleven en verband houden met het
voorwerp van de opdracht.
- Een unieke vergelijking van de offertes op basis van de
gunningscriteria (omvat een valorisatie van het in aanmerking nemen
van de sociale aspecten) en de inschrijvers zijn vrij om een offerte
voor de basisoplossing of voor de variante in te dienen, tenzij de
aanbestedende overheid anders vermeldt.
Dezelfde opmerking als eerder over de technische specificaties,
wetende dat de gunningscriteria verband moeten houden met het
voorwerp van de opdracht.
Het gebruik van varianten impliceert dat in het bestek het volgende
wordt vermeld:
- Dat varianten zijn toegestaan.
- De minimale technische specificaties die moeten worden nageleefd.
- Bijzondere vereisten (al dan niet verplichting om een basisofferte in
te dienen, aparte enveloppe voor de variant).
Voorbeeld: in een opdracht van cateringdiensten voor een
overheidsdienst kunnen varianten worden gevraagd, zoals de bereiding
van caloriearme maaltijden, maaltijden zonder zout of tegemoet komend
aan religieuze overtuigingen.
4.
Sociale labels en gevolgen voor de eerlijke handel
Pro memorie: dat onderwerp wordt in het derde deel van de
handleiding behandeld.
5.
Rekening houden met sociale overwegingen bij productie- en
procesmethodes
De richtlijn bepaalt uitdrukkelijk dat in de technische specificaties
rekening kan worden gehouden met de productiemethodes.
Voorbeeld: opdracht voor cateringdiensten voor een hospitaal,
maaltijden bereiden overeenkomstig de dieet- en voedingseisen van de
24
verschillende patiënten, en alleen eisen formuleren die verband houden
met het voorwerp van de opdracht.
Dat heeft geen betrekking op de socio-economische criteria.
6.
Handicaps en technische specificaties
"Waar mogelijk moet in deze technische specificaties rekening worden
gehouden met toegankelijkheidscriteria voor gehandicapten of met
ontwerpen voor iedereen". Richtlijn 2004/18/EG, artikel 23.
Voorbeeld: in Italië legt een wet de verplichting op dat alle openbare
websites toegankelijk moeten zijn. De wet bepaalt een reeks eisen en
grote ICT-opdrachten worden op dat vlak op nationaal niveau
gecontroleerd.
Aangezien aanbestedende overheden niet in alle domeinen
gespecialiseerd kunnen zijn, kan het interessant zijn om te zien wat er
in het buitenland, buiten de EU, gebeurt:
- In de Verenigde Staten legt de herinschakelingswet op dat de
federale aanbestedende overheden de toegankelijkheidsnormen in
hun overheidsopdrachten hanteren. Dat heeft gevolgen gehad op
internationaal vlak: de Europese Commissie heeft ter zake twee
standaardiseringsopdrachten uitgebracht, met name in de domeinen
ICT en bebouwde omgeving. Op ICT-gebied werden normen
opgesteld (CEN/BT WG 185 en CLC/BT WG 101-5).
Dat heeft geen betrekking op de socio-economische criteria en zal in het
derde deel worden behandeld.
Samenvatting van de technische specificaties:
- Duidelijke, precieze, relevante, transparante, niet-discriminerende
specificaties die verband houden met het voorwerp van de opdracht.
- Best practices gebruiken en netwerken.
- Op prestaties gebaseerde of functionele specificaties om innovaties te
bevorderen, rekening houden met de productie- en procesmethodes.
- Varianten gebruiken bij onzekerheid over de beschikbaarheid, de kosten of
de kwaliteit.
- Eventueel voorbehouden opdrachten of programma’s voor beschermde
arbeid gebruiken.
- Nagaan of alle beoogde resultaten zijn bepaald (er mogen er later geen
meer worden toegevoegd).
25
B.
Leveranciers en dienstverleners selecteren
Hier wordt het vermogen van bedrijven om de opdracht te realiseren
beoordeeld.
1.
Uitsluitingscriteria
De richtlijn bevat een uitputtende lijst met criteria waarvoor men van de
opdracht kan worden uitgesloten (bij bepaalde ernstige misdrijven kan
de uitsluiting verplicht zijn).
Uitsluitingen van maatschappelijke aard:
- Niet betalen van sociale bijdragen
- Rechtelijke uitspraak met kracht van gewijsde waarbij een delict is
vastgesteld dat in strijd is met zijn beroepsgedragsregels
of
- Ernstige fout in de uitoefening van het beroep, vastgesteld op elke
grond die de aanbestedende overheden kunnen bewijzen (in de
nationale betekenis, want het begrip is niet in het Europees recht
bepaald).
Voorbeelden:
- Toegestaan: uitsluiting van een inschrijver jegens wie een
rechtelijke uitspraak met kracht van gewijsde is gedaan wegens het
schenden van een nationale "sociale" wet (veiligheid op het werk,
discriminatie,…) of uitsluiting van een inschrijver die een sociaal
beleid (gelijke kansen) niet heeft nageleefd, als de niet-naleving als
een ernstige fout in de uitoefening van het beroep wordt beschouwd.
Zoals hierboven al vermeld, reikt die mogelijkheid minder ver in
landen, zoals België, met een grote sociale bescherming.
- Niet toegestaan: uitsluiting van een inschrijver op basis van
politieke of persoonlijke overtuiging, die niets te maken heeft met
zijn beroep.
We herinneren even aan het volgende: op Belgisch niveau zijn de
uitsluitingscriteria vervat in artikel 43 (leveringen) en in artikel 69
(diensten) van het koninklijk besluit van 8 januari 1996. Het betreft de
volgende uitsluitingen:
 In de volgende gevallen is de uitsluiting verplicht:
- Deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel
324bis van het Strafwetboek.
- Omkoping als bedoeld in artikel 246 van het Strafwetboek.
26
- Fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de
bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap,
goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002.
- Witwassen van geld als bedoeld in artikel 3 van de wet van 11
januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële
stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van
terrorisme.
 In de volgende gevallen is de uitsluiting facultatief:
- Als de leverancier of dienstverlener verkeert in een staat van
faillissement, vereffening, staking van werkzaamheden of
gerechtelijk akkoord, of in een andere soortgelijke toestand
ingevolge een gelijkaardige procedure van de nationale wetgeving
of regelgeving.
- Die zijn faillissement heeft erkend of het voorwerp vormt van een
vereffeningsprocedure of gerechtelijk akkoord of van een andere
soortgelijke procedure waarin de nationale wetgeving of
regelgeving voorziet.
- Die bij een rechterlijke beslissing die kracht van gewijsde heeft,
veroordeeld is geweest voor een delict dat zijn beroepsmoraliteit in
het gedrang brengt.
- Die in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft
begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende
overheden aannemelijk kunnen maken.
- Die niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake de betaling
van de bijdragen voor de sociale zekerheid, overeenkomstig de
bepalingen van de artikelen 43bis en 69bis.
