BRON: Ondernemers (Voka)

advertisement
13.05.2015
dienst communicatie
BRON: Ondernemers (Voka)
BRON: Neuron
LEZERSBRIEF
Volgens prof. Jim van Os, de meest bekende psychiater uit Nederland, moet het nu
maar eens gedaan zijn om patiënten met diagnoses als schizofrenie alle hoop op
herstel te ontnemen. Schizofrenie bestaat niet, stelt hij formeel in een artikel dat op
7 maart verscheen in het NRC Handelsblad. Zo startte hij tevens een website onder
dezelfde naam en kreeg zowaar direct steun van niemand minder dan het
gerenommeerde Trimbos-instituut.
SCHIZOFRENIE BESTAAT NIET (MEER)
Georges Otte
Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain, Gent
Hoewel prof. van Os zelden om een boude uitspraak verlegen zit, liet het schijnbaar
provocerende karakter van deze titel menige lezers toch even de wenkbrauwen
fronsen.
N2248N
Jim van Os wil echter niemand tegen de borst stuiten. Hij wil enkel een hoopvolle
boodschap overbrengen en vermijden dat iedere patiënt met een psychose zomaar het
label schizofrenie opgespeld krijgt. Een label dat van Os, in zijn jarenlange ervaring als
sociaal psychiater, als erg stigmatiserend, contraproductief en demoraliserend ervaart,
zowel voor de patiënt als diens omgeving. Hij pleit dan ook zeer expliciet om mensen
met psychotische ervaringen hoop en uitzicht te bieden via GGZ-gestuurde herstelzorg.
Daartoe dient onder andere zijn website.
Daarom stelt hij ook resoluut voor om het begrip schizofrenie te vervangen door een
dimensionaal begrip als ‘psychosegevoeligheid’, waarin hij een continuüm onderscheidt
waarbij 80% van de processen of meer eenmalig zijn, en het dus niet verdienen om als
een schizofreen proces betiteld te worden. Op termijn (5 jaar) wil hij zelfs het woord
schizofrenie volledig verbannen uit het taalgebruik van de GGZ. Met andere woorden:
schizofrenie mag dan al beschouwd worden als een extremiteit in het spectrum van
1 l NEURON • Vol 20 • Nr 4 • 2015
psychosegevoeligheid, het bestaat fundamenteel niet als een separate ziekte-entiteit. Het woord ‘schizofrenie’ heeft daarom
geen enkele reden van bestaan meer.
Afschaffen dus. Een provocerende visie
die volgens van Os wetenschappelijk
gefundeerd is, hoewel dat laatste wellicht
een nog veel meer provocerende uitspraak
is vermits daarover – in tegenstelling met
wat prof van Os vanuit zijn autoriteit
beweert – lang geen wetenschappelijke
consensus bestaat.
Kan men een psychose zien als
een manifestatie op een
continuüm dat varieert van licht
en goedaardig (80%) tot
hardnekkig en invaliderend
(20%)?
en het is tevens verkeerd om families en
patiënten met echte schizofrenie de valse
geruststelling te geven dat alles nogal
meevalt, en dat medicatie (vnl. de onderhoudsbehandeling met neuroleptica) geen
zin meer zou hebben.
Van een continuüm in symptomatologie
(psychose) kan men enkel spreken als ook
de causale factor een lineair continuüm
vertoont zoals bij een dosis-responscurve.
Is dat het geval bij de psychose?
Veel psychosen zijn – aldus van Os – een
reactievorm, m.a.w. een psychogene
reactie op een tijdelijke overbelasting ten
gevolge van bijvoorbeeld een ernstig
trauma. Ook kunnen ze worden veroorzaakt, al naar gelang de individuele vatbaarheid, door een gebruik van cannabis
of diverse andere psychodysleptica. Psychiaters pakken dit vaak verkeerd aan. In
plaats van naar de verhalen van de
patiënten te luisteren met respect en
empathie, oog te hebben voor de symbolische betekenis van de psychose zoals
die past in de levenservaring en persoonlijkheid van de patiënt, betrokken te zijn
met het herstel van sociaal welzijn en de
omgeving en daartoe ondersteunende
gesprekken toe te laten met ervaringsdeskundigen etc., gaan ze al te snel de patient van zijn vrijheid beroven (isolatie) en
spuiten ze hem of haar plat met neuroleptica. Dit kan het trauma van contact
met de psychiatrie sterk ampliļ¬ceren, in
plaats dat het rustgevend en remediërend
(lees: herstellend) zou werken. Met het
boek van Brenda Froyen in het achterhoofd (‘herstellen van de behandeling’),
en anderen die in voorbije maanden hun
negatieve ervaringen in dit verband
publiek hebben gemaakt, zou men inderdaad geneigd zijn om Jim van Os in zijn
visie bij te treden.
