Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 1 B E O OIRNDHEO LI UN DG S T O E T S A I nl e i d i ng 3 T he m a 1 E r f e l i j k he i d e n e v o l ut i e 6 T he m a 2 O r g a ni s m e n i n h u n m i l i e u 16 T he m a 3 J e t o e k o m s t 24 Scorebladen 31 A nt w o o r d e nb l a d e n 41 B E O OIRNDLEELIIDNIG NSGT O E T S A Deze toetsenbundel behoort bij de tweede druk van deel 6 vmbo-kgt van Biologie & Verzorging voor jou. In deze toetsenbundel treft u voor elk thema twee beoordelingstoetsen aan. In de bundel staan achtereenvolgens de beoordelingstoetsen, de scorebladen en de antwoordenbladen. BEOORDELINGSTOETSEN Bij elk van de drie thema's uit Biologie & Verzorging voor jou 6 vmbo-kgt zijn twee beoordelingstoetsen opgenomen: Toets A en Toets B. Er is naar gestreefd beide versies een even grote moeilijkheidsgraad te geven. Daardoor zijn beide versies naast elkaar te gebruiken. De beoordelingstoetsen sluiten nauw aan bij de basisstof van de thema's. Bij de samenstelling ervan is uitgegaan van de doelstellingen, die in de Samenvatting van elk thema staan. Daarin staat nauwkeurig omschreven aan welke eisen leerlingen moeten voldoen na het doorwerken van de basisstof. De begrippen en de processen uit de thema's worden in de beoordelingstoetsen teruggevraagd. De vaardigheden die geoefend zijn, lenen zich niet voor schriftelijke beoordeling en komen dus niet in de toetsen voor. Aan het einde van elke toets staan vragen die gaan over de extra basisstof. Of u uw leerlingen deze toetsvragen moet laten maken, hangt af van wat u met de extra basisstof gedaan hebt. Bij het samenstellen van de vragen is ernaar gestreefd variatie in de vraagvormen aan te brengen (voor zover de doelstellingen dat toelaten). Hierdoor worden leerlingen die niet goed overweg kunnen met bepaalde vraagvormen, minder gedupeerd. Door de diagnostische toetsen in Biologie & Verzorging voor jou te maken, hebben leerlingen met diverse vraagvormen vertrouwd kunnen raken. De omvang van de beoordelingstoetsen is zodanig dat ze gemakkelijk binnen een les van vijftig minuten gemaakt kunnen worden. TOETSEN OP EPACK Deze toetsenbundel maakt als pdf-document deel uit van het docenten-ePack van Biologie & Verzorging voor jou leerjaar 2. Om toegang te kunnen krijgen tot het docenten-ePack heeft u een voucher nodig. Deze voucher kunt u bestellen via de webshop op www.malmberg.nl. In het docenten-ePack staan ook de afzonderlijke toetsen als Word- en pdf-bestand, en als digitaal toetsbestand. De pdf-bestanden maken het mogelijk om afzonderlijke toetsen, score- en antwoordenbladen eenvoudig te printen. In de Word-bestanden kunt u zelf vragen toevoegen, verwijderen en/of wijzigen. De digitale toetsbestanden kunt u gebruiken om de beoordelingstoetsen te bewerken, digitaal af te nemen en te beoordelen. Meer informatie hierover kunt u vinden in de handleiding op de methodesite. DE SCOREBLADEN De scorebladen zijn bedoeld voor gebruik door leerlingen. Bij het maken van de toetsen kunnen leerlingen snel en gemakkelijk hun antwoorden noteren op de scorebladen. U zult ze dan voorafgaand aan het afnemen van de toets moeten printen en/of kopiëren. DE ANTWOORDENBLADEN De antwoordenbladen zijn op dezelfde manier uitgevoerd als de scorebladen. Daardoor kunt u de scorebladen snel en efficiënt nakijken met behulp van de antwoordenbladen. Wij wensen u veel genoegen met het gebruik van deze beoordelingstoetsen. De auteurs Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 3 Beoordelingstoetsen B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 1 A ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT BASISSTOF Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 Het fenotype bestaat uit allemaal eigenschappen die je kunt veranderen. 2 Alleen dierlijke organismen hebben chromosomen. 3 Het genotype wordt voor een deel bepaald door het milieu. 4 Een gen bevat informatie voor één erfelijke eigenschap. 5 Genenparen kunnen van elkaar verschillen. 6 Een vlokkentest maakt de kans op een miskraam iets groter. 7 Een arts kan in een echogram afwijkingen in de embryonale ontwikkeling ontdekken. 8 De ontwikkeling van het leven op aarde heet evolutie. 9 Een ijsbeer en een bruine beer kunnen samen nakomelingen krijgen. 10 De aarde is 4,6 miljard jaar oud. 11 Alle mensen zijn aan elkaar verwant. B BASISSTOF Hieronder staan enkele meerkeuzevragen. Kruis op je scoreblad de juiste antwoorden aan. 1 Na een ongeluk moet het been van iemand geamputeerd worden. Wat is het gevolg van de amputatie voor zijn genotype en fenotype? A Beiden blijven gelijk. B Het fenotype verandert. C Het genotype verandert D Beide veranderen. 2 Wanneer kun je chromosomen in een celkern met een microscoop zien? A Als de cel gaat delen, de chromosomen zijn dan korter en dikker. B Als de cel gaat delen, de chromosomen zijn dan langer en dunner. C Als de cel niet deelt, de chromosomen zijn dan korter en dikker. D Als de cel niet deelt, de chromosomen zijn dan langer en dunner. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 6 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 1 ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT 3 Kijk naar afbeelding 1. Wanneer komt het genotype tot stand? A Moment A. B Moment B. C Moment C. D Moment D. Afbeelding 1 4 Vanaf welk moment in de zwangerschap is een vlokkentest mogelijk? A Vanaf de 6e week. B Vanaf de 8e week. C Vanaf de 10e week. D Vanaf de 16e week. 5 Welke uitspraak over belangrijke eigenschappen van een soort om te overleven is waar? A Het fenotype en het genotype moeten zoveel mogelijk verschillen. B Het fenotype en het genotype moeten zoveel mogelijk op elkaar lijken. C Het fenotype moet zoveel mogelijk verschillen, het genotype juist niet. D Het genotype moet zoveel mogelijk verschillen, het fenotype niet. 6 Annika en Tom hebben een discussie. Annika zegt dat fossielen versteende overblijfselen van organismen zijn. Tom stelt dat er van weekdieren nauwelijks fossielen gevonden worden. Wie van de beide leerlingen heeft of hebben gelijk? A Geen van beiden. B Annika. C Tom. D Beide leerlingen. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 7 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 1 ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT 7 In afbeelding 2 zie je de tijdbalk van de geschiedenis van de aarde. Wanneer kwamen de eerste landplanten op aarde? Afbeelding 2 A 500 jaar geleden. B 2100 jaar geleden. C 500.000.000 jaar geleden. D 2.100.000.000 jaar geleden. 8 Waardoor zijn de sauriërs uitgestorven? C A Zij hebben de klimaatverandering niet overleefd. B Zij zijn als fenotype veranderd in zoogdieren. C Zij zijn als genotype veranderd in zoogdieren. D Zij zijn door mensen uitgeroeid. BASISSTOF Hieronder staan enkele zinnen. Kies het juiste antwoord en schrijf dat op je scoreblad. 1 Een mens heeft 23/46 paren chromosomen in zijn lichaamcellen. 2 In geslachtcellen komen chromosomen ENKELVOUDIG/IN PAREN voor. 3 Een TWEE-EIIGE/EENEIIGE tweeling heeft hetzelfde genotype. 4 Na een ECHOSCOPIE/VLOKKENTEST kan zeker het geslacht van het embryo worden bepaald. 5 De eerste gewervelde dieren waren VISSEN/AMFIBIEËN. D BASISSTOF Beantwoord de volgende vragen. Schrijf op je scoreblad het juiste antwoord. 1 In afbeelding 3 zie je een schematische tekening van een celdeling. Hoe wordt de cel (A) genoemd die zich gaat delen? 2 Wat is een drager? Afbeelding 3 Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 8 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 1 ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT 3 In afbeelding 4 zie je een onderzoek. Welke vorm van erfelijkheidsonderzoek zie je op deze afbeelding getekend? Afbeelding 4 4 Niet alle kikkers hebben een even grote overlevingskans. Kikkers met een zwakke gezondheid of met een opvallende kleur vallen snel ten prooi aan roofdieren. Over welk verschijnsel wordt hier verteld? 5 In afbeelding 5 zie je het ontstaan van fossielen schematisch getekend. De afbeeldingen staan niet in de juiste volgorde. Noteer op je scoreblad de juiste volgorde. Afbeelding 5 6 In welk geologisch tijdperk leven wij tegenwoordig? Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 9 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 1 E ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT EXTRA BASISSTOF 8 Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 Brood wordt bereid met speciale bacteriën: de gisten. 2 Yoghurt wordt gemaakt door aan melk een speciale bacterie toe te voegen. 3 Genetische modificatie maakt producten goedkoper. 4 Bij biotechnologie worden organismen gebruikt om producten te vervaardigen voor de mens. 5 Bij klonen is geen bevruchte eicel meer nodig. F EXTRA BASISSTOF 9 Hieronder staan enkele meerkeuzevragen. Kruis op je scoreblad de juiste antwoorden aan. 1 Welk chromosoom komt bij mensen met het syndroom van Down in drievoud voor? A Chromosoom 19. B Chromosoom 20. C Chromosoom 21. D Chromosoom 22. 2 Op welk moment ontstaat het syndroom van Down? A Bij de bevruchting. B Direct na de bevruchting. C Tijdens de zwangerschap. D Tijdens de bevalling. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 10 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 1 A ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT BASISSTOF Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 Chromosomen liggen paarsgewijs in de celkernen van je lichaam. 2 Het fenotype bevat de complete informatie voor al je erfelijke eigenschappen. 3 Tijdens de celdeling zijn chromosomen korter en dikker. 4 In geslachtcellen komen chromosomen enkelvoudig voor. 5 Een nakomeling heeft hetzelfde genotype als zijn ouders. 6 Een vruchtwaterpunctie maakt de kans op een miskraam iets groter. 7 Een arts kan in een echogram afwijkingen in de genetische ontwikkeling ontdekken. 8 De evolutie is niet te bewijzen. 9 Een ijsbeer en een bruine beer kunnen samen geen nakomelingen krijgen. 10 In het begin van het bestaan van de aarde was er geen leven, want het was te koud. 11 Alle mensen hebben een gemeenschappelijke voorouder. B BASISSTOF Hieronder staan enkele meerkeuzevragen. Kruis op je scoreblad de juiste antwoorden aan. 1 Iemand verft zijn haar in een andere kleur. Wat is het gevolg van het verven voor zijn genotype en fenotype? A Beiden blijven gelijk. B Het fenotype verandert. C Het genotype verandert. D Beide veranderen. 2 Wanneer kun je chromosomen in een celkern niet met een microscoop zien? A Als de cel gaat delen: de chromosomen zijn dan korter en dikker. B Als de cel gaat delen: de chromosomen zijn dan langer en dunner. C Als de cel niet deelt, de chromosomen zijn dan korter en dikker. D Als de cel niet deelt, de chromosomen zijn dan langer en dunner. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 11 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 1 ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT 3 Kijk naar afbeelding 1. Wanneer komt het fenotype tot stand? A Moment A. B Moment B. C Moment C. D Moment D. Afbeelding 1 4 Vanaf welk moment in de zwangerschap is een vruchtwaterpunctie mogelijk? A Vanaf de 6e week. B Vanaf de 8e week. C Vanaf de 10e week. D Vanaf de 16e week. 5 Welke uitspraak over belangrijke eigenschappen van een soort om te overleven is waar? A Het fenotype en het genotype moeten zoveel mogelijk op elkaar lijken. B Het fenotype moet zoveel mogelijk verschillen, het genotype juist niet. C Het genotype moet zoveel mogelijk verschillen, het fenotype niet. D Het fenotype en het genotype moeten zoveel mogelijk verschillen. 6 Annika en Tom hebben een discussie. Annika zegt dat er alleen fossielen van dieren gevonden worden. Tom stelt dat er van weekdieren nauwelijks fossielen gevonden worden. Wie van de beide leerlingen heeft of hebben gelijk? A Geen van beide. B Annika. C Tom. D Beide leerlingen. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 12 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 1 ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT 7 In afbeelding 2 zie je de tijdbalk van de geschiedenis van de aarde. Wanneer kwamen de eerste planten op aarde? Afbeelding 2 A 500 jaar geleden. B 2100 jaar geleden. C 500.000.000 jaar geleden. D 2.100.000.000 jaar geleden. 8 Waardoor zijn de sauriërs uitgestorven? C A Zij hebben de klimaatverandering niet overleefd. B Zij zijn als fenotype veranderd in zoogdieren. C Zij zijn als genotype veranderd in zoogdieren. D Zij zijn door mensen uitgeroeid. BASISSTOF Hieronder staan enkele zinnen. Kies het juiste antwoord en schrijf dat op je scoreblad. 1 Een mens heeft 23/46 chromosomen in zijn lichaamcellen. 2 Een gen bevat informatie over EEN/MEERDERE erfelijke eigenschap(pen). 3 Een tweeling kan ontstaan uit bevruchting VAN TWEE EICELLEN/DOOR TWEE ZAADCELLEN. 4 Na een ECHOSCOPIE/VRUCHTWATERPUNCTIE kan zeker het geslacht van het embryo worden bepaald. 5 Het eerste leven op het land waren PLANTEN/DIEREN. D BASISSTOF Beantwoord de volgende vragen. Schrijf op je scoreblad het juiste antwoord. 1 In afbeelding 3 zie je een schematische tekening van een celdeling. Hoe noem je de twee cellen die na de celdeling (C) zijn ontstaan? Afbeelding 3 Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 13 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 1 ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT 2 Hoe wordt voorkomen dat bij een echoscopie het beeld onzuiver wordt? 3 In afbeelding 4 zie je een onderzoek. Welke vorm van erfelijkheidsonderzoek zie je op deze afbeelding getekend? Afbeelding 4 4 Niet alle kikkers hebben een even grote overlevingskans. Kikkers met een zwakke gezondheid of met een opvallende kleur vallen snel ten prooi aan roofdieren. Over welk verschijnsel wordt hier verteld? 5 In afbeelding 5 zie je het ontstaan van fossielen schematisch getekend. De afbeeldingen staan niet in de juiste volgorde. Noteer op je scoreblad de juiste volgorde. Afbeelding 5 6 In welk geologisch tijdperk leven wij tegenwoordig? Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 14 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 1 E ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT EXTRA BASISSTOF 8 Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 Bier wordt bereid met speciale schimmels: de gisten. 2 Yoghurt wordt gemaakt door aan melk speciale schimmels toe te voegen. 3 Dankzij genetische modificatie kunnen medicijnen worden gemaakt. 4 Biotechnologie is een nieuwe techniek. 5 Bij klonen wordt embryosplitsing toegepast. F EXTRA BASISSTOF 9 Hieronder staan enkele meerkeuzevragen. Kruis op je scoreblad de juiste antwoorden aan. 1 Welk chromosoom komt bij mensen met het syndroom van Down in drievoud voor? A Chromosoom 19. B Chromosoom 20. C Chromosoom 21. D Chromosoom 22. 2 Op welk moment ontstaat het syndroom van Down? A Bij de bevruchting. B Direct na de bevruchting. C Tijdens de zwangerschap. D Tijdens de bevalling. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 15 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 2 A ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT BASISSTOF Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 Alle organismen worden beïnvloed door hun milieu. 2 Een voorbeeld van een ecosysteem is een bos. 3 Elke voedselketen heeft een plant als eerste schakel. 4 Een ander woord voor ecosysteem is voedselnet. 5 In de kringloop van stoffen zijn planten consument. 6 Stoffen in de natuur worden steeds opnieuw gebruikt. 7 Elk organisme kan zich aan zijn omgeving aanpassen. 8 Het slijm op de vissenhuid vermindert de weerstand. 9 Eenden hebben een zeefsnavel. 10 Aardolie is een voorbeeld van een fossiele brandstof. 11 Bij warm weer neemt het aantal sterfgevallen af. 12 Een volledig duurzaam product kan volkomen worden gerecycled. B BASISSTOF Hieronder staan enkele meerkeuzevragen. Kruis op je scoreblad de juiste antwoorden aan. 1 Zes invloeden vanuit het milieu zijn: 1 licht 2 regen 3 soortgenoten 4 voedsel 5 water 6 ziekteverwekkers Welke drie invloeden vanuit het milieu horen bij de abiotische factoren? A 1, 2, 5. B 1, 2, 6. C 3, 4, 5. D 3, 4, 6. 2 Bekijk afbeelding 1. Welk niveau van ecologie zie je afgebeeld in afbeelding 1? A Individu. B Ecosysteem. C Levensgemeenschap. D Populatie. Afbeelding 1 Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 16 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 2 ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT 3 Wat is de functie van een schimmel in de kringloop van stoffen? A Consument van de eerste orde. B Consument van de tweede orde. C Producent. D Reducent. 4 Wat is de functie van een vin bij een vis? A Hierdoor kunnen ze rechtop in het water blijven. B Hierdoor kunnen ze vooruit zwemmen. C Hierdoor kunnen ze de weerstand van het water verminderen. D Hierdoor kunnen ze zuurstof uit het water opnemen. 5 Welke van de onderstaande dieren is een voorbeeld van een zoolganger? A Egel. B Kat. C Paard. D Varken. 6 Afbeelding 2 is een afbeelding van een vogelpoot. Van wat voor een soort vogel is deze afbeelding afkomstig? Afbeelding 2 A Steltloper. B Zangvogel. C Watervogel. D Roofvogel. 7 Welke van de onderstaande beschrijvingen past het beste bij een kegelsnavel? A Korte snavel waarmee veel kracht gezet kan worden. B Puntige snavel waarmee insecten gevangen kunnen worden. C Snavel geschikt om een grote prooi mee te kunnen vangen. D Zeer lange snavel, geschikt om mee in de vochtige bodem te prikken. 8 Hoeveel water gebruiken wij in Nederland gemiddeld per dag voor de voedselbereiding? A 1,7 liter. B 1,8 liter. C 5,3 liter. D 6,8 liter. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 17 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 2 ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT 9 In afbeelding 3 zie je de bedreigde soorten in Nederland. Naar aanleiding van deze afbeelding hebben Yorick en Ellen een discussie. Ellen beweert dat naar verhouding de meeste dagvlinders in Nederland verdwenen zijn. Yorick stelt dat juist de reptielen in Nederland erg bedreigd worden. Wie van de leerlingen heeft gelijk? A Geen van beide leerlingen. B Ellen. C Yorick. D Beide leerlingen. Afbeelding 3 10 Welke uitspraak over het broeikaseffect is waar? A Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door koolstofdioxide en zuurstof. B Het broeikaseffect zorgt er voor dat de temperaturen op aarde dalen. C Met het broeikaseffect worden de temperaturen op aarde te hoog. D Zonder het broeikaseffect is leven op aarde onmogelijk. 11 Welke van de onderstaande energiebronnen is een voorbeeld van duurzame energie? C A Aardolie. B Kernenergie. C Windenergie. D Steenkool. BASISSTOF Hieronder staan enkele zinnen. Kies het juiste antwoord en schrijf dat op je scoreblad. 1 De invloeden die afkomstig zijn uit de levenloze natuur heten ABIOTISCHE/BIOTISCHE factoren. 2 Wezels zijn PLANTENETERS/VLEESETERS. 3 Alleseters zijn CONSUMENTEN/REDUCENTEN. 4 LANDDIEREN/WATERDIEREN hebben een lichter skelet. 5 Water dat warmer wordt ZET UIT/KRIMPT. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 18 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 2 D ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT BASISSTOF Beantwoord de volgende vragen. Schrijf op je scoreblad het juiste antwoord. 1 Op je scoreblad is een kringloop van stoffen getekend. Omcirkel op je scoreblad de consumenten van de eerste orde. 2 Een voorbeeld van ongunstige omstandigheden voor een populatie is dat er te weinig voedsel beschikbaar is. Noem een ander voorbeeld van ongunstige omstandigheden voor een populatie. 3 Doordat er steeds meer mensen op aarde komen is er steeds meer voedsel nodig. Over welke oorzaak van milieuproblemen gaat deze tekst? 4 Wat wordt bedoeld met biodiversiteit? 5 Welk begrip past het beste bij de omschrijving: “Het bestaat uit alle energierijke stoffen van organisch materiaal?” 6 Wat is een ander woord voor atmosfeer? 7 Waarin verschilt het klimaat van het weer? E EXTRA BASISSTOF 10 Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 Zonplanten groeien het beste bij veel licht. 2 Zonplanten zijn voorjaarsbloeiers. 3 Waterplanten hebben weinig stevige delen. 4 Waterpest heeft drijvende wortels. F EXTRA BASISSTOF 11 Hieronder staan enkele zinnen. Kies het juiste antwoord en schrijf dat op je scoreblad. 1 In oceanen vindt VERDAMPING/CONDENSATIE van water plaats. 2 Het aardoppervlak bestaat voor 65%/75% uit water. G EXTRA BASISSTOF 12 Beantwoord de volgende vragen. Schrijf op je scoreblad het juiste antwoord. 1 Op wat voor een manier komt koolstof in de lucht voor? 2 Welke stof wordt gevormd bij fotosynthese? Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 19 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 2 A ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT BASISSTOF Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 Het milieu wordt door organismen beïnvloed. 2 In de ecologie onderzoek je ecosystemen. 3 Een voedselketen is een reeks soorten die voedselbron voor elkaar zijn. 4 Een alleseter eet planten en dieren. 5 In de kringloop van stoffen zijn planten producent. 6 Het begin van de kringloop van stoffen zijn de planten. 7 Cactussen hebben zich aangepast aan de warmte. 8 Waterdieren zijn gestroomlijnd. 9 Een buizerd heeft een priemsnavel. 10 Aardgas is een voorbeeld van een fossiele brandstof. 11 Bij warm weer is er een grotere kans op smog. 12 Een volledig duurzaam product verslijt heel langzaam. B BASISSTOF Hieronder staan enkele meerkeuzevragen. Kruis op je scoreblad de juiste antwoorden aan. 1 Zes invloeden vanuit het milieu zijn: 1 licht 2 regen 3 soortgenoten 4 voedsel 5 water 6 ziekteverwekkers Welke drie invloeden vanuit het milieu horen bij de biotische factoren? A 1, 2, 5. B 1, 2, 6. C 3, 4, 5. D 3, 4, 6. 2 Bekijk afbeelding 1. Welk niveau van ecologie zie je afgebeeld in afbeelding 1? A Individu. B Ecosysteem. C Levensgemeenschap. D Populatie. Afbeelding 1 Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 20 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 2 ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT 3 Wat is de functie van een bacterie in de kringloop van stoffen? A Consument van de eerste orde. B Consument van de tweede orde. C Producent. D Reducent. 4 Wat is de functie van een staartvin bij een vis? A Hierdoor kunnen ze rechtop in het water blijven. B Hierdoor kunnen ze vooruit zwemmen. C Hierdoor kunnen ze de weerstand van het water verminderen. D Hierdoor kunnen ze zuurstof uit het water opnemen. 5 Welke van de onderstaande dieren is een voorbeeld van een topganger? A Egel. B Hond. C Kat. D Varken. 6 Afbeelding 2 is een afbeelding van een vogelpoot. Van wat voor een soort vogel is deze afbeelding afkomstig? Afbeelding 2 A Steltloper. B Roofvogel. C Watervogel. D Zangvogel. 7 Welke van de onderstaande beschrijvingen past het beste bij een pincetsnavel? A Korte snavel waarmee veel kracht gezet kan worden. B Puntige snavel waarmee insecten gevangen kunnen worden. C Snavel geschikt om een grote prooi mee te kunnen vangen. D Zeer lange snavel, geschikt om mee in de vochtige bodem te prikken. 8 Hoeveel water gebruiken wij in Nederland gemiddeld per dag voor het afwassen? A 1,7 liter. B 5,3 liter. C 6,8 liter. D 15,5 liter. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 21 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 2 ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT 9 In afbeelding 3 zie je de bedreigde soorten in Nederland. Naar aanleiding van deze afbeelding hebben Yorick en Ellen een discussie. Ellen beweert dat naar verhouding de meeste dagvlinders in Nederland verdwenen zijn. Yorick stelt dat juist de reptielen in Nederland erg bedreigd worden. Wie van de leerlingen heeft gelijk? A Geen van beide leerlingen. B Ellen. C Yorick. D Beide leerlingen. Afbeelding 3 10 Welke van de onderstaande energiebronnen is een voorbeeld van duurzame energie? A Zonne-energie. B Kernenergie. C Steenkool. D Aardolie. 11 Welke uitspraak over het broeikaseffect is waar? A Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door koolstofdioxide en zuurstof. B Het broeikaseffect zorgt er voor dat de temperaturen op aarde dalen. C Met het broeikaseffect worden de temperaturen op aarde te hoog. D C Zonder het broeikaseffect is leven op aarde onmogelijk. BASISSTOF Hieronder staan enkele zinnen. Kies het juiste antwoord en schrijf dat op je scoreblad. 1 De invloeden afkomstig uit de levende natuur heten ABIOTISCHE/BIOTISCHE factoren. 2 Elke voedselketen begint met een PLANT/DIER als eerste schakel. 3 Een koe is een consument van de EERSTE/TWEEDE orde. 4 LANDDIEREN/WATERDIEREN hebben een zwaarder skelet. 5 Water dat afkoelt ZET UIT/KRIMPT. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 22 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 2 D ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT BASISSTOF Beantwoord de volgende vragen. Schrijf op je scoreblad het juiste antwoord. 1 Op je scoreblad is een kringloop van stoffen getekend. Omcirkel op je scoreblad de consumenten van de tweede orde. 2 Een voorbeeld van gunstige omstandigheden voor een populatie is dat er voldoende voedsel beschikbaar is. Noem een ander voorbeeld van gunstige omstandigheden voor een populatie. 3 Mensen gebruiken steeds meer apparaten en machines Over welke oorzaak van milieuproblemen gaat deze tekst? 4 Welk begrip past bij de volgende beschrijving: “Het totaal aan verschillende soorten planten en dieren op aarde.” 5 Wat wordt bedoeld met biomassa? 6 Wat is een ander woord voor dampkring? 7 Waarin verschilt het weer van het klimaat? E EXTRA BASISSTOF 10 Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 Schaduwplanten kunnen ook in de zon goed groeien. 2 Schaduwplanten zijn voorjaarsbloeiers. 3 Een waterlelie heeft drijvende wortels. 4 Waterplanten worden door het water ‘gedragen’. F EXTRA BASISSTOF 11 Hieronder staan enkele zinnen. Kies het juiste antwoord en schrijf dat op je scoreblad. 1 Hoog in de lucht vindt VERDAMPING/CONDENSATIE van water plaats. 2 Het aardoppervlak bestaat voor 25%/35% uit land. G EXTRA BASISSTOF 12 Beantwoord de volgende vragen. Schrijf op je scoreblad het juiste antwoord. 1 Op wat voor een manier komt koolstof in de lucht voor? 2 Welke stof wordt gevormd bij fotosynthese? Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 23 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 3 A JE TOEKOMST 6 VMBO-KGT BASISSTOF Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 Jongens en meisjes hebben dezelfde verwachtingen over hun toekomst. 2 In de maatschappij gaat veel veranderen. 3 Steeds meer mensen zullen gaan telewerken. 4 In Nederland hebben meer mannen dan vrouwen betaald werk. 5 Een voorbeeld van een beroepsziekte is huiduitslag bij een kapper. 6 Wanneer je wordt afgekeurd krijg je een WW uitkering. 7 Vrouwen verdienen gemiddeld minder dan mannen. 8 Werkgevers zijn niet verplicht mee te betalen aan de kinderopvang. 9 Aletta Jacobs was het eerste vrouwelijke Kamerlid in Nederland. 10 Gastouders moeten aan bepaalde eisen voldoen. B BASISSTOF Hieronder staan enkele meerkeuzevragen. Kruis op je scoreblad de juiste antwoorden aan. 1 Welk gevolg van telewerken is geen voordeel? A Je bepaalt je eigen werktijden. B Je ontlast het milieu. C Je ontmoet minder collega’s. D Je staat minder in de file. 2 Wat betekenen de letters IP in het IP-adres? A Identiteit Paspoort. B Identiteit Protocol. C Internet Paspoort. D Internet Protocol. 3 Jeannette en Christel hebben een discussie. Christel beweert dat je alleen werkt als je hiervoor betaald krijgt. Jeannette beweert dat je alleen van werken kunt spreken wanneer je iets produceert. Wie van de leerlingen heeft of hebben gelijk? A Geen van beide leerlingen. B Christel. C Jeannette. D Beide leerlingen. 4 Yahim werkt iedere dag na schooltijd maximaal twee uur in de bediening in een restaurant. Hoe oud is Yahim minstens? A 14. B 15. C 16. D 17. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 24 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 3 JE TOEKOMST 6 VMBO-KGT 5 Vanaf welke leeftijd heb je recht op het minimumloon? A 14. B 15. C 16. D 17. 6 Welke wet regelt loon als je nooit werk gehad hebt en geen baan kunt vinden? A Arbo. B Bijstand. C WIA. D WW. 7 Waarvoor staat de afkorting WIA? A Werk en Inkomen naar Arbeid. B Werk Inkomen naar Arbeidsvermogen. C Wet Inkomen naar Arbeid. D Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. 8 Anneke en Joost hebben een gesprek over beeldvorming. Anneke beweert dat vrouwen op televisie veel vaker praten. Joost beweert dat de beeldvorming op TV veel minder rolbevestigend is dan vroeger. Wie van de leerlingen heeft of hebben gelijk? C A Geen van beide leerlingen. B Anneke. C Joost. D Beide leerlingen. BASISSTOF Hieronder staan enkele zinnen. Kies het juiste antwoord en schrijf dat op je scoreblad. 1 In 1951/1961 was de eerste televisie-uitzending. 2 Ongeveer 25%/40% van de jongeren heeft een bijbaantje. 3 In de laatste tien jaar is het aantal werkende vrouwen TOEGENOMEN/AFGENOMEN. 4 Bijstand is LAGER DAN/GELIJK AAN het minimumloon. 5 In 1919/1922 kregen vrouwen stemrecht. 6 Vrouwen komen vaker in beeld in programma’s over GEZONDHEID/RECREATIE. D BASISSTOF Beantwoord de volgende vragen. Schrijf op je scoreblad het juiste antwoord. 1 Wat maakt dat werken goed is voor je gevoel van eigenwaarde? 2 Wat kan het ongezonde gevolg zijn van werken in een ploegendienst? 3 Hoe heet het loon wanneer je er nog belasting en premies van moet betalen? 4 Wat is geregeld in de Wet gelijke behandeling? 5 Sinds 1990 zijn mannen en vrouwen economisch zelfstandig. Wat betekent dit in de praktijk? Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 25 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S A THEMA 3 E JE TOEKOMST 6 VMBO-KGT EXTRA BASISSTOF 6 Hieronder staan enkele zinnen. Kies het juiste antwoord en schrijf dat op je scoreblad. 1 In 1874/1894 werd het Kinderwetje van Van Houten aangenomen. 2 Het Kinderwetje regelde een verbod op KINDERARBEID/KINDERBIJSLAG. 3 Over de hele wereld werken 100.000.000/200.000.000 kinderen. 4 De Verenigde Naties wil BETER LOON/BETERE RECHTEN voor kinderen. F EXTRA BASISSTOF 7 Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 In Nederland mag iedereen zich kleden zoals hij of zij wil. 2 Je hoeft je niet aan de Arbo-wet te houden op het moment dat het tegen je geloof in gaat. 3 Om werk te vinden kan het zijn dat je je uiterlijk moet aanpassen. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 26 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 3 A JE TOEKOMST 6 VMBO-KGT BASISSTOF Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 Jongens en meisjes hebben verschillende verwachtingen over hun toekomst. 2 De afgelopen eeuw zijn er weinig technische ontwikkelingen geweest. 3 Privacy is de bescherming van je privéleven. 4 In Nederland hebben evenveel mannen als vrouwen betaald werk. 5 Een voorbeeld van een beroepsziekte is stress. 6 Wanneer je wordt afgekeurd krijg je een WIA-uitkering. 7 Vrouwen verdienen gemiddeld evenveel als mannen. 8 Werkgevers zijn verplicht mee te betalen aan de kinderopvang. 9 Aletta Jacobs was de eerste vrouwelijke arts in Nederland. 10 Wanneer je werkt mag je kind naar een gastouder. B BASISSTOF Hieronder staan enkele meerkeuzevragen. Kruis op je scoreblad de juiste antwoorden aan. 1 Wat is een nadeel van internet? A Je kunt er informatie op vinden. B Je kunt er muziek en afbeeldingen vanaf halen. C Je kunt winkelen op internet. D Je wordt soms opgelicht op internet. 2 Wat betekenen de letters IP in het IP-adres? A Identiteit Paspoort. B Identiteit Protocol. C Internet Paspoort. D Internet Protocol. 3 Christel en Jeannette hebben een gesprek over werken. Christel beweert dat werken niet altijd betekent dat je salaris krijgt. Jeannette beweert dat je pas werkt wanneer je iets produceert. Wie van de leerlingen heeft of hebben gelijk? A Geen van beide leerlingen. B Christel. C Jeannette. D Beide leerlingen. 4 Nelleke werkt iedere dag een uur na schooltijd achter de kassa. Hoe oud is Nelleke minstens? A 14. B 15. C 16. D 17. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 27 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 3 JE TOEKOMST 6 VMBO-KGT 5 Het minimumloon wordt regelmatig bijgesteld. Hoe vaak per jaar wordt het minimumloon bijgesteld? A Iedere twee maanden. B Iedere drie maanden. C Ieder half jaar. D Ieder jaar. 6 Welke wet regelt loon als je nooit werk gehad hebt en geen baan kunt vinden? A Arbo. B Bijstand. C WIA. D WW. 7 Wat wordt geregeld in de Arbo-wet? A Verplichtingen voor alle Nederlanders. B Verplichtingen voor werkgevers. C Verplichtingen voor werkgevers en werknemers. D Verplichtingen voor werknemers. 8 Anneke en Joost hebben een gesprek over beeldvorming. Anneke beweert dat mannen op televisie veel vaker praten. Joost beweert dat de beeldvorming op TV veel minder rolbevestigend is dan vroeger. Wie van de leerlingen heeft of hebben gelijk? C A Beide leerlingen. B Anneke. C Joost. D Geen van beide leerlingen. BASISSTOF Hieronder staan enkele zinnen. Kies het juiste antwoord en schrijf dat op je scoreblad. 1 Vanaf 1980/1990 kwam de mobiele telefoon in gebruik. 2 Ongeveer 25%/40% van de jongeren heeft een vakantiebaantje. 3 In de laatste tien jaar is het aantal werkende mannen TOEGENOMEN/AFGENOMEN. 4 Bij werkloosheid BLIJFT JE INKOMEN GELIJK/WORDT JE INKOMEN LAGER. 5 In 1970/1975 kwam de Wet op gelijk loon voor mannen en vrouwen. 6 Vrouwen komen vaker in beeld in programma’s over BINNENLANDSE POLITIEK/CULTUUR. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 28 B E O OB RE DO EO L IRN DG ES LT IN OG ET SS T OAE T S B THEMA 3 D JE TOEKOMST 6 VMBO-KGT BASISSTOF Beantwoord de volgende vragen. Schrijf op je scoreblad het juiste antwoord. 1 Wat maakt dat werken goed is voor de emancipatie van vrouwen? 2 Wat kan het ongezonde gevolg zijn van veel werken met een computer? 3 Hoe heet het loon dat je overhoudt nadat belasting en premies er af zijn? 4 In welke wet is geregeld dat alle werknemers hetzelfde behandeld moeten worden door de werkgever? 5 Sinds 1990 zijn mannen en vrouwen economisch zelfstandig. Wat betekent dit als je een alleenstaande ouder bent met een kind van drie? E EXTRA BASISSTOF 6 Hieronder staan enkele zinnen. Kies het juiste antwoord en schrijf dat op je scoreblad. 1 Het Kinderwetje is gemaakt door VAN HOUTEN/VERKADE. 2 Het Kinderwetje regelde een verbod op KINDERARBEID/KINDERBIJSLAG. 3 NIET ALLE/ALLE kinderen in de wereld gaan naar school. 4 Het keurmerk RUGMARK/MARKRUG geeft aan dat iets zonder kinderarbeid gemaakt is. F EXTRA BASISSTOF 7 Hieronder staan enkele uitspraken. Kruis op je scoreblad aan of de uitspraak juist of onjuist is. 1 In Nederland heb je het recht om je mening te geven. 2 Een werkgever mag geen eisen stellen aan je kledingkeuze. 3 Je kunt vanwege je uiterlijk ontslagen worden. Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 29 Scorebladen BEOORDELINGSTOETS A Naam: THEMA 1 ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT e SCOREBLAD Klas: b o o ....................................................... r . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .d .................. e A l BASISSTOF Juist Onjuist i C n 1 g 1 2 s 2 t 3 o 3 ............................................................ ............................................................ ............................................................ 4 e t 4 BASISSTOF ............................................................ 5 ............................................................ s 5 6 A D 7 1 8 2 BASISSTOF ............................................................ ............................................................ 9 ............................................................ 10 ............................................................ 11 3 ............................................................ 4 B BASISSTOF A ............................................................ 5 B C D ............................................................ 6 ............................................................ 1 2 E EXTRA BASISSTOF 8 3 Juist 4 5 6 7 8 Onjuist 1 2 3 4 5 F EXTRA BASISSTOF 9 A B C D 1 2 Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 32 BEOORDELINGSTOETS B Naam: THEMA 1 ERFELIJKHEID EN EVOL UTIE 6 VMBO-KGT e SCOREBLAD Klas: b o o ....................................................... r . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .d .................. e A l BASISSTOF Juist Onjuist i C n 1 g 1 2 s 2 t 3 o 3 ............................................................ ............................................................ ............................................................ 4 e t 4 BASISSTOF ............................................................ 5 ............................................................ s 5 6 A D 7 1 8 2 BASISSTOF ............................................................ ............................................................ 9 ............................................................ 10 3 11 ............................................................ 4 ............................................................ 5 B BASISSTOF A ............................................................ 6 B C ............................................................ D 1 E EXTRA BASISSTOF 8 2 Juist 3 4 5 6 7 8 Onjuist 1 2 3 4 5 F EXTRA BASISSTOF 9 A B C D 1 2 Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 33 BEOORDELINGSTOETS A Naam: THEMA 2 ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT e SCOREBLAD Klas: b o o ....................................................... r . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .d .................. e A l BASISSTOF Juist D i n Onjuist BASISSTOF 1 g 1 s t 2 o 3 e t 4 s 5 6 A 7 8 9 10 2 11 ............................................................ ............................................................ 12 ............................................................ B ............................................................ BASISSTOF 3 A B C D 4 1 ............................................................ ............................................................ ............................................................ 2 5 3 6 4 7 5 ............................................................ ............................................................ ............................................................ 6 ............................................................ 7 ............................................................ 8 ............................................................ 9 E 10 EXTRA BASISSTOF 10 Juist 11 Onjuist 1 C 1 2 3 4 5 BASISSTOF 2 ............................................................ 3 ............................................................ 4 ............................................................ ............................................................ ............................................................ Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 34 BEOORDELINGSTOETS A SCOREBLAD Klas: Naam: b THEMA 2 ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT e o o ....................................................... r . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .d .................. e F 1 2 EXTRA BASISSTOF 11 l i n ............................................................ g . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .s .................. t G 1 2 EXTRA BASISSTOF 12 o e t ............................................................ s ............................................................ A Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 35 BEOORDELINGSTOETS B Naam: THEMA 2 ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT e SCOREBLAD Klas: b o o ....................................................... r . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .d .................. e A l BASISSTOF Juist D i n Onjuist BASISSTOF 1 g 1 s t 2 o 3 e t 4 s 5 6 A 7 8 9 10 2 11 ............................................................ ............................................................ 12 ............................................................ B ............................................................ BASISSTOF 3 A B C D 1 4 5 2 ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ 3 6 4 7 5 ............................................................ ............................................................ 6 ............................................................ 7 ............................................................ 8 ............................................................ 9 E 10 EXTRA BASISSTOF 10 Juist 11 Onjuist 1 C 1 2 3 4 5 BASISSTOF 2 ............................................................ 3 ............................................................ 4 ............................................................ ............................................................ ............................................................ Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 36 BEOORDELINGSTOETS B SCOREBLAD Klas: Naam: b THEMA 2 ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT e o o ....................................................... r . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .d .................. e F 1 2 EXTRA BASISSTOF 11 l i n ............................................................ g . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .s .................. t G 1 2 EXTRA BASISSTOF 12 o e t ............................................................ s ............................................................ A Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 37 BEOORDELINGSTOETS A Naam: THEMA 3 JE TOEKOMST 6 VMBO-KGT e SCOREBLAD Klas: b o o ....................................................... r . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .d .................. e A l BASISSTOF Juist D i n Onjuist 1 g 1 s 2 o 3 3 e t 4 4 s 5 ............................................................ ............................................................ t 2 BASISSTOF ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ 6 5 A 7 ............................................................ ............................................................ 8 9 E 10 1 2 B BASISSTOF A 3 B C D 4 EXTRA BASISSTOF 6 ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ 1 2 F 3 EXTRA BASISSTOF 7 Juist 4 Onjuist 1 5 2 6 3 7 8 C 1 2 3 4 5 6 BASISSTOF ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 38 BEOORDELINGSTOETS B Naam: THEMA 3 JE TOEKOMST 6 VMBO-KGT e SCOREBLAD Klas: b o o ....................................................... r . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .d .................. e A l BASISSTOF Juist D i n Onjuist 1 g 1 s 2 o 3 3 e t 4 4 s 5 6 ............................................................ ............................................................ t 2 BASISSTOF 5 A ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ 7 8 E 9 1 10 2 3 B BASISSTOF A 4 B C EXTRA BASISSTOF 6 ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ D 1 F 2 EXTRA BASISSTOF 7 Juist 3 Onjuist 1 4 2 5 3 6 7 8 C 1 2 3 4 5 6 BASISSTOF ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ ............................................................ Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 39 Antwoordenbladen BEOORDELINGSTOETS A b THEMA 1 ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT e ANTWOORDENBLAD o o r d e A l BASISSTOF Juist Onjuist 1 2 3 4 5 6 7 8 x x x x x 9 10 11 x x i C n 1 23 ............................................................ g x x x BASISSTOF s 2 enkelvoudig t 3 eeneiige ............................................................ ............................................................ o e 4 vlokkentest t 5 vissen ............................................................ ............................................................ s A D BASISSTOF 1 moedercel ............................................................ 2 Iemand die wel het gen van een ............................................................ x erfelijke ziekte bezit, maar er zelf ............................................................ niet ziek van is. ............................................................ 3 vlokkentest ............................................................ 4 natuurlijke selectie B ............................................................ BASISSTOF 5 D-B-A-C ............................................................ A 1 2 x 3 4 5 x B C x 8 x 6 Kwartair ............................................................ E x x EXTRA BASISSTOF 8 Juist x x x x x 2 3 4 x 5 F EXTRA BASISSTOF 9 A 1 2 Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch Onjuist x 1 6 7 D x B C D x 42 BEOORDELINGSTOETS B b THEMA 1 ERFELIJKHEI D EN EVOLUTIE 6 VMBO-KGT e ANTWOORDENBLAD o o r d e A l BASISSTOF Juist Onjuist 1 2 3 4 x x 5 6 x 7 8 9 x x 10 11 x i C n 1 46 ............................................................ g x x BASISSTOF s 2 één t 3 door twee eicellen ............................................................ ............................................................ o e 4 vruchtwaterpunctie t 5 planten ............................................................ ............................................................ s x A D x BASISSTOF 1 dochtercellen ............................................................ 2 Op de buik wordt een laagje ............................................................ gel gesmeerd. ............................................................ x 3 vruchtwaterpunctie ............................................................ 4 natuurlijke selectie ............................................................ 5 D-B-A-C B ............................................................ BASISSTOF 6 Kwartair ............................................................ A B C x 1 2 3 4 5 x 6 7 8 x D x x x x x E EXTRA BASISSTOF 8 Juist x 1 x 2 x 3 x 4 x 5 F EXTRA BASISSTOF 9 A 1 2 Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch Onjuist x B C D x 43 BEOORDELINGSTOETS A b THEMA 2 ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT e ANTWOORDENBLAD o o r d e A l BASISSTOF Juist 1 2 3 4 5 6 x 7 8 9 10 x x x 11 12 B x moeten omcirkeld worden. ............................................................ s t 2 Een van de onderstaande antwoorden: ............................................................ o e 1 t 6 7 8 x x – Slecht weer. ............................................................ x 4 Het totaal aan verschillende soorten ............................................................ planten en dieren op aarde. ............................................................ 5 biomassa ............................................................ 6 dampkring ............................................................ x 7 Het klimaat wordt berekend over een ............................................................ langere periode en een groter gebied. ............................................................ Het weer is plaatselijk en een ............................................................ momentopname. ............................................................ B C D E x x EXTRA BASISSTOF 10 Juist x x x 3 x 4 10 x x x BASISSTOF 1 abiotische ............................................................ 2 vleeseters ............................................................ F Onjuist x 1 2 9 11 Veel vijanden. 3 bevolkingstoename A 3 5 – ............................................................ x x x Ziekte. ............................................................ s 2 4 – ............................................................ BASISSTOF A C ............................................................ g x x BASISSTOF 1 De sprinkhaan, de hamster en het konijn n Onjuist x x x D i EXTRA BASISSTOF 11 1 verdamping ............................................................ 2 75% ............................................................ G EXTRA BASISSTOF 12 1 Als koolstofdioxide. ............................................................ 2 glucose ............................................................ 3 consumenten ............................................................ 4 waterdieren ............................................................ 5 zet uit ............................................................ Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 44 BEOORDELINGSTOETS B b THEMA 2 ORGANISMEN IN HUN MILIEU 6 VMBO-KGT e ANTWOORDENBLAD o o r d e A l BASISSTOF Juist 1 2 3 4 5 x x x 6 7 8 x 9 10 11 12 B x x x omcirkeld worden. ............................................................ s t 2 Een van de onderstaande antwoorden: ............................................................ o e t ............................................................ 5 Biomassa bestaat uit alle energierijke ............................................................ x stoffen van organisch materiaal. ............................................................ 6 atmosfeer ............................................................ 7 Het weer is plaatselijk en een ............................................................ momentopname. Het klimaat wordt ............................................................ berekend over een langere periode ............................................................ en een groter gebied. ............................................................ B C x x x 11 D x x x 5 10 Goed weer. ............................................................ x 9 – 4 biodiversiteit 3 8 Geen natuurlijke vijanden. 3 Manier van leven van de mens. A x 7 – ............................................................ x x 2 6 Geen ziekte. ............................................................ s 1 4 – ............................................................ BASISSTOF A C ............................................................ g x BASISSTOF 1 De vos, de wezel en de kikker moeten n Onjuist x D i E EXTRA BASISSTOF 10 Juist x 1 x 2 x 3 x 4 x x Onjuist F EXTRA BASISSTOF 11 1 condensatie ............................................................ x BASISSTOF 1 biotische ............................................................ 2 plant ............................................................ 2 25% ............................................................ G EXTRA BASISSTOF 12 1 Als koolstofdioxide. ............................................................ 2 glucose ............................................................ 3 eerste ............................................................ 4 landdieren ............................................................ 5 krimpt ............................................................ Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 45 BEOORDELINGSTOETS A b THEMA 3 JE TOEKOMST 6 VMBO-KGT e ANTWOORDENBLAD o o r d e A l BASISSTOF Juist 2 3 4 5 x x x x 6 7 x 8 9 10 x ............................................................ g x nuttig te zijn. ............................................................ s 2 slaapstoornissen t ............................................................ o 3 brutoloon e ............................................................ 4 Volgens deze wet zijn alle mensen gelijk t ............................................................ s x BASISSTOF 1 Dankzij je werk heb je het gevoel n Onjuist 1 D i en mag een werkgever niet discrimineren. ............................................................ 5 Alle mannen en vrouwen zijn A ............................................................ verantwoordelijk voor hun eigen inkomen. ............................................................ x x E EXTRA BASISSTOF 6 1 1874 ............................................................ 2 kinderarbeid B ............................................................ BASISSTOF 3 200.000.000 ............................................................ A B C x 1 2 3 x 4 5 6 C 1 2 3 4 5 6 4 betere rechten x F ............................................................ EXTRA BASISSTOF 7 Juist x x x 1 x x 3 Onjuist x X 2 7 8 D x BASISSTOF 1951 ............................................................ 40% ............................................................ toegenomen ............................................................ lager dan ............................................................ 1922 ............................................................ gezondheid ............................................................ Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 46 BEOORDELINGSTOETS B b THEMA 3 JE TOEKOMST 6 VMBO-KGT e ANTWOORDENBLAD o o r d e A l BASISSTOF Juist 1 2 3 x 4 5 6 x 7 8 9 x x 10 ............................................................ g inkomen, dit maakt hen onafhankelijk. ............................................................ s x 2 Een muisarm of RSI. t ............................................................ o 3 nettoloon e x x BASISSTOF 1 Dankzij hun werk verdienen zij een eigen n Onjuist x D i ............................................................ t 4 Wet op gelijke behandeling. s 5 Je hoeft niet verplicht werk te zoeken, ............................................................ ............................................................ maar je moet wel een opleiding volgen. ............................................................ A x E EXTRA BASISSTOF 6 1 van Houten ............................................................ x 2 kinderarbeid ............................................................ 3 niet alle B ............................................................ BASISSTOF 4 rugmark ............................................................ A B C x x 1 2 x 3 4 5 x 6 7 8 C 1 2 3 4 5 6 x D x x F EXTRA BASISSTOF 7 Juist 1 x X 2 3 Onjuist x x BASISSTOF 1990 ............................................................ 25% ............................................................ afgenomen ............................................................ wordt je inkomen lager ............................................................ 1975 ............................................................ binnenlandse politiek ............................................................ Biologie & Verzorging voor jou © Malmberg, ’s-Hertogenbosch 47 B E O OC RO DLEO LF IN OG NS T O E T S A Auteurs: Illustraties: Arja Bonsink Teun Berserik, Den Haag Arteunis Bos Wim Euverman, Utrecht Onno Kalverda Corine van Riel, Amsterdam Gerard Smits Bas Teunis, Eindhoven Ben Waas Henk van der Vrande, Lith Redactie en opmaak: Foto's: Redactiebureau Ron Heijer, Markelo Fotostudio Schuurmans, Elshout Ontwerp: Pointer grafische vormgeving, Eindhoven tweede druk, versie 2010 © Malmberg, 's-Hertogenbosch Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en opnamen, of enig andere manier, zonder andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet voorafgaande schriftelijke toestemming van de 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze De uitgever geeft de school het recht om na uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b aanschaf van een docenten-ePack Biologie & Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Verzorging voor jou leerjaar 2 dit toetsmateriaal St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 te kopiëren voor eigen gebruik gedurende de augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17 geldigheid van de ePack-licentie.