- Die niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake de betaling
van zijn belastingen overeenkomstig de Belgische wetgeving of die
van het land waar hij gevestigd is.
- Die zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse
verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen die
overeenkomstig dit hoofdstuk kunnen worden verlangd.
Wat de sociale zekerheid betreft, moeten we vermelden dat de
aanbestedende overheid in eender welk stadium van de procedure en
met alle middelen die zij dienstig acht inlichtingen kan inwinnen over de
betaling van de socialezekerheidsbijdragen van om het even welke
kandidaat of inschrijver.
27
2.
Technische capaciteit
Eerst en vooral benadrukken we dat de in de richtlijn bepaalde lijst met
criteria exhaustief is.
Er moet ook rekening worden gehouden met de rechtspraak ter zake: de
zaak Beentjes (HJEU 20.09.88 – 31/87): de tewerkstelling van
langdurige werklozen houdt geen verband met de geschiktheid van de
inschrijvers.
De selectiecriteria moeten niet-discriminerend en verhoudingsgewijs
zijn, en verband houden met het voorwerp van de opdracht. Om dat
laatste punt te rechtvaardigen, moet er voor de uitvoering van de
opdracht expliciet een specifieke expertise zijn vereist op sociaal
gebied. Alleen in dat geval is het bij het onderzoek naar het technische
vermogen toegestaan om met sociale overwegingen rekening te houden,
en wel op de volgende manier:
- De beschikbaarheid van personeel met de vereiste kennis en ervaring
verifiëren (crèche: gekwalificeerd personeel en begeleiding,
toegankelijkheid van een gebouw: gekwalificeerde ingenieurs en
architecten).
- Nagaan of de nodige technische apparatuur voorhanden is
(bejaardentehuis: geschikte apparatuur).
- Zijn er relevante, gespecialiseerde faciliteiten voorhanden
(toegankelijk computermateriaal voor personen met een handicap).
Bewijsmiddelen:
- Eerdere contracten met vermelding van de technici of technische
organen die eraan hebben meegewerkt.
- Beschrijving van de gebruikte technische apparatuur en maatregelen.
- Studiegetuigschriften en beroepskwalificaties van het personeel
(vooral als het bereiken van de sociale doelstellingen van het
personeel afhangt).
- Personeelsbezetting en aantal management-stafleden.
- Deel van de opdracht dat kan worden uitbesteed.
Zoals altijd moet de aanbestedende overheid erop toezien dat haar
vereisten het evenredigheidsbeginsel respecteren.
Samenvatting van de selectiecriteria:
- Vermogen van de inschrijvers op basis van de exhaustieve lijst.
28
- Noodzakelijke sociale capaciteiten (in functie van het voorwerp van
de opdracht).
- Technisch vermogen om de opdracht uit te voeren.
- Gelijkaardige opdrachten.
- Uitsluitingsvoorwaarden.
We stellen vast dat wat de selectiecriteria betreft, en buiten wat
wettelijk is vereist, het theoretisch mogelijk is om socio-economische
overwegingen toe te voegen, maar het blijft beperkt.
C.
De opdracht gunnen
1.
Algemene regels voor het opstellen van gunningscriteria en de gunning
van opdrachten
Om sociale gunningscriteria in aanmerking te nemen, moeten bepaalde
voorwaarden zijn vervuld:
- Ze moeten verband houden met het voorwerp van de
opdracht.
- Ze mogen de aanbestedende overheid geen onbeperkte keuzevrijheid
toekennen.
- Ze moeten uitdrukkelijk worden vermeld in de aankondiging van de
opdracht en in het bestek.
- Ze moeten conform de fundamentele beginselen van het
gemeenschapsrecht zijn.
De gunning van de opdracht gebeurt enkel op basis van de prijs (in dat
geval kunnen de sociale overwegingen uiteraard geen rol spelen bij de
gunning, maar alleen bij de technische specificaties en de
uitvoeringsvoorwaarden, als dat gerechtvaardigd is) of op basis van
meerdere gunningscriteria (economisch meest voordelige offerte – beste
prijs/kwaliteitverhouding).
Opmerking: in tegenstelling tot wat in het document van de Commissie
staat, zijn de sociale criteria niet opgenomen in artikel 53 van de
richtlijn (het klopt dat de lijst niet uitputtend is), maar er wordt op
gezinspeeld in overweging 46: "… Onder dezelfde voorwaarden kan een
aanbestedende dienst criteria gebruiken die ertoe strekken te voldoen
aan sociale eisen, waardoor met name tegemoet wordt gekomen aan de
- in de specificaties voor de opdracht vermelde - behoeften van
bijzonder kansarme bevolkingsgroepen waartoe de
begunstigden/gebruikers van de werken, leveringen of diensten welke
het voorwerp van de opdracht zijn, behoren".
29
Er zijn verschillende methodes om te vergelijken en te wegen: ze
moeten ruim op tijd worden aangekondigd, zodat de inschrijvers
voldoende tijd hebben om hun offerte goed voor te bereiden (opnemen
in de aankondiging van de opdracht of uiterlijk in het bestek).
Regels die in acht moeten worden genomen:
- De criteria moeten verband houden met het voorwerp van de
opdracht (cfr. technische specificaties.) Er kunnen extra punten
worden toegekend als de offerte aan hogere criteria beantwoordt dan
wat in de technische specificaties wordt vereist.
Spaans voorbeeld: norm over toegankelijkheid van het internet UNE
139803 "Requisitos de accesibilidad para contenidos Web" die de
niveaus A, AA en AAA bevat.
- De criteria moeten een beoordeling van de economische en
kwaliteitscriteria als geheel mogelijk maken. Dat wil zeggen dat niet
elk criterium afzonderlijk een economisch voordeel moet bieden, er
wordt rekening gehouden met het geheel.
Toegestaan:
- Zorgverlening aan personen met een handicap: criteria betreffende
specifieke vereisten met betrekking tot elke gebruikerscategorie
(bejaarden, …).
- Dienstverlening voor wervingstesten voor de overheidssector: gelijke
kansen waarborgen (leeftijd, geslacht, religie, …).
- Software en hardware: toegankelijkheid (handicap, blindheid,
doofheid, …).
Niet toegestaan:
- Bouw van een ziekenhuis: eisen dat de inschrijvers hun apparatuur
bij plaatselijke firma’s kopen. Dat criterium houdt geen verband met
het voorwerp van de opdracht en leidt tot een ongelijke behandeling
ten aanzien van inschrijvers die hun apparatuur elders kopen.
- Gunningscriteria die niet in het bestek staan (niet eigen aan sociale
criteria).
- Willekeurige gunningscriteria: voor computermateriaal extra punten
toekennen per toegankelijkheidsniveau, zonder de
berekeningsparameters te vermelden (idem).
30
1.1. Voorwaarden die van toepassing zijn op de gunningscriteria
bij de evaluatie van offertes
De basisregels voor de gunningscriteria staan in overweging 46
van de richtlijn en in de arresten Concordia Bus en Wienstrom (die
hebben betrekking op de milieuaspecten, maar de principes zijn
dezelfde).