Dat er genetisch of epigenetisch bepaalde
niveaus van D2-receptorgevoeligheid en
receptorpooldensiteit kunnen bestaan, die
een potentiele verklaring zijn waarom de
ene persoon meer gevoelig is voor een geïnduceerde psychose dan een andere, is heel
waarschijnlijk. Daarentegen kan niet elke
psychose begrepen worden binnen dergelijk lineair gevoeligheidscontinuüm. Een
eenmalige ketaminepsychose is niet te vergelijken met een zoveelste psychotische
opstoot bij een patiënt met schizofrenie,
waar beduidend meer aan de hand is dan
wat door een te gevoelige limbische
D2-receptorpool kan worden verklaard.
Denken we maar aan de fundamentelere
negatieve symptomen waarvoor net een
mesocorticaal te geringe dopaminerge
stimulatie aan de basis lijkt te liggen.
Stellen met Jim van Os dat een DSM-label
als schizofrenie het herstel van de relatief
goedaardige vormen, zoals de eenmalige
psychogene psychose, kan in de weg
staan, is pertinent juist. Maar verkondigen
dat schizofrenie niet bestaat, dat onderhoudsbehandeling met neuroleptica geen
enkele plaats heeft, staat wel haaks op
decennia aan klinische ervaring en wetenschappelijke studies.
Toen destijds Bénédikt Augustin Morel de
dementia praecox beschreef waren er
geen neuroleptica om te culpabiliseren als
oorzaak van ernstige restdefecten in het
cognitief en executief functioneren van
deze chronische schizofreniepatiënten.
Deze psychomentale verzanding bij schizofrenie is wel degelijk een ernstige en
invaliderende klinische realiteit. Hoe
begripvol men ook is voor mensen die
patiënten willen behoeden voor herstelblokkerende stigmatisatie en negatieve
etiketten, toch mag men niet vergeten dat
bij 20% ernstige gevallen van schizofrene
psychose de klassieke behandelingsrichtlijnen niets van hun preventieve mogelijkheden verloren hebben. Ook al betekent
dit, in afwachting van een hopelijk meer
etiologische behandeling, momenteel nog
steeds een levenslange onderhoudstherapie met depot neuroleptica.
Los van het feit dat iedere psychiater ervan
overtuigd is – of toch zou moeten zijn – dat
iedere mens met respect dient te worden
benaderd en behandeld wat betreft zijn
omgeving, werk, milieu en relaties, kan
men zich veel vragen stellen omtrent de
visie van van Os.
Neurowetenschap krijgt bij Jim van Os
helaas ook weinig krediet, terwijl het juist
de neurowetenschappelijke benadering is
die ons toelaat om lichte gevoeligheid van
sterke gevoeligheid te onderkennen en de
meer incisieve receptor- en netwerkdisfuncties van schizofrenie tijdig te detecteren. Het is niet productief om de 80%
eenmalige gevallen met een stigmatiserend label van schizofrenie op te zadelen,
2 l NEURON • Vol 20 • Nr 4 • 2015
Tegenwoordig kunnen wij bij deze groep van
patiënten dergelijke dramatische involutie
voorkomen door tijdig een langdurige behandeling met neuroleptica in te stellen. De
angst om anderen te stigmatiseren, weegt
niet op tegen het risico dat we een grote
risicogroep laten deterioreren uit angst om
een onderhoudsbehandeling te induceren.
Of deze aversie aangewakkerd wordt door
een ‘downscaling’ van het fundamenteel
belang van de neurowetenschap in de
psychiatrie, dan wel door de populistische
antipsychiatrische campagnevoerders die
dergelijke websites en referenties (Jim van
Os, Trimbos) als een godsgeschenk voor
hun karretje zullen spannen, feit is dat
beide benaderingen fundamenteel niet de
juiste richtingaanwijzers bieden voor
modern neurowetenschappelijk onderzoek
naar diagnostiek en de behandeling van
mensen met psychose.
Referenties
https://www.schizofreniebestaatniet.nl/
http://www.ggznieuws.nl/home/
jim-van-os-schizofrenie-bestaat-niet/
AALTER
Profrenner bezoekt Emmaüs
Op de open dag toonden alle laatstejaars van het Emmaüsinstituut hun Geïntegreerde Proef aan het publiek. Bram De Meulenaere en Dries Van den Bossche maakten een mobiele fietswerkplaats en die kreeg een bezoek van profrenner Jens Keukeleire
(links op foto). Dat is geen toeval, want de vorig jaar overleden
papa van Bram, Danny De Meulenaere, was verzorger bij wielerploeg Orica Greenedge, de ploeg van Jens. (mye) Foto: mye
Download