Neurofysiologisch en neuropsycho- logisch onderzoek bij patiënten

advertisement
Neurofysiologisch en neuropsychologisch onderzoek bij patiënten met
recent-ontstane schizofrenie
Promotie van D.H. Nieman
jonge patiënten met recent-ontstane schizofrenie. De
neuropsychologische testbatterij bestond uit ongeveer
10 tests die een indicatie geven van onder andere
aandacht, geheugen, werkgeheugen en reactietijd.
Een hoger percentage fouten op de antisaccade taak
bleek samen te hangen met een verminderde prestatie
op neuropsychologische tests van het werkgeheugen.
Een belangrijk biologisch substraat van het werkgeheugen is de dorsolaterale prefrontale cortex.1 Dit gedeelte van de hersenen is betrokken bij het onderdrukken van reflexmatige reacties en de hogere
executieve functies die van belang zijn bij complex
probleemoplossend gedrag.
(Ned Tijdschr Neurol 2002;1:68-69)
Schizofrenie is een ernstige ziekte die bij ongeveer
1% van de wereldbevolking voorkomt met een
karakteristiek begin op de jong-volwassen leeftijd. De
symptomen zijn onder andere wanen, hallucinaties,
apathie, initiatiefverlies en cognitieve stoornissen.
Het biologische substraat van schizofrenie is nog
steeds onduidelijk. Alhoewel er nog geen duidelijk
patroon is gevonden in post-mortem hersenstructuur
afwijkingen, zijn sommige hersenfunctie afwijkingen
vaak gerapporteerd en goed repliceerbaar. In dit
onderzoek is het biologische substraat van hersenfunctie afwijkingen bij schizofrenie patiënten onderzocht met neurofysiologische metingen en neuropsychologische tests.
Het biologische substraat van schizofrenie werd
onderzocht met oogbewegingsonderzoek: de antisaccade taak. In deze taak wordt de patiënt gevraagd
de reflexmatige reactie, om met de ogen mee te
gaan naar een plotseling verplaatste visuele stimulus
(een rood lichtpuntje), te onderdrukken en in de
tegenovergestelde richting te kijken. Schizofrenie
patiënten hebben meer moeite met deze taak dan
gezonde controle personen (Figuur 1). De relatie
tussen de prestatie op de antisaccade taak, een uitgebreide neuropsychologische test batterij en symptomatologie werd onderzocht in een groep van 36
Een event-related potential (ERP) is een afgeleide
van het EEG en geeft een indicatie van de snelheid en
kwaliteit van de informatieverwerking (Figuur 2). De
P300 is het gedeelte van een ERP dat rond 300
msec na aanbieding van een stimulus optreedt. De
P300 wordt opgewekt door hoge en lage tonen aan
Figuur 1. De antisaccade taak bij een controle persoon
en een patiënt met schizofrenie. De blauwe lijn geeft de
visuele stimulus weer (fixatie, verplaatsing, feedback)
en de zwarte lijn de oogbewegingen. De patiënt kijkt
telkens direct naar de stimulus terwijl de controle
persoon deze reflexmatige reactie onderdrukt.
te bieden. Op de hoge tonen moet gereageerd worden
met het indrukken van een knopje en deze tonen
moeten worden geteld. Alleen bij de hoge tonen is
over het algemeen een P300 te zien. De P300 van
patiënten met schizofrenie is vaak kleiner van
amplitude en treedt later op dan de P300 van leeftijd
en intelligentie gelijke gezonde controle personen.
Om meer inzicht te verkrijgen in onderliggende
mechanismen van een abnormale P300 bij schizofrenie is onderzoek gedaan naar de relatie tussen de
P300, neuropsychologische test resultaten en symptomatologie in een groep van 45 patiënten met
schizofrenie. De P300 werd gemeten van de frontale,
centrale en pariëtale middellijn elektrode locaties.
P300 amplitudes en latentietijden bij de patiënten
werden vergeleken met die gevonden bij 25 controle
personen. De gemiddelde P300 amplitude was kleiner
en de gemiddelde latentietijd langer bij patiënten dan
bij de controle personen. 2 In de patiënt groep was
reductie van de pariëtale P300 amplitude gerelateerd
aan een verminderde prestatie op neuropsychologische tests van het geheugen. Een kleinere pariëtale
P300 amplitude zou een gestoorde functie van het
voortdurende ‘updaten’ van gebeurtenissen in het
middellange termijn geheugen (minuten) kunnen
weerspiegelen. Hierbij speelt de hippocampus een
belangrijke rol. Het is bijvoorbeeld belangrijk om in
een gesprek te onthouden wat er vijf minuten eerder
gezegd is om het gesprek goed te kunnen volgen.
Uit het oogbewegingsonderzoek zou kunnen worden
afgeleid dat de prefrontale cortex van de frontaal
kwab, met name het gebied van het werkgeheugen,
verstoord is bij patiënten met schizofrenie. Deze
stoornis uit zich in gebrek aan afstand van het
eigen gedrag en denkproces en een overmaat aan
reflexmatig reageren zonder de sturende invloed
vanuit de prefrontale cortex, dat wil zeggen gebrek
aan zelfreflectie. Het P300 onderzoek heeft aanwijzingen gegeven dat patiënten met schizofrenie
naast een verminderde prefrontale functie een verstoring zouden kunnen hebben van de temporale
geheugen functies. Deze verstoring in het ‘middellange termijn’ geheugen zou kunnen leiden tot
fragmentatie van het denken doordat gebeurtenissen
in de huidige situatie niet goed worden opgeslagen.
De combinatie van frontaal en temporaal gelokaliseerde verstoringen in hersenfunctie zou kunnen resulteren in de moeite die schizofrene patiënten ondervinden met zelfstandig leven in een complexe maatschappij.
Figuur 2. Grand average ERPs in de controle groep
(zwarte lijn) en de patiënt groep (grijze lijn). De pijl
geeft de stimulus presentatie (hoge toon) weer. De gemiddelde P300 van de patiënten is kleiner en treedt
later op dan de gemiddelde P300 van de controle groep.
In een recent gestart onderzoek wordt met behulp
van de in dit proefschrift beschreven neurofysiologische en neuropsychologische technieken onderzocht of met een redelijke mate van betrouwbaarheid
voorspeld kan worden welke personen, met een verhoogd risico psychosen, daadwerkelijk schizofrenie
zullen ontwikkelen. Onderzoek naar preventie methoden van schizofrenie zou vervolgens bij kunnen
dragen aan het voorkómen van een eerste psychotische episode. Verder wordt momenteel onderzocht
of de neurofysiologische en neuropsychologische
technieken als endofenotypen een rol kunnen spelen
bij het zoeken naar de genen die kwetsbaarheid voor
schizofrenie veroorzaken.
1. Nieman DH, Bour LJ, Linszen DH, Goede J, Koelman
JHTM, Gersons BPR, Ongerboer de Visser BW.
Neuropsychological and clinical correlates of antisaccade task
performance in schizophrenia. Neurology 2000;54:866-71.
2. Nieman DH, Koelman JHTM, Linszen DH, Dingemans PM,
Ongerboer de Visser BW. Clinical and neuropsychological correlates
of the P300 in schizophrenia. Schizophrenia Research, in press.
Correspondentie-adres promovenda:
Mw. Dr. D.H. Nieman, post-doc
Academisch Medisch Centrum
Afdelingen Psychiatrie en Klinische
Neurofysiologie/Neurologie
Tafelbergweg 25
1105 BC Amsterdam
E-mail: [email protected]
Download