(a) Criteria die verband houden met het voorwerp van de
opdracht
Dat is een essentieel principe dat waarborgt dat de
criteria betrekking hebben op de behoeften van de
aanbestedende overheid, zoals die in het voorwerp van
de opdracht zijn bepaald.
- Arrest Wienstrom: in een offerteaanvraag voor
energievoorziening heeft het Hof van Justitie bepaald dat
een criteria dat alleen betrekking had op de hoeveelheid
elektriciteit geproduceerd uit hernieuwbare energiebronnen
geen verband hield met het voorwerp van de opdracht,
aangezien het betrekking had op een hoeveelheid die het
verbruik van de aanbestedende overheid overschreed.
Het arrest had betrekking op de invoeging van
milieuoverwegingen in de gunningscriteria. De principes
blijven uiteraard geldig.
- Opdracht voor werken voor de bouw van een school: een
criterium dat gebaseerd is op de geldsommen die de
opdrachtnemer aan de plaatselijke gemeenschap
overmaakt, houdt geen verband met de opdracht.
(b) Specifieke en objectief meetbare criteria
Ze mogen inderdaad geen onbeperkte keuzevrijheid geven aan
de aanbestedende overheid.
- Arrest Wienstrom: het Hof heeft gepreciseerd dat de criteria
duidelijk moesten zijn en door alle inschrijvers op dezelfde
manier geïnterpreteerd moesten kunnen worden, en dat de
aanbestedende overheid bovendien alleen criteria mocht
vaststellen waarmee de door de inschrijvers verstrekte
informatie effectief kan worden geverifieerd. In het
onderhavige geval had ze de periode niet bepaald
waarbinnen de inschrijvers de leverbare hoeveelheid
moesten preciseren.
- Arrest Concordia Bus: het systeem voor de toekenning van
extra punten werd als adequaat beschouwd: er werden
extra punten toegekend voor bussen met een
31
stikstofemissie van minder dan 4 g/kWh (2,5 punten per
bus), minder dan 2 g/kWh (3,5 punten per bus) en met een
geluidsniveau lager dan 77 dB (1 punt per bus).
(c) Vooraf gepubliceerde criteria
De aankondiging van opdracht moet vermelden dat het om de
laagste prijs of om de economisch meest voordelige offerte
gaat.
De gebruikte criteria moeten in de aankondiging van opdracht
of ten minste in het bestek staan.
(d) Gunningscriteria conform het gemeenschapsrecht, de
grondbeginselen van het Verdrag incluis
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft de nadruk
gelegd op het belang van het non-discriminatiebeginsel (basis
van de vrijheid van vestiging en de vrijheid tot het verlenen
van diensten).
Arrest Concordia Bus: een van de argumenten van de firma
was dat de vastgestelde criteria discriminerend waren en dat
alleen de firma aan wie de opdracht was toegewezen bussen
had die aan de criteria voldoen.
Het Hof heeft dat argument verworpen en verklaard dat één
specifiek criterium niet per se discriminerend is omdat een
klein aantal potentiële inschrijvers in staat is om het criterium
te vervullen. De firma Concordia Bus kreeg immers een ander
perceel van dezelfde opdracht, waarop dezelfde vereisten van
toepassing waren.
We stellen dus vast dat de grens tussen wat wel of niet
discriminerend is, gering is.
1.2. Het bijkomende criterium
Arrest C-225/98: het HJEU besliste dat een opdracht kon worden
gegund op basis van een voorwaarde in verband met de
bestrijding van de werkloosheid (met inachtneming van de
beginselen van het gemeenschapsrecht) als er tussen economisch
gelijkwaardige offertes moet worden gekozen. Dat kan dus mits
het in de aankondiging van opdracht wordt vermeld en het geen
invloed heeft op de inschrijvers van andere lidstaten.
Alle andere criteria moeten verband houden met het voorwerp van
de opdracht.
Dat is uiteraard interessant maar slechts zeer beperkt bruikbaar,
want het is alleen mogelijk als er gelijkwaardige offertes zijn, wat
niet zo vaak voorkomt.
32
2.
Abnormaal lage offertes behandelen
De richtlijn legt op dat de aanbestedende overheden in het geval van
abnormaal lage offertes toelichting moeten vragen aan de inschrijvers,
voor ze de offerte eventueel verwerpen. Die toelichting moet met name
betrekking hebben op de naleving van de "bepalingen inzake
arbeidsbescherming en arbeidsomstandigheden die gelden op de plaats
waar de dienst wordt verleend". Ze legt dus een verband tussen beide
en vermijdt oneerlijke concurrentie.
De richtlijn bepaalt de procedure die moet worden gevolgd om nietdiscriminerend te werk te gaan.
Voorbeelden van betrokken domeinen: arbeidsbescherming, betaling
van sociale bijdragen, aantal arbeidsuren, veiligheid op het werk,
zwartwerk.
De aanbestedende overheid mag daarentegen geen drempel vastleggen
waaronder een offerte als abnormaal laag wordt beschouwd.
De gegevens die in die domeinen moeten worden gevraagd, kan men
aan de betrokken inschrijver vragen, maar bijvoorbeeld ook aan de
vakbonden. In dat geval moet de aanbestedende overheid de gegevens
wel verifiëren bij de inschrijver. De regels die moeten worden nageleefd,
staan in de nationale regelgeving en moeten er altijd in voorzien dat de
inschrijver zijn standpunt kan geven.
De verplichting om een echt abnormaal lage offerte al dan niet te
verwerpen hangt af van de reglementering van elke lidstaat.
Dat is uiteraard een belangrijk aspect bij de socio-economische
overwegingen, dat, denk ik, in welbepaalde sectoren waarin soms
zwartwerk voorkomt, kan worden gebruikt. Ik denk daarbij aan de
bouwsector (werken), confectiesector (leveringen – illegale
werkplaatsen) en schoonmaaksector (diensten). Het is echter duidelijk
dat in de lidstaten met een grote sociale bescherming, zoals België, de
impact van een dergelijke controle minder groot zal zijn dan in andere
landen.
3.
Informatie aan afgewezen inschrijvers
Dat is misschien een geschikt moment om de afgewezen inschrijvers te
informeren over het sociale beleid van de aanbestedende overheid,
vooral als de inschrijver werd afgewezen omdat hij niet voldeed op het
sociale vlak.
Samenvatting van de gunningscriteria
- Verband houden met het voorwerp van de opdracht.
33
- Geen onbeperkte keuzevrijheid toekennen aan de aanbestedende
overheid.
- Uitdrukkelijk worden vermeld in de aankondiging van de opdracht en
in het bestek.
- Zich houden aan het gemeenschapsrecht (waaronder de
grondbeginselen van het Verdrag).
- Helpen de offerte te bepalen met de beste prijs/kwaliteitverhouding.
- De toepasselijke regels van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten
naleven.
