Tijdvak: Tijd van televisie en computer Periode: 1950 – 2000 Maak een tijdbalk met 10 belangrijke gebeurtenissen: 1945: Conferenties van Jalta en Potsdam. Oprichting Verenigde Naties. 1947: Trumandoctrine en Marschallplan. 1948: Blokkade van Berlijn. 1949: Oprichting NAVO. Duitse tweedeling. 1949: Dekolonisatie Nederlands-Indië. 1955: Oprichting Warschaupact. 1961: Bouw Berlijnse muur. 1962: Cubacrisis. 1989: Ineenstorting communisme in Oost-Europa. 1990: Duitse hereniging. Titel kenmerkend aspect: de dekolonisatie die een eind maakt aan de westerse hegemonie in de wereld. 1 Omschrijf dit aspect aan de hand van een persoon / gebeurtenis / ontwikkeling / afbeelding: Door het contact met westerse denkbeelden, door de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog waren er in de koloniën de nationalistische gevoelens toegenomen. Ontwikkelde Afrikanen en Aziaten werden zelfbewust, nationalistisch en gingen verlangen naar zelfbestuur. Nadat Aziatische gebieden waren gedekoloniseerd, waren de verwachtingen in nationalistische kringen in Afrika hooggespannen. De Fransen en de Britten zouden zich in de loop van de jaren vijftig en zestig uit vrijwel al deze landen terugtrekken. Soms met conflicten: zo was Egypte al sinds 1922 onafhankelijk, maar de Britten wilden hun invloed behouden vanwege het Suezkanaal. Uiteindelijk leidde dit tot de Suezcrisis. Begrippen bij dit aspect: Dit begrip past erbij, omdat: Apartheid Deze wetten ervoor zorgden dat de levenssferen van blanke en niet-blanke inwoners gescheiden waren, waardoor de ontevredenheid onder de niet-blanke bevolking steeg en openlijk racisme geen uitzondering op de regel was. Hierdoor kwamen Afrikanen in opstand, wat leidde tot dekolonisatie. Dekolonisatie De dekolonisatie ervoor zorgde dat de koloniën zelfstandig werden. Hegemonie Er door dekolonisatie een einde moest komen aan de westerse hegemonie in de koloniën: de inwoners van deze koloniën wilden niet langer dat de westerse landen het zeggenschap hadden in hun gebied. Dit leidde tot dekolonisatie. Overheersing De inwoners van de koloniën tegen de overheersing van de westerse landen waren, waardoor de ontevredenheid onder de inwoners steeg en dekolonisatie begon. Titel kenmerkend aspect: de verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog. 2 Omschrijf dit aspect aan de hand van een persoon / gebeurtenis / ontwikkeling / afbeelding: Het vertrouwen dat westerse regeringsleiders aanvankelijk hadden in een vreedzame naoorlogse wereld, nam snel af. De spanningen tussen Oost en West namen snel toe en men sprak van een Koude Oorlog. In 1949 bleek dat zowel de VS als de SU beschikten over atoomwapens. Ze dreven hun bewapening op, sloten bondgenootschappen, bespioneerden elkaar en voerden een propaganda-oorlog. Binnen een paar jaar was de blokvorming compleet en stonden de kapitalistische westerse wereld en de communistische oostelijke landen tegenover elkaar. Rond 1960 was de spanning tussen Oost en West flink opgevoerd. In 162 balanceerde de wereld op het randje van een atoomoorlog. Deze gebeurtenis staat bekend als de Cubacrisis. Begrippen bij dit aspect: Dit begrip past erbij, omdat: Atoomoorlog Er bijna een atoomoorlog ontstond. Blokvorming Door de spanningen tussen Oost en West blokvorming ontstond. Détente Dit zorgde voor ontspanning tussen Oost en West. IJzeren Gordijn Dit de scheiding tussen Oost en West benadrukte. Koude Oorlog Deze oorlog ontstond door de spanningen tussen Oost en West. Trumandoctrine Dit ervoor zorgde dat elk land dat zich bedreigd voelde door de Sovjet-Unie, kon rekenen op steun van Amerika. Containmentpolitiek Deze politiek de uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie inperkte. Marshallhulp Door de Marshallhulp de tegenstellingen tussen Oost en West verscherpten: Oosterse landen die de hulp wilden aanvaarden, moesten deze toch afwijzen omdat 3 Rusland geen pottenkijkers op zijn gebied wilde hebben. NAVO Door de spanningen die waren toegenomen er een samenwerkingsverband ontstond tussen een aantal Westerse landen. Warschaupact Dit het antwoord van het Oosten was op de NAVO en de spanningen nog verder opvoerde. Titel kenmerkend aspect: de eenwording