Cursus spelling Hoofdstuk 2: Overige spellingregels

advertisement
SAMENSTELLINGEN,
AAN ELKAAR OF LOS,
TREMA
In dat huis wonen tweeverdieners
In dat hui wonen twee verdieners
Pas op het laatste nippertje zag de haas de val-kuil
Pas op het laatste nippertje zag de haas de valk-uil
LESDOELEN
• Aan het eind van deze les weet je hoe je
woorden correct aan elkaar of los moet
schrijven.
• Aan het eind van deze les weet je hoe je
het trema toe moet passen.
WAT IS EEN SAMENSTELLING?
• Een samenstelling is een woord dat gevormd wordt
door twee of drie woorden aan elkaar te plakken.
• Hoofdregel: schrijf samengestelde woorden zoveel
mogelijk aaneen.
• Dus: bonuskaartaanbieding, gekkekoeienziekte,
langeafstandsvlucht, enz.
Bedenk zelf een samenstelling. Vul daarbij elkaar aan:
Voetbalveld
Veldschoen
Schoenpoets
BETEKENISVERSCHILLEN
• Een spatie te veel of te weinig kan grote
betekenisverschillen veroorzaken!
• hogesnelheidstrein
vs.
hoge snelheidstrein
• grotematenspecialist
vs.
grote matenspecialist
• kleinkind
vs.
klein kind
• boerenmetworst
vs.
boeren met worst
• een theaterstuk maken vs.
een theater stuk maken
• veel diarreegevallen
veel diarree gevallen
vs.
DE TUSSENKLANK IN SAMENSTELLINGEN
• De tussen-s
• Schrijf de tussen-s als je hem hoort: stationshal,
verkeersbord, enz.
• Als het tweede woord met een s-klank begint, kun je de
tussen-s niet horen. Vervang dan het tweede woord om
te horen of de tussen-s nodig is: stationschef (want
stationshal) en verkeersslachtoffer (want verkeersbord)
• De tussen-(e)n
• Schrijf de tussen -(e)n als het eerste deel een zelfstandig
naamwoord is en alleen een meervoud heeft op -en:
paardenbloem, mensenwerk, lampenkap, enz.
DE TUSSENKLANKEN IN SAMENSTELLINGEN
• Opdracht: In sommige gevallen krijg je geen
tussen-n maar wel een tussen-e. De volgende
voorbeelden zijn correct gespeld. Waarom wordt
er geen tussen-n geschreven?
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
horlogemaker
ladekast
roggebrood
zonnescherm
boordevol
spinnewiel
blindemannetje en zondebok
DE TUSSENKLANKEN IN SAMENSTELLINGEN
Antwoorden
1. Horlogemaker
•
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -s: horloges.
•
Zo ook: manegepaard, lycheedrank, notitieblok
2. Ladekast
•
Het eerste deel heeft een dubbel meervoud: laden, lades.
•
Zo ook: lindeboom, nagelborstel, periodekampioen
3. Roggebrood
•
Het eerste deel heeft geen meervoud.
•
Zo ook: rijstepap, koperblazer, gerstenat
4. Zonnescherm
•
Het eerste deel is een uniek exemplaar.
•
Zo ook: maneschijn, Koninginnedag
DE TUSSENKLANKEN IN SAMENSTELLINGEN
1.
2.
3.
Boordevol
•
Het eerste deel versterkt het bijvoeglijk naamwoord.
•
Zo ook: apetrots, beregoed, stekeblind
spinnewiel
•
het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
•
Zo ook: rodekool, wiegelied, lachebek
Blindemannetje
•
Het woord is een versteende samenstelling
•
Zo ook: zondebok, flierefluiter, bruidegom
 In al deze gevallen krijg je dus geen tussen-n!
AAN ELKAAR OF LOS?
• Zoals al is genoemd: schrijf samenstelling zo veel
mogelijk aaneen:
• eigenbijdrageregeling, derdewereldland,
bonuskaartaanbieding, enz.
• Schrijf getallen tot duizend en samenstelling met
honderd en duizend aaneen:
• Drieduizend, zeshonderdtwintig, achttien, enz.
• Schrijf samenstelling met grotere getallen los van
elkaar
• achttien miljoen, negen miljard, vijftien biljoen, enz.
AAN ELKAAR OF LOS?
• Schrijf voornaamwoordelijke bijwoorden (er, hier, daar,
waar + voorzetsel) aaneen:
• hierdoor, daarop, erbij, enz.
• Let op: schrijf het voorzetsel niet aan het bijwoord vast als
het zelfstandig naamwoord waarop het betrekking heeft
erachter staat:
• Hij woont vlakbij. - Hij woont vlak bij school.
• Zij zat achterop. - Zij zat achter op de fiets.
KOPPELTEKEN/LIGGEND STREEPJE
• Koppelteken
1. Klinkerbotsing
Herleid de regels voor het koppelteken uit de volgende
voorbeelden:
2. Achternaam
1.
auto-export, giroafschrift en gala-avond
2.
mevrouw Van Dalen-Feenstra
3.
adjunct-directeur, non-profit en oud-collega
4.
anti-Frans, on-Duits en commissie-Samson4. Voor een hoofdletter
5.
chef-kok, hotel-restaurant en pianiste-componiste5. Combinaties
6.
Aarle-Rixtel, Noord-Brabant en Midden-Amerika
7.
65+-kaart, A4-formaat, IQ-test en Sint-Nicolaas6. Aardrijkskundige namen
8.
staakt-het-vuren en hogedruk-gasslang
8. Onoverzichtelijke
woorden
3. Na adjunct, aspirant,
collega, ex, interim, niet,
non en oud
titels/beroepen
7. Bij letters, cijfers,
tekens of Sint
TREMA
• Wanneer gebruik je nu eigenlijk een trema en wanneer niet?
Een trema (puntjes op de e), wordt gebruikt wanneer je twee
gelijke klinkers als één klank kan lezen.
• Het gaat om de volgende combinaties: aa, ae, ai, au, ee, ei,
eu, oe, oi, oo, ou, ui en uu.
• Het woord patiënt bijvoorbeeld spreek je verkeerd uit,
wanneer er geen puntjes op de e staan. Je leest dan een ie.
• Het aanbod is reëel, het reële aanbod. Wanneer je geen
trema zou schrijven, zou je rele kunnen lezen. De tweede
derde –e vervalt, omdat je deze niet meer hoort.
TREMA
Regels/uitzonderingen:
• Bij sommige woorden van Franse en Latijnse afkomst
wordt geen trema geschreven. Bij de uitgangen van die
woorden is er eigenlijk geen verwarring mogelijk over de
uitspraak.
- Elektricien en opticien krijgen dus geen trema.
• Woorden die eindigen op een onbeklemtoonde –ie
krijgen een meervoud met –iën.
- Je schrijft dus koloniën, want de klemtoon ligt op kolonie.
Ook bij provincie ligt de klemtoon op de tweede
lettergreep en is het meervoud provinciën.
TREMA
• Woorden die eindigen met een beklemtoonde –ie
krijgen een meervoud met -ieën.
Het meervoud van knie is knieën en geen kniën.
• Een trema wordt alleen gebruikt in niet-samengestelde
woorden. Wanneer er onduidelijkheid ontstaat bij
woorden die wél zijn samengesteld wordt vaak een
koppelteken (streepje) geschreven, zoals bij na-apen
en toe-eigenen.
• Bij telwoorden worden soms twee woorden aan elkaar
geschreven, maar je schrijft toch tweeëntwintig i.p.v.
twee-entwintig.
http://cambiumned.nl/oeftremas.htm
Download