- De analyseregels voor abnormaal lage offertes volgen (in het
bijzonder verifiëren of het lage bedrag van de offerte het gevolg is
van het feit dat de inschrijver de maatschappelijke normen niet
naleeft).
Afgezien van de enkele overwegingen hierboven kan men alleen maar
vaststellen dat de gunningscriteria niet het beste middel zijn om sociale
overwegingen in de beperkte zin van de term in aanmerking te nemen.
D.
De opdracht uitvoeren
Elke overheidsopdracht moet conform de sociale en
gezondheidsreglementeringen worden uitgevoerd. Als de aanbestedende
overheid een extra sociale dimensie wilt toevoegen (die geen deel uitmaakt
van de selectie, noch van de technische specificaties, noch van de
gunningscriteria), moet hij dat bovendien doen bij de voorwaarden voor de
uitvoering van de opdracht.
1.
Regels voor de uitvoering van de opdracht
Dat zijn verplichtingen die alle inschrijvers moeten aanvaarden. Daartoe
verbinden ze zich met de indiening van hun offerte. Als die
tegenstrijdige voorwaarden zou bevatten, moet ze worden verworpen.
Op het ogenblik van de indiening van de offerte moeten de
uitvoeringsvoorwaarden echter nog niet zijn vervuld. Het zijn in feite
bijkomende contractvoorwaarden (arrest Beentjes). Ze kunnen te
maken hebben met milieu- of sociale aspecten. Die voorwaarden hebben
dus uitsluitend betrekking op de uitvoering van de opdracht. Daarom
moet er tijdens de procedure geen bewijs van conformiteit met die
voorwaarden worden gevraagd.
De uitvoeringsvoorwaarden die moeten worden nageleefd zijn:
- Verband houden met de uitvoering van de opdracht, dus
verbonden zijn aan de taken die vereist zijn om de goederen te
produceren of de diensten te verstrekken.
34
Slecht voorbeeld: verplichting om een bepaald aantal werknemers
met een handicap op een andere opdracht te zetten, van de
opdrachtnemer een financiële bijdrage eisen voor het bouwen van
een centrum voor kansarme mensen, de opdrachtnemer van een
opdracht voor werken verplichten om een kinderopvang te
organiseren voor de kinderen van het personeel.
- Opgenomen zijn in het bestek, zodat de inschrijvers met kennis van
zaken hun prijzen kunnen opstellen (richtlijn, artikel 26).
- Voldoen aan het gemeenschapsrecht (de principes van het Verdrag
inbegrepen).
2.
Voorbeelden uit overweging 33 van de richtlijn 2004/18/EG
"Zij kunnen met name ten doel hebben de beroepsopleiding op de
werkplek of de arbeidsparticipatie van moeilijk in het arbeidsproces te
integreren personen te bevorderen, de werkloosheid te bestrijden of
het milieu te beschermen. Als voorbeeld kan onder andere worden
verwezen naar de verplichtingen om voor de uitvoering van de opdracht
langdurig werklozen aan te werven of in opleidingsacties voor
werklozen of jongeren te voorzien, om inhoudelijk de belangrijkste
verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) na te leven
indien deze niet in het nationale recht zijn omgezet, en om een groter
dan het bij de nationale wetgeving voorgeschreven aantal
gehandicapten aan te werven".
Andere voorbeelden werden vermeld in de interpretatieve mededeling
van de Commissie (2001):
- Verplichting om werklozen aan te werven of opleidingsacties te
organiseren.
- Verplichting om maatregelen te nemen voor gelijke kansen (geslacht,
ras, …) of voor de toegang voor personen met een handicap.
- Verplichting om te voldoen aan de belangrijkste conventies van de
IAO.
- Verplichting om personen met een handicap aan te werven,
verdergaand dan wat het nationale recht bepaalt.
Opdrachten voor werken en diensten zijn op dat vlak het meest
geschikt. Voor opdrachten van leveringen zou het immers
discriminerend kunnen zijn om die maatregelen op te leggen, aangezien
ze een wijziging vereisen van de organisatie van ondernemingen die op
het grondgebied van een andere lidstaat zijn gevestigd.
Die opmerking is terecht. Zowel de opdrachten van werken als de
opdrachten van diensten impliceren in de meeste gevallen een volledige
35
uitvoering ter plaatse, d.w.z. op het grondgebied van de lidstaat
waaronder de aanbestedende overheid valt. Bij opdrachten van
leveringen kan de fabricatie daarentegen plaatsvinden op het
grondgebied van een andere staat, alleen de levering vindt plaats op het
grondgebied van de betrokken staat.
Andere voorbeelden:
- Zweden: nationale bouwcontracten bevatten een bepaling betreffende
de naleving van de belangrijkste conventies van de IAO; gebruikte
goederen en producten moeten in een veilige omgeving zijn
vervaardigd die overeenkomstig is met de conventies. Als dat niet het
geval is, moeten ze worden vervangen op kosten van de
opdrachtnemer die zijn onderaannemers oplegt om de verplichtingen
na te leven. Er is voorzien in boetes.
Bij dat voorbeeld kan men zich de vraag stellen of dat wel in
overeenstemming is met wat net is gezegd?
- Verenigd Koninkrijk: het programma "Transport for London" (bouw
en uitbreiding van de metro) bevat gelijkheid en insluiting als
kernbepalingen: herstel van achtergestelde buurten, de impact van
de werkzaamheden tot het minimum beperken, gunstige omgeving
scheppen voor de goede werking van de spoorbaan. Eisen voor de
uitvoering van de opdracht: een gelijkheidsbeleid tijdens het volledige
project, diversiteitsopleiding voor het personeel, diversiteit van de de
leveranciers.
De integratie van dergelijke eisen impliceert middelen om de opdracht te
beheren en de naleving van de verplichtingen te controleren. Men kan
dus geen verplichtingen opleggen die niet efficiënt kunnen
worden gecontroleerd.
3.
Naleving van de nationale arbeidswetgeving
Het nationaal recht (reglementering, collectieve overeenkomsten) is,
voor zover het conform het gemeenschapsrecht is, en het
gemeenschapsrecht zijn van toepassing tijdens de uitvoering van de
opdracht.
Artikel 27 van de richtlijn 2004/18/EG bepaalt het volgende:
"In het bestek kan de aanbestedende dienst aangeven, of door een
lidstaat worden verplicht aan te geven, bij welk orgaan of welke organen
de gegadigden of inschrijvers de ter zake dienende informatie kunnen
verkrijgen over verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake
belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en
arbeidsvoorwaarden die gelden in de lidstaat, het gebied of de plaats
waar verrichtingen moeten worden uitgevoerd, en die gedurende de
36
uitvoering van de opdracht op die verrichtingen van toepassing zullen
zijn.
De aanbestedende dienst die de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt,
verzoekt de inschrijvers of de gegadigden die aan een
aanbestedingsprocedure deelnemen, aan te geven dat zij bij het
opstellen van hun inschrijving rekening hebben gehouden met de
verplichtingen uit hoofde van de bepalingen inzake de
arbeidsbescherming en de arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats
waar de verrichting moet worden uitgevoerd.