van Europa. Omschrijf dit aspect aan de hand van een persoon / gebeurtenis / ontwikkeling / afbeelding: Na de Tweede Wereldoorlog verlangden veel West-Europeanen naar Europese integratie. Deze Europese eenwording zou een einde moeten maken aan de conflicten en de Frans-Duitse tegenstellingen. Nationalisme mocht geen obstakel meer zijn voor economische groei. In 1951 ondertekenden Frankrijk, West-Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg het verdrag van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). In 1957 breidden de landen hun samenwerking uit. De Europese Economische Gemeenschap (EEG) ontstond: voor een gemeenschappelijke markt en economische expansie. Na de EEG en de EG kwam de Europese Unie. Zo kwam de eenwording van Europa tot stand. Begrippen bij dit aspect: Europese integratie Dit begrip past erbij, omdat: Dit ervoor zorgde dat landen met elkaar gingen samenwerken en de eenwording van Europa tot stand kwam. Titel kenmerkend aspect: de toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen. 4 Omschrijf dit aspect aan de hand van een persoon / gebeurtenis / ontwikkeling / afbeelding: Al kort na de Tweede Wereldoorlog waren de meeste West-Europese landen hersteld van de enorme oorlogsschade en bloeiden hun handel en industrie weer op. Veel West-Europeanen waren gemotiveerd om hard te werken en waren goed geschoold. Door de Marshallhulp nam het vertrouwen in de toekomst toe. Er was een goede infrastructuur. De eerste televisie ontstond, met een of twee zenders. Hierdoor zag heel Nederland dezelfde programma’s. Veel mensen maakten zo kennis met andere normen en ideeën dan die uit de eigen zuil. In de jaren vijftig werd het proces van ontzuiling ingezet. In de jaren zestig en zeventig voltrok zich door deze ontzuiling een sociaal-culturele verandering. Begrippen bij dit aspect: Dit begrip past erbij, omdat: Marshallhulp Door de Marshallhulp zagen West-Europeanen de toekomst weer rooskleurig in, waardoor het vertrouwen in de toekomst toenam en de welvaart verbeterde. Sociaal-culturele verandering Door de toenemende welvaart en ontzuiling in Nederland ontstonden en grote en ingrijpende sociaalculturele veranderingen. De maatschappij ging er anders uitzien. Pluriforme samenleving Door de toenemende welvaart, rooskleurige toekomst en sociaal-culturele veranderingsprocessen ontstond er een pluriforme samenleving en multiculturele samenleving. Verzorgingsstaat Door de sociaal-culturele veranderingen in de maatschappij een verzorgingsstaat ontstond in Nederland. Titel kenmerkend aspect: de ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen. 5 Omschrijf dit aspect aan de hand van een persoon / gebeurtenis / ontwikkeling / afbeelding: Na 1950 veranderde de samenstelling van de Nederlandse bevolking sterk. Veel autochtone Nederlanders vertrokken naar andere landen. Tegelijkertijd werd Nederland de eindbestemming en het nieuwe vaderland voor diverse groepen instromers: Nederland werd een pluriforme samenleving. In de jaren vanaf 1970 werd het ideaal van de multiculturele samenleving gepropageerd en werd de aanwezigheid van buitenlanders voorgesteld als een verrijking van de westerse cultuur. In veel opzichten slaagde de integratie van minderheden. Rond 2000 waren er bijna anderhalf miljoen inwoners van buitenlandse herkomst. Begrippen bij dit aspect: Dit begrip past erbij, omdat: Pluriforme samenleving Er door maatschappelijke ontwikkelingen een pluriforme samenleving ontstond. Sociaal-culturele verandering Er steeds meer inwoners van buitenlandse afkomst in het land kwamen, waardoor de manier waarop de maatschappij was opgebouwd, veranderde. thema Christendom Kies een kenmerkend aspect dat past bij dit thema. Leg uit waarom. De ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen, omdat door de immigranten die naar Nederland kwamen niet alleen het christendom het geloof van Nederland was, maar ook de islam kreeg een belangrijke plek in Nederland. Omschrijf een gebeurtenis die past bij dit thema. Leg uit waarom. Met de komst van gastarbeiders uit Turkije en Marokko kreeg ook de islam een plaats in de Nederlandse samenleving. Er kwamen moskeeën en islamitische scholen. 6