Biologie Thema 2 Basisstof 1: Teelballen Balzak Bijballen Spermatogenese Zaadleiders Zaadblaasjes Prostaat Urinebuis Voorhuid Eikel Zwellichamen Testes, produceren zaadcellen, liggen in de balzak. Scrotum, 2 graden lager -> goed voor ontwikkeling zaadcellen. Opslag zaadcellen. Zuur milieu -> zaadcellen bewegingloos. Vorming van zaadcellen. Vervoeren zaadcellen Produceren basisch vocht wat de zaadcellen activeert Produceert vocht met voedingsstoffen voor zaadcellen. Vervoert urine en sperma (zaadcellen, met basisch vocht, en prostaat vocht) Huidplooi om eikel Gevoelig voor seksuele prikkels Bevat holten die zich met bloed kunnen vullen -> erectie Basisstof 2: Eierstokken Oögenese Gele lichaam Baarmoeder Vagina Ovaria, produceren eicellen (oöcyten), oestrogenen en progesteron. Rijping van eicellen in de follikels Corpus luteum, follikelweefsel wat in eierstok achterblijft Uterus, ontwikkeling van embryo. Dikke gespierde want met slijmvlies. Bij coïtus komt hier het sperma in terecht. Deel van baarmoederslijmvlies wordt verwijderd via vagina. Kind komt door vagina ter wereld. Kleine schaamlippen Klieren kunnen slijm produceren wat toegang verglad. Basisstof 3: Hypofyse produceert LH en FSH. FSH stimuleert de rijping van follikels. o Follikel produceert Oestrogenen Oestrogenen zorgen voor een dikker baarmoederslijmvlies. Oestrogenen hebben remmende invloed op FSH en stimuleren LH. LH zorgt dat het rijpe follikel openbarst en blijft het gele lichaam in stand. o Het gele lichaam produceert oestrogenen en progesteron. Door progesteron ontstaat een nog dikker baarmoederslijmvlies. Door progesteron wordt productie LH en FSH geremd. Menstruatie: o Gele lichaam sterft af Progesteron daalt Baarmoederslijmvlies wordt afgestoten. Hypofyse produceert weer LH en FSH Zwangerschap o Er ontstaat een zygote Zygote produceert HCG Gele lichaam gaat niet te gronde door HCG Gele lichaam blijft progesteron produceren. o Daardoor geen LH en FSH en geen menstruatie o Progesteron zorgt voor ontwikkeling melkklieren Basisstof 4: Seksualiteit Verschillen m/v Ongewenst intimiteiten Basisstof 5: Schaamluis Scabiës Trichomonas Gonorroe Syfilis Chlamydia Herpes Genitale wratten Hepatitis B AIDS Voortplanting, lustbeleving, onderhouden van relaties Erfelijke verschillen, culturele verschillen - Incest Seksueel misbruik tussen bloedverwanten of macht - Aanranding Seksuele handelingen met SO - Verkrachting Aanranding met geslachtsgemeenschap Parasitair Parasitair Parasitair Bacterieel Bacterieel Bacterieel Viraal Viraal Viraal Viraal Druiper, slijm, etter, Tijdige behandeling penicilline Zweertje, verlammingen Tijdige behandeling penicilline Geen, waterige afscheiding Behandeling penicilline Aantasting afweersysteem Geen genezing mogelijk Basisstof 6: Zie stencil Morning after - Overtijdbehandeling (6e en 10e dag na uitblijven menstruatie) - Abortus Basisstof 7: Klievingsdelingen Embryoblast Trofoblast Delingen waarbij geen groei plaats vindt. Embryonaalknop (eigenlijke embryo) Buitenste cellaag, beschermt embryoblast, zorgt voor innesteling. Vormt het chorion. Eerste weken produceren cellen van trofoblast het HCG hormoon. Daardoor blijft het gele lichaam in stand. Chorion Buitenste vruchtvlies. Via chorionvlokken, worden zuurstof/voedingsstoff uitgewisseld. Hechtsteel Ontwikkelt zich tot navelstreng. Navelstrengslagaders van foetus naar placenta. Rijk aan CO2, en afvalstoffen Navelstrengader, van placenta naar foetus, rijk aan zuurstof en voedingsstoffen Bloed tussen embryo en moeder wordt gescheiden gehouden door vliezen, en door het tegenstroomprincipe, diffusie en actief transport worden stoffen uitgewisseld. Embryonale periode 0-2 maanden, Gele lichaam produceert oestrogenen en progesteron. Foetale periode 3-9 maanden, Placenta neemt hormoonproductie over. Einde zwangerschap Productie van hormonen neemt af. Prolactine wordt geproduceerd, zorgt voor lactatie: productie van melk Oxytocine wordt geproduceerd, zorgt voor de weeën. Miskraam Onvoldoende progesteron, erfelijke afwijking Basisstof 8: Verminderde vruchtbaarheid Kunstmatige Inseminatie In-vitrofertilisatie Basisstof 9: Ontsluiting Uitdrijving Nageboorte Ovale venster Ductus arteriosis Basisstof 10: Zie doelstellingen Mannen: Kwaliteit sperma neemt af (strakke broeken, zitten) Vrouwen: Hogere leeftijd 1e kind. Wanneer de man onvruchtbaar is. Als de vrouw onvruchtbaar is. 2 klopjes cellen implanteren / 1 klompje wordt gekloont PID voor de implantatie wordt gekeken voor afwijkingen. Oxytocine -> weeën Indaling (onderste deel van baarmoederwand wordt rond hoofdje getrokken) Opening baarmoederhals wordt groter, vruchtvliezen breken. Door persweeën komt kind ter wereld. Navelstreng wordt doorgeknipt -> CO2 gehalte stijgt -> Ademhaling bij baby Placenta, resten van navelstreng en vruchtvliezen naar buiten. Tussen linker- en rechterboezem. Wordt na de geboorte als klep gesloten. Ductus Botalli. Na de geboorte trekken spieren in de wand zich samen. Daardoor wordt de ductus nauwer, later verschrompelt en verdwijnt hij.