De eerste alinea vormt geen beletsel voor de toepassing van artikel 55
inzake het onderzoek van abnormaal lage inschrijvingen".
Het doel van die bepalingen is uiteraard te voorkomen dat inschrijvers
offertes indienen met een prijs die lager ligt dan de andere, omdat ze de
bescherming van de werknemers hebben beperkt.
Dat houdt verband met de sociale bescherming waarin de
reglementering voorziet die in de betrokken lidstaat geldt.
4.
Beheer van de toeleveringsketen
Pro memorie: dat onderwerp wordt in het derde deel van de handleiding
behandeld.
5.
Contractbeheer en nalevingscontrole
Om de uitvoering van de opdracht zo goed mogelijk te beheren en de
conformiteit met de in het bestek bepaalde uitvoeringsvoorwaarden te
controleren, moet men over de volgende tools en voorwaarden
beschikken:
- Prestatiebeheersysteem: de gebruikte methodes bepalen en de
nodige acties ondernemen. Er kunnen beloningen worden toegekend,
problemen inzake onvoldoende prestaties kunnen worden opgelost en
er kan met de opdrachtnemer worden samengewerkt voor een betere
uitvoering.
- Belangrijkste prestatie-indicatoren.
- Controleregelingen: verzameling van geschikte prestatiegegevens en
efficiënte analyse.
- Betalingsvoorwaarden (gespecificeerd in het bestek): ze zijn een
garantie voor de goede uitvoering, met eventueel sancties bij
gebreken en beloningen bij een overschrijding van wat is vereist.
37
- Mogelijkheid om een beroep in te leiden wegens een inbreuk op de
uitvoeringsvoorwaarden, maar op redelijke wijze.
- Noodzakelijke partnerschapscultuur.
Commentaar: dat vereist een zeker aantal middelen en hangt dus af
van het toegepaste aankoopbeleid.
Voorbeelden:
- Verenigd-Koninkrijk: cateringdiensten voor een ziekenhuis: jaarlijkse
tevredenheidsenquête bij de patiënten (volgens leeftijd, afkomst, …),
analyse van de resultaten, beoordeling van de diensten hebben
aanleiding gegeven voor contractuele wijzigingen om de diensten te
verbeteren.
- Frankrijk: openbare instellingen die verantwoordelijk zijn voor sociale
insluiting spelen een grote rol: hulp aan de inschrijvers, subsidies,
een beroep doen op juridisch personeel dat op dat vlak is
gespecialiseerd.
Samenvatting van de uitvoeringsvoorwaarden:
 Uitvoeringsvoorwaarden: ze zijn het beste instrument om sociale
clausules op te nemen.
 De uitvoeringsvoorwaarden moeten:
-
Verband houden met de uitvoering van de opdracht
Coherent zijn met de beste prijs/kwaliteitverhouding
Vermeld staan in het bestek
Conform het gemeenschapsrecht en de grondbeginselen van het
Verdrag zijn.
 Nagaan of een correcte controle mogelijk is.
 In partnerschap werken.
 Bewijzen van de prestaties bijhouden.
 Afwijkingsbepalingen gebruiken waarmee wijzigingen aan de opdracht
mogelijk zijn (conform de richtlijn en het transparantiebeginsel).
 Samenwerken met de sector (op vrijwillige basis) en op de hoogte
blijven van de ontwikkelingen.
E.
Een concreet voorbeeld
De onderstaande tekst is niet op de Gids gebaseerd. Het is een samenvatting
van een omzendbrief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 4 oktober
38
2012 (Belgisch Staatsblad van 5 december 2012) betreffende de invoeging
van sociale clausules in de overheidsopdrachten.
Het is interessant om, bij wijze van voorbeeld, te bekijken hoe een Belgische
overheid die voor een groot aantal aanbestedende overheden
verantwoordelijk is (zie hoofdstuk 3) de invoeging van sociale clausules in
overheidsopdrachten bevordert.
Gezien de recente inwerkingtreding kunnen de effectieve gevolgen van de
toepassing van die omzendbrief nog niet worden onderzocht.
OMZENDBRIEF SOCIALE CLAUSULES BRUSSEL-HOOFDSTAD
Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen
De overheid, in dit geval het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moet het
voorbeeld geven en een hoge tewerkstellingsgraad bevorderen.
De doelstellingen van de omzendbrief zijn:




De betrokken operatoren en opdrachten preciseren.
Zowel een globale strategie als een strategie per operator aanreiken.
De te verrichten denkoefening toelichten.
Het wettelijk kader voor de opname van sociale clausules in de
overheidsopdrachten preciseren.
 De middelen die beschikbaar zijn om de operatoren te helpen, aanreiken.
Hoofdstuk 2 – Definitie van sociale clausules
"De sociale clausules beogen - door middel van het uitvoeren van een
opdracht - de onderneming op te roepen deel te nemen aan een dynamiek
van socio-professionele inschakeling. Aangezien de nagestreefde sociale
doelstellingen tewerkstelling, opleiding of inschakeling door werk zijn, kan het
gebruik van overheidsopdrachten als instrument voor sociaal beleid op twee
verschillende manieren begrepen worden:
- ofwel beoogt de maatregel ondernemingen te begunstigen die speciale
acties ten gunste van de werkgelegenheid voeren;
- ofwel komt de maatregel rechtstreeks ten goede aan een min of meer
kwetsbaar doelpubliek op de arbeidsmarkt.
Aldus zal een sociale clausule over het algemeen:
- voorzien in de aanwerving van werkzoekenden door de aannemer,
leverancier of dienstenverlener: de beoogde doelstelling is dan het bieden
van beroepservaring die een betere verankering op de arbeidsmarkt
garandeert (zie hoofdstuk IV, 2, 2.1 en 2.2);
39
- of de opdracht voorbehouden aan een sociale inschakelingsonderneming
waarvan de socio-professionele herinschakeling het maatschappelijk
oogmerk is (zie hoofdstuk IV, 2, 2.3.);
- of een deel van een opdracht uitbesteden aan een sociale
inschakelingsonderneming waarvan de socio-professionele herinschakeling
het maatschappelijk oogmerk is (zie hoofdstuk IV, 2, 2.4);
- of voorzien in een opleiding van werkzoekenden waardoor de aannemer,
leverancier of dienstenverlener een operator van hun beroepsinschakeling
wordt (zie hoofdstuk IV, 2., 2.5.)".
Hoofdstuk 3 – Toepassingsgebied van de omzendbrief
1. Het toepassingsgebied omvat alle besturen die functioneel afhangen van de
Brusselse Hoofdstedelijke Regering, dus niet alleen het Ministerie van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar bijvoorbeeld ook Net Brussel, het
BIM, Actiris, de Huisvestingsmaatschappij, de Dienst voor Brandbestrijding
en Dringende Medische Hulp, de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer,
de MIVB, de Haven van Brussel, enz.
Wat de gemeenten, OCMW’s, intercommunales en gemengde structuren
betreft, wordt aanbevolen om de omzendbrief toe te passen, om de
samenwerking te versterken.
2. De betrokken personen:
-
Het leidinggevend personeel
De verantwoordelijken voor de aankoop en het onderhoud.
De verschillende besturen wordt aangeraden om binnen de 3 maanden van
de bekendmaking van de omzendbrief een aanspreekpunt aan te duiden
voor de uitvoering van de omzendbrief.
3. De betrokken opdrachten:
3.1. Relevante opdrachten voor aanneming van diensten en
concessieovereenkomsten waarvan het bedrag hoger is dan €
125.000, exclusief btw:
- Aanleg en onderhoud van groene ruimten
- Gewone of evenementcatering, schoolmaaltijden en
bedrijfsrestaurants
- Inzameling, beheer en verwerking van afval
- Schoonmaak (bureaus, ramen, werven, stadsreiniging, verwijderen
van graffiti, enz.)
- Drukwerk
- Postreclame en sorteren
- Geautomatiseerd archiveren
- Opdrachten waarvoor secretariaatsdiensten nodig zijn
(consultancy, advies, bijstand, enz.)
40
- Technisch onderhoud, verwarming/ventilatie/airconditioning
(HVAC), …
Opmerking: Voor bepaalde sectoren, zoals de schoonmaaksector, gelden
collectieve arbeidsovereenkomsten die bepalen dat bij afloop van een
opdracht de nieuwe aannemer het personeel van de vorige opdracht moet
overnemen en gedurende 6 maanden in dienst moet houden. In dat geval
moet ofwel de sociale clausule worden aangepast, ofwel wordt ze pas van
kracht na de voornoemde periode van 6 maanden.
3.2. Opdrachten voor aanneming van leveringen waarvan het bedrag
hoger is dan € 22.000, exclusief btw.
3.3. Relevante opdrachten en concessies voor werken waarvan het bedrag
hoger is dan € 125.000, exclusief btw:
-
Constructie van gebouwen
Renovatie van gebouwen
Burgerlijk bouwkunde
Rioolwerken en rioolrenovatie
Wegenwerken, renovatie van leidingen, van constructies,
bestrating
- Afbraak van gebouwen.
Opmerking: sociale clausules moeten worden vermeden in
overheidsopdrachten met een te korte uitvoeringstermijn (raming
minder dan 20 werkdagen) of in heel technische opdrachten
(bijvoorbeeld de percelen ‘liften’).
3.4. Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking
In de omzendbrief wordt aan de aanbestedende overheden gevraagd
om de sociale inschakelingsondernemingen te raadplegen.
Hoofdstuk 4 – Het wettelijk kader voor de opname van sociale
clausules in de overheidsopdrachten
1. Waar de criteria invoegen?
De omzendbrief heeft alleen betrekking op de sociale clausules voor
inschakeling en opleiding, met het doel de socio-professionele inschakeling
te bevorderen. De andere vormen van sociale clausules (bijvoorbeeld
naleving van de genderdimensie, naleving van de IAO-normen, enz.)
komen in de omzendbrief niet aan bod.
Elk type van sociale clausule wordt apart behandeld, rekening houdend met
de wettelijke basis en de werkwijze.
2. De verschillende types van clausules
41
2.1. Sociale clausule van inschakeling voor de opdrachten voor
aanneming van werken van € 750.000 en meer
Een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 april
1999 schrijft voor dat voor dergelijke opdrachten, waarvan de duur
van de werkzaamheden op minstens zestig dagen wordt geraamd,
een clausule wordt ingevoegd die de inschrijvers verplicht om
werkzoekenden die bij de Brusselse Gewestelijke Dienst voor
Arbeidsbemiddeling zijn ingeschreven, in dienst te nemen.
De wettelijke basis is artikel 18bis, § 1 van de wet van 24 december
1993.
Hoe te werk gaan?
- Bij de opstelling van het bestek, en uiterlijk bij de goedkeuring
ervan door het bevoegde orgaan, Actiris inlichten, om de clausule
zo nauwkeurig mogelijk te formuleren.
- Bij de voorlopige oplevering: het evaluatieformulier van de
voorziening ‘sociale clausule’ door de opdrachtnemer laten invullen
en aan Actiris bezorgen.
2.2. Sociale clausule van inschakeling voor de opdrachten voor
aanneming van werken of van diensten tussen € 125.000 en €
750.000
Hoe te werk gaan?
- Bij de opstelling van het bestek, en uiterlijk bij de goedkeuring ervan
door het bevoegde orgaan, is het raadzaam Actiris in te lichten, om
de clausule zo nauwkeurig mogelijk te formuleren.
- Bij de voorlopige oplevering: het evaluatieformulier van de
voorziening ‘sociale clausule’ door de opdrachtnemer laten invullen en
aan Actiris bezorgen.
2.3. Voorbehouden van opdrachten of van percelen aan de sociale
inschakelingseconomie
Die reservering wordt toegestaan door de reglementering inzake
overheidsopdrachten voor opdrachten waarvan het geraamde bedrag
lager is dan de Europese drempels. De omzendbrief preciseert dat het
een kwalitatief selectiecriterium betreft.
Opmerking: persoonlijk meen ik dat het eerder om een kwestie van
toegangsrecht tot de opdracht gaat, aangezien dat recht zijn
grondslag vindt in de wet.
42
Het is wettelijk mogelijk om opdrachten boven de Europese drempels
voor te behouden voor ondernemingen van aangepast werk
(beschutte werkplaatsen). Er moet worden nagegaan of het haalbaar
is en of er daadwerkelijke mededinging is.
Dezelfde mogelijkheden zijn er voor opdrachten met percelen
waarvan één of meer percelen onder dezelfde voorwaarden kunnen
worden voorbehouden. Elk perceel moet onder de Europese drempel
liggen.
Hoe te werk gaan?
- In de aankondiging van de opdracht en in het bestek wordt de
volgende clausule gevoegd: "de deelname aan een
gunningsprocedure van een overheidsopdracht wordt
voorbehouden aan sociale inschakelingsondernemingen zoals
bepaald in artikel 59 van de wet van 26 maart 1999".
- In het bestek wordt de volgende clausule gevoegd:
"Stalen, documenten en attesten aan de offerte toe te voegen : de
documenten die de erkenning als beschutte werkplaats of sociaal
inschakelingsinitiatief aantonen als bedoeld in artikel 59 van de
wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de
werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen. Indien
een offerte door een onderneming uit een andere lidstaat wordt
ingediend, moet deze het bewijs leveren dat ze aan gelijkwaardige
voorwaarden van haar land van oorsprong beantwoordt".
De regels betreffende de erkenning van de ondernemingen moeten
uiteraard ook worden nageleefd.
- Zelfs bij voorbehouden opdrachten zegt de wetgeving dat er
verschillende ondernemingen moeten worden geraadpleegd, ook in
het geval van een onderhandelingsprocedure zonder
bekendmaking. Die regel geldt ook voor opdrachten met
bestelbons.
- De uitvoeringstermijnen moeten enigszins worden verlengd, zodat
de inschakeling en opleiding kunnen plaatsvinden.
- Op het ogenblik van de lancering van de voorbehouden opdrachten
moet Actiris worden ingelicht. Daartoe wordt een kopie van het
bestek verstuurd.
2.4. Sociale clausule die uitbesteding aan de sociale
inschakelingseconomie mogelijk maakt als alternatief van de sociale
clausule van inschakeling
43
Het betreft een uitvoeringsvoorwaarde die ofwel de aanwerving van
werkzoekenden ofwel het in onderaanneming plaatsen van een deel
van de opdracht bij een sociale inschakelingsonderneming bepaalt.
Op die manier hebben kleinere bedrijven toegang tot grotere
opdrachten.
De openbare aankopers moeten minimum drie ondernemingen
raadplegen. De opdrachtnemende ondernemingen moeten niet aan
die verplichting voldoen.
Hoe te werk gaan?
- In de aankondiging van de opdracht en in het bestek wordt de
volgende clausule gevoegd: "Overeenkomstig de wet op de
overheidsopdrachten, moet de aannemer, leverancier of
dienstenverlener in de loop van de uitvoering van de opdracht
opleidingsinitiatieven en initiatieven van socio-professionele
inschakeling voor werkzoekenden ten uitvoer leggen volgens de
hierna beschreven nadere regels:
- ofwel door tijdens de opdracht X werkzoekenden aan te werven,
waarbij in de onderneming voor het beroep van.... X
inschakelingsuren met arbeidsovereenkomst worden verzekerd,
met gebruikmaking van de aangeboden diensten van Actiris.
De werkzoekenden:
.
.
.
zijn volledig uitkeringsgerechtigde werklozen, genieten het
leefloon of zijn vrij ingeschreven werkzoekenden;
moeten minstens 18 jaar oud zijn;
mogen geen werkervaring van meer dan 150 werkuren in de
12 laatste maanden hebben;
- ofwel door x % van het totale bedrag buiten btw van de
overheidsopdracht uit te besteden aan ondernemingen uit de
sociale inschakelingseconomie. Een vaststaande verbintenis van
een (of meer) ondernemingen uit de sociale
inschakelingseconomie (contract van onderaanneming of
onherroepbare verbintenisbrief in geval van betekening, enz.)
waarbij deze laatste(n) er zich toe verbind(t)(en) om in
onderaanneming voor de rekening van de inschrijver x % van
het totale bedrag buiten btw van de opdracht uit te voeren,
wordt dan toegevoegd aan de offerte.
De inschrijver verduidelijkt in zijn offerte hoe hij aan zijn
verplichtingen zal tegemoetkomen. Hij doet dit in een afzonderlijke
nota die beschrijft hoe hij de sociale clausule zal ten uitvoer leggen
in het kader van de opdracht.
44
De documenten die aantonen dat hij aan deze voorwaarde voldoet
worden voorgelegd binnen dertig dagen die volgen op de
betekening van de gunningsbeslissing".
- Op het ogenblik van de lancering van de opdrachten voor de
uitvoering van onderaanbestede werken moet Actiris worden
ingelicht. Daartoe wordt een kopie van het bestek verstuurd.
2.5. Sociale clausules van bedrijfsopleiding
De reglementering staat dat soort type van clausule toe als
uitvoeringsvoorwaarde.
Hoe te werk gaan?
- In de aankondiging van de opdracht en in het bestek wordt de
volgende clausule gevoegd: "Overeenkomstig de wet op de
overheidsopdrachten, moet de aannemer, leverancier of
dienstenverlener in de loop van de uitvoering van de opdracht,
opleidingsinitiatieven en initiatieven van socio-professionele
inschakeling voor werkzoekenden ten uitvoer leggen volgens de
hierna beschreven nadere regels:
- ofwel door het garanderen van de opleiding in de onderneming
onder de vorm van een individuele opleiding met een duur van
xx uur, voor xxx werkzoekenden, voor het beroep van xxx;
- ofwel door het garanderen van de opleiding in de onderneming
onder de vorm van een collectieve opleiding met een duur van
xx uur voor xxx werkzoekenden voor het beroep van xxx
waarvan het programma tussen de onderneming en de publieke
opleidingsoperator bevoegd op het grondgebied van het Gewest
overeengekomen werd".
- Bepaling van het tijdsvolume dat aan opleiding wordt besteed: het
aandeel arbeidskrachten in de opdracht berekenen en daarvan 2 à
8% voor de opleiding vragen.
- De inschrijver moet in zijn offerte, in een afzonderlijke en
specifieke nota, verduidelijken hoe hij aan zijn verplichtingen
betreffende de sociale clausule die hij ten uitvoer zal leggen, zal
voldoen.
2.6. Opname van socio-professionele overwegingen in het voorwerp van
de opdracht
45
Aangezien het een gunningscriterium betreft, heeft dat aspect alleen
betrekking op de onderhandelingsprocedures en offerteaanvragen,
niet op de aanbestedingen.
Wanneer er gebruik van maken?
Wanneer een aanbestedende overheid een inspanning van socioprofessionele inschakeling vraagt, maar de economische operatoren
vrij wil laten in hun keuze. Die keuze heeft betrekking op de
inschakelingsformule zelf (uitbesteding, aanwerving van
werkzoekenden, enz.) maar ook op de omvang van de
inschakelingsinspanning die aan de hand van een gunningscriterium
wordt geëvalueerd.
De juridische basis is te vinden in artikel 16 van de wet van 24
december 1993, in de overweging 46 van de Richtlijn 2004/18/EG en
in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Hoe te werk gaan?
Als voorbeeld worden er verschillende stappen voorgesteld:
1. Van het voorwerp van de opdracht een tweevoudige opdracht
maken (oorspronkelijke opdracht en de opleiding) zodat er een
verband is tussen het gunningscriterium en het voorwerp van de
opdracht.
2. Het criterium moet nauwkeurig en objectiveerbaar zijn
geformuleerd. Er wordt een voorbeeldformulering gegeven:
"Criterium nr. X. De prestaties inzake socio-professionele
inschakeling van het publiek in moeilijkheden: gewicht X %
Deze prestaties worden geanalyseerd in het licht van het aantal
uren van opleiding en/of beroepsinschakeling van een
achtergesteld publiek waarin jaarlijks wordt voorzien voor deze
opdracht, en van het omkaderingspercentage van het doelpubliek.
De offerte die het hoogst aantal uren en het hoogste
omkaderingspercentage voorstelt, krijgt X punten. De andere
offertes krijgen een aantal punten naar evenredigheid, in
verhouding tot de beste offerte. Hoe minder uren en hoe zwakker
de omkadering, hoe minder punten de offerte zal krijgen.
Deze waarde kan bijvoorbeeld als volgt bepaald worden:
- Waarde A = aantal jaarlijkse uren opleiding en/of inschakeling
(het aantal uren inschakeling via aanwerving zal door de AO
46
met 3 vermenigvuldigd worden in verhouding tot de
opleidingsuren).
- Waarde B = aantal omkaderde personen/aantal omkaderende
personen.
- Waarde C = waarde A/waarde B.
- Waarde D = Waarde A + Waarde C.
Voorbeeld:
Opleiding van 5 personen ten belope van 200 uur per jaar en per
persoon.
Omkaderingspercentage = 5 personen voor 1 omkaderend
persoon.
Waarde A = 1000 uur.
Waarde B = 5.
Waarde C = 200 u (komt overeen met 1 omkaderend persoon voor
de 5 personen, ofwel 200 uur).
Waarde D = 1000 + 200 = 1200 totaaluren".
Het criterium moet worden geanalyseerd in het licht van de
vereisten van de sociale clausule in het bestek.
Er moet een presentatienota van de clausule worden opgesteld.
In een vademecum moet bijkomende informatie worden gegeven.
3. Het criterium moet in de aankondiging van de opdracht en in het
bestek zijn opgenomen.
4. Het bestek moet ook een uitvoeringsclausule bevatten die het
volgende bepaalt: "Overeenkomstig de wet op de
overheidsopdrachten, legt de aannemer, leverancier of
dienstenverlener in de loop van de uitvoering van de opdracht
opleidingsinitiatieven en initiatieven van socio-professionele
inschakeling voor werkzoekenden ten uitvoer".
Er zijn drie oplossingen voor de inschrijver:
• Ofwel leidt hij op de werf werkzoekenden op voor een bepaald
beroep.
Onder werkzoekenden wordt verstaan volledig
uitkeringsgerechtigde werklozen, leefloners of vrij ingeschreven
werkzoekenden, die minstens 18 jaar oud zijn en geen
werkervaring van meer dan 150 werkuren in de 12 laatste
maanden hebben.
47
• Ofwel besteedt hij x % van het totaalbedrag (exclusief btw) van
de overheidsopdracht uit aan een of meer ondernemingen uit de
sociale inschakelingseconomie. De offerte bevat een
nauwkeurige beschrijving van het tijdsvolume dat aan de
inschakeling wordt besteed en de verbintenis van de firma(’s).
• Ofwel is hij zelf een sociale inschakelingsonderneming (zie
artikel 59 van de wet van 26 maart 1999) en levert hij daarvan
het bewijs.
Buitenlandse inschrijvers worden eveneens toegelaten, op
voorwaarde dat ze binnen de dertig dagen die volgen op de
gunningsbeslissing het bewijs leveren dat ze aan gelijkwaardige
voorwaarden in hun land van oorsprong beantwoorden.
De omvang van de sociale clausule zal op basis van het
overeenkomstige gunningscriterium worden beoordeeld.
De inschrijver moet bij zijn offerte een specifieke nota voegen
betreffende de socio-professionele overwegingen die in het
voorwerp van de opdracht staan.
Opmerking: hoewel het uit de tekst van de omzendbrief niet
duidelijk blijkt, gelden de twee laatste bepalingen vermoedelijk
voor de drie hierboven genoemde oplossingen.
Hoofdstuk 5 – Strikte naleving van de uitvoering van de sociale
clausules
Met het oog op een strikte naleving van de sociale clausules kan de
aanbestedende overheid in het bestek sancties bepalen als ze dat wil.
Het niet naleven van de clausules moet worden vastgesteld overeenkomstig
artikel 20 van de algemene aannemingsvoorwaarden bijgevoegd bij het
koninklijk besluit van 26 september 1996.
Mogelijke sancties zijn een straf van 2% van de oorspronkelijke
aannemingssom en eventueel het verschil tussen het gewestelijk
subsidiebedrag waarop de aanbestedende overheid gerechtigd ware geweest,
indien de sociale clausule was nageleefd, en het gewestelijk subsidiebedrag
dat ze daadwerkelijk zou hebben gekregen.
De maatregelen van ambtswege waarin de voornoemde algemene
aannemingsvoorwaarden voorzien, zijn ook toepasselijk.
48
CONCLUSIE
Zoals we hierboven al aangaven, heeft deze tekst uitsluitend betrekking op de sociale
criteria, stricto sensu. Dat wil zeggen, de criteria die men als socio-economisch kan
aanduiden: de criteria die betrekking hebben op de integratie of herintegratie op de
arbeidsmarkt van categorieën kansarmen op dat vlak, dat kunnen oudere werklozen,
laaggeschoolden, werkloze jongeren, … zijn, en de criteria die betrekking hebben op de
toegang voor kleine en middelgrote ondernemingen tot overheidsopdrachten van een
zekere omvang.
Als men de verschillende stadia bekijkt waarin men sociale clausules kan toevoegen,
kunnen we, bij de huidige stand van zaken van de reglementering en met de door de
Europese Unie opgelegde beperkingen, alleen maar vaststellen dat er niet veel
mogelijkheden zijn:
A.
Voor clausules betreffende de herintegratie van werknemers
- Selectiecriteria:
1)
2)
Uitsluitingscriteria, zie koninklijk besluit van 8 januari 1996
De eigenlijke selectiecriteria: maar ze moeten verband houden met het
voorwerp van de opdracht, wat de mogelijkheden aanzienlijk beperkt, want
dat betekent immers dat het voorwerp van de opdracht, ten minste
gedeeltelijk, betrekking moet hebben op een sociaal aspect.
- Technische specificaties: die moeten ook verband houden met het voorwerp
van de opdracht. De bovenstaande opmerking geldt dus ook hier.
- Gunningscriteria: hetzelfde rechtstreekse verband met de opdracht is vereist.
We moeten dus hetzelfde concluderen.
- Uitvoeringsvoorwaarden: hier moet er een verband zijn met de uitvoering
van de opdracht, wat meer mogelijkheden biedt. We herhalen dat de
uitvoeringsvoorwaarden in alle transparantie in de documenten van de opdracht
moeten worden vermeld, en dat ze niet discriminerend mogen zijn. Denk er ook
aan dat die voorwaarden geen rol spelen bij de evaluatie van de offertes. De
aanbestedende overheid legt ze op en de inschrijver verbindt zich er met de
ondertekening van zijn offerte toe om ze na te leven. Let er dus op dat je
voorwaarden niet te veeleisend zijn. Dat kan mogelijke inschrijvers afschrikken.
B.
Voor de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot
overheidsopdrachten een verstandige verdeling in percelen, transparantie en een
open houding ten aanzien van dergelijke inschrijvers lijken een bruikbare methode
te zijn.
Tot slot: de bal ligt in het kamp van de (in de allereerste plaats Europese)
besluitvormers. Het is aan hen om, zoals dat het geval was voor de milieucriteria, toe te
staan een sociale dimensie in de overheidsopdrachten te integreren. Dat kan alleen
gebeuren via een wijziging, een versoepeling van de reglementering. Daar is politieke wil
voor nodig.
